NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLS WARD EN WONSERADEEL
r/Jl
K
1
jij
I
Verschijnt Donderdags en Zondags.
1902.
41ste Jaargang.
No. 76.
o
ét,
ZONDAG 21 SEPTEMBER.
TWEE WENSCHEN.
BINNENLAND.
t
Uit de Raadszaal.
X
X
VOOR
"o
e
en
«I
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
Vergadering op Vrjjdag 19 Sept. 1902.
11
1
Tegenwoordig waren alle 13 leden.
De notulen der vorige vergadering wer
den gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken:
a. Een resolutie van Ged. Staten, hou
dende goedkeuring van het raadsbesluit
tot het verleenen van een voet- en kruipad
aan den heer H. Schoonhofi.
b. Idem, goedkeurende het suppletoir
kohier van hondenbelasting.
a en b aangenomen voor kennisgeving.
c. Een adres van de vereeniging Han
del en N'uverheid’* alhier^ alsmede van
Workum. Vrjjdag had hier ten over
staan van de notarissen Bruinsma te Bols-
ward en Westra te Dokkum de finale ver
koop plaats van eene zathe en landen te
Njjhuizum. Perceelen 115 werden gegund
aan den heer Mr. L. G. Ver wer te Zorg vlied
voor f 52403,20, perceel 16 aan aen heer
A. Brenninkmeyer te Sneek voor f 4238,90.
Te Leeuwarden worden pogingen aan
gewend, om de Boerengeneraals te bewegen,
die stad te bezoeken.
By de herstemming voor de Tweede
Kamer in district IX van Amsterdam zijn
uitgebracht 6561 geldige stemmen.
Gekozen de heer H. By leveld (antir.) met
3330 stemmen. Mr. P. J. Troelstra (soc.-dem.)
had 3231 stemmen.
Met den toestand in de diamant
industrie te Amsterdam begint het er iets
gunstiger uit te zien. Was eenige weken
geleden het getal als werkeloos ingeschreven
leden van den Bond omstreeks 800, bij de
laatste inschrijving in ’t laatst der vorige
week was dit getal gedaald tot 462.
Al in orde,
Vader fs morgens bij zijn zoon, student,
op bezoek komend)Schaam jij je niet zoo
lang in de veeren te-liggen? Op jouw leef
tijd wekte ik ’s morgens vroeg het geheele
huis.
Zoon: Dat heb ik van morgen ook al
gedaan,
eenige handeldrijvende ingezetenen wijzende
op het groot belang voor onze plaats inzake
de verbetering der vaarwaters en verzoe
kende den raad, naar aanleiding der deze
zaak betreffende missive en het advies van
B. en W. om van gemeentewege deze ver
betering te bevorderen en alzoo mogelijk te
maken, dat de uitvoering kan worden tege*
moet gezien.
Deze adressen ter inzage en te voegen
bij de overige stukken omtrent deze zaak.
d. Een adres van de Coöperatieve zui
velfabriek te Wommels, verzoekende een
rij boomen te mogen planten bij hare fabriek
aan den trek weg te Wommels.
Ter visie en aan B. en W. gerenvoyeerd
ten fine van advies.
e. Een adres van den heer Sj. J. Praarn-
sma, verzoekende een buis te mogen leggen
in de put bij het gebouw „Amicitia1*.
De Voorzitter stelt voor dit adres te
stellen in handen van B. en W. ten fine
van onderzoek en advies.
De heer Cuperus. Ik ben ingelicht door
den heer Praamsma, dat hij gaarne eene
spoedige behandeling van dit punt heeft,
wat trouwens ook in het adres staat. Er
zal, dunkt mij, geen bezwaar bestaan om
dit nu reeds te behandelen.
De Voorzitter. B. en W. dienen toch
eerst een onderzoek in te stellen.
