NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARB EN WONSERAOEEI. Brieven uit de Residentie. I F c 1902. 41ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 85. 5 DONDERDAG 23 OCTOBER. Ons antwoord aan den heer K. H. Laagland. j r X X ra BINNENLAND. VOOR OOIEVAAR. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct. 20 October. ’t Was hier van de week al weer het oude liedje. Hoe sterker gekruid de too- neelspys is, welke de Fransche tooneelge- zelschappen op hun tournee om uitgaand publiek believen voor te zetten, hoe groo- ter de liefhebberij om er zich aan te goed te doen. Hoe geraffineerder hoe beter, al heeft ’t met kunst hoegenaamd niets uit te staan. En hoe gewaagder de scènes zyn, hoe sterker de toeloop wordt. ’t Verbodene en ’t bedekt-gemeene valt steeds in den smaak, heeft altijd de meeste aftrek en trekt altjjd en immer ’t meeste aan, zonder piquante aardigheden en sca- breuse toespelingen schynt ’t mondaine publiek zich niet te kunnen amuseeren, waarschijnlijk wel omdat de echte humor geen vat meer heeft op den bedorven smaak van deze menschen. Ergens in Duitsch- land is men begonnen met dit genre van stukken door scharlakenroóde affiches te signaleeren, om aldus de menigte te voren in te lichten, omtrent den aard van het stuk, dat men te zien en te hooren krijgt. Erg naïef bedacht zou men kunnen zeggen, maar hem die zoo vindingrijk was, kunnen tevens geen oommercieele talenten ontzegd wdeffi We weten wel wat w’a utkew- Wy hadden niet verwacht, dat wij zouden moeten terugkomen op de onbeleefde be handeling van onzen verslaggever op de gehouden vergadering der Ambachtsteeken- school. De heer K. H. Laagland noodzaakt ons echter door zijn geschrijf in Westergoo om dat, hoewel ongaarne, toch te doen. Wij gaven enkel en alleen woordelijk weer, op welke wijze onze verslaggever bij de trap is weggezonden, zonder dat wij daaraan iets toevoegden. Aan onze lezers lieten wij de beoordeeling van die handeling over. Hoe nu de heer Laagland aanleiding kan vinden te zeggen: „de inhoud van dat stuk ademt verdachtmaking"gaat onzen horizon te boven. Wij meldden alleen de waarheid, maar die kan gewoonlijk geen herberg vinden. Veeleer lag het op den weg van den heer Laagland, die reeds zoovele jaren hier als verslaggever van verschillende bladen op treedt, om evenals wij, te protesteeren tegen een dusdanige bejegening van een zijner collega’s. Zonder twijfel heeft de heer Laag land in zijne functie als verslaggever nog nooit zoo iets ondervonden, wy meenen hem toch te goed te kennen om zich dat niet te laten welgevallen. Beter had de heer Laagland gedaan over het gebeurde het stilzwijgen te bewaren, „enzy zijne bedoeling geweest is om te trachten de aandacht van de hoofd zaak af te leiden, wat hem, dunkt ons, al heel slecht gelukt is. Eene handeling, welke niet te verdedigen is, kan met een omhaal van woorden niet ongedaan gemaakt worden. Toen eenmaal aan onzen verslaggever toegang was toegezegd, ging het niet aan hem na een half uur wachten onverrichter- zake naar huis te sturen. Dat is en blijft onze meening. Wij hebben verder niet gezegd, dat het ons gezonden afschrift van het verslag „verdraaid” was. Hoe de heer Laagland daaraan komt, is ons een raadsel. De kwestie of de uitgever, de redacteur of de verslaggever al of niet lid der ver- eeniging zijn, legt evenmin gewicht in de schaalnaar onze meening steunen alle aangeslagenen in den hoofdelyken