Assurantie-JfiEuws- en advertentieblad
cu
I
B
I
i r
1902.
41ste Jaargang.
j^59. Donderdags en Zondags.
8
Praatjes over dit en dat.
I'
I
Alleen verpakt in
DONDERDAG 24 JULI.
YNSTJüRD.
BINNENLAND.
X
X
VOOR
I NG E ZONDEN.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar A 5 Ct.
XXXII.
Je getrouwe,
JOCHEM OPMERKER.
Bolsward, 21 Juli 1902.
Achte Redaksje,
Graech in lyts plakje for in pear rigels
oan myn frjeon,
de Hear P. JANSEN,
Boumaster to Meppel.
Myn hert’like tank for Jo andert, ommers
derüt blykt, dat ’k safier de planke net mis
binWol binne der mear forgetten (en dat
hie ’k seis ek al sjoen, buten Waling-omen
Epkema noch Colmjon, Sytstra, Salverda en
oaren) dochs... hwer net is (yn dit gefal
plakromte) forliest seis in kening (net skip
per Kening) syn rjucht. Myn tinsen wie sa
hast alle Bolsters binne forneamd en dizze
net, koe dat net oars Lit my nou mar hoopje,
frjeon Jansen, dat dat nije diel fen Bolsert
sa gau bifolke is, dat er noch mear bjjbouwd
wirde moat, Jiwent dan ommers koene dy
romrjuchte Friezen, dy ’t noch net forneamd
binne, ek oan bar komme, net allinne, dochs
dan koene wy ek noch ’ris in aerdich „petear”
balde yn ’e „Wynberg” en sa ’t Jo my bi-
love ’ris goed otskoue. Leau my dat ik üs
earste kennismakking noch net iorgetten bin
en noch wol ’ris bij Jo sitte woel
Jo, achte Red. tankjend for de ófsteane
plakromte.
Harlingen, 21 Juli. Da zeedijk ten
noorden en die ten'Zuiden van deze zee
plaats voedt een menigte schapen, die er
tegen eenige vergoeding mogen grazen. Het
onderscheid tusschen Binnen- en Buitendijk
is echter nogal groot De Binnendij ksche scha
penweiden worden het geheele jaar verhuurd
voor een daalder, maar dan ook niet opzet
telijk bemest en leveren dan ook weinig
op, de Buitendijksche daarentegen worden
wel barnest en moeten met November ver
laten worden en zijn hooger in prijs. Te
allen tijde hebben de zeedijken veel be
hoefte aan zoetwater, waaraan het den
schapen steeds ontbreekt, zoodat de dieren
thuis van drinkwater voorzien moeten
worden. De rijen palen aan de kanten der
dijk vaarten verhinderen de beesten uit die
vaarten te drinken; ook zouden die meestal
te zout water bevatten.
21 Juli. Met de groote Amerikaansche
stoomboot, zonaer tusschendek, die hier de
vorige week een kostbare lading hout gelost
heeft, was met de bemanning ook een neger
meegekomen, die dag aan dag veel bekijks
had. Het was een oppassende jongen van
22 jaar, die 4 jaren gevaren had, maar nu
toch eens veranderen wilde. Hjj had nu
reeds een te goed van 159 pond (t 18ÜU), een
mooi sommetje voor den kroeskop, die velen
gunstig voor zich innam door zijne gulheid.
21 Juli. Onze begraafplaats levert
tegenwoordig geen netten aan blik op. De
uit de stad verbannen spreeuwen, die daar
nog geduld worden, veranderen het groen
gehiaderte in gekalkwitte oppervlakten, die
met streelend voor de oogen zijn evenmin
als nog wat anders dit voor den neus is.
Diverse pluimages bedekken allerwege den
grond van het nieuw verbanningsoord.
Irnsum, 21 Juli. Een groot ongeluk
trot ji. Zaterdag den arbeider J. H. van
Haulerwyk, die reeds ongeveer 17 jaren
achtereen bij de wed. D., even buiten ons
dorp, in de „ongetiid” werkzaam is. Het
door hem bestuurde paard, gespannen voor
een ledigen mestwagen, geraakte op hol.
