NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOESWARD EN WONSERAOEEE Een Instantanée. I I 190S. 41ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 88. El ZONDAG 2 NOVEMBER. w BINNENLAND. X X VOOR 1 ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per póst 95 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Ct. we de plaat en was iets heel interessants op Westergo, 29 Oct. Heden vangt in Friesland de alledaagsohe jacht aanzij eindigt Vrijdag 21 Nov. e.k., na welken datum tot de sluiting het bedrijf weer 3 dagen per week geoorloofd zal zijn. Het succes van de voorafgaande weken was voldoende; aan voer van, haarwild op de beperkte velden der beroepsjagers is thans echter zeer gewenscht. Deze aan voer wordt verwacht van de groote ver pachte terreinen, die tijdens den 3-daagschen jacht weinig bejaagd werden, maar nu daar de elders wonende pachters kunnen o verblijven, drukker bezocht zullen worden. In de boschachtige streken zijn de beste weken voor de iysterstrikkers, voorbijde houtsnippen moeten nu aan de beurt komen. Voor het geschoten en gevangen wild worden goede pryzen bedongen. Harlingen, 30 Oct. Met verlangen wordt naar den haringtjjd uitgezien, omdat het den geheelen herfst bijzonder slap is geweest, wat de zeeyisscherij aanbelangt. In berichten uit Engeland heet net: visscherij uitstekend. Dat doet de lui hier watertanden, maar het slechte weder, ook daar ingevallen, deed de goede aan voeren weder verminderen. Hedenmorgen kwam hier nog een botter binnen met een party rog, kleine schel visch en tong in het ijs, waarbij nog in de bun een zoodje levende schol, die als groote aan den man werd gebracht. Het half wichtje, een schepnetje vol, werd gemijnd voor pl.m. twee gulden. Dat ie duur. Een groot deel van de aangebracbte visch vindt steeds goeden Aftrek naar het buitenland, I Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Hennaarderadeel. Directeur en b.h. commissarissen van den Noorderlocaal spoor weg deden Woensdag een tocht door deze environs om in loco een onderzoek in te stellen naar een eventueel aan te leggen spoorlijn Franeker-Tzum-Wommels-Ooster end-Sneek. Dat deze lijn door de bewoners van een der vruchtbaarste en welvarendste streken van Friesland met vreugde zou worden begroet, laat zich alleszins verklaren. Het bezoek der heeren geeft alle hoop voor de toekomst. C. H. den Hertog, f Vrijdagmorgen ontvingen wij het treurig en treffend bericht, dat het Kamerlid Den Hertog, die zich eergister nog zoo dapper in den Raad weerde, gister ook nog het woord voerde, hedennacht aan een hartver lamming is overleden. Deze droeve tijding zal zeker geheel Am sterdam treffen, dat zich nauwelijks mocht verheugen in zijn herstel van een zeer ern stige en gevaarlijke ziekte. Want toen bleek, hoezeer Den Hertog niet alleen in onderwijs kringen gewaardeerd werd. Want hij was een man van groote gave, die van eenvoudig onderwijzer zich door eigen studie wist op te werken tot een man van gezag op onderwijsgebied, niet alleen in den Amsterdamschen Raad en als school opziener, doch ook in de Tweede Kamer, waar hij sedert 1901 voor Amsterdam III zitting had en steeds voor de belangen van het onderwijs op de bres stond. Amsterdam verliest in Den Hertog een zeer verdienstelijk burger, het openbaar onderwijs, een zijner warmste en bekwaamste verdedigers, die zich op een zeer ruim en vrij standpunt bewoog en ook door de bij zondere onderwijzers hoog werd gewaardeerd. Want ook op onderwijsgebied was hjj even als in de politiek een oprecht vrijzinnig man, die zyn tegenstanders wist te waardeeren. Als raadslid was zijn laatste arbeid de nota over de kindervoeding en zijn becijfe ringen omtrent de tekortkomingen van de regeering in de verleende subsidie aan het openbaar onderwijs te Amsterdam. Zoo van iemand, dan kan men van dezen werker getuigen, dat hij in ’t harnas is gestorven. Amst. Crt. Afleggen van den eed. In de zitting van de Haagsche Rechtbank deed zich het geval voor dat twee Joodsche vrouwen, die als getuigen in een strafzaak moesten worden gehoord, weigerden op de wettelijk voorgeschreven wijze onder het opsteken van de twee voorste vingers van de rechterhand den eed af te leggen. Heerenveen, 30 Oct. ’t Voorloopig, comité van de Vrijzinnige-democraten