NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD EN WONSERADEEL
1902.
41ste Jaargang.
No. 44.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
DE POSTDIEFSTAL.
ZONDAG 1 JUNI.
BINNENLAND.
X
X
i
VOOR
pen
nu bleek, dat het
de provineie-hoofdstad P.
I
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Ct.
DE LAATSTE GROET.
(Ter Herinnering aan onzen Vriend
Hs. SCHIEVINK.)
Doodsklok, rollen uwe tonen
Over stad en over land,
Meer of minder worden velen
Dan door weemoed overmand.
Grijsaards, mannen vol van krachten,
Vrouwen bij heur lieve kroost,
Denken aan vervlogen tijden
Toen bij smart men ook zocht troost.
Jongelingen, jonge meisjes,
Ook u wekt de doodsklok op,
Spreekt u van den ernst des levens
Bij Uw vreugde vlag in top.
En als naar de laatste rustplaats
Onze vriend wordt heen gebracht,
Dan rijst op in onzen boezem
Smart en weemoed in heur kracht.
O, wier vriend was niet Heer Schievink
Die de dood nu van ons scheidt,
En om wien thans bij zijn heengaan
Menig vriendenharte schreit.
Vriend der menschenhoogste lof wel
Die een mensch kon zijn gebracht
En waarnaar door, o, zoo velen
Te vergeefs naar wordt getracht.
Ernst en diepe stilte heerschte
Toen het stoffelijk overschot
Herwaarts kwam in ’t lieve Bolsward,
Dat bij lief ook eenmaal had.
En de groote massa menschen
Die volgden naar het graf,
Waarde vriend, zij wilden geven
Wat hun vriendenharte gaf.
Bij de groeve... heel, heel velen
Die U eerden, goede vriend.
Wien gij misschien onbekend wel
Met Uw hulp vaak hebt gediend.
Maar ’t laatste oogenblik is daar nu
En al valt het scheiden zwaar.
Wjj, wij zullen U gedenken
Dag en week, en maand en jaar.
Goede, beste vriend van velen
’t Is wel treurig, maar toch zoet,
Dat wij U nog konden brengen,
Voor het laatst... de laatste groet.
Bolsward, 27/5/1902. (Ingezonden.) K. H.
Snoek, 28 Mei. De trein van 11,45
vertrok hedenmorgen zonder dat de passa
giers in de wachtkamer gewaarschuwd waren.
Toen ze zagen dat de trein afreed, stormden
ze met geweld naar buiten en de chef be
proefde nog door luid roepen en het zwaaien
met een vlag de opmerkzaamheid van machi
nist of den naastbjjzijnden brugwachter te
trekken, doch geen van beiden was tijdig
te beroepen of te beseinen: de trein reed
door. Nu regende het klachten, want de
meeaten misten het doel hunner reis en wie
een uitgaansdagje hadden willen maken naar
de kaatspartij te Wommels, konden thuis
blijven.
.29 Mei. Heden had een schromelijk
ongeluk kunnen plaats hebben. Een meisje
van den werkman Asselman speelde op het
Grootzand, toen plotseling een zwaar beladen
Voor vele jaren was ik als geheim recher
cheur in de Duitsche provineie-hoofdstad
P. aangesteld. Op zekeren dag ontvingen
wjj tjjding, dat in het verscheidene mjjlen
verwijderde stadje M. een belangrijke post-
dieftal was gepleegd en naar alle waar
schijnlijkheid door een beambte der poste
rijen. Maar alle nasporingen om den dader
te vinden, waren vergeefsch. Ik kreeg
bevel van mijn overheid, een onderzoek
naar het geval in te stellen en reisde naar
M. De postdirecteur van het stadje, een
reeds bejaard, eenigszins ziekelijke man,
die zeer onder den indruk van het geval
was, vertelde mij haarfijn, wat hjj van het
gebeurde wist. Zaterdagsavonds tegen elf
was met den personentrein een aangetee-
kende brief aangekomen, ter waarde van
vijf duizend mark. De brief was met de
andere postzaken in het postrjj tuig gedaan
en dit was bjj aankomst aan het kantoor
volgens voorschrift in tegenwoordigheid
van den postassistent Dung geopend. Deze
had vervolgens den brief in een muurkastje
gesloten en den sleutel niet uit de hand
gegeven. Den volgenden ochtend bü het
aflossen der beambten bleek, dat de brief
spoorloos was verdwenen. Het slot van de
muurkast was ongeschonden en nergens
was een spoor van geweld te zien, terwijl
de beambten, die des nachts in het vertrek
werkzaam waren geweest beweerden, het
kantoor niet te hebben verlaten.
Verdenkt gij geen der beambten? vroeg
ik den postdirecteur.
Neen, luidde het antwoord. Mijn beamb
ten zijn rechtschapen menschen en ik heb
nooit iets ongunstigs over hen gehoord.
