41ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 78.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARP EN WONSERADEEI.
1903.
I
ZONDAG 28 SEPTEMBER.
J ong’g’ezellen-leed.
BINNENLAND.
X
X
VOOR
INGEZONDEN
’t gas-
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 CL
Steen wijk, 24 Sept. In eene gisteravond
in het volkskoiliehuis gehouden vergadering
van hoofden van gezinnen is besloten tot het
opriohten eener vereeniging met het doel
onderling te slachten en de vleeschwaren
zoo goedkoop mogelijk te verkoopen. Reeds
zijn ’n 100 personen als lid toegetreden.
Harlingen, 25 Sept. Het afgraven van
het eenigste bolwerk aan de zuidzyde, dat
Harlingen nog van vroegere tjjden was over
gebleven, is ae stad aan den zeekant ten
goede gekomen voor ophooging. Bestond er
langen tijd een gemetseld trapje om van den
zeedijk naar het zoogenaamde Noorderke af
te dalen, thans is dit overbodig geworden.
Met de specie van het afgegraven bolwerk
aangevuld, is de glooiing binnenwaarts vol
tooid. Te eenigertyd met boomgewas, alzjj
het maar kreupelhout, beplant, kan deze
helling strekken tot verfraaiing der stad.
De gemeente, die al lang met leede oogen
het vernielen van het aan haar benoorende
gedeelte had aangezien, heeft thans de noo-
dige maatregelen genomen en een schutting
van puntdraad geplaatst.
Hou taan voer.
25 Sept. De tiende houtboot heeft zich
deze week een plaatsje in het dok uitgeko
zen om hare lading van dikke balken en
juffers buiten boord te gooien, waar de vlot
ters ze tot vlotten samenkoppelen. Nauwe
lijks was de Juno vertrokken, of de Marie
Horn was aangekomen, een boot van een
compagnie, die het grootste aantal werklie
den in haren dienst heeft, zoodat de hout
aanvoer geregeld voortgang kan hebben,
Het „Beroep der Boeren-Generaals op
de Beschaafde Wereld,” ’t welk in het
vorig no. der Bolswardsche Courant was
opgenomen en waarin steun wordt gevraagd
voor de weduwen en weezen der Boeren,
heeft zeker de algemeene attentie getrokken.
Ondergeteekenden hebben alles in het
werk gesteld, om de hooggeachte Boeren
generaals in Bolsward te krijgen. Daarvoor
ontbreekt den Heeren echter de tijd.
Nu werd besloten een beroep te doen op
de offervaardigheid onzer mede-ingezetenen
en hen te verzoeken, eene gave voor de
ongelukkigen in Zuid-Afrika bj één der
onderteekenaars te bezorgen vóór of op
Donderdag 2 October e k. Elke gave, hoe
klein ook, zal dankbaar aanvaard worden.
Het geheele bedrag zal dan de Heeren
Generaals bj hun bezoek aan Leeuwarden
ter hand gesteld worden.
C. J. v. d. VEEN.
M. SCHOTMAN Mzn.
Mr. J. A. HINGST.
P. J. de BOER.
Y. T. de BOER.
8. E. LUNTER.
Ds. J. POTTINGA.
Ds. J. Op ’t HOLT.
Johs. v. DIJK.
Ph. WIJNBERG.
W. V. D. MEULEN.
D. B. EERDMANS.
E. HOORNSTRA.
G. I. v. d. PLOEG.
H. J. de VISSER.
lijk te wijten aan ’t te hoog branden van
de spiritusvlam. Hij nam ’n badhanddoek
en veegde den trekpot schoon. Daarna
sehonk-ie zich ’n kop koffie in, deed erbij
ongeluk karnemelk in, besmeerde den rogge-
brood-vierhoek met boter, verbrandde z’n
verhemelte en verbeeldde zich, dat-ie lunchte.
Daar ’t roggebrood zoo hard was als ’n
strijkplank, stond Janus met ’n wilden
honger op.
Tegen vijf uur ging-ie de deur uit om
te dineeren. Hij liep het Gouden Hoofd
binnen, bestelde ’n diner, en toen dat ver
dwenen was, nog een. Daarop werd-ie lang
zamerhand rustig. Maar mèt die physieke
rust kwam er tegelijkertijd ’n onbestemd
gevoel van ’n naderend onheil over hem.
