Het Rijwiel. Brieven uit de Residentie. I NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWABD EN WONSERADEEE 1902. 41ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 91. DONDERDAG 13 NOVEMBER. g BINNENLAND. OOIEVAAR. ar- ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct. Een van aan men neus moet bykomen „en dronken -11 Nov. Wanneer de voorspellingen vanaf ’t platte land tot ons gekomen inderdaad bewaarheid worden, dan zal deze winter voor jjs-lief- hebbers al weer ’n onaangename teleurstel ling worden. Een kwakkelwinter is de lan- delyke profetie, nu, de landbouwer, dag-in en dag-uit werkend en ploeterend op ’t land onder alle weersgesteldheid zyn grond bewerkend, zaaiend en oogstend, hem is een profetie béter toevertrouwd dan den eersten den besten natuurkundige of kamer geleerde, die z’n wijsheid uit de boeken haalt. In mjjn vorige correspondentie bracht ik de poëtische uitingen van het Franse he landleven ter sprake en eindigde met U eenige curieuze byzