NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
1
BOLSWARD EN WONSERAPEEL
190S.
41ste Jaargang.
No. 81.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
I
Voor het Kantongerecht.
p DONDERDAG 9 OCTOBER.
B1MNENJLAJND.
X
X
VOOB
De eisch is tweemaal f 5 of voor elke
en 2 cognacjes.
daardoor ont-
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
vragen ontkennend antwoorden. Eisch voor
ieder der beide beklaagden f 5 of 3 dagen
hechtenis.
14. F.
hechtenis.
18. P. J. te Workum was in dien zelf
den nacht ook over zijn bier, doch deze
was niet meer luidruchtig, daarvoor was
hij „te ver heen,” verklaart de politie. Hij
kon niet loopen, lag dan ook op straat,
waar hij door de politie moest vandaan
gesleept” worden.
Eisch ook f 25 boete of 4 dagen.
19. T. B. te Workum had den 27 Aug.
de aardigheid met vuur te spelen, althans
in ’t procesverbaal staat, dat hij een voor
werp „waaruit vonken spatten,*’ tusschen
eenige meisjes wierp.
Bekl. is tegenwoordig en zegt, dat hij
niet anders heeft gedaan dan voor de grap
een eindje sigaar naar de meisjes te gooien.
Anderen wierpen zelfs met brandende luci
fers.
Wat daarvan zij, werden wij niet gewaar^
maar dat da knaap met dat eindje sigaar
Getuige. Ja, mijnheer, 2 glazen bier
en 2 cognacjes.
A. Hoe lang is hij bij U in huis
geweest
G. Van ’s middags 3 tot 7 uur.
A. En was hij bij in huis bedaard
en kalm
G. Ja, mijnheer, bij het inspannen
kregen zij wat kwestie, en daardoor ont
stond wat rumoer.
De 2e getuige is F. Schukken, zoon van
den smid te Tjerkwerd. Ook deze vond be
klaagde niet dronken, hjj is bedaard weg
gereden.
A. En heb je ook van de drukte en herrie
gehoord
Get. Ja, maar die andere maakte veel
meer drukte dan beklaagde. Zij kregen
verschil over een paard.
A. Heb je hem ook hooren vloeken?
Get. Neen, mijnheer.
A. Was je daar misschien niet by
Get. Ik heb hem nog geholpen bij het
inspannen.
De 3e getuige was D. Zwaagstra, brug
wachter te Tjerkwerd. Deze verklaart geen
wartaal gehoord te hebben en bekl. maakte
op hem niet den indruk van dronken te zijn.
Ambt. Maar was je er dan wel by
Get. Ja mijnheer, ik stond er ook bij
te luisteren, maar heb een paar schepen
door de brug gelaten.
Ambt. O, maar als je op de brug was
kon je het niet goed hooren.
De politieagent handhaaft zijn procesver
baal. „Beklaagdes houding wees het aan. Als
hij niet dronken was, had hij zich zoo mal
niet kunnen aanstellen.*
De heer Ambtenaar neemt nu het woord,
ZEd. Achtb. acht het ten laste gelegde
volkomen bewezen. Vooreerst merkt hjj op
dat de eerste getuige a décharge de kaste
lein is, die door beklaagde begunstigd
wordt, ook de 2e getuige is, daar zyn vader
wel voor beklaagde werkt, niet als onaf
hankelijk te beschouwen, en de 3e getuige
was op de brug bezig. De drukte op
straat en de omstandigheden duiden er wel
degelijk op, dat de politie hier goed gezien
heeft. Ik requireer daarom een straf van f 3
boete of 2 dagen hechtenis.
Behalve deze 20 rechtszaken stonden er
nog 30 andere op de rol, allen wegens dron
kenschap, rustverstoring of burengerucht.
Al die beklaagden waren afwezig, zoodat
die zaken bij verstek werden behandeld.
Omdat er geen getuigen bij behoefden op
te treden, kwamen wy geen nadere byzon-
derheden te weten.