H. werd er af geslingerd en geraakte er
onder. Hevig bebloed werd hy gevonden
met een diepe wonde aan het hoofd. Dien
dag bleet hij bewusteloos, zoodat men voor
zijn leven vreesde, doch heden gaf' de ge
neeskundige gelukkig meer hoop.
Rijs, 21 Juli. Niets verradelyker dan de
slemp by het tichelwerk alhier. Niet lang
geleden ’t werd in dit blad gemeld
trok ze’n harmonica virtuoos, die zich op de
dunne bovenkorst gewaagd had, naar be
neden; de vorige week waren ’t een paar
deftige heeren, die zyn lot deelden. Een
hunner, die zich weer naar boven wist te
werken, kwam daarbij in een vaart,onmid-
uellyk er bij, terecht, maar dit bad, hoe
vertrisschend ook, maakte ’t beslikte costuum
niet weer zindelyk, De heeren trokken in
’t logement schoone kleeren aan van den
kastelein en haastten zich huiswaarts.
Leeuwarden, 22 Juli. Door hetvuur-
vatten der veie serpentines ontstond j.l.
Zondag in den stoomdraaimolen van den
heer Wolffs een begin van brand. Men wist
de vlammen spoedig te blusschen, hoewel
vrij wat ontsteltenis was veroorzaakt.
Een echtpaar uit Irnsum arriveerde
hier op een der kermisdagen per fiets. Ze
reden langs den Wirdumerdijk, doch tegen
over Amicitia gekomen, kwam een paard
uit den circus geloopen, waardoor de juffrouw
van schrik met haar rywiel omviel en een
been brak. Zij wordt thans in het Diaco-
nessenhuis verpleegd.
Sneek, 19 Juli. Hedenmiddag had hier
een ongeluk plaats dat zeer treurig had
kunnen zijn. Een man duwde achter een
handkar, welke beladen was met een paar
groote balen wol, zoodat hij onmogelijk kon
vooruitzien. Dit is reeds een strafbaar feit,
daar de politie-verordening voorschrijft, dat
in zoo’n geval iemand voor den wagen moet
loopen. Een oude, doove vrouw, in den
wandel oude Engeltje genoemd, werd in
den rug aangereden en voorover op den
grond gesmakt. De kar reed op haar. Zij
werd opgenomen en bij iemand binnenge
dragen, waar bleek dat ze een open wond
aan het gezicht had, terwijl de pols verstuikt
was. In den loop van oen dag is ze naar
hare woning vervoerd.
Lemmer, 19 Juli. Onder vele bewijzen
van belangstelling, herdacht heden de oudste
inwoner van ons dorp, de mr. timmerman
J. E. Z ijlst ra, zijn 91sten geboortedag,
Zij Is tra is de eenigste overgeblevene oud
strijder in onze gemeente, en gerechtigd
tot het dragen van net Metalen Kruis. Hy
is nog kras en in het bezit van al zyn zin
tuigen, het timmeien is hij echter genood
zaakt aan zyn zoon en knechts over te
laten, ’s Avonds vroeg naar bed gaande,
staat hij ’s morgens ook vroeg weer op.
Oldebooru, 22 Juli. De 23-jarige U.
de J. alhier is Zondag in den laten avond,
toen hij per rijwiel op den weg was tusschen
Beets en Oldeboorn, aangereden door een
chais, met het gevolg dat het rytuig over
hem heen is gegaan. Hij werd aan zyn lot
overgelaten en is later met geheel bebloed
gezicht aan den weg gevonden.
Toen het daarna bleek dat hij niet kon
loopen, is hij per wagen naar zyne ouders
alhier vervoerd. Door een te huip geroepen
geneesheer werd geconstateerd, dat hy ge
lukkig geen blyvend letsel had bekomen.
Droevig ongeval.
