NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOtSWAR» EN WONSERAÖEEÏ,
Brieven uit de Residentie.
ij
i-:ll
190S.
41ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 73.
Snel en goedkoop recht.
Over Volksvermaken.
pn
g DONDERDAG 11 SEPTEMBER
X
I
I
11
BINNENLAND.
VOOR
OOIEVAAR
r
1
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Ct.
wil doen ondervragen (w. t.
voor stuk op te geven vragen,
hierboven uiteenzette) of dat er
wordt opgedragen. In al die gevallen krjjgt
de zaak nog een veel grooter omvang.”
7 September.
’t Is wel opmerkelijk en niet minder
eigenaardig dat de viering onzer nationale
feestdagen hier in de Hofstad, zóó slap en
zóó dood-gewoon moet worden genoemd,
dat de vreemdeling zich niet zonder reden
zou kunnen afvragen: „Ben ik in de stad,
door de lands-vorstin tot Haar residentie
uitverkoren
Terwijl van alle hoeken en uit alle oorden
des lands berichten kwamen, die van een
echte volks-feestviering getuigden, bleef
Is het wonder, dat menigeen er tegen
opziet om, zoo hij zich verongelijkt acht,
de beslissing der rechtbank in te roepen
en liever maar zijn recht prijs geeft, dan
zich te wagen aan een proces dat maanden
en jaren duren kan en dat vaak, ook al
wordt het gewonnen, meer zal kosten dan
de geleden schade bedraagt?
En ligt hierin niet het groote gevaar dat
bijv, gewetenlooze handelaars het er maar
op wagen om te bedriegen, omdat zij wel
weten, dat hun afnemers toch niet zoo
gauw een proces tegen hen zullen beginnen
Het verheugt ons dat op deze aange
legenheid de aandacht werd gevestigd.
Het geschiedde reeds zoo dikwijls, doch
tot hiertoe met zeer weinig succes.
Moge de poging, die nu wordt aangewend,
met beter gevolg worden bekroond.
Langzaamheid is inderdaad de groote
kwaal waaraan onze rechtspleging lijdende is.
Voor het winkeliers-congres, minder juist
als congres van den Middenstand aange
duid, heeft mr. Z. van den Bergh een
referaat geleverd over snel en goedkoop
recht, waarin hij op heldere en ook voor
den leek volkomen begrijpelijke wijze uiteen
zet hoe geheel noodeloos vaak onze recht
spraak wordt gerekt.
De teekening is zoo duidelijk, dat wij niet
kunnen nalaten een gedeelte er van hier
te laten volgen.
Nadat de heer Van den Bergh eerst heeft
aaugetoond hoe zelfs bij het kantongerecht
eenvoudige zaken weken lang kunnen blij
ven slepen, geeft hy de volgende schets
van den loop van een rechtsgeding voor de
rechtbank.
het jadder was vreeselijk verminkt. Toen
men ging zien, lag het beest tusschen loco
motief en wagen. Wel een bewijs hoe spoedig
de locomotief na de ontsporing stilstond. Een
ooggetuige verhaalde dat zjj geheel achter
over stond. Een der biels (de dwarsbalken
waarop de rails rusten) was middendoor
gereden. De kinderwagen was ook onder de
wielen geraakt en totaal verbrijzeld.
De passagiers stapten uit en liepen, na
van den eersten schrik wat bekomen te zijn,
door het land naar den ruim vyt minuten
verwijderden straatweg. Door enkelen werd
te Eesterga een rijtuig gehuurd dat hen naar
Joure bracht. Da anderen keerden, toen be
kend werd dat de tram die om ongeveer 9
uur van Joure zou aankomen, toch terug
moest omdat zjj niet passeeren kon, naar
den tramweg terug. Toen deze tram aan
kwam, moesten dan ook de reizigers voor
Lemmer uitstappen; ze zagen*«ich genood
zaakt, het verder gedeelte der reis te loopen.
Twee geneeskuudigen van de Lemmer, die
zoo spoedig mogelijk ter plaatse kwamen,
waren niettemin te laat om nog hulp te
bieden. Een hunner geraakte, door de duis
ternis misleid, nog in de sloot.