De heer Schotman. By de opname van
het terrein voor den verkoop is deze zaak,
naar ik meen, ook reeds ter sprake ge
weest, en toen is als het ware reeds gezegd,
dat de bewoners in die put een buis zouden
mogen leggen, om een pomp op eigen ter
rein te hebben. Ik vind geen bezwaar om
deze zaak, waar toch wel geen groote be
zwaren tegen zullen bestaan, direct te be
handelen.
Bij stemming wordt de urgentie aangeno
men met 9 tegen 4 stemmen, de heeren
Keikes, v. d. Werf, v. d. Meulen en Etsma
tegen.
Da heer Cuperus. Ik meen, dat Praamsma
reeds een pomp gereed heeft, en wijl de
grond daar is opgegraven zou hij nu gaarne
een buis in de put leggen. Hij is zelfs
geneigd de put, die thans niet gebruikt
wordt en met ijzer is gedekt, van boven
dicht te laten metselen.
De heer Schotman. Ik heb voor urgentie
gestemd, doch in de bedoeling, om B. en
W. te machtigen deze zaak te regelen
natuurlijk heeft de gemeente hare rechten
daar te handhaven, want met bouwing en
bestrating moet men daar later geen be
lemmering krijgen. Een definitief besluit
te nemen zal heden wel niet gaan, doch
de raad kan zich wel uitspreken dat in
beginsel tegen de inwilliging van het ver
zoek geen bezwaar bestaat.
De heer Eisma, Er is bij den verkoop
van „Amicitia1* wel over deze put gesproken,
maar hoe de toestand heden is, weten wy
niet. Het is daarom noodig zich door onder
zoek te overtuigen, en als er geen bezwaren
zijn, dan kan het heel wel, doch B. en W.
dienen den raad toch eerst te adviseeren.
De heer v. d. Meulen. Ik stemde tegen
de urgentie, niet omdat ik tegen dit verzoek
ben, maar omdat ik vernam, dat bij de ver-
koopconditiën hierover reeds gesproken is en
het toen toch niet bepaald is, zoodater moge
lijk redenen zijn, waarom het niet kon.
Althans de zaak is niet in ’t reine. Ik kan my
wel vereenigen om B. en W., nadat deze
een onderzoek hebben ingesteld, tot afdoening
te machtigen.
De heer P. J. de Boer. Praamsma heeft
reeds te kennen gegeven, zich met de te
stellen bepalingen te vereenigen, en ik vind
niet noodig hierop te laten wachten, doch
deze zaak te doen regelen door B. en W.
De Voorzitter. Ik stel dan voor, dat B.
en W. de conditiën, waarop dit verzoek
ingewilligd kan worden, bepalen en het
wordt toegestaan onder voorbehoud der te
stellen conditiën.
De heer v. d. Meulen. Maar dan dienen
B. en W. toch eerst de zaak te onderzoeken.
De heer Schotman. Ik zou de zaak liever
omkeeren, en B. en W. te machtigen eerst
een onderzoek in te stellen en dan de be
palingen op te maken, waarop het kan
worden toegestaan, natuurlyk alshetblykt,
dat er geen bezwaren bestaan.
De Voorzitter. Dit is natuurlijk de be
doeling. De raad verklaart ztoh alleen in
beginsel voor de inwilliging van het verzoek.
De heer Schotman. Dan is onze bedoeling
gelijk, maar U sprak om adressant te kennen
te geven, dat het verzoek zou ingewiliigd
worden op de te stellen voorwaarden.
Met algemeene stemmen aan B. en W.
opgedragen, na onderzoek, deze zaak te
regelen.
f. Eeu adres van de Afd. van den Chr.
Nat. Werkmansbond, nogmaals verzoekende,
dat van gemeentewege de straat *de Elands*
Melanie verveelde zich. Het boek, waarin
zij had gelezen, was op den grond gevallen,
maar zy lette er niet op. Hare blikken
vlogen van het terras, waarop zy in een
schommelstoel te midden van heesters en
palmen was gezeten, naar den tuin aan
hare voeten. De rozen stonden in vollen
bloei. Tussehen bet donkere loof dansten
de zonnestralen en Melanie keek met zulk
een ontevreden gezicht naar dat spel, alsof
die zonnestralen haar levensgeluk verjoegen.
