NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOPSWARD EN WONSERADEEt
lypottieekbank
1902.
41ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 66.
ÏDAM,
hypotheek op billijke voor-
en 3r2 °lo pandbrieven in
>O, f 200 en f 50.
Een gereserveerde coupé.
BINNENLAND.
-H. Gebr. Mispelblom
Albada Jelfirersma,
‘ik my eens vergiste:
I
I
I
VOOR
Sneek.
gister*
toQspra&k'
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
Op hetzelfde oogenblik liep een zwaar
gebouwd man op den trein toe en trachtte
een plaats machtig te worden.
Geen plaats meer, mijnheer, alle wag
gons zijn bezet, riep de conducteur.
Ik moet met dezen trein mee, al zou
ik ook b\j den machinist moeten staan,
antwoordde de reiziger op kalmen, beslisten
toon. Een zaak van ’t hoogste gewicht
eischt mijne tegenwoordigheid te Dover
en het minste oponthoud kan een groot
onheil ten gevolge hebben.
De conducteur verzekerde opnieuw, dat
er geen enkele plaats meer vrij was.
De Maatschappij kan mij geen plaats
weigeren, hernam de reiziger op dringenden
toon.
Maar als er nu geen enkele pi aats meer is!
Dat zullen' wij dan eerst eens zien.
Ah! riep hjj uit, toen hjj de coupé genaderd
was, waarin zich de beursman en dejo^ge
dame bevonden, als ik mjj niet vergis, is
hier nog wel een plaats open.
Maar hier moogt ge niet in, zei de
verbaasde conducteur.
Als eenig antwoord opende hjj met een
kleinen sleutel, die hij in de hand had, het
portier en sprong de coupé binnen. Ver
stomd staarde de conducteur hem na.
Bepaald een der directeuren, hjj heeft
een sleutel, mompelde hp. Pardon mijnheer,
voegde hij met onzekere stem er luide aan
toe. ik wist niet dat u
Hy kon zjjn verklaring niet verder voort
zetten, want de trein zette zich al weder
in beweging.
Met gefronsde wenkbrauwen nam de
beursman den indringer eens op, terwyl
de jonge dame, na een onverschilligen blik
op hem te hebben geworpen, in een boek
begon te bladeren.
Wat den vreemdeling betreft, deze was
juist tegenover haar gaan zitten. Hp haalde
een exemplaar van d pS6?
„Da kermissen behoeft men niet
af te schaffen, ze schaffen zich zelve af“,
dat zijn de woorden, die we zoo vaak uit
den mond van dezen en genen opvingen.
Wie ooren heeft om te hooren en oogen
1 om te zien, kon zich hedenmorgen gaan
I overtuigen, dat de kermisdame vooreerst er
I nog niet aan denkt, het kermisminnend
publiek in den steek te laten.
Tal van orgels hadden zich weer voor het
bureau van politie geposteerd, om af te
Als valsch geld hier al verzeild is geraakt,
zal ’t moeilijk kunnen leiden tot ontdekking
van den maker. J. Ct.
Zuidwesthoek, 14 Aug. Voor onze
boeren is de tegenwoordige tijd niet ongun
stig. Ten eerste toch hebben de meesten een
voldoenden voorraad hooi van uitstekende
kwaliteit binnen gekregen, wat voor den
aanstaanden winter van groot belang is.
Bij hen, wier voorraad niet voldoende was,
vult de nasnede het ontbrekende wel aan.
Wegens het ongestadige weder evenwel,
gaat men dit inkuilendoor den onaange-
namen geur, die het ingekuilde bij het voe
deren verspreidt en die ook de melk een alles
behalve aaangename smaak geeft, doen
velen dit echter liever niet. In de tweede
plaats zijn de veeprijzen bepaald hoog; f 250
voor eene goede melkkoe is volstrekt gevn
zeldzaamheid. Ook het vette vee, alsmede
vette schapen en varkens, benevens'jonge
biggen zyn duur. Melkschapen zijn eveneens
goed gewild. Ten slotte kunnen de flinke
zuivelprijzen worden genoemd en het tot
nog toe zoo goed als geheel ontbreken van
veeziekte.