Heeft wellicht deze of gene kleine schul
den? vroeg ik verder.
Dat ik weet niet. De assistent Durig
moet zeer bekrompen leven, daar hij zjjn
jongeren broeder, die in de medicijnen
studeert, ondersteunt maar van schulden
heb ik niets gehoord.
Daar ik in de stad geheel onbekend was,
en de burgemeester en de postdirecteur
mijn tegenwoordigheid hadden geheim ge
houden, zoo kou ik ongestoord het ouder
man een rijken schoonzoon wenschte. De
ouders dwongen nu de dochter haar ver
loofde aanstonds den afscheidsbrief te
schrijven. Het meisje was wanhopig, want
zij had den jongen postbeambte oprecht
lief.
Durig betuigde in de gevangenis voort
durend zün onschuld. Toen by echter den
brief ontving, waarin zijn beminde Erna
voor altijd afscheid van hem nam, toen
was het met zijn bedaardheid gedaan. Zijn
verdediger bad alles in het werk gesteld,
om achter het adres van Cremer in Ame
rika te komen, maar al zijn pogingen
waren vruchteloos geweest. Intusschen
naderde steeds meer en meer de dag,
waarop de zaak voor het gerecht der naaste
grootere stad L. zou behandeld worden.
Eindelijk was de dag aangebroken. De
rechtszaal was met toehoorders gevuld. De
beschuldigde zag er wel is waar lijdend,
doch kalm uit. De verhandeling had het
gewone verloop. De als getuigen opgeroe
pen veehandelaar, de afzender van den
geldbrief, kon de bij Durig in beslag ge
nomen banknoten niet als degene her
kennen, die hij in den brief verzonden had.
De als getuigen opgeroepen postambte
naren verklaarden, dat zij gezien hadden,
dat Durig den aangeteekenden brief eigen
handig in de kast gelegd en de kast ge
sloten had. Een andere beambte had den
sleutel niet in handen gehad. De ver
dediger wierp echter op, dat iemand met
een valschen sleutel het slot kon geopend
hebben. Uit de teekening, die den gezwo
renen van het postlokaal was voorgelegd,
konden dezen zich niet juist oriënteeren
en zoo beval de president het kantoor
persoonlijk te gaan bezichtigen. Daar M.
van de stad, waar de zaak voor het gerecht
behandeld werd, slechts één station ver
wijderd was, zoo namen het gerechtshof,
de gezworenen, de verdediger en beschul
digde den trein naar M. Het postlokaal
en de muurkast werden aan een nauw
keurig onderzoek onderworpen. Een der
gezworenen, een metselaarsbaas, onder
zocht de muurkast zeer oplettend en maakte
den president op een geheel onvoorziene
omstandigheid opmerkzaam. De muurkast
was binnen met tapijtdoek behangen. Het
bleek, dat in het onderste vak zich een
scheur in het doek bevond, die alleen bij
opmerkzame beschouwing zichtbaar was.
Nu, wat is daar dan bijzonders aan
vroeg de president.
Laat het tusschenvak wegnemen, stelde
de metselaar voor.
Dit geschiedde en
reeds tamelijk oude doek van den muur
was los gegaan. De metselaar voelde achter
het behangsel en haalde tot ieders verba
zing een ongeschonden brief van achter
het doek te voorschijn, dien hij den presi
dent overreikte. Het was de brief van den
veehandelaar. Durig weende van vreugde.
De president opende den brief en het ge-
heele bedrag, vijf duizend mark was er
nog in.
Durig werd natuurlijk aanstonds in vrij
heid gesteld en weer in dienst genomen.
Veertien dagen later werd hij tot secre
taris beyorderd en werd hem een goede
betrekking in de provineie-hoofdstad P.
aangeboden.
Ook de ouders van Erna zagen hun
ongelijk in en stemden aanstonds toe in
het huwelijk van hun dochter met Durig.
Kort vóór de huwelijksvoltrekking keerde
Cremer uit Amerika, waar hjj ook geen
gouden bergen gevonden had, in het oude
vaderland terug. Hij bevestigde wat Durig
verklaard had omtrent het samenspelen in
de loterij. Durig maakte een schitterende
carrière en is heden directeur van een
groot postkantoor in een belangrijke indus
triestad.
wagen der Harl. Stoomboot met spoed om
den hoek kwam en het kind aanreed, het
welk viel. Nog tijdig kon gestopt worden
en zoo kwam ’t kind met een paar lichte
kwetsuren vrij.
Achlum, 29 Mei. Wat een drukte en
beweging, maar ook wat al vorderingen met
den aanleg van den tramweg ArumFra-
neker. Van eerstgenoemde plaats uit is men
reeds zoover, dat men voorbij ons dorp werk
maakt van het effanen der baan. De brug
over de dorpsvaart, voor de eene helft be
stemd voor ’t gewone verkeer, voor de andere
helft voor de tram, is nagenoeg voltooid.