omslag de school door de gemeentelijke subsidie van f 250,00 per jaar, welke som bijna de helft bedraagt van alle inkomsten. Alle burgers hebben recht te weten, hoe die gelden besteed worden en welke resultaten het onderwijs heeft. Er lag dus niets vreemds in, dat wy een verslaggever zonden. Of de liefde van den heer Laagland voor de Ambaehtsteekenschool wel zoo groot zoude zijn, wanneer aan het secretariaat in de laatste jaren geen finantieel voordeel verbonden was, laten wij in het midden. Wanneer de heer Laagland weer eens wil trachten, de kastanjes voor een ander uit het vuur te halen, wenschen wij hem meer succes toe. Hy dient dan echter met betere argumenten te komen. Ons heeft zijn schrijven niet gedeerd. De Uitgever van de Bolsw. Courant. Gaasterland, 20 Oct. Wat in onder scheidene plaatsen elders bij vereeniging geschiedt, elkander bij sterfgevallen gratis bijstand te verleenen, geschiedt in verschil lende dorpen dezer gemeente zonder eenige afspraak. Bij overlijden worden de naast- wonenden eenvoudig aangezegd, zonder meer, waarna allen bereidwillig de van uen gevorderde droeve diensten verrichten. Wei gering komt nimmer voor; wie noodzakelijk verhinderd is, wordt gaarne gepasseerd, een verder af wonende treedt in zijne plaats. Deze goede gewoonte, die van vergaderingen, reglementen, boeten enz. niet afweet, ver dient als voorbeeld voor navolging vermel ding. Wonseradeel, 20 Oct. Of in deze ge meente óf m Leeuwarden zal waarschyulyk een naloting moeten plaats hebben. Een jongeling uit Makkum toch moet èn in Wonseradeel èa in Leeuwarden aan de loting hebben deelgenomen. Koudum, 20 Oct. Door Ged. Staton onzer provincie is aan de gemeentebesturen een circulaire toegezonden over ue toepa sing van art. 35 en 36 der wet op het lager onderwijs, naar aanleiding van de vele aan vragen van onderwijzers om het agentschap eener Levensverz.-My. op zich te mogen nemen niet alleen, maar ook vooral met het oog op hen, die deze „bediening* uitoefe nende, daarvoor niet de vereischte vrijstelling hebben gevraagd. En daar volgens de uit legging van art. 36 genoemd agentschap als eene „bediening* wordt aangemerkt, wordt den gemeentebesturen verzoent, de onder wijzers te wijzen op het gevaar, waaraan zij zich blootstellen, indien ze een agent schap en in ’t algemeen een andere betrek king waarnemen, zonder daarvoor de by art. 36 der wet omschreven vrijstelling te hebben verkregen. Verder blijkt uit deze circulaire, dat Ged. Staten het bekleeden van een agentschap in strijd achten met den goeden gang van het onderwijs. Wijckel, 20 Oct. Een Gaasterlandsch strafmiddel. Eene aanvallige deerne uit deze gemeente had nog al aanbidders, ook uit het dorp harer inwoning. Toch gaf zij de voorkeur aan een jongeling uit Sloten, die het daardoor bij zijne bemjders leelyk be dorven had. Zy wachtten hem op en wier pen hem tot driemaal in de sloot, om zijne liefde wat te bekoelen. Toen dit middel evenwel niet baatte, dreigden zij hem met „den stok door de jas*. Dit Gaasterlandsch strafmiddel bestaat in hel steken van een gebogen stok door de mouwen van de jas, alzoo langs den rug. De gestrafte heeft dan veel van een vogelverschrikker en kan, zonder hulp, zich niet van zijn last bevrij den. Het kwam hier gelukkig zoo verniet. Knijpe, 20 Got. Een oppassend jong mensen J. V. alhier, ruim 31 jaar, de steun zijner bejaarde ouders, heeft heden nacht een levensmoede daad gepleegd. Uit een