In de onmiddellijk terugkeerende tram
namen de andere passagiers plaats. Ook
werd daarmee, op verlangen van Roelof
Halma, het lijk van zijn broeder vervoerd
naar de ouderlijke woning te Joure.
Men begrijpt de smart der bejaarde ouders,
die op zoo noodlottige wijze een hunner
kinderen moesten verliezen!
Franeker, 7 Sept. Bij de vorige perio
dieke stemming voor 5 leden der Prov.
Staten waren de kandidaten der vrijzinnige
partijen vóór, thans zijn ze achter.
By de herstemming, da vorige maal,
schoten de kerkelijke candidaten respec
tievelijk 451, 499, 470, 424 en 417 stemmen
vooruit, en de vrijzinnigen 550, 570, 611,
559 en 533, zoodat de zege aan de laatsten
bleef.
Ditmaal zijn de troepen der kerkelijke
partijen talrijker in het vuur verschenen dan
de tegenparty. De slechte opkomst der laatsten
is bijna oorzaak geweest, dat zij het veld
heeft moeten ruimen. Velen redeneer en zoo:
«Het wordt toch een herstemming, dan
kunnen we ter stembus gaan,” en deze
redeneering kan de partij nog eens kwade
parten spelen.
Zoo’n 3000 kiezers bleven thuis, van wie
verreweg het meerendeel tot de vrijzinnigen
behoort.
Harlingen, 8 Sept. Deze maand staat
niet hoog aangeschreven bjj de liefhebbers
van verache, levende zeevisch. Wat er aan
gevoerd wordt, is meestal dood, daar de
zeebewoners niet lang in het leven kunnen
bljjven. Kenners van de waar, koopen ze
maar liever niet, daar de smaak veel te
wenschen moet overlaten en alleen weer
goed wordt, als het fnssche herfstweder van
October toelaat, dat de schol en wat er
meer zjj, weer levend aan de markt gebracht
wordt. In de vorige week kwam hier nog
een groote lading doode schelvisohjes, die
op de glooiing van den Zeedijk gedroogd
en dan in den handel gebracht worden.
Fr. Zuidwesthoek, 8 Sept. Hetboom-
ooft is dit jaar zeer schaarsch. Aan vele
boomen zijn de vruchten te tellen, zoodat
de totale opbrengst van vele goed verzorgde
hoven slechts enkele hectoliters bedraagt.
De oorzaak moet gezocht worden in de
strenge nachtvorsten, waardoor eerst de
bloesems en later vele jonge vruchten ge
troffen werden. Gevolg van de schaarschte
zyn de hooge prijzen, die besteed worden.
Fijne tafel vruchten zyn byna niet te betalen
en puik winter ooft wordt in voorkoop tegen
ongekend hooge pryzen opgekocht.
Gaasterland, 8 Sept. Werd vroeger
in onze gemeente aan de ly ster vangers tegen
de geringe vergoeding van slechts 25 cent
het recht tot vangen gegeven in de bos
schee, toen de maatschappij «Gaasterland*
eigenares werd, bracht men dit op 50 ct.
Dit scheen niet genoeg op te brengen; in
elk geval, de bossohen werden het vorige
jaar voor het eerst, publiek verpacht. De
opbrengst bedroeg toen niet minder dan
ruim f 600, zynde p. m. f 400 meer dan
vorige jaren. Bij de nu gehouden verpach
ting brachten de 36 perceelen samen
f 1015,24 opAlles ging vlug van de hand.
Sneek, 8 Sept. De Ned. Tr. Mij. gaat
25 dezer te Amsterdam in hooger beroep,
inzake de kwestie Theresia Potma alhier,
die bij het tramongeluk, datum 5 Juni ’98
te Oppenhuizen haar been verloor.
Zooals men weet werd de Maatschappij
9 Juli jl. te Utrecht veroordeeld tot be
taling van f 2000 in 1905 en kostgeld vanaf
genoemden datum tot 1905 k f 5 per week,
Hepk. Nieuwsbl. v. Er<
„Daar is de wjjze van behandeling een
geheel andere. Daar moogt gjjzelf niet ver
schijnen, noch als eischer, noch als gedaagde,
doch moet een procureur voor u opkomen.