alhier heeft na de lezing van mr. Kerdijk po gingen gedaan tot oprichting eener afdeeling van den Vryz. dem. Bond. Maar de be langstelling was al te gering. Echter zal de poging nog eens herhaald worden waarbij men hoopt op gunstiger resultaat. Barradeel, 30 Oct. Als men de be oefenaars der korte en lange jacht, die volkomen met het jagerslatijn vertrouwd zijn, gelooven mag, dan heeft het er wel eens beter met dit weeldebedrijf als men nl. de broodjagerij uitzondert voor gestaan dan in dezen herfst. Een geheelen langen dag met hond en geweer in het veld om te loopen en dan nog platzak thuis te komen, behoort niet tot de uitzon deringen. Als het vee maar eerst gestald is, zal bet wel beter worden. Dat is thans het plechtanker, waaraan de onfortuinlijke zonen Nimrods zich vastklampen, ’t Is ook pleizieriger den polsdrager met een kruise lings gebonden langoor te belasten, dan regen en wind te trotseeren en in het geheel geen voet te hebben gehad en geen prent te hebben gezien. Haule, 29 Oct. Iemand, die er natuur lijk zijn naam niet bij had geplaatst, had in een der talrijke boscbjes alhier een hazenstrik uitgezet. Twee inwoners van dit dorp vonden daarin ’n dooden moervos. Reintje, die zich bij de herhaaldelijk hier gehouden vossenjachten nooit had laten ver schalken, was zeker bij het vervolgen van een langoor daarin geraakt en had zich zelven geworgd. Zuidwesthoek, 30 Oct. Sedert enkele dagen beginnen de veehouders hier weer met het stallen van het vee, in weerwil van het bstrekkelijk zachte weder. De oorzaak hiervan is, dat de meeste weilanden geen voldoende voedsel meer bieden. Het aard- appelrooien is geëindigd; oogsten kwaliteit zijn zeer goed. Prijzen f 0,50 0,85 per */2 H.L. Erwten en vooral boontjes maakten het minder. Het lijsterstrikken levert niet meer die groote voordeelen, zooals voor een paar weken. We hadden beiden verdriet en verzetten ons leed door een glas Pilsener. In de groote zaal werd er lustig op los gedanst, wjj echter zaten in een bjjzaaltje. Er was reden ge noeg om droevig gestemd te z\jn. Vooreerst hadden we geen geld, ten tweede ging mjjn vriend Karei, bijgenaamd de dikke, gebukt onder liefdepijn. Aanvankelijk beklaagde ik hem niet, maar daar ik bemerkte dat het bij hem ernst was kreeg ik met hem te doen, maar helpen kon ik niet. Ja als het eenvoudig een der bekende geschiedenissen betrof, die beginnen met de woorden: „Hij was schilder en zij had ook geen fortuin*maar dat was de quaestie niet. Zij was zelfs rijk, want hoe kan dat anders als eenige dochter van den Handels- raad Bernhardt, wiens gasten we nu waren. Terwijl de vroolijke walsmelodieën uit de verte ons tegenklonken, vertelde Karei me voor de zooveelste maal zijn leed. Hoe hij Lizzy had leeren kennen op een atelier, waar ze teekenles kreeg, dat hü toen op haar verliefd was geraakt en dat Lizzy het met hem eens was, maar dat ze het haar vader niet durfde vertellen. „Zie je“, beweerde hij als ’n pbilosoof, „als ik centen had, dan was alles gauw in orde. Maar ik heb geen geld, omdat mijn schilderijen geen koopers vinden en ik wil ook niet werken voor ’n appel en een ei.“ Zuchtend nam hij een nieuw glas bier en verviel toen in een soort droomerij. Daar ik hem niet kon helpen deed ik het zelfde. We werden door den Handelsraad zelf gestoord, die Karei er aan herinnerde dat het tijd was zich met zijn werk bezig te houden. Er zouden namelijk levende beelden voorgesteld worden en mijn vriend had zich met de regeling belast. Waarschijnlijk had hü dit alleen gedaan omdat de lieve dochter van meneer Bernhardt meewerkte en hij daardoor dus de gelegenheid had haar dikwijls te zien en te spreken. Hij stond dus op en ging naar de zaal. Ik bleef alleen en wist niet wat te beginnen. Daar ik een door en door modern jong- mensch ben, wilde ik niet aan den dans deelnemen. Niets als Pilsener bier drinken wilde ik evenmin, met rooken ophouden beviel me ook maar half. Daarom besloot ik den photograaf op te zoeken. Het heele gezelschap zou namelijk op verlangen van den gastheer gekiekt worden en de ver tegenwoordiger der zwarte kunst wachtte geduldig het oogenblik af dat hij zijn werk zaamheden zou kunnen beginnen. De man had met zijn toestel plaats genomen op een galerij tegenover het geïmproviseerde too- neel. In de zaal heerschte intussehen een groote herrie. Stoelen werden in rijen gezet, tafels opgeruimd en het duurde ’n heelen tijd voordat ieder plaats had genomen. Eindelijk was alles in orde en keek men vol belangstelling naar de zaken die komen zouden. Het gordijn ging op. Het eerste beeld werd zichtbaar. Een algemeen „Ha* yan bewondering. „De terugkomst van den visscher.