Zij heeft eene flinke doorvaartwijdte en is
daardoor voor de weer geopende scheepvaart
een verbetering, vergeleken bij de oude
bouwvallige brug. Jammer evenwel, dat haar
ligging een bezwaar oplevert, ’t welk men
gemakkelijk had kunnen overwinnen, door
het weggraven van een stuk gronds, dat
aan een der zijden wat te ver in ’t water
ligt. Wij vernemen, dat men hier eerst wel
plan op heeft gehad, maar dat Maatschappij
en eigenaren niet tot overeenstemming kon
den geraken.
Wyckel, 29 Mei. Esn 5-jarig meisje van
A. Biiukes alhier, had van de moeder ver
lof gekregen een paar knolletjes uit den
tuin te halen. Met die knolletjes ging het
kind naar de sloot om ze af te spoelen.
Toen de grootmoeder eens ging kijken waar
haar kleindochtertje zoo lang bleef, vond ze
het kind in de sloot drijvende. Alle pogingen
om de levensgeesten weder op te wekken,
bleven vruchteloos.
Joure, 30 Mei. Bij het onweder van
hedennacht is te Westermeer een koe in
de weide door den bliksem gedood.
Balk, 28 Mei. De kooplieden in lam
meren alhier hebben een slechte week
achter den rug. Door het koude weer waren
de prijzen zeer achteruitgegaan, waardoor
sommige der kleine handelaren een paar
honderd gulden hebben verloren.
Zuidwesthoek, 29 Mei. Hoewel het
er hier mat de wei- en hooilanden over het
geheel met voordeelig voor staat, beginnen
enkele landbouwers nog deze week met
maaien. Velen beginnen de volgende week.
Als de tijd van maaien er is, moet er ook
begonnen worden, zeggen ze.
Te Workum heeft een landbouwer deze
week een paard met veulen verkocht voor
de som van f 700. Een niet geringe prijs,
als men bedenkt, dat de paarden in de
jongste weken niet duur zijn. Op de te
Workum gehouden paardenmarkt warende
prijzen dan ook eer laag dan hoog; de
kooplieden waren minder graag, zoodat
menig harddraver onverkocht bleef.
Snikzwaag, 28 Mei. Ter wijl het 4-jarig
dochtertje van den veehouder J. Hettinga
alhier, hedenmorgen met haar broertje op
de hieminge zat te spelen, vloog een daar
losloopende haan plotseling op haar toe en
verwondde de kleine door een slag met zjjn
poot dermate in het gelaat, dat on middellijk
geneeskundige hulp moest worden ingeroepen.
„Bokke“ werd tot straf voor zijne euveldaad
direct gedood.
Nijehaske, 39 Mei. Een schipper aan
den Heerenwal bezwijmde hedenvoormiddag
wegens de warmte en moest worden bij-
gewasschen.
Lemmer, 29 Mei. Maandagmorgen om
streeks 10 uur, terwijl de vrouw naar de
R.K. kerk was, en de man op zijn werk,
ontstond door onbekende oorzaak brand in
het burgerwoonhuis van P. de Lange alhier.
Hoewel het zich in het eerst ernstig liet
aanzien, was men, doordat de buren spoedig
toesnelden, het vuur spoedig meester. Bin
nenshuis is vrij wat schade aangericht, huis
en inboedel waren echter verzekerd.
In het geheel is alhier deze week een
millioen stuks ansjovis aangevoerd. De
vangst was echter zeer zuinig. Telegra
fische berichten hier heden ontvangen uit
Stavoren luiden vangst hedennacht gemid
deld 5000, uit Hindeloopenvangst gemid
deld 1500 stuks.
De laatste marktprijs was f 4 de 1000.
Ook werd hier deze week nog 2000 pond
bot en 100 tal geep aangevoerd. Voor de
bot werd van f 9 tot f 11 de 100 pond, en
voor de geep f 4 per tal besomd.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Kappers- en barbiersbeweging. De afd.
Arnhem van den „Nederl. Barbiers- en
Kappersbond“ heeft besloten te beginnen
met 1 Juli des Zondags de irichtingen ge
sloten te houden,
Hjj. Die eene eigenschap hebben toch
alle vrouwen zonder onderscheid gemeen:
zij moeten altjjd tegenspreken!
Zj. Dat ia niet waar!
zoek beginnen. In het beste hotel van ’t
stadje nam ik mjjn intrek en liet mjj als
reiziger in het vreemdelingenboek inschre
ven.
Ik hoorde den kastelein ongemerkt over
alles uit en wist weldra alles, wat ik wilde
weten. Een paar bezoeken in de stad
oriënteerden mjj verder en in het bijzonder
over de geldeljjke middelen van den post-
assitent Durig was ik spoedig op de hoogte.