En daar heeft men niet de mondelinge be
handeling evenals bij den kantonrechter.
B|j de rechtbank wordt de zaak schriftelijk
behandeld en is deze schriftelijke behande
ling afgeloopen, dan volgt gewoonlijk de
mondelinge toelichting, de pleidooien.
„Als men het zelf niet heeft meegemaakt,
heeft men geen idee van de vertraging
welke uit de schriftelijke behandeling gelijk
wij die kennen voortspruit. Dat gaat zoo:
Gij hebt iemand doen dagvaarden zeg tegen
3 September. Nu meent gij dat die dag
een heel belangrijke is voor een proces en
dikwijls haasten de cliënten zich om hun
advocaat voor den „dienenden” dag nog
allerlei inlichtingen te geven. Op dien dag
nu geschiedt dit: de procureur die voor uw
tegenpartij opkomt, deelt dat der rechtbank
mee en daarmede is het voornaamste ge
beurd. Van uwe zijde geschiedt nu hoog
stens nog dit dat uw procureur een stuk
overgeeft, waarin hij geheel overbodig
den eisch der dagvaarding herhaalt. Dat
heet: hij dient van eisch. Heeft hij dat
stuk niet gereed, dan vraagt hij en krijgt
daarvoor een uitstel van 8 of 14 dagen.
Was hij wel gereed, en geeft hij zijn stuk
over, dan vraagt uw tegenpartij een termijn
van gewoonlijk 14 dagen om te antwoorden.
Na 14 dagen „dient” deze dan „van ant
woord”. Wel te verstaan als hjj zijn ant
woord heeft gereed gemaakt. In Amsterdam
is het echter regel dat hjj dan opnieuw 14
dagen vraagt en krijgt. Dan gewoonlijk
nog eens 14 dagen. En zoo sukkelt de zaak
verder. Moet nu uw procureur zijn weder
woord geven (repliek genaamd) dan her
haalt zich dezelfde geschiedenis. En einde
lijk nogeensals.de andere zijde haar .tweede
antwoord (dupliek geheeten) geven moet.
„Nu zijn de stukken gewisseld ten
overstaan van de Rechtbank.
die stukken staat, daar heeft de Rechtbank
zich niet in gemoeid, zoo min als met den
loop der zaak. Zjj heeft de procureurs
kalmelijk hun gang laten gaan en slechts
de tusschen hen vastgestelde uitstellen ge
noteerd of wel beslist over het al of niet
toestaan van een uitstel, als die heeren het
daarover niet eens waren. Dat komt echter
heel zelden voor, want het uitstel dat mjjn
collega mij heden vraagt in de eene zaak,
heb ik morgen van hem noodig in een
andere zaak. Feitelijk zyn het de procu
reurs die de heele zaak leiden (leiden met
ei). De rechtbank is lydelyk.
„Zijn de stukken gewisseld, dan wordt
de Rechtbank verzocht een dag aan te
wyzen voor de pleidooien. Dat gaat echter
maar niet zoo in eens door het opslaan van
de agenda en na te zien welke de eerste
zittingdag is die men vrjj heeft. Neen, nu
moeten de stukken eerst aan de Rechtbank
worden overgelegd. Die stukken hebben
de procureurs echter niet bjj zich. Zjj vra
gen dus 8 dagen om „stukken te fournee-
ren.” En geschiedt dat een week later, dan
zegt de Rechtbank: heden over 8 dagen
.pleidooi behalen. Na 14 dagen weet ge
dus wanneer de pleidooien worden gehou
den. In Amsterdam is dat gewoonlyk eerst
drie a vier, soms zes maanden later. Is er
dan eindelijk gepleit, dan neemt de Recht
bank gewoonlyk vier weken voor haar von
nis wat niet te verwonderen is nadat
de procureurs allicht zooveel maanden heb
ben gebruikt om hun stukken (conclusies)
te wisselen.