Uitspraak der vonnissen over 14 dagen
zijnde Vrijdag 17 October a. s.
zich leeljjk gebrand heeft, blijkt uit den
eisch f 15 of 3 dagen.
20. M. T. v. ’t Z. te Dedgum moest
heden voor de balie verschijnen omdat hjj
den 4 Sept, te Tjerkwerd een proces opliep
wegens openbare dronkenschap.
Bekl. is er, doch ontkent dronken te zjjn
geweest, en vraagt de verhooring van drie
getuigen a décharge.
De politie, die het verbaal heeft opge
maakt, moest nu eerst voorkomen. Deze
verklaart, dat hy dronkenschap constateerde.
Vooreerst rook bekl. naar sterken drank, en
maakte zoo’n leven dat het geheel e dorp op
een eind liep. Vloeken, en vreeselyk razen
was voor ieder wel het kenmerk dat deze
beklaagde in abnormalen toestand was.
Nu kwamen de getuigen van beklaagde
aan de beurt.
Eerst S. Velds, kastelein te Tjerkwerd.
Deze verklaart dat naar zijn idee bekl. niet
beschonken was. Wel was hy wat druk
en rumoerig maar dronken was hy niet.
De Ambtenaar. Heeft beklaagde bjj U
in de herberg ook wat gebruikt?
13. D. de J. en K. T., beiden te Wit-
marsum, waren onlangs op een avond wat
laat op weg. Op ’t Schettenserhof even
aansteken, doch toen ’t elf uur was, en
dus tyd van sluiten, wilden ze evenwel
nog met opstappen.’n Poos daarna kwamen
de marechaussee’s daar langs, en nog licht
ziende in de tap, kwamen ze even infor-
meeren. De beide bezoekers, die om elf
uur verzocht waren heen te gaan, kregen
nu proces.
De kastelein W. Heeringa, als getuige
opgeroepeu, zegt, voordat hy den eed aflegt,
dat hy van de zaak niets afweet, dat hy
beklaagden niet eens heeft gezien, want zyn
vrouw was in de tapkamer. Hem wordt
alleen de vraag gesteld, of deze bezoekers
ook behoorden tot zyn gezin, by hem in
dienst waren, of daar logeerden. Na den
Jtüséh f U boete of 3 dagen hechtenis» eed te hebben afgelegd,, kou bjj op dia
5. S. B. opzichter aan de nieuwe tramlyn
ArumFraneker is ook in conflict met ge
noemd art. 12 van de veiligheidswet. Óp
30 Juli j. 1. is de arbeider A. Kamstra van
Arum, met zyn voet onder een wiel ge
komen.
Beklaagde verzuimde hiervan kennis te
geven aan den burgemeester van Wonse-
radeel.
Eisch eene boete van f 15 of 3 dagen
hechtenis.
6. L. B. kwajongen te Makkum, gooide
met harde stukken klei, zoodat voorbijgan
gers gevaar liepen om te worden getroffen
door zyne projectielen.
Eisch wegens straatschenderij eene boete
van f 5 of 2 dagen hechtenis.
7. J. N. te Heidenschap onder Workum
reed met paard en wagen den 23 Juli over
een beweegbare brug te Workum in „vlie
gende vaart”, gelijk de brugwachter J.
Bouma heden getuigt. Ook de getuige D.
de Harder heeft gezien dat het paard op
de brug draafde. Bjj de brug zyn borden
waarop „Stapvoets” staat.
Eisch f 3 of 2 dagen.
8. R- V. te Heidenschap onder Workum
was met zyn rijtuig vlak achter dat van den
vorigen beklaagde. Ook by hem was de
„vliegende vaart” aanwezig, want wat boer
met een beetje hard dravers hart kan het uit
staan dat een ander rjjtuig hem voor is.
Beide getuigen hebben ook dit rijtuig in te
snellen spoed over de brug zien gaan.
Eisch f 3 of 2 dagen.