Nauwelijks honderd schreden van de
villa verwijderd schemerde het huis van
den koetsier door de hoornen: eene groene
bank stond er voor de deur. Melanie lachte
spottend. Op het bankje zat een meisje
even oud als zy, met lange blonde vlechten,
die over het zeer eenvoudig katoenen kleedje
hingen. Wat zag haar vroeger speelkame
raadje er nog dom en kinderaehtig uit!
En die lange breikous, die zy in hare vin
gers hield! Als een weerhaan bewoog zich
dat blauwe ding heen en weer.
Van het koetsiershuis kon men niet op
het terras zien. Anders zouden Greta’s
blikken zeker, zooals altijd, gericht zyn
geweest op het witte kanten kleedje van
hare meesteres.
Daar legde het meisje plotseling de brei
kous weg, zy luisterde nog eens even aan
de deur van het huisje en toen ging zy
zoo voorzichtig mogelyk door den tuin.
Van tyd tot tjjd keek zy eens naar het
terras en als zy dan zag, dat de stoel
Melanie was intusschen opgestaan en stond
tussehen de planten op het terras nog
leeg was, haastte zy zich weer voort, tot
zy eindelijk by het rozenboschje was ge
komen.
Melanie kon duidelijk zien, dat Greta’s
oogen schitterden van bewondering voor
die bloemenpracht, terwijl zy zich er over
boog om den geur in te ademen.
Daarover ergerde Melanie zich. Papa
had den bedienden reeds lang dergelyke
vrijpostigheden moeten verbieden. Wan
neer zy, Melanie, nu niet hier had gestaan,
omdat zy het meisje wilde bespieden, dan
had zy zich waarschijnlijk bevonden tus
sehen die bloemen, om denzelfden geur in
te ademen, als die arme koetsiersdochter.
Langzaam stond zij op en wandelde het
terras af. Het eenvoudige katoenen kleedje
schemerde nog altjjd door de rozenstruik.
Plotseling uitte Greta, zich opgemerkt ziende,
een kreet van schrik en met bevende hand
toonde zy Melanie eenige rozen, die zy had
geplukt.
„Een paar voor mjjne moeder,stamelde
zy. „’t Is zoo somber in het kamertje, waar
zy ziek ligt.11
Met een hoogmoedige beweging trok het
jonge meisje haar kleedje op, dat met dat
van Greta in aanraking was gekomen.
„Jelui doet maar net alsof je hier baas
bent! Je denkt zeker, dat die bloemen ook
van jelui zyn?“
Greta stond onbeweeglijk. Zy moest plot
seling er aan denken, dat zy vroeger ook
daar boven had gespeeld en de mooie poppen
van haar speelkameraadje tussehen de pal
men en spiegelruiten heen en weer mocht
dragen.
„Er zijn nog zoo veel over," zeide zy
verontschuldigend.
Melanie schudde geërgerd het hoofd.
„Maar niet voor jou! My behoort dat alles
En als ik het wil, jaagt papa je vader weg,
dan kan je, als je wilt, ergens anders rozen
stelen
Greta’s vingers, die zich krampachtig om
de doornige rozenstelen hadden geklemd,
lieten by deze woorden de bloemen op den
grond vallen.
Lachend schoof Melanie ze met den voet
heen en weer.
„Daar-nu mag je ze oprapen
Doch Greta bukte zich niet. „Nu wil ik
ze niet meer,“ zeide zy trotsch.
En als een gejaagd dier liep zy den
weg af, dien zy was gekomen. Van hare
vingers, door de doornen verwond, druppelde
bloed.