Suameer, 21 Juli. Een allertreurigst
ongeval had heden onder behoor van ons
dorp plaats. Zooals men weet, heeft de tram
een eigen baan van af ons station tot dicht
bij Nyega. Deze baan doorsnydt den tuin
van den arbeider P. Roorda. De stoomtram
van 3,20, gewone tijd, vertrekt uit ons dorp
en nauert den tuin van bovengenoemuen
arbeider. Zyn vrouw, nog eventjes de baan
willende oversteken naar men zegt om
den man koffie te brengen werd gegrepen.
Een arm en been werd haar afgereden. On
middellijk trad de dood in. De ongelukkige
was reeds een bejaarde vrouw. Haar man
moet haar nog sommigen zeggen door
geroep, anderen door het geven van een
wenk op den naderenden tram gewezen
hebben. Het geval verwekt veel deelneming.
Mazelen te Joure.
Joure, 21 Juli. Nog steeds woeden hier
de mazelen met onverminderde hevigheid.
Van 28 Juni j.l. af, toen de eerste patiënt
overleed, tot heden kwamen 18 sterfgevallen
voor. Twee gezinnen verloren ieder twee
kinderen. Op voorstel van den heer Inspec
teur voor het Geneeskundig Staatstoezicht
te Groningen, zyn met het oog op de vele
ziektegevallen, de school vacantiëu vervroegd
en hebben de nog schoolgaande kinderen
hedenmiddag tot een naoer te bepalen tijd
stip vrijaf gekregen.
Kortezwaag, 20 Juli. Heden werd
hier eeu hert opgemerkt. Eenige oogenbhkken
graasde het by koeien in een stuk land en
verdween spoedig daarna in Zuid-Oostelyke
richting.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Eigen schuld. Gisteravond had een
fiotsrijder, zekere M. uit Bussum, tusschen
Hakkelaarsbrug en Naarden de onvoorzich
tigheid de in vollen gang zynde Gooitcbe
stoomtram vast te houden, niettegenstaande
hem dit tot twee malen toe verboden werd,
met het gevolg dat hy viel en aan een arm
ernstig gewond werd.
Een honderdjarige. Zaterdag heeft de
weduwe J. W. Kramer te Rotterdam haar
100e verjaardag gevierd. Zy is sedert 22
jaren weduwe en wordt door haar ook reeds
hoog bejaarde dochter verpleegd.
Kappers- en Ear bier sbeweging. De
barbiers en kappers te Arnhem hebben in
hun actie voor Zondagsrust met heel wat
bezwaren te kampen gehad. Verschillende
collega’s waren slechts moeilijk te bewerken.
Thans evenwel is men overeen gekomen te
tien uur Zondagsmorgens te sluiten.
Jins tsjinner en frjeon,
Grou, 21/7 ’02. Van der SPOEL.
Mijnheer de Redacteur!
Ik had geen plan ooit weer een letter
voor je krant op papier te zetten, toen ik
in Mei mijn brief van je terug ontving,
met een zoetsappig briefje er by, dat het
je genoegen deed, dat ik af en toe iets over
de plaatselijke toestanden wil schrijven voor
de krant, maar dat ,fe de nu behandelde
onderwerpen .minder geschikt vondt, omdat
*r toch niets aan te veranderen valt, en
het dus noodeloos sensatie zal wekken,”
schreeft gij. Ik ben zoo vrij, dat biet met
je eens te zijn.
Wat ik in dien brief schreef over den
twist van het Kerkbestuur en ons Gemeente
bestuur over de „Regeeringsbank” was geen
noodelooze sensatie. Of noemt gij het al
reeds sensatie als men de waarheid zegt,
zonder aanzien des persoons?
En dan mijn antwoord op het ingezonden
stuk van den heer R. Wat ik schreef over
huisjesmeikersen krottenverhuurderij mocht
wel onder de aandacht van een ieder ge
bracht worden. Dunkt je, dat er aan die
woningtoestanden niets veranderd kan
worden? Ik hoop dat de Woningwet die,
naar ik zoo pas vernam, 1 Aug. a. s. in
werking treedt, het ons wel anders zal
leeren. Doch ook buiten de wet om zou
er veel verbeterd kunnen worden, en had
zulks reeds lang moeten geschieden, zooals
ik wilde aantoonen. Doch nu mochten
mjjn opmerkingen niet gepubliceerd worden.