IiUinjeberd, 13 Augs. De luchtballon,
dien men j.l. Zaterdag te Akkrum in zuiu-
oostelijke richting heeft zien wegurijven, is
te omstreeks 8 uur bij het stoomgemaal alhier
neergekomen. Men is van plan hem te her
stellen en dan opnieuw op te laten.
Joure, 14 Augs. De karrijder H. B.,
(dezelfde persoon die onlangs in de koper-
gieterij alhier zich zoo deerlijk brandde, dat
eerst getwijfeld werd of hp niet een zpner
oogen zou moeten missen, ’t geen echter
gelukkig niet ’t geval was,) zou naar Hee-
renveen rpden en had daarvoor op zijn kar
plaatsgenomen. Plotseling sprongen de hon
den door natuurgenooten aangeblaft, ter zijde.
De kar raakte in de kerk hofsloot, B. er
onder, en men had groote moeite hem er
behouden onder vandaan te halen.
Workum, 14 Aug. Naar we uit betrouw
bare bron vernemen, heeft een landbouwer
alhier bericht ontvangen, dat hij bezoek zal
krijgen van veekooplieden om koeien voor
Transvaal te koopen. Naar verder wordt
gemeld, wil men hooidzakelijk best soort
jongvee hebben. Op Koninginnedag zullen
aan de scholen onzer gemeente feesten wor
den gehouden. Teneinde aan de benoodigde
gelden te komen, gaat men eene collecte
langs de huizen der ingezetenen doen.
Bergumerdam, 14 Aug. Sedert eenigen
tijd ligt hier een Engelsch vaartuig. Nu en
dan onderneemt het kleine pleiziertochtjes.
In de winkels te Bergum doen de Engelsche
gasten allerlei inkoopen, vooral van oud
zilver. Onaangenaam vinden ze het blpkbaar,
dat ze zooveel bskyks uitlokken en dat de
lieve jeugd hen dikwijls te verstaan geeft,
dat zij meer van de Boeren dan van de
Engelschen houdt.
Kimswerd, 14 Aug. Van hier vallen
twee ongelukken te vermelden. Ten le ver
loor een koopman uit Harlingen zijn geld
beurs, die, dank zij de eerlijkheid van den
vinder Weiland uit Witmarsum, werd terug
ontvangen. Ten 2e reed een fietsende dame
in eene sloot. Zij bekwam geen letsel, doch
was doornat en niet weinig vuil van den
„blauwmodder.*
wachten of hun schoone tonen al dan
niet welbehaaglijk zouên klinken in de
ooren van onzen Commissaris van Politie.
En een dozijntje geloof ik, werden
waardig bevonden om ’t Sneeker publiek
gedurende zeven dagen er aan te herinneren,
dat het staartje van onze vroegere kerk
missen steeds op dezelfde lengte blijft.
We kunnen tenminste niet zeggen, dat de
dame, die eenige jaren geleden hier ietwat
aan verval van krachten leed, er thans minder
uitziet.
Een circus van de heeren Blumenfelt en
Rudolphe met een 25 paarden, een getal,
waarvoor we in onze plaats den hoedafne-
menEdison’s theatre (kinematograaf), Bau-
meester’s panopticum, Kunstkabinetten, een
doolhof niet te vergeten (dwalen is iets
onmisbaars op een kermis) enz., ’t zpn alle
maal zaakjes, die in ’t kader van de kermis
gasten volkomen passen.
De jeugd kan zich te goed doen aan den
zeldzaam grooten Carrousel van Wegkam te
Apeldoorn en wie zich daar niet in thuis
gevoelt, gaat maar naar de Veemarkt, waar
Pannebakker onzen kleinen ’t welkom
toeroepl.