brief op hem bevonden, bljjkt, dat onbeant woorde liefde de oorzaak van deze treurige daad is. Hem. Oldeph. en Noordw., 20 Oct. De konynenfokkers in deze gemeente zyn niet gelukkig met hunne beestjes. Vele goede exemplaren, juist van de gezoohte soorten, zyn gestorven aan eene ziekte, die het ge volg moet zijn van verkeerde voeding. On derscheidene fokkers laten zich nu voorlich ten door een vak-blad. Enkelen ook hebben dit „boeren* gestaakt. By vele boerde rijen zitten groote hoopen groenvoer (Sep- tembergras) waarvan straks de koeien zullen smullen en de menschen moeten ruiken. Dit laatste is niet aangenaam. Iemand in deze gemeente won in eene paardelotery een ruin. Hy verkocht den prijs, ongezien, aan derden die met deze handel, naar gezegd wordt f 40 verdienden. Zuidwesthoek, 20 Oef. Sedert een paar weken is het gras lu onze weilanden zeer hard geslonken. Menig boer is van plan, zoodra het weer omslaat, zijn vee te stallen, vooral dat, hetwelk op laag gelegen hnde- ryen loopt. Met de verhuring van lande rijen en boerderijen gaat het vlot; in den regel zyn er veel liefhebbers. Niet zelden brengt eene boerderij pl. m. f 40 per ponde- maat op. Voor ue betrekking van h. d. s. te Hindeloopen hebben zich 17 sollicitan ten aangemeld. De jaarwedde bedraagt f 850. stavoren, 20 Oct. Da heer T. alhier had een onbeduidend wondje aan de hand. Hy lette er niet op tot de arm pyn begon te doen en opzwol. Toen werd de dokter geroepen, die bloedvergiftiging constateerde, maar gelukkig het kwaad nog kon tegen gaan. Eenigen tijd geleden kwam een zelfde geval voor in het naburige stadje W. Hepk, Nieatosbl, v, Fn Leeuwarden, 21 Oct. Zeg vriend, waar is de brand De brand was hedennacht in de Paul-Kruger-straat. Men vindt daar een lange rij flinke huizen, ieder door twee gezinnen bewoondvrij wel in het midden sloegen van nacht de vlammen uit en met groote woede. Men telephoneerde uit het in de nabijheid staande Diaconessenhuis naar het politiebureau, zoodat omstreeks half drie de agenten met de spuit op het terrein waren. Inmiddels foeterde de hoorn rond door de straten, zoodat er in vele huizen beweging kwam. „Zeg, er is brand „Brand?* „Ja, brand.* Geklap van deuren, geloop op straat, luid opklinken van stemmen, gevraag en geroep, tot men wist, waar de brand was. Nog twee andere spuiten ratel den naar de Paul-Kruger-straat. De vlammen grepen begeerig om zich heen, kronkelden naar de aangrenzende huizen, waar planken voor enkele vensters moesten worden gespykerd. Het blusschings- werk kon niet verhinderen, dat nagenoeg de geheele inboedel zoowel boven als beneden verteerd werd en het huis totaal uitbrandde; maar tot die dubbele woning bleef gelukkig de macht van het vuur be perkt. Wat het bij hevigen wind had kun nen worden valt gemakkelyk te gissen, daar f er niet de minste ruimte tusschen de buizen is en achter nog weer een blok kleinere woningen staat, waarop vonken en spranken in menigte neerdaalden. Naar we vernemen, waren zoowel in boedels als huizen verzekerd. De brand moet ontstaan zijn in de benedenwoning bij den boekhouder T. Zijn bovenbuur was de onderwijzer A., pas zes weken gehuwd. Da bewoners moesten in hun onderkleeren de straat op, daar er geen tijd viel te ver liezen. Ea de oorzaak van den brand Men beweerde, dat het zoeken van iets met een lampje er niet vreemd aan zou zyn, doch zekerheid konden we daaromtrent niet ver krijgen. Hedenmorgen nog een druk ge loop