Was dit misschien omdat de pilletjes, die
ik in den huisjesmelkers toediende niet
genoeg verguld waren? Ik hoop toch niet,
waarde vriend, dat je tot die gilde behoort,
en dus uit eigenbelang myn stuk hebt terug
gewezen 1
Wat nog eeu ander punt betreft, dat ik
in dien brief behandelde, n.l. de afbraak
van de Brak daar is nu niets meer aan
te veranderen, doch ik bid je, ga eens naar
Amicitia’s tuin, zie wat er van dat ruime
en voor het doel geschikte gebouw is ge
worden. Bedenk dat het meer dan f500
heeft gekost om het gebouw te slqopen,
zie dan eens goed wat hoop oude steen,
maar vooral ook wat hoop oude rommel
daar ligt, reken- na wat het moet kosten
om weer een goed werkhuis te bouwen, en
zeg dan of ik met te zwarte kleuren schil
derde, of ik noodelooze sensatie wilde
wekken! Het speet my, dat Ged. Staten
de raadsbesluiten omtrent afbraak Brak en
afgraving Bolwerk goedkeurden, het eerste
ter wille der finantieele uitkomsten, het
andere omdat ik het weinigje natuurschoon,
dat wy hier hebben, zoo noode zie ver
dwijnen. Doch nu is er niets meer aan te
veranderen; indertijd hadden de burgers,
die niet met deze plannen zijn ingenomen,
zich per request tot Gedeputeerden moeten
wenden, en dat zou beter zyn dan nu te
mopperen. Ik zelf heb hiertoe gaarne willen
meewerken, doch het bleek my dat men
zich niet uit den dommel laat schudden,
en ik leid daaruit af, dat in die moppe
raars de Jansaliegeest is gevaren! Aan
dien geest is natuurlijk weinig te veran
deren
Enfin, ik heb den brief, toen hij terug
kwam, in een booze bui verscheurd, en
zei: „Van my geen letter meer!”
Ik had dan ook verwacht, dat je myn
dood aan de lezers zoudt hebben bericht;
ik had reeds op een waardeerend woord
„ter nagedachtenis” gevlast, maar dat is
tot heden uitgebleven. Voor de lezers leef
ik dus nog, en ik zal je zeggen, wat er
aanleiding toe heeft gegeven, dat ik nu
myn gemaakt voornemen niet gestand doe.
„Jochem, Jochem,” zoo kwam myn
vrouw de vorige week myn kantoortje bin
nen, „zie hier eens, dat heb ik by onzen
Klaas gevonden, hoe vind je dat?”
„Wat zeg je, heeft onze Klaas die
leelyke dingen?” en myn vrouw hield my
een viertal prentbriefkaarten voor, met voor
stellingen, die ik verre van betamelyk vond.
„Ja, is het geen schande? die heeft hy
op het Marktplein gekocht, vertelt hy my.
Jochem, daar mag je wel eens wat van in
de krant zetten.”
„Maar ie weet toch dat ik geen praatjes
meer schrijf.”
—„Hoor eens, je moogt de ouders wel
waarschuwen, opdat ze weten wat er in
die „goedkoope ansichtskarten” schuilt, en
my dunkt, de politie moest er mee in kennis
gesteld worden. Is er geen wet, die het
verkoopen en uitstallen van onzedelijke
voorstellingen verbiedt?”
Ik had plan nu
belastingbiljet, en
tot uitbreiding der stad, maar dan neem ik
te veel hooi op de vork, want ik zie dat
er reeds heel wat regeltjes op ’t papier
staan. Ik zal my daarom bepalen, om je
alleen te zeggen dat ik in de Leeuwarder
Courant van 12 Juli een beschrijving vond
van het bouwplan van heeren Gasthuis
voogden. Het verwonderde my dat een
blad van buiten daarvan de primeur moest
hebben. Indertijd stond de uitslag van het
hier gehouden concours het eerst in de
Hollandsche bladen, en als ik my goed
herinner, nam de Leeuwarder toen daaruit
dien uitslag over met de bemerking dat
het bevreemding wekte, dat bladen buiten
de provincie.dat bericht het eerst konden
vermelden. Een dergelyke opmerking meen
ik te moeten maken over het Bolswardsche
bouwplan, dat nu in een blad van buiten
het eerst wordt beschreven. Reeds lang
had ik gehoopt eens een kaart en beschrij
ving van dat plan onder oogen te krijgen.