Voor hen, die zich daar, noch op de Pol
op hun gemak vinden, is er plaats in de
groote zaal van Amicitia, waar ’t Ned.
Tooneel ’t kunstminnend publiek hoopt te
vergasten met de opvoering van eenige
keurige tooneelstukken. Ook een bezoek aan
’t Calé-Chantant van den heer Strengholt,
dat in den laatstee tijd zooveel succes ver
wierf, zal dubbel, in „Amicitia*, naar men
ons meedeelt, de moeite loonen.
Joure. Als er van vaische munters sprake
is, denkt men al dadelijk aan Amsterdam,
waar pas een drietal van die lui ingerekend
zijn, of aan de eene of andere groote stad
buiten ons land. Vaische munters hier in ons
midden aan te treffen, wie denkt er aan
Toch hebben we ’t al zóó ver gebracht,
dat men hier bij den heer J. v. d. Veer in
zjjn bakkerswinkel, vrij waarschijnlijk on
wetend trouwens, een paar vaische guldens
ter betaling heeft gegeven, die v. d. V., ook
zonder erg, voor goede munt opnam en ze
later eveuzoo ter betaling van een wissel
aanbood. Smit, die gewoonljjk de gelden
voor ’t kantoor der heeren Mispelblom Beyer
int, ontdekte echter het kaf onder ’t koren,
hier de vaische guldens onder de echte, en
ja, na ze goed bekeken te hebben, was ’t
dutdelyk. „God zij met ons“, ontbrak op den
rand en de klank, o foei, net een stuk lood.
Wie de guldens in betaling gegeven heeft,
is niet bekend en was dat wel het geval,
dan zou zeker blijken dat ook zij op hun
beurt by den neus genomen zijn.
Eindelijk, toen de trein nog maar een
paar mijlen van het station Aschförd ver
wijderd was, scheen hjj een kloek besluit
genomen te hebben. Bliksemsnel wierp hjj
zich op de jonge dame^ die niet in staat
was zich tegen dezen gespierden overwel
diger te verweren en haar met zjjn forsche
gestalte in bedwang houdende, deed hjj
haar behending de handboeien aan.
Bevend opende de oude heer de oogen
en stamelde:
Wat beteekent dit, wie zjjt gij, myn
heer
Ik ben inspecteur F..., officier van
de Londensche veiligheids-politie, ant
woordde deze.
En wat heeft deze dame gedaan?
Ik zou u eerst wel eens willen vragen
of gy wel zoo zeker zjjt met een dame te doen
te hebben, antwoordde glimlachend de
inspecteur.
Wie zou daaraan kunnen twyfelen?
Ik, mynheer. En die twjjfel heeft u
zeer waarschijnlijk het leven gered.
My het leven gered?
Ja, mynheer, antwoordde de inspec
teur. Beschouw deze dame, zooals u gelieft
te zeggen, eens opmerkzaam.
Komt zjj u niet bekend voor?
In ’t geheel niet.
Lykt zjj niet op iemand, over wien
gy misschien een of ander gelezen hebt?
Onder het spreken rukte de inspecteur
de dame den hoed af en tegelijkertijd een
paar zwarte haarvlechten, waardoor een
blond, gefriseerd hoofd zichtbaar werd.
Groote goedheid! riep de beursman
doodeljjk ontsteld uit, deze dame is nie
mand anders dan...
...Dan Charles Wintringham in per
soon. U kunt u voorstellen, aan welk groot
gevaar gjj ontsnapt zjjt,
Mijnheer, ik weet niet, hoe ik U mjjne
dankbaarheid moet betuigen,
O, ik heb slechts myn plicht gedaan.
Deze schelm beproefde ongetwijfeld naar
het buitenland te vluchten en het is aan
een toevallige omstandigheid te danken,
dat dit hem niet is gelukt. Daar ik ver
moedde, wat hjj van plan was, had ik den
eersten trein naar Dover genomen, maar
door een misverstand, waarvoor ik trouwens
geheel alleen verantwoordelijk ben, liet de
trein my achter te Tunbridge, waar ik was
uitgestapt om iets te gebruiken.