* Moeder en grootmoeder, een oude zeerob in het midden, de jonge visscher komt binnen en zij kijkt hem liefdevol aan. Zij was Lizzy. Het gordjjn zakte. Een oorverdoovend handgeklap beloonde de voorstellers. Alle goed doorvoede toeschouwers applaudis seerden, deze omdat ze het tableau-vivant erg leuk vonden, gene om daardoor hun erkentelijkheid te bewijzen aan den gast heer voor de gulle ontvangst. Natuurlijk werd nog eens gehaald. Daar ik ’n paar goede oogen heb, zag ik duidelijk dat de oude zeerob een herhaling erg aan genaam vond. Zijn oogen schoten vol tranen, zijn neus begon te jeuken en hij kreeg het voorkomen yan iemand, die niezen moet. Dit leek me een interessant oogenblik; ook Karei, die achter de schermen, drie pas van Lizzy stond, scheen er vermaak in te hebben, omdat de oude zeerob werd voorgesteld door den zoon van een bankier, •die een gevaarlijk mededinger van hem was. Het fataal oogenblik liet echter op zich wachten. Waarom zal dadelijk blijken. Op eens ging het electriseh licht uit. Nu ontstond een kolossaal tumult in de zaal. Men lachte, riep en schreeuwde door elkaar, juist als papegaaien in een dierentuin. Ik kreeg een zonderlinge gedachte, on zinnig zelfs, maar dank nog den Hemel, die zoo iets in mijn brein liet opkomen. Daar men om licht riep, zei ik: „Het zal geschieden,* Men moet weten, dat ik tame- Beide vrouwen beweerden dat beur gods dienst haar verbood twee vingers omhoog te heffen voor de eedsaflegging. Zij waren bereid den eed af te leggen onder het op steken van één vinger, waarmede de presi dent echter meende geen genoegen te mogen nemen. De behandeling der zaak werd hierop ge schorst. Nadat de juffrouwen in de getuigen kamer door een geloofsgenoot overtuigd waren dat zij, zonder te kort te doen aan haren godsdienst, aan de wettelyke voor schriften konden voldoen, legden zij op de voorgesohreven wijze den eed af en werd de behandeling der zaak eene verduiste ring van een paar voorwerpen door een instrumentmaker voortgezet. Hoog Militair Gerechtshof. Men schrijft uit Utrecht: Gisteren werd bij sententie van het Hoog Militair Gerechtshof alhier de le-luitenant der infanterie B. tot 7 dagen gevangenisstraf veroordeeld wegens poging tot het onttrekken van een minderjarige aan het ouderlijk gezag. Hij was in den laten avond door de politie te ’s-Gravenhage op booger last aan het station Holl. Ijzeren Spoor aldaar in gezel schap van een minderjarige aangehouden in een coupé, terwijl de trein op het punt stond naar Amsterdam te vertrekken. De krijgsraad te ’s-Gravenhage en ook te ’s-Hertogenbosch, alwaar hij in garnizoen was, hadden hem vrijgesproken. Een dierentemmer-flesschentrekker. Naar het huis van bewaring te Rotterdam is over gebracht zekere L. de M., vroeger leeuwen temmer, wonende aan de Kruiskade te Rotterdam, die zich in den laatsten tijd meer op oplichting (fljsschentrekkerij) toe legde. Verschillende goederen van binnen- en buitenlandsche fabrikanten zijn in zijn woning in beslag genomen, welke bij de gerechtelijke instructie zullen dienen. Studentenmishandeling. Volgens Het Volk zou de zoon van prof. Bolland te Leiden daar bij het groenloopen zoo ergerlijk mishandeld zijn, dat de profes soren er zich mee bemoeid hebben en dat de Senaat (het collegium) van het studenten corps, na verschijnen voor den rector, zich gedwongen heeft gezien den schuldige een fltnke reprimande toe te dienen. Het Volk voegt er by, dat de Senaat (het collegium), omdat het deze inmenging der professoren toeliet, in de eerstvolgende corps vergadering gedwongen wordt af te treden. Inbraak. In den nacht van Zaterdag op Zondag is er ingebroken bij den heer Van Amstel, den eigenaar van het koffiehuis „De Kik kert4 aan den Kloppersingel te Haarlem. Deze inbraak getuigt weer van groote brutaliteit en routine „in het vak*. Onder het raam van de voorkamer is een breek ijzer gezet en