„Het vonnis dat thans gewezen wordt is
nu heel dikwijls zulk een tusschen-vonnis
waarover ik hierboven sprak, b.v. een waarbij
getuigenverhoor wordt gelast. Het vonnis
beslist dus niets anders dan dat het getui
genverhoor zal gehouden worden op zekeren
dag... dikwjjls alweer een maand of drie
later vallende. Ia dat verhoor geaohied^ dan
kan de tegenpartij een dag vragen voor
tegenbewijs alweer een paar maanden.
„Is dat afgeloopen. dan worden op nieuw
niet zonder de gebruikelijke uitstellen
conclusies gewisseld, waarin elk der par
tijen op haar wjjze uiteenzet, wat door de
getuigenverhooren gebleken is alweer
een paar maanden.
„Men ziet ’t, zoo gaan er nog al wat
maanden met een gewoon proces verloren
en natuurlijk ook heel wat kosten. Want
wat ik hier beschreef is geen uitzondering,
zelfs niets dan het heel gewone.
In myn voorbeeld is sprake van maar
één tusschen-vonnis en maar een pleidooi.
Heel dikwjjls loopt ’t niet zoo eenvoudig.
Na het getuigenverhoor worden soms op
nieuw pleidooien gehouden. Of het komt
voor, dat men een der partyen persoonlijk
wil doen ondervragen (w. t. v. over stuk
zooals ik
een eed
Wat er in hier alles hetzelfde en bepaalde zich alles
tot datgene wat we sinds vele jaren gewoon
zijn: parade en illuminatie. Daarmeê is ’t
uit!
De stad loopt vol menschen en er is niets
te doen wat het verbljjf voor enkele uren
op dezen dag een eigenaardige aantrekke
lijkheid zou kunnen geven. De volksklasse
trekt er tegen twaalf uur op uit naar het
Malieveld, waar het militair schouwspel
duizenden heenlokt maar wanneer een en
ander na een drie kwartier is afgeloopen,
bljjft de kleine man op dezen dag, die toch
ook voor hem een nationale feestdag moet
wezen, geheel en al aan zyn lot overgelaten
en ziet men hem met vrouw en kinderen
doelloos ronddwalen langs ’s Heeren
straten, verder zyn troost zoekend in de vele
kroegen, die van dezen toestand nog het
meeste profjjt hebben. Want ware het dat
ook voor hem gezorgd was en hy door
volksvermaken op dezen vrjjen dag werd
beziggehouden, ik twjjfel er aan of dat
kroeg-Joopen dan wel zoo’n vaart zou loopen.
Men heeft indertyd de kermis uit ons
Haagsche volksleven weggenomen, maar
men heeft er niet aan gedacht iets anders er
voor in de plaats te stellen. Of' zou men
er een bewys van onmacht in moetei^zoe-
ken, onmachtig als men zich toonde om
aan het volk iets van dezelfde nationale
beteekeiïis zoo vol van eigenaardige traditiën
en gebruiken terug te geven?
Zeker, op die kermissen kan het wel eens
ruw toe gaan en de verschillende landelijke
gebruiken zyn niet altjjd de kalmste volks
uitingen. Maar toch over het algemeen zien
we in deze jaarfeesten den vroolyken aard
van ons Hollandsche volk terug.
De nieuwere tjjden, die nieuwe eischen
eu meer moderne gebruiken medebrachten,
hebben in den aard van de zaak toch niet
die verandering kunnen brengen, welke
men wel zou verwachten. Zjj, die zulks
wi>l zouden meeaeu, zou ik dan wel eena
Het tramongeluk bij Eesterga.
Met de tram die 's avonds ruim 8 uur
van Lemmer vertrekt, zouden Zondagavond
de gebroeders Sijbren en Roelof Halma naar
Joure terugkeeren. Zij hadden te Lemmer
een zuster bezocht.
In hun gezelschap reisde de jongedochter
Nenne Meester, die verkeering heeft met
hun broeder Jacob en voornemens was naar
hare ouders te Nijega (Don.) te gaan, waar
Jacob zich ook bevond.
Het gezelschap nam met nog andere pas
sagiers plaats in den wagen die onmiddellijk
op de locomotief volgde. Roelof ging dadelyk
naar binnen, doch öijbren en Nenne zeiden
dat ze tot Follegabrug op ’t balcon wilden
bljjven staan. De avond was schoon en in
den wagen was ’t warm.