Maar hoe hebt ge hem kunnen her
kennen? Hoe hebt ge kunnen vermoeden
dat deze... deze man...
O, dat komt u moeilijk voor. Maar
vergeet niet, dat ik dit soort zaakjes meer
by de hand heb gehad. Verschillende eigen
aardige gewoonten, kleine dingen, die een
leek gewoonljjk niet opmerkt, hadden mijne
aandacht getrokken, ik kreeg vermoeden
en dat vermoeden nam toe van minuut tot
minuut, totdat ik ten slotte zekerheid kreeg,
toen hy door de warmte de keelbanden
van zjjn hoed losmaakte. Toen ik dit teeken
zag (de inspecteur wees met den vinger
naar het vlekje boven de kin van den ge
vangene) was myn laatste twijfel verdwenen,
ik had myn man herkend.
De trein stoomde het station Aschförd
binnen. De oude heer, nu geen vriend van
de eenzaamheid meer, haastte zich van
coupé te verwisselen, terwijl de inspecteur
zijn gevangene deed uitstappen, om den
trein af te wachten, die hen naar Londen
terug zou voeren.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Ongelukken. Omstreeks 6 uur gister
avond begaf een omstreeks 16-jarige dienst
bode, alleen bekend bij haar voornaam
Sisca, in dienst van den houtelhouder H.
L. C. Klein aan het Haringvliet te Rotterdam,
zich op een zinken plat achter dit hotel
gelegen, om een paar handdoeken te drogen
te hangen. Na zich hiervan gekweten te
hebben, aeerde zy op haar schreden terug,
en wilde zich door een open raam binnens
huis begeven. Zy gleed echter uit en viel
door een glazen lantaarn, zich bevindende
boven een gang, toegang tot de achter het
hotel gelegen pakhuizen gevende. Zy kwam
met het hoofd tegen den steenen vloer
terecht, b:ak den schedel en bleef op de
plaats dood. Naar den naam der ouders en
de woonplaats van het meisje stelt de
politie een onderzoek in.
Een herinnering aan het beleg van
Steenwijk. Bij het uitbaggeren der stads
grachten te Steenwyk werd dezer dagen
een degen opgehaald, die blijkbaar van zeer
ouden datum is. Het lemmet is gedeeltelijk
door den roest verteerd, doch het gevest,
van fraaie handbedekkiug voorzien, is nog
geheel gaaf. Hoogstwaarschijnlijk is dit
nog een voorwerp uit de tjjden van Steen-
wyk’s belegering.
Uit een feestbericht. De burge
meester hield daarna een, ondanks den
sterken regen en guren wind, gloeiend?
Op een brandend heeten Juli-middag stond
de express-trein Londen—Dover in het
London Bridge station gereed.
Onder de reizigers, die op het perron het
sein van vertrek afwachtten, bevond zich
een heet van middelbaren leeftyd, die aan
dachtig een met reusachtige letters gedrukt
biljet stond te lezen, dat aan de deur der
wachtkamer was opgehangen. Dit biljet
was van den volgenden inhoud':
„500 pond sterling belooning voor den-
gene, die inlichtingen kan geven welke de
aanhoudig ten gevolge hebben van Charles
Wintringham, beschuldigd van roof en
moord op verschillende spoorlijnen van het
Vereenigd Koninkrijk. Het signalement van
genoemden Wintringham is als volgt: leef
tijd ongeveer 22 jaar, middelmatige lengte,
groote blauwe oogen en mooie tanden.
Bovendien heeft hjj even boven de kin wat
men gewoonljjk noemt een moedervlek.
Wat een Adonis! mompelde hij, na
deze beschrijving te hebben gelezen. De
meeste moordenaars worden toch door dief
stal tot hun daden gebracht. Dat stemt tot
nadenken.