Hij betaalde en keerde naar z’n kamer terug.
Op den drempel stond z’n zoo even thuis
gekomen hospita met gekruiste armen en
in de houding van een treurspeelster.
Ze zei niemendal. Janus nog oneindig
veel minder.
Eindelijk trad ze op ’m toe, greep z’n
'arm en voerde hem, altijd zwijgend, in ’t
sanctum sanctorum, de keuken. Daar ge
komen, wees ze hem met ’n gebaar van
onbegrijpelijke majesteit op iets, dat Janus’
haar deed ten berge rijzen.
Hij had de kraan van ’t gastoestel open
laten staan. Amst. Crt.
Toch is de aanvoer van hout in onze haven
wel eens grooter geweest, dan dezen zomer.
De Zuidergracht bij de ambachtsschool ligt
anders op ’t oogenblik vol van den aange-
voerden voorraad, die zoo bij niet in tjalken
wordt overgeladen, in lange vlotten de reis
door de provincie moet vervolgen.
Balk, 25 Sept. Gisterenavond 9 uur is
de stoomboot van Balk op Sneek v.v., door
den zwaren mist misleid, uit den koers ge
raakt. Kort daarna zat zij aan den grond
en was ze met de uiterste inspanning niet
weer vlot te krjjgen. Een der knechts is
eindeljjk naar den wal gewaad en heeft een
praam gehaald, waarmee de reizigers na
middernacht werden afgehaald. De boot
werd hedenmorgen ongeveer elf uur weder
binnengebracht.
WestergO, 24 Sept. J.l. Zaterdag werd
in Friesland de jacht geopend, die tot 29
Oct. 3 dagen der week (Maandags, Dinsdags
en Zaterdags) daarna tot en met 21 Nov.
eiken werkdag geoorloofd zal zijn. De aan
vankelijke resultaten waren bevredigend
op den openingsdag schoten goede beroeps
jagers 4 a 6 hazenop de volgende dagen
2 k 3 stuks. In het veld werd vrij wat on
volwassen wild opgemerkt, dat zooveel
mogelijk gespaard bleef. Met de hooge
winden kwamen de watersnippen, waarop
geoefende jagers gaarne jacht maakten. In
enkele polders werden veel eenden aange
troffen.
Lemmer, 25 Sept. Niettegenstaande er
met de stoombooten van de Holland-Fries-
landlijn de laatste maanden ’n massa goe
deren worden vervoerd, komen ook de booten
van de oude Lemmernachtbootmaatsch. hier
nog dagelijks met zware ladingen binnen.
Velen hier vragen zich dikwijls af, waar
blijven toch al die goederen, daar er toch
behalve de booten van genoemde maatschap
pijen, ook nog door andere booten, zooals
van de Sneeker en Hunze maatschappijen,
een massa goederen via onze haven, van
Holland voor onze provincie bestemd, worden
binnengevoerd. De goederen die de booten
van de oude Lemmernachtbootmaatsch. hier
aanvoeren, gaan echter voor een groot ge
deelte, na hier op de binnenbooten van deze
maatschappij te zijn overgeladen, door naar
Groningen, terwjjl die van de Holland-
Frieslandlyn, voor het meerendeel voor onze
provincie bestemd zijn. Ook vervoerden de
booten van de oude Lemmernachtbootm. de
laatste maanden nog vele passagiers.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Sneek. Op Hoofdstuk Binnenlandsche
Zaken der Staatsbegrooting voor 1903 is
o.a. uitgetrokken f 4500 subsidie voor een
te stichten Ambachtsschool te Sneek en
f 2000 voor oprichtingskosten.
Joure, 26 Sept Op de gisteren alhier
gehouden najaarsveemarkt waren aangevoerd
ruim 900 paarden, 185 koeien, 69 schapen,
186 varkens en 14 geiten.
De handel was, wat de paarden betreft,
vlug bij lage prjjzen, terwijl de handel in
koeien eveneens vlug was, maar bij hooge
prijzen.