Achter haar klonk een schelle, spottende
meisjeslach. Greta zuchtte diep. Toen drukte
zy de handen voor het gelaat en stamelde
halfluid: „Ik wou, dat ik in jou plaats was;
ik wou dat ik in jou plaats was!“
Weer is het zomer, weer bloeien de
rozen jaren later. De zonnestralen dansen
weer tussehen het donkere loof, en op het
terras buigen de palmen het hoofd onder
den zoelen zomeravond.
„Verlangt mevrouw nog iets?*
De vermoeide oogen bljjven voor zich
staren. „Neen dankje.*
Ü8 bediende verdwijnt,
laagte1* zal worden verlicht, wijl de toestand
daar anders gevaar oplevert, en de straat
trouwens geheel als publieke straat dienst
doet.
Gesteld in handen van B. en W. om
advies.
g. Een adres van het Bestuur der St.
Franciscuskerk om bij den voormaligen
koepel van de familie Brouwer een riool
door den stadswal te mogen leggen, en het
weinige struikgewas aldaar te doen ver
wijderen, ten behoeve van twee aldaar te
bouwen woningen.
Gesteld in handen van B. en W. om advies.
h. Van B. en W. een ontwerp leerplan
met verordeningen omtrent het herhalings-
onderwijs. De bedoeling is, het handwerks-
teekenonderwijs zooals dit steeds een tiental
jaren hier met vrucht gegeven is, er bij in
te sluiten, en tevens gelegenheid te geven
voor Fransche en Engelsche taal. De kosten
worden geraamd op f 600, het rijk vergoedt
f 200, het schoolgeld is geraamd op f 100,
terwijl de subsidie van f 250 aan het
ambachtsteekenonderwys dan vervalt, zoodat
de verbetering slechts geringe kosten mee
brengt.
Dit leerplan en de verordeningen ter
inzage gelegd en gesteld in handen der Com
missie voor de begrooting.
i. Den 3 Sept, kwam in een schrijven
van den heer G. Dykstra Sz., meldende dat
hij niet langer deel wenschte uit te maken
van den Gemeenteraad, wijl na de gehouden
wethoudersverkiezing men niet kan gelooven
aan de voorafgaande praatjes, en hy als
armvoogd eveneens bedankte.
Den 13 Sept, kwam van denzelfden heer
Dijkstra een sebryven in, waarin hij op
uitnoodiging van vele vrienden en bekenden
zijn aanvraag om ontslag intrekt en hij dus
niet ophoudt raadslid en armvoogd te zijn.
De Voorzitter. Volgens art. 18 van de
gemeentewet staat het elk raadslid vrij ten
allen tijde ontslag te nemen als zoodanig,
maar de wederverkiezing behoort alleen aan
de kiezers. Het betrokken raadslid en ook
de raad zyn hiertoe niet bemachtigd. Ik ver
oorloof my op te merken, dat door de tweede
missive het gevraagde ontslag niet ongedaan
kan worden gemaakt, zoodat ik krachtens
art. 8 my gerechtigd acht, een nieuwe ver
kiezing voor een raadslid uit te schrijven
en aan heeren armvoogden te verzoeken een
aanbeveling in te zenden voor de vacature
in hun college. Als niemand het woord
verlangt, dan is alzoo besloten.
Niemand vroeg het woord, zoodat het was
aangenomen.
PUNT van BEHANDELING:
Benoeming van een Gemeente-Ontvanger.
De aanbeveling bestaat uit de heeren L.
R. Wijnia te Hardegaryp en T. Hettemate
Franeker.
By de eerste stemming verkregen de
heeren Wynia en J. Brouwers te Berlikum
elk 5 stemmen, de heer H. C. Banning
alhier 2 stemmen en de heer Hettema 1 stem.
Bij de tweede vrye stemming werd de
heer Brouwers benoemd met 7 stemmen, de
heeren Wynia en Banning verkregen elk 3
stemmen.
Daarop werd de openbare zitting geschorst.
Melanie houdt de handen in den schoot
gevouwen en heft langzaam het hoofd op.