naar „den brand* en vele oogen ge richt op verkoolde kozijnen en balken, kale muren en wat er meer tot een behoorlyk uitgebrand huis behoort. Dat er uit alle macht gebluscnt is, moge bljjken uit den wanhopigen roep van een benedenbuur vrouw tot de brandweer: „houdt het hier haast op van lekken Geen persoonlijke haast op ongelukken. Tietjerksteradeel, 20 Oct. Hetaard- appeldeiven is zoo goed als geëindigd. De oogst is dit jaar zeer overvloedig; de kwaliteit van de meeste soorten is best. Dit jaar is, over het algemeen genomen, een vruchtbaar jaar geweest. Wil men iets noemen, waarvan de oogst minder goed geslaagd is, dan dienen de boontjes te worden genoemd, ’t Was te nat voor de peulgewassen en er waren te weinig zonnige dagen. Dank zij de leerplichtwet, heeft de oogst der verschillende vruchten niet die nadeelige gevolgen voor de jeugd gehad, als voorheen. Wel werd nog wel eens „land bouw verlof* aangevraagd, maar de ondervinding leert nu reeds, dat vele jeugdige krachten te dezen opzichte wel gemist kunnen worden. De gewoonte ia soma zoo sterk l geldeu. Toornend en uitdagend, hoonend en dreigend, prikkelend en vloekend, is bet kenmerk van deze volksuiting in de groote centra aller tjjden. Waar sprake is van hevig-bewogen tjjden, daar heeft die periode haar volkszang en waar zulks niet het geval is, daar kan men zonder over drijving verklaren, dat de volksbeweging de groote stuwkracht mist om haar eigen lied voort te brengen. En dan zien we steeds de Marseillaise haar ontroerende be- teekenis behouden, wel eens verzwakken, waar de Julie-revolutie ook de minder-vurige Parissienne voortbrengt, maar toch altjjd stand houden. Wel eigenaardig en tevens als bewjjs voor het hier boven aangevoerde zjj er op gewezen, dat de Februari-omwente ling, in politieken zin de minst-beteeke- nende ook geen eigen lied aan ’t volk heeft gebracht. Verder is gedurende het tjjdperk der Restauratie en de regeering van den Burger- Koning de populaire Berenger meester op dit terrein. En geen wonder, waar hier het Parjjsche volk z’n echte levenslust weer terug vindt in die uitgelaten liedjes, die sterk genoeg waren om een geheele volksmeening te beheerschen. Omtrent den Parjjschen straatdeun en zjjn plaats in het volksleven bestaan zeer aardige bijzonder heden en curieuse gegevens. Daarover ’n volgende maal. ring beteekent. Dat hebben we hier dezer dagen weer eens aardig kunnen ondervin den inzake „Le billet de logement", waar van het gegeven en de daarin verwerkte kwinkslagen van dien aard waren, dat het alle grenzen te buiten ging. Ons publiek was ook hier van te voren gewaarschuwd voor hetgeen men te wachten had. Men wist dus, dat men zjjn dochters had thuis te houden, wilde men later niet met de klacht voor den dag komen er in geloopen te zjjn. De reclame is echter wonder goed gelukt en de impressario die zjjn luidjes en hun voorkeur wonder goed kent, heeft geen klagen gehad over de financieele resultaten. De toeloop was groot en niemand hoorde men klagen, dat de prjjzen wel wat hoog waren. Zelfs niet te hoog om ook de dochters mêe te nemen, zoo genoot ons mondaine Haagje in smaakvol avondtoilet van deze heerlijke kunst in den meest- geraffineerden vorm voorgezet. Men genoot de geheele avond van de schuine moppen, waarvan het geheele stuk overloopt, men schaterde het uit van de pret en de massa snapte al dadelijk waar men „heen” wilde. En zelfs de dames, jonge vrouwen zoo