Woensdag werd voor de Rechtbank
te Leeuwarden tegen den 40 jarigen ijzer
handelaar Metze D. te Workum, die op 13
en 20 Juli geld uit een diakenzakje in de
Ned. Herv. Gem. aldaar nam, 6 maanden
gevangenisstraf geëischt.
Door tal van belangstellenden te Leeu
warden is ’t volgend verzoekschrift gericht
tot de H. IJ. S. M.:
Ondergeteekenden, veehandelaren en an
dere belanghebbenden, brengen beleefd te
uwer kennis, dat hoe goed ook de dienst
regeling bij uwe Mij. moge zjjn, deze toch
niet aan de eischen des tjjds voldoet. Een
markttrein (vroegtrein) van Leeuwarden
naar Sneek, waaraan de veehandel behoefte
heeft, vooral in de maanden Maart, April,
Mei, Juni, September, October en November,
ontbreekt ten eenenmale aan den dienst.
En wel, omdat Leeuwarden voor velen, als
het ware, het uitgangspunt naar de Sneeker
markt is.
Om den veehandel gedurende de week
markt te Sneek van den aanvaog af bij te
wonen, zou de veehandel gebaat zijn bij een
trein, welke Dinsdagsmorgens om ongeveer
6 uur van L. naar S. vertrekt, met dien
verstande, dat ook aan tusschengelegen sta
tions en halten reizigers zouden worden
opgenomen.
Reden waarom ondergeteekenden den
wensch uitspreken, dat een dusdanige trein
tot stand kome.
Vertrouwende, dat uwe Mjj. in deze be
hoefte zal willen voorzien,
(Volgen de handteekeningen),
Z’n hospita ging uit de stad voor één
dag.
Tegen ’t uit de stad gaan van hospita’s
kan principieel absoluut geen bezwaar be
staan. Integendeel.
De juffrouwen, mevrouwen, dames, wedu
wen, die a raison van zóóveel per maand
op zich nemen, onzen aardschen tabernakel
tegen sljtage te beschermen, hebben ’t
volste recht zich minstens ééns per jaar te
herstellen van ’t zonderling afmattende
werk, bestaande in boterhammetjes snjjden,
boterhammetjes smeren en boterhammetjes
beleggen met allerlei eigenaardige voort
brengselen van kruideniersnjjverheid
Janus’ hospita ging dus uit de stad
voor één dag.
Ik wensch bepaald den nadruk gelegd
te zien op die tijdsbepaling, omdat ’t bjna
’n onmogelijkheid is, zich te verklaren hoe
’n samenhooping van stomheden, flaters en
nalatigheden in zoo’n kort tijdsbestek heeft
kunnen plaats vinden, als waarvan m’n
beste vriend Janus het slachtoffer en tege
lijkertijd de directe oorzaak was.
Nu zj hier op den voorgrond gezegd
dat-ie van ’n onhandigheid is, die aan ’t
sprookjes-aehtige grenst.
Gaat-ie verhuizen, dan komt hem dat
door elkaar te staan op ’t verlies van ’n
paar pantoffels, ’t breken van 24 schil
derijen, ’t zoek raken van ’n parapluie, ’t
winkelhaken van ’n overjas, en ’t vernielen
van ’n boekenrek.
-Weg ging dus z’n hospita en mèt
haar heur aanvallige dochter, die hemiederen
middag lapjes uit het steentijdperk of bief
stuk van vóór de Christelijke jaartelling
binnenbraeht. Als ze op de hoogte ware
geweest van z’n eigenaardigheden, had z’n
huisjuffrouw haar nageslacht thuis moeten
laten, en ware aldus een opeenhooping van
rampen voorkomen, die zeldzaam zjn in de
annalen der op kamers wonende jonkheid.
Edoch ’n blind noodlot wilde ’t anders
en zoo bleef hij moederziel alleen met ’n
verzameling potjes en pannetjes, waarvan-ie
nóch ’t nut, nóch ’t doel begreep, ’n paar
eieren, 'n fleseh gepasteuriseerde melk, ’n
beetje boter en de beschikking over ’t gas
toestel.