Ik had ook vernomen, dat hjj twee dagen
na den postdiefstaf bjj zjjn kleermaker
een rekening van veertig mark en bjj zjjn
schoenmaker een van twintig mark betaald
had. Thans meende ik snel te moeten
handelen. Van den postdirecteur vernam
ik, dat Durig tot ’s avonds acht uur dienst
had en daar het nog geen zes uur was,
snelde ik naar den burgemeester. Na een
kort onderhoud begaven wjj ons naar de
woning van den postassistent, die bjj een
bakker op kamers woonde. Ondanks de
nauwkeurigste huiszoeking vonden wjj niets
verdachts. Toen besloot ik nog eenmaal
een grooten koffer te doorzoeken. Tot
mjjn verbazing bevond ik, dat de koffer
een dubbelen bodem had, waarvan wjj te
voren niets hadden bemerkt. In deze ge
heime lade lag een boek. Ik nam het er
uit en bladerde er in. Een kreet verras
sing ontsnapte ons beiden. Tusschen de
bladeren lag een briefje van duizend mark,
verscheidene van honderd, een van vjjftig
en twee van twintig mark.
De burgemeester begaf zich, vergezeld
van een politiebeambte, naar het postkan
toor om Durig daar gevangen te nemen.
Ik begaf mjj naar het gerechtsgebouw,
waar Durig eenigen tjjd later ook ver
scheen, bleek maar kalm.
Toen de rechter zei: Mjjnheer Durig,
gjj wordt ernstig van den postdiefstal ver
dacht, erkent gjj schuldig te zjjn? Het is
in uw belang, nu het geld bjj u gevonden
is, de waarheid te zeggen, antwoordde
de beschuldigde:
Het in mjjn kamer gevonden geld is
mjjn eigendom.
Vanwaar komt gjj plotseling aan zoo
veel geld vroeg de rechter verder.
Ik heb het in de loterij gewonnen.
Wjj zagen elkaar verbaasd maar onge-
loovig aan.
In welke loterjj hebt gjj dan gespeeld?
Durig gaf het adres van een collecteur
in Hamburg op.
Aanstonds werd naar Hamburg getele-
grapheerd. Intusschen werd de beschul
digde naar de gevangenis gebracht. Ik
begaf mjj met den rechter naar het hotel
om daar het avondmaal te gebruiken. Toen
wjj over het gebeurde spraken, trad een
gerechtsdienaar binnen met een telegram
in de hand. Nadat de rechter het telegram
gelezen had, reikte hjj het mjj over met
de woorden: Zie, de collecteur Braun in
Hamburg telegraph eert, dat de naam Durig
in zjjn lysten niet voorkomt.
De rechter hield mjjn aanwezigheid niet
meer voor noodzakeljjk en zoo reisde ik
nog dienzelfden avond naar mjjn stand
plaats terug.
Den volgenden morgen werd de post-
assistent Durig opnieuw in verhoor ge
nomen. Toen men den beschuldigde zei,
dat zjjn naam niet op de loterjjljjst voor
kwam, antwoordde Durig: „Het lot is niet
op mjjn naam, maar op dien van koopman
Cremer gekocht.
Nu werd nogmaals naar den collecteur
te Hamburg geschreven en werkeljjk kwam
het antwoord terug, dat een zekere Cremer
vóór korten tjjd zes duizend mark had
gewonnen. Deze waren echter niet naar
de stad M., waar Durig woonde, gezonden,
maar naar Berljjn. Cremer, die vroeger in
M. gewoond had, had reeds vóór eenigen
tjjd het stadje verlaten. Durig kon echter
door niets bewjjzen, dat hjj met Cremer
samen gespeeld had. Bovendien nam het
gerecht aan, dat Durig het geheele ver
haal verzonnen had, daar Cremer niet als
getuige kon gehoord worden, wjjl hjj naar
Amerika was gegaan en niemand zyn adres
wist.
Durig bleef echter bjj zjjn bewering,
dat het bjj hem gevonden geld zjjn aan
deel was in de loterjjwinst met Cremer.
De afzender van den gestolen geldbrief
was een veehandelaar, eveneens in een
kleine stad, die de nummers der afgezon
den bankbiljetten niet had opgeschreven.
In het stadje M. baarde het voorval be-
grjjpeljjkerwjjs groot opzien. Door de zaak
werd ook een zeer geachte familie in ver
legenheid gebracht. Durig was met de
oudste dochter van den koopman Gump
recht verloofd. Het echtpaar Gumprecht
was het vanaf het begin niet geheel eens
met de verloving geweest, daar Durig on
vermogend was en de welgestelde koop-.
f
i
Bolswardsche Courant