9. W. W. te Parrega had op Zondag 3
Augs. toen des avonds de melkwagen daar
aankwam, de aardigheid, of neen de balda
digheid, een jonge dame, die op dien melk
wagen zat, er af te trekken. Dit aftrekken
schijnt wat heel onhandig gegaan te zijn,
want het meisje bezeerde zich nog al aan
arm en enkelzjj was dan ook over deze
heldendaad van den jongen erg ontsticht,
en diende haar beklag in.
Beklaagde is afwezig, de getuige Sjjke
Kuipers, die van den wagen werd gesleurd,
bevestigt dit, en verklaart er heelemaai geen
aanleiding toe te hebben gegeven, ’t Was
louter baldadigheid van den knaap.
Getuige Corn. v. d. Feen, die het ook heeft
gezien, doet een gelijke verklaring.
Eisch f 5 of 2 dagen.
10. 8. v. d. P. te Workum is schipper.
Hy kreeg den 2 Augs. procesverbaal omdat
hy zijn schip vast legde op een plaats te
Workum, waar dit niet mocht. Beklaagde
is tegenwoordig en zegt, dat hy van den
vorigen Burgemeester toestemming had daar
te leggen. Hy had wel 7 a 8 jaren altoos,
wanneer hy met zyn schip te Workum was,
die ligplaats ingenomen, en nooit was er over
gesproken. Nu kwam een politieagent by my
en vroeg„Schipper, weet je wel, dat je
daar niet liggen moogt Ik antwoordde
„Ik hier niet liggen? en de oude Burge
meester heeft my deze plaats aangewezen”
waarop hy my zeide„Dat geeft niets, je
hebt proces”.
Eisch f 5 of 2 dagen.
Beklaagde: „Daar ben ik niet mee te
vreden. Wy moeten toch een ligplaats heb
ben, en ik ben trouwens ook nooit ge
waarschuwd.
11. H. A. te Bolsward heeft een doch
tertje Siebregje, dat niet geregeld de school
bezoekt.
Beklaagde is afwezig. By verstek behan
deld, wordt de eisch gesteld op f 5 of 3
dagen.
12. J. J. de J. Jr. te Bolsward was den
19 Augs. dronken in de Kerkstraat en by
het St. Martiniekerkhof.
De politie verklaart, dat hij dikwerf mis
bruik maakt van sterken drank.
By 7e herhaling terecht staande, wordt
een hechtenisstraf van 21 dagen geëischt
met 6 maanden opzending naar een rjjks-
werkinrichting.
D. de J.
Zitting van 3 October 1902.
Ter openbare zitting van Vrijdag 3 dezer
werden de volgende zaken behandeld
1. De politieverordening der gemeente
Workum bevat onder meer ook eenige arti
kels omtrent het schoonhouden, vegen, wie
den enz. der straten. De burgerij wordt
verplicht om de straat voor hunne wonin
gen schoon te houden van gras en andere
daar niet behoorende gewassen.
NuisTj. H. S. te Workum woonachtig,
in conflict gekomen met deze verplichting.
De straat voor zijne woning was in Juli
j. 1. niet gewied. De veldwachter J. Stout
kwam met een bevel van den burgemeester,
om te zorgen dat een en ander in orde
kwam. Dit was op 10 Juli 1902.
Den 19en Juli d.a.v. was echter de straat
nog in denzelfden toestand, vandaar pro
cesverbaal, de zaak was heden no. 1 op de
rol.
Beklaagde verdedigt zich ongeveer met
de volgende woorden
„Het artikel uit de verordening luidt dat
elke week vóór Zaterdag de straat voor de
huizen, door of namens den bewoner moet
zyn gewied, geveegd enz. Maar nu zegt art.
11 dat onder de te onderhouden voorwer
pen, in de volgende art. bedoeld, worden
verstaan alle straten enz. welke tot gemee-
nen dienst zyn bestemd. (Dus een straat is
’n voorwerp! Dat is wat nieuws. Verslag
gever.)
Als nu deze tot algemeenen dienst zyn
bestemd, dan volgt daaruit dat alles waarop
de voorgaande artikelen slaan, niet tot pu
blieke doeleinden wordt gebruikt, bijv, par
ticulier eigendom.