Toen ’t mensch weg was, kwam ’t ineens
over ’m, als ’n groot, onafwendbaar gevoel
van innig medelijden met zich zelf. Maar
na ’n paar uur maakte-ie aanstalten om
met boter, eieren, brood, melk en ’n be
zwaard gemoed z’n lunch te bereiden.
Hij begon met ’t gastoestel aan te steken.
Dit gewichtig werk liep zoo uitmuntend
van stapel dat-ie op ’t punt stond zich
zelf te bewonderen, toen ’n vreemde ge
beurtenis hem dit bijtijds belette.
De vlam zei namelijk „flap!* of iets der
gelijks en ging uit. Janus nam ’n stoel en
kwam na eenig diepzinnig gepeins tot de
conclusie, dat z’n hospita ’n muntgasmeter
gebruikte.
Hj wierp alle vierduit-stukken die-ie
kon vinden in den meter, zocht ’n half
uur naar ’t doosje lucifers, dat-ie in z’n
vestjeszak had en stak den brander aan.
Daarna vulde ie ’n koekepan met melk,
zette ze te kook en ging zoeken naar haver
mout. Janus is namelijk gewoon, havermout
te gebruiken, en ik verzoek u vriendeljk,
hem daarom vooral niets minder te achten.
De zak was nergens te vinden, wat natuur
lijk duidel jk te verklaren is uit ’t feit, dat
hij ze zocht. Ieder ander zou er over ge
struikeld zjn. Eindel jk vond ie ’t ding op
de bovenste plank van de keukenkast. Hj
schudde het half leeg in de pan met melk,
en wachtte in spanning op de dingen, die
komen zouden. Er gebeurde niets b jzonders,
zoodat-ie van dat korte oogenblik van rust
gebruik maakte om z’n bed af te halen,
de lampetkan te vullen en z’n laarzen te
poetsen.
Toen-ie in de keuken terugkwam, had
er ’n zonderlinge verandering plaats ge
grepen in ’t voorkomen van z’n proefstuk.
In ’t middeh verhief zich 'n witte berg,
die als ’n vulkaan werkte.
„Havermout is ’n vreemde zelfstandigheid.
Ik heb nooit geweten, dat er zooveel leven
in zat,* murmelde Janus. „We zullen er’n
beetje zout in doen.* Hj zocht en vond
’n blauwsteenen pot, waarop met groote
letters „zout*, en strooide er ’n hand vol
van over de borrelende geschiedenis.
De uitwerking was grootsch.
De vulkaan begon te dansen en werd
bruin waarschjnljk van ergernis. Janus
achtte hiermee 't tjdstip gekomen om het
kookstel af te nemen, en keerde het om in
’n diep bord, of, om dichter bj de waarheid
te bl jven, krabde het ze met z’n pennemes
kussensloop netjes over ’n kwartaal van de
tafel en zette z’n kokerj voor zich neer.
De reuk was drageljk, maar door een on
vindbare oorzaak, was ’t ding, zoo taai
geworden als ’n handschoen. Janus dacht,
dat ’t wel aan de temperatuur kon liggen.
Hj haalde ’n voorsnjmes en -vork uit de
keuken, en zaagde er ’n paar brokjes af.
Bj ’t eerste kreeg-ie de overtuiging, dat
havermout den eenen dag beslist anders
kan smaken dan den anderen.
Deze smaakte naar krjt en groene zeep.
Janus gaf' ’t op, bekeek met ’n onquali-
ficeerbare uitdrukking van Weltschmerz,
den zak waaruit-ie geput had, en kwam
weer na eenig vruchtbaar gepeins
tot de ontdekking dat-ie gist gebruikt had.
M’n uithemende vriend is erg secuur,
Hj nam de zak met de gele papperigheid,
en ging er mee naar den kruidenier.
’t Was gist.
Toen-ie weer thuis kwam, bevond-ie dat
de bodem uit de koekepan gevallen was.
’t Vermoeden ligt voor de hand, dat dit
komt, omdat-ie ze, nadat ze leeg was, weer
op ’t vuur had gezet.
Onder al die bedrjven had Janus ’n
honger gekregen als ’n paard. En daar-ie
met de havermout geen nieuw fiasco wilde
riskeeren, besloot de ongelukkige zich te
begeven op ’t glibberig pad van eierkoken.