openlijk-weg uitproestend of even ter sluiks achter den waaier knipoogend tegen elkander met ’n blik van verstandhouding, die zooveel zeggen moest als„snap je me niet?” Dankbaar en voldaan daverde de zaal onophoudelijk van het applaus en in de pauze heeft men sommige vunzigheden, die op ’n beschaafde vrouw eigenljjk geen vat mochten hebben, nog eens opgehaald, terwijl de heeren ’t er druk over hadden in de koffiekamer en ieder, de blauwe rook wolkjes van z’n entre-acte na-starend, zich nog wel zoo’n vuiligheidje meende te her inneren met ’t aanloopje: ,en vond je die niet goed Echt hé.” Ja er was eenstem migheid, dat ’t verbazend amusant was. Na afloop is men huiswaarts gereden en de meisjes waren uitgelaten. Aldus wordt in ons groote stadsleven genoten Wel moge ’t bekomen! Eigenlijk zou men deze dingen onbesproken moeten laten, ware ’t niet dat de beteekenis van een en ander te meer in ’t oog valt tegen over de volkomen negatie van andere Fransche artisten. Want ’t viel wel aardig samen, dat juist ter zelfder tjjd een ander gehalte van Fransche kunst om belang stelling kwam vragen. Het waren de „Chansonniers de Montmatre" die ons vroo lykheid kwamen brengen met hun aardige liedjes en verzen. Maar ziet U, hier was geen bijsmaak aan, ’t was maar heel fat soenlijk, eerlyk en rein, zonder één enkel onvertogen woord. En wonder, toch geestig, toch vrooljjk, tintelend van den echt ge zonden humor, ’t mooie Fransche lied zoo eigen. „Dn France tout flnit par une chanson" is eenmaal geschreven, en hy die zoo getuigde maakte zich niet aan de minste overdrijving schuldig, omtrent den Fran- schen volksaard, die tintelt van geest en vroolykheid, die zingt om vrooljjk te wezen, ook zelfs dan wanneer daartoe allerminst reden is. Maar de echte poëzie komt toch van ’t land, uit Provence, Bretagne en Bourgondië, waar het echte volkskarakter nog niet ten onder ging in de verfijning der groote centra. Op ’t land, onder den blauwen hemel en bij de echo’s in ’t woud komt ’t lied voort van hen, wier levens voorwaarden zoo oneidig verschillen met die van de bewoners der groote steden, waar de jacht naar genot en weelde, zelfs ook onder de laagst-geplaatsten geen tyd meer overlaat om ’t lied te doen hooren. Op ’t land, by de wisseling der jaargetijden en de droomeryen in de vol-op bloeiende natuur vermag het alleen nog bly-uit te weerklinken onder alle omstandigheden. Ea ’t zyn juist deze ydillische vreugde- uitingen, van ’t landleven daar (dat wel ’n ander is dan Zola ons gaf in La Terre), die ’n bron van vroolykheid en genot bren gen ook aan ons, die midden in het haastig- voortraderend groote-stads-bestaan zoo ver verwijderd blyven van deze oorspronkelijke levensbeschouwing. En ’t blijkt wel dat geheel deze stemming ophoudt zoo dadelijk waar wy de grenzen der groote steden in het gezicht krygen. Al direct in Parjjs zien we ’t Fransche volkslied van karakter ver anderen. Want hier in de Ville luncière, de stad van hartstocht en weelde in haar hevigste openbaringen is ’t niet langer de stemmingsvolle uiting van natuurweelde en eenvoudig geluk, maar de vlijm-scherpe satyre en wondende spotternij °P personen en toestanden en feiten van den dag, niet het minst de politiek en zy, die daarby betrokken zyn. De Hugenoten, Mazarin, Lodewyk XIV en XV, zy allen hebben het in den Parijachen straatdeun moeten out- c» Bolswrdsclie Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1902 | | pagina 1