Ik weet by geruchte dat het een grootsch
en fraai plan werd gevonden, ook dat Burg,
en Weths. en de Raad er zeer mee zyn
ingenomen, dat een architect uit Meppel
de ontwerper was, maar verder werd mijne
nieuwsgierigheid niet bevredigd. Eenige
détails, alleen een relaas van de straat
namen, stond nu in genoemde krant, een
buitenblad is dus voorgetrokken. Nu, die
het doet, moet het weten, doch ik voor my
vind het altijd jammer als men een buiten
man voortrekt boven een ingezetene, ten
minste als daarvoor geen afdoende redenen
bestaan. Ik interesseer my voor de stad
myner inwoning en dus ook voor al hare
inwoners. Dit geldt by my in alle opzichten,
zoowel by benoemingen, als in den gewo
nen handel en wandel. Ik keur het af dat
men nog zoo vaak van elders laat komen,
wat hier evengoed verkrijgbaar is, althans
kon zyn, als ieder myn stelregel volgde,
om by voorkeur stadgenooten te begunstigen.
Over het bouwplan zelf zal ik je later
myne meening zeggen, ik zal intusschen nog
nadere bijzonderheden trachten gewaar te
worden. Ditmaal wilde ik alleen te kennen
geven dat het genoegen van de gedeeltelijke
bevrediging myner nieuwsgierigheid getem
perd werd door een gevoel van teleurstel
ling, dat het „Boalsert hoppe!1’ niet geheel
tot zyn recht kwam. Ik wil Bolsward hoog
houden zoo lang ik er ben, en dat myn
„praatjes” daarom nooit of te nimmer aan
een blad van elders zullen worden afgestaan,
zweert
„Hoe ver dat loopt, weet ik niet, maar
ik ben ook al eens by die kar met kaarten
voorby gegaan, doch zag er niets onbeta-
melyks bij. ’t Was zeer ordinair goed,
naar ’t my toescheen.”
’s Avonds kwam Harmen, en myn vrouw
vroeg hem dadelyk of hy ook van die brief
kaarten op de weekmarkt afwist.
„O, ja, daar was ik een paar weken
geleden getuige van, en ik heb vergeten,
jelui daarover te spreken. Die centsehe
kaarten op de kar zyn gewone ordinaire
kaarten, maar in enveloppes heeft men nog
wat bijzonders, welke aan jonge broekjes
en ook wel aan oude liefhebbers worden
aangeboden.”
„Heeft men jou ook zoo'n envelop
aangeboden, Harmen?” zei myn vrouw.
„Neen, my gelukkig nietk maar een
jongmaatje, te gróót voor servet, te klein
voor tafellaken, kocht ze juist toen ik er
bij stond. Hy vroeg nog eerst: „Kan je
die ook wel zoo over de post versturen?”
en ’t antwoord was: „Wel zeker, waarom
niet!”
Ja Jochem, ik vond wel goed, dat je de
aandacht eens op dezen verkoop gaat vesti
gen. Nu de honden van het plein zyn, is
het er voor onze kuiten veiliger, maar ik
zie voor sommigen in dezen handel een
nieuw gevaar, waarin ook wel mag worden
voorzien.”
En na eenig tegenstribbelen ben ik voor
den gezamenlyken drang van neef en myn
vrouw bezweken, en bied u myn praatjes
weer aan, letterlijk, zooals wy ze voerden.
Ik kon mjj niet weerhouden, een kleine
strafpredikatie aan uw adres, mynheer de
redacteur, vooraf te laten gaan, opdat de
lezers weten, waarom ze in geen drie maanden
van my iets te hooren kregen.
nog te spreken over myn
over het nieuwe plan
tó'
r»
wardsche Courant
(i