En nu zegt art. 10 dat men is verplicht
de straat schoon te houden, te vegen, wieden
enz. Welke straat? volgens art. 11 toch
die, welke niet tot algemeen gebruik is be
stemd, en persoonlijk eigendom is.
Heeft de stad hiertoe het recht Spieker
ziet in dit proces ook’n zuiver persoonlijke
kwestie. De burgemeester heeft uitingen
gedaan dat beklaagde een gevaarlijk mensch
is. ’t Schijnt dat de Z.W. hoek van onze
provincie ’n asyl is voor ’n bizonder soort
van burgemeesters. Er zyn er die ontijdig
de school hebben verlaten en die... De
kantonrechter raadt spreker aan by de zaak
te blijven; deze vervolgt: „enWorkum maakt
hierop geen uitzondering.”
Verbalisant wenscht te zien uitgemaakt
of het betrokken artikel der politieverorde
ning slaat op de zoogenaamde kleine steen
tjes, of op de straat. Hy voert nog enkele
zaken aan, hierop betrekking hebbende,
precaria enz.
Het O. M. zich houdende aan de letter
der verordening, eischt eene boete van f 15
of 3 dagen hechtenis.
2. O. K. panbakkersknecht te Bolsward
staat terecht wegens burengerucht, twee
maal gepleegd. 11 ij verkeerde 12 Juli j. 1.
onder den invloed van sterken drank, van
daar die druktemakery.
Eisch twee boeten ieder van f 5 of 3
dagen gevangenisstraf voor elke boete.
3. Voor den vermoeiden wandelaar biedt
het Schettenserhof eene aangename rust
plaats aan. Evenwel, na elf uur ’s avonds
mag men er niet meer zyn. Op 18 Juli jl.
’s nachts, zoowat kwart over éénen, ging ’t
er druk toe. Daar bevonden zich drie jon
gelieden, D. D. de B. van Schettens, E. K.
van Witmarsum, en M. W. van Bolsward.
Ze zongen en schreeuwden dat ’t end er
van weg was. De vrouw des huizes kon ze
er niet uit krjjgen. De baas was al vroeg
ter rust gegaan. Hy sliep bepaald nog al
vast, tenminste eerst om kwart over één
hoorde hy dat er spectakel in huis was.
Heerenga kwam het bed uit, en sommeerde
het luidruchtige trio om de deur uit te
gaan. Daar was geen sprake van, tot ein
delijk de marechaussées kwamen.
Toen was de lofzang gedaan,en de beklaag
den buiten de deur. Procesverbaal volgde.
Heden behandeling, eisch voor ieder f 5
boete of 3 dagen gevangenisstraf.
4. J. K. is bouwmeester aan de in aan
bouw zijnde gebouwen voor een kerk en
klooster te Witmarsum. Donderdag 1 Juli
j. 1. is een werkman van den steiger gevallen
en heeft zich daarbij nog M verwond aan
nek en borst, hy kon in 4 weken niet
werken.
Nu heeft gezegde bouwmeester verzuimd
om van dit ongeval binnen 3 X 24 uren
kennis te geven aan den burgemeester, zoo-
als art. 12 der veiligheidswet voor schrijft.
Beklaagde erkent dit, maar geeft te ken
nen dat het een verzuim, geen moedwil is
geweest.
Snoek, 6 Oct. By de op heden ge
houden verkiezing van een lid van oen
Raad werden 901 stemmen uitgebracht,
onwaarde en blanco 41, geldige stemmen 860.
Daarvan verkregen de h.h. T. O. Kieze-
brink (lib.) 393, J. Poppinga (chr. bist.) 367
en P. J. v .d. Horst (8. D. A. P.) lOu
stemmen. Herstemming dus tusschen T. C.
Kiezebrink en J. Poppinga.