Ja, haar vader had gelijk gehad: alles
was hier nog by het oude gebleven.
De boomen, de bloemen, de grasperken
met de fonteinen en de mooie goed onder
houden kiezelpaden. Ook het ooievaarsnest,
dat vyf jaren geleden, juist op haar huwe
lijksdag, door den bliksem was getroffen,
had men op een anderen paal weer op
gebouwd.
En even stil en rustig als het vroeger
was, was het ook nu. Alleen het gezang
der vogels en het zachte geklater der fon
teinen verbrak de stilte.
Neen-geheel hetzelfde was het toch
niet. Er klonk nog iets anders tussehen,
iets vroolyks, iets juichends, iets dat zy hier
nog niet had gehoord. De jonge vrouw hief
het hoofd op om wat beter te kunnen
luisteren. Maar toen was het weer stil.
Zou zy het hier wel lang kunnen uit
houden by haar vader, die erg verouderd
was? Zou ze niet spoedig de wijde wereld
weer moeten intrekken, die bonte wereld,
waarin zy hart en voeten als ’t ware had
stukgeloopen
Melanie rilde en vestigde hare blikken
op de hand, waaraan een gouden ring
prijkte, die haar herinnerde aan den man,
die zy zonder liefde had getrouwd en die
haar kon noodzaken zijn huis weer te
betrekken, wanneer hy dit verlangde. En
zy zou gaan, zooals ze tot nog toe met hem
was gegaan. En bare lippen zouden lachen
en naast haar zou de leugen in schitterend
gewaad voortwandelen.
Daar daar hoorde zy weer dien eigen-
aardigen kreet in haars vaders tuin! Van
het rozenboschje drong hy tot haar door.
Reeds stond zy op de trap en hield haar
witte japon op. En toen zy het bekende
pad afliep, zag zy ook het eenvoudige huisje,
waar Greta van den koetsier eenmaal kousen
zat te breien.
Kort by haar hoorde zy een geluid alsof
er takjes werden afgebrojien. En een
kinderlach, een vroolyke kinderlach en
half gestamelde woorden.
Plotseling stond Melanie midden in het
rozenboschje. En daar zag zy niets anders
dan een aardig,, frisch kind, dat met zyn
rozige armpjes eenige rozen hield omklemd.
Op den grond lagen een aantal bladeren
verspreid.
Hy liep niet weg, de kleine jongen, toen
de voorname, jonge vrouw op hem toetrad.
Met stralende oogen hield hy haar zijn
geheelen rozenschat voor.
„Boemen allemaal allemaal van my!“
zeide hy trotsch.
Bewegingloos bleef Melanie naast den
knaap staan, en met een ernstigen, vriende-
1 yken blik vestigden zich hare oogen op
het aardige kindergezichtje.
De kleine wilde op zyne wijze royaal
zyn, en, een der half ontbladerde rozen in
hare neerhangende hand duwend, zeide hy
„Daar een van de boemen voor
jou
En toen wendde hy haastig het hoofd
om en luisterde naar de stem, die hem
by zyn naam riep en die uit de koetsiers-
woning kwam.
Melanie keek eveneens in de riehfing,
vanwaar die stem weerklonk. Duidelijk zag
zy de groene bank en eene jonge vrouw,
die daarop zat. Zy had mooie, blauwe oogen
en haar frissche mond lachte vriendelyk,
toen zy het kind voor de tweede maal riep.
Plotseling boog Melanie zich naar het
kind en drukte het een kus op de trissche
wangen. Toen plukte zy haastig een aantal
rozen en gaf ze aan den kleine.
En terwijl hy zoo snel als zyn kleine
beentjes hem konden dragen gehoor gaf
aan de roepstem zijner moeder, was Melanie
te midden van de rozen op de knieën
gezonken.
„O, kon ik in jou plaats wezen!11 stamelde
zy half snikkend-„kon ik in jou
plaats zyn-in jou plaats!1*
6
Bolswardsche Courant
-■
I