Conducteur, aldus sprak hjj een be
ambte aan, zou ik geen coupé alleen kunnen
krjjgen?
Er zjjn vele reizigers, mynheer. Waar
moet u heen?
Naar Sandwich.
Dan moet u te Minster overstappen.
Ja, dat weet ik wel, antwoordde de
reiziger ongeduldig. Ik vraag alleen maar
of je my een vrjje coupé kunt bezorgen.
Onder het spreken haalde hjj zjjn beurs
te voorschijn en stopte den conducteur een
goudstuk in de hand.
Gaat u maar mee, mjjnheer, zei de
beambte, die nu geen tegenwerpingen meer
maakte.
Het resultaat begrjjpen de lezers reeds.
De gouden sleutel, die reeds zoovele deuren
opende, gaf ook hier toegang tot een gere
serveerde coupé, waarin de angstvallige
reiziger zich behaaglijk neerzette. Hjj sloeg
de Times open en was weldra in de lectuur
van het Beursoverzicht verdiept. Nauwelijks
had hy van eenige bijzonderheden dezer in
teressante rubriek kennis genomen, toen
de conducteur opnieuw aan het portier
van de coupé verscheen en zei:
Excuseer mijnheer, hier is een alleen-
reizende jonge dame, die anders den trein
zou missen. Zou mynheer misschien zoo
vriendeljjk willen zjjn...
Ik wil mjjnheer volstrekt niet storen
en zal den volgenden trein nemen, viel een
zachL fijn stemmetje den conducteur in
de rede.
Volstrekt niet, juffrouw, het doet me
waarlijk genoegen in uw gezelschap te
kunnen reizen. Doe open, conducteur en
laat de juffrouw plaats nemen.
De conducteur, die, dank zjj de ontstel
tenis door het biljet in de wachtkamer
onder het reizend publiek veroorzaakt, een
tweede fooi in den zak liet glyden, opende
spoedig het portier. De jonge dame wipte
de coupé binnen groette haar reisgenoot
en nam plaats.
Van tjjd tot tjjd wierp de oude heer over
zjjn courant een nieuwsgierigen, bewonde
renden blik op zjjn reisgenoote. Zjj was
smaakvol gekleed; haar zjjden toilet ver
hoogde nog den glans barer schoonheid en
deed hare gracieuse, slanke gestalte voor
treffelijk uitkomen. Hare gelaatstrekken
waren fijn en regelmatig, terwijl haar weel
derige, zwarte haardos eigenaardig afstak
bjj haar opmerkelijk bleeke teint.
Na eenige alledaagsche opmerkingen zoo
als men die altijd op reis te hooren krjjgt,
waren beiden weldra als oude kennissen in
een levendig gesprek gewikkeld, de jonge
dame inwendig gevleid, dat hare geringste
opmerkingen met de meeste attentie werden
aangehoord, de beursman zich uitputtende
om, geheel in strjjd met zjjn gewoonte,
het gesprek zoo aangenaam mogelyk gaande
te houden. Zjj hadden het over het reizen
met den express-trein, over spoorwegonge
lukken, ja, zelfs over de misdaden, die nu
en dan op de spoorwegen voorkomen. De
oude heer herinnerde ook nog aan het biljet
betreffende Charles Wintringham, dat de
dame zeker ook wel zou hebben opgemerkt
en toonde zich eenigermate ongerust. Doch
zjjn reisgenoote lachte maar. Zy was in het
minst niet bevreesd en bovendien, hoe zou
men ook ongerust kunnen zjjn, wanneer
men zich beschermd ziet door een zoo
ridderlijk reisgenoot?
Bjj dit compliment maakte de beursman
een hoffelijke buiging en gaf hy een wen
ding aan het gesprek.
Even later had de trein het station
luubridge bereikL
6
'7A1UDAD 1*7 ATTDTIQTTTQ ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1 7 regels. Ver-
ZUM Au 17 AUuUö O. TOlgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Bokwardsclie Courant
OQXgpbiin