Waar-ie den jammerljken moed van daan
haalde, ’n ommelet te willen klaar maken,
weet-ie tot nog toe zelf niet. Z’n weten
schap ging juist vèr genoeg om overtuigd
te zjn, dat ’n ei bj ’n kip hoort, en dat
Columbus er aan ’t dessert kunstjes mee
uitvoerde wat niet belette dat-ie met
jver aan 't werk ging. Hj nam’n geëmail
leerde braadpan van de grootte om er een
os in te braden, zette ze op ’t vuur en liet
er ’n half ons reuzel in smelten, daar-ie
met z’n boter wat zuinig moest zjn.
Boter of reuzel, reuzel of boter: dat’s
broertje en zusje, zóóveel wist Janus er ook
wel van.
’t Vet spreidde zich zacht-smedig uit
over den bodem van de pan en begon te
sissen.- Dat verwachtte-ie half en ’t ver
ontrustte hem dus weinig of niets.
Nu kwam ’t culminatiepunt, de péripétie,
oftewel onverwacht verandering, n.l. ’t eier-
breken. Hj had die manoeuvre wel eens zien
uitvoeren door z’n hospita, maar tusschen
zién doen en zélf doen, is ’n groot verschil.
Dat merkte-ie vrj gauw.
Hj nam een ei en sloeg ’t finaal in
tweeën op den rand van de pan met ’t logisch
gevolg, dat ’t geel en ’t wit zich broederl jk
vermengden met de doppen, die meè waren
verongelukt. Toch zag ’t er mooi uit, en
Janus, die oog heeft voor zulke dingen,
zei later dat er „stemming* in zat. Met ’t
tweede ei ging ’t uitstekend. Uit vrees voor
ongelukken boorde-ie in ’t midden ’n gat
met 'n kurketrekker, en liet 't in ’n com
pact straaltje neer vloeien op den sissenden
reuzel.
Janus meende, dat ’n half uur koken wel
voldoende zou wezen om de kip-uitingen
gaar te krjgen, en bereidde zich voor op
den strjd met ’t roggebrood.
Ik voor mj héb altjd de vrouwen be
wonderd, die met ’n elegante handbeweging
’n roggebrood in plakjes weten te snjden,
zoo als ’n Fata morgana. Janus kon’t zeer
zeker niet. Dat bleek vrj wel daaruit, dat
zjn plakjes geen plakjes waren, maar ’n
soort miniatuur-pyramides, die eigenwjs op
hun basis bleven staan, nadat ze afgesneden
waren. Bj ’n poging om ze in ’n dunner
formaat te produeeeren, gaf-ie ’t aanzjn
aan ’n bergje kruimels. Ten einde raad
nam-ie z’n figuurzaag en zaagde ’n vrj
regelmatigen twee duim-dikke vierhoek van
't moederbrood.
Daarop ging-ie koffie malen.
Nadat-ie ’n minuut of tien gezwoegd had,
kwam-ie tot de ontdekking, dat-ie in de
verkeerde richting draaide, en na nóg tien
minuten, dat-ie vergeten had, boonen in
den molen te doen. Na dat alles verholpen
te hebben, gooide hj de gemalen koffie in
’n trekpot, deed er ’n theekop chichorei
bj, vulde ze met water en zette ze op ’t
theelichtje, bj welke handbeweging twee
ontbjtbordjes ’t leven lieten, die op den
grond sulden.
Daarna ging-ie ’ns kjken naar zjn om
melet. De aanblik was verrassend. In ’t
midden van de pan lag ’n hoopje stof en
daarom heen, bevallig gegroepeerd, een
verzameling drooge korstjes eiwit. Janus
zuchtte diep, zette de pan op den aanrecht,
brandde daarbj geweldig z’n handen aan
de hengsels en schroeide ’n vierhoekige,
zwarte plek in ’t witgeschuurde hout.
Toen-ie weer in de huiskamer kwam,
kabbelde de koffie zachtjes over den rand
van den trekpot, die pikzwart zag. Dit
qit de pan, Daarop spreidde hij ’n schoon vreemde natuurverschijnsel was waarsch jn«
Bolswardsche Courant