Donkerbroek, 6 Oct. Een jager uit
Oosterwolde schoot bij ons dorp op een
koppel patrjjzen. Een jongen was op een
paal geklommen, om de uitwerking van het
schot goed te zien. De jager zag hem ge
heel en al voorbij en het gevolg was, dat
een der hagels, inplaats van een patrijs, de
hand van den jongen trof, zoodanig, dat
geneeskundige hulp moest worden ingeroepen.
tiepk, Mieuwsbl. v. Fr,
v. d. M. te Tims by Sneek reed
den 14 Aug. met paard en wagen door de
bebouwde kom van een dorp in Hennaar-
deradeel. Wanneer dit in matigen draf
gaat, kan dat passeeren. maar de onbez.
rjjksveldwachter v. d. Kooi zag dat het
matige er af was, en dat er onbesuisd door
de buurt gejaagd werd. Ook de brug over
ging het veel te snel, en de borden gebie
den nog wel van stapvoets. De politie
hield hem daarom aan, vroeg naam en
woonplaats, en zei hem aan, den dag te
onthouden want hy had 2 processenverbaal
opgeloopen: een voor ’t harde jagen door
de buurt en ’t andere voor ’t in draf over
de brug rjjden.
De eisch is tweemaal f 5 of voor elke
boete 2 dagen brommen.
15. G. de B. te Gaast heeft zyn land
aan den weg liggenhet is er door een
stek van gescheiden, dus een sloot was er
niet. Toen de boer in Juli daar begon af
te graven, vlak tegen den weg aan, konden
de bermen van den weg hierdoor hun steun
verliezen. De gemeente-architect maakte
den boer daarop attent, en zei hem, dat
weer in orde te maken, of den Burgemeester
vergunning te vragen, dan zouden de be
palingen waarop dit toegestaan werd, hem
wel bekend gemaakt worden. De boer
heeft hieraan geen gevolg gegeven, en even
later maakte een agent van politie proces
verbaal op, want afgraven langs den weg
mag niet zonder vergunning van den Bur
gemeester.
Bekl. is verschenen. Hy erkent dat hy
daar grond heeft doen afgraven, maar de
weg heeft er geen schade van, hy wist
niet dat hy daardoor de politie-verordening
overtrad, en na de waarschuwing van den
architect heeft hjj ook niet meer gegraven.
De heer Reitsma, gemeente-opzichter in
Wonseradeël, als getuige opgeroepen, ver
haalt de toedracht der zaak, zooals boven
reeds gezegd is.
De arbeider Gosse Visser te Gaast, die
den grond daar heeft afgegraven, verklaart
op last van den boer, thans beklaagde, te
hebben gehandeld.
Eisch f 15 boete of 4 dagen.
Bekl. Ik vind dit wel wat vreemd, ik
heb den kant later weer opgevuld, heb na
den architect gesproken te hebben, niet
weer gegraven, en beu ook altjjd goed bin
nen ’t stek op myn eigen grond gebleven.
16. R. B. te Arum had een kalf dat
vaak door de sloot ging en dan op het
bouwland liep te grazen. C. Helfrich, de
eigenaar van dit land, deed klacht bjj de
politie, de politie waarschuwde den eigenaar
van het kalf, maar het kalf ging er even
goed zjjn gang om.
Bekl. is afwezig, doch de getuige Helfrich
verklaart geen permissie gegeven te hebben
aan dat kalf om in zjjn haver en boonen
te loopen. Hjj had beklaagde vroeger ook
reeds voorgesteld, de sloot op gezamenlijke
kosten te slatten, maar die wilde daaraan
niet meedoen.
P. Verstraten te Kimswerd heeft gezien
dat het kalf door de sloot ging, en nog
wel op plaatsen waar veel water stond.
Het was beklaagde bekend, dat dit kalf
zoo buitensporig was.
Eisch f 5 boete of 3 dagen.
17. K. de V. en H. M. te Workum,
waren in den nacht van 27 op 28 Augs.
des avonds laat nog op de baan. Zjj hadden
den prins te veel gesproken, en waren zeer
luidruchtig. De politie bekeurde beiden
voor dronkenschap en rustverstoring.
De agent verklaart er nog bjj dat zjj er
woest en wild waren, en dat er steeds veel
last met hen is.
Eisch tegen ieder f 25 boete of 4 dagen
Bolswardsche Courant
7>
J
'A
RB»
X
ft