Bjj hen stond ook nog Elias Dingemanse,
timmerman te Lemmer.
Bjjbren stond met den rug geleund tegen
de balustrade en reed dus achteruit. Nenne
stond voor hem, doch ter hoogte van Ees
terga zei ze: «It wirdt my to kald; ik gean
der yn.“
Meteen openr ze de schuifdeur; ze staat
op het punt binnen te treden. Daar... 'een
hevige schok... nog een... Bjj den eersten
grijpt zij naar Sjjbren, doch by den onmid-
deilyk daarop volgenden tweeden schok, die
nog zooveel heviger is, kan zjj hem niet
houden. Hy slaat achterover o ver de balu
strade heen en verdwijnt voor hare oogen
tusschen de machine en den wagen, juist
op het oogen blik dat deze laatste botste
tegen de gederailleerde locomotief en met
een laatsten geweldigen schok stilstaat. Meer
ziet Nenne niet, want zij raakt met het eene
been tusschen een naast haar staanden kin
derwagen en de balustrade en bezeert zich
vry ernstig aan den voet...
Met verbrijzelde hersenpan werd Sjjoren
opgenomen. Hy leefde nog juist even, doch
blies een paar minuten later den laatsten
adem uit.
Dingemanse kwam er af met lichte kwet
suren aan hoofd, rechterarm en linkerschou
der, terwyl zijn kleeren gescheurd waren.
Wat was
de oorzaak van het déraillement
We spraken met iemand die het den tram-
machimst had hooren vertellen. Diens woor
den waren ongeveer als volgt:
«Ik zag eensklaps vlak voor mij op den
weg een koe. Oamiadellyk sloot ik den stoom
af en wierp mij op de rem. Doch geen twee
tellen later zat de koe onder de machine en
vloog deze uit de rails. Da schok was zoo
hevig, dat ik tegen de kap geslingerd werd.
Gelukkig kwam ik goed terecht; ik bezeerde
my niet.*
De koe waren de pooien afgereden, Qok
willen noodigen op die kermisfeesten, waar
boeren en boerinnen uit den omtrek hun
vroolykheid komen aanbrengen. En dan
zou ik wel willen vragen of de tooneeltjes,
welke men aldaar te zien zou krjjgen, zoo
zeer verschillen van die pittige stukjes Oud-
Hollandsch volksleven door Jan Steen en
Ostade in hun waardevolle paneeltjes ver
eeuwigd? Laten wy gerust de herinnering
aan deze vrooljjke beelden eens gaan op-
frisschen in onze musea, we zullen er tot
de ontdekking komen, dat zoo lang onze
Hollandsche volksaard zich oorspronkelijk
en echt openbaart en het niet komt onder
het valsehe vernis van nieuwere gebruiken,
de grondtoon vroolykheid en humor is.
Gaat men nu aan de traditiën van dat
volksleven tornen, neemt men weg wat
kleur en karakter gaf aan het gemeenschaps
leven van Oud-Holland, dan zal men spoedig
ook verandering in de volksuiting zien
komen. En wat men er ook voor in de
plaats moge stellen, de gehechtheid aan
het oude, dat heenging zal steeds bljjken.
In ieder geval neme men niet de kermis
weg zoo lang men er niets beters voor in
de plaats weet te stellen. Dat verzuim doet
zich hier steeds gevoelen. Het genot-leven
der Hofstad is voor de groote beurzen en
bljjft er dus voor de volksklasse niets of
weinig over. Hier geen vereeniging voor
volksvermaken of tot bevordering van vreem
delingenverkeer, die in deze wil optreden.
Waar zelfs de Hoofdstad van ’t land in
deze een beter voorbeeld geeft en de ver
eeniging voor het vreemdelingen verkeer zich
de verzorging der volksvermaken op natio
nale feestdagen aantrekt, neemt de Hofstad
het ,air” aan, daarvoor te groot te wezen.
Moge het een en ander voor ons locaal
volksleven te betreuren zjjn, elders kan men
met de alhier opgedane overvindingen, welke
ik U hierboven beschreef, zjjn voordeel
doen.
r.
Bolswardsche Courant
■I