na de wervels te hebben los gebroken, is men er in geslaagd het raam open te schuiven. Aan de indrukken in de vensterbank is te zien dat van een breek ijzer gebruik is gemaakt De dief of dieven hebben in de voorka mer van drie kasten de sloten afgebroken en alles daaruit gehaald, zoodat de kamer zich ’s morgens in de grootste wanorde be vond. Ze hebben meegenomen zes kopjes (antiek aardewerk) en 16 porseleinen scho teltjes van twee soorten, een paarlemoeren kistje met 37 zilveren koffie- en likeurlepel- tjes, een zilveren suikerstrooier, twee zilveren vleesch vorkjes en een zilveren mosterdlepeltje met beenen heft. Op de kast stonden nog eenige andere zilveren voorwerpen, die men heeft laten staan. Vermoedelijk zyn de in brekers gestoord door het afloopen van een wekker, ongeveer te half vijf. De gouden sieradiën waren gelukkig niet in de voorkamer, maar in de slaapkamer van den bewoner. Toen deze ’s morgens naar de vroegkerk zou gaan, zag hij een bloempot met stander buiten zjjn huis voor het raam en het raam opengeschoven. Toen hij een nader onderzoek instelde, bleek hem hoe ’s nachts in zjjne woning was huis gehouden. De politie doet onderzoek. Naar wij ver nemen zjjn gisteren een viertal verdachte personen aangehouden, doch na ontkenning en gebrek aan bewjjzen weer losgelaten. In denzelfden nacht is op eene wyse, overeenkomende met de inbraak in bet kof fiehuis „De Kikkert* inbraak gepleegd bij P. de Raad, wonende aan den Spaarndam- merweg onder Spaarndam. Het keukenraam is met een koevoet ge forceerd. Binnen is alles overhoop gebaald, doch toen de inbrekers niets van hun gading vonden, hebben se zonder buit door de voor deur het huis weer verlaten. (O.H. C.) lijk veel door elkaar had gedronken: Rijn wijn, Champagne, Cognac, Pilsener bier enz. Ik grijp de magnesiumlamp en., een heldere bliksemstraal verlichtte de zaal. Een bravo-roepen steeg uit de woelende menigte op. De fotograaf snelde met de chassis naar de donkere kamer. „Dat zal ’n curieus kiekje worden,* zei hij. „We zullen eens zien wat er van terecht komt.* Ik was hem namelijk gevolgd, maar een groot aantal nieuwsgierigen zaten ons ook op de hielen. Onder hen was ook de Han delsraad Bernhardt. Men brandde van on geduld om te hooren of de opname gelukt was. Van alle kanten werden we met vragen bestormd. Intussehen ontwikkelden inderdaad er te zien. De photograaf Jachtte. „Dat wordt een verloving,* schertste hij. Ik keek ook even. De personen op het tooneel waren met een vermeerderd. Deze persoon droeg een zwarten rok en witte das; hij stond vlak naast het visschersmeisje dat hü een kus op de wangen drukte. Niemand kon er/ aan twijfelen wie de twee waren die van de duisternis zoo uitstekend hadden geprofiteerd. De bliksem was ingeslagen. Ik droeg er alleen de schuld van. Wq verlieten de duistere kamer, de natte plaat hield de photograaf in de hand. Hü glimlachte. In minder dan een oogenblik was hy door nieuwsgierigen omringd. Iedereen wilde de plaat het eerst zien. De Handelsraad natuurlek ook. Twee of drie zagen ze vóór hem en begonnen te lachen; daarna zag ook hü ze, maar hü lachte niet integendeel. Hij fronste het voorhoofd, beet zich op de lippen en fluisterde den fotograaf toe: „Die plaat moet vernietigd worden, weg er mee 1* De fotograaf haalde de schouders op. Toen trad ik binnen en redde Karei den Dikken. „Er is niets meer aan te veranderen, münheer de Handelsraad,* fluisterde ik hem toe, „er zün er al te veel die het weten.* Hü zag mü woedend aan, maar een blik op de gezichten van de omstanders bewees hem voldoende, dat ik gely'k had. Ik maakte gebruik van dit voordeel en ging op luiden toon voort: „Het is ook feitelijk hetzelfde of de heeren nu of later de gelukkige familiegebeurtenis hooren.* De Handelsraad lachte, maar als een boer die kiespün heeft. Wat zou hü echter doen Kort en goed, hü deelde denzelfden avond nog de verloving mede, en deed Karei de opdracht de photographic levensgroot na te schilderen. Sinds dien tüd zün Lizzy en Karei al getrouwd, en sedert hü de schoonzoon yan den Handelsraad is, ontbreekt het hem niet aan bestellingen, die hü vroeger veel meer noodig had dan thans. Amst. Ct. r» Bolswardsche Courant I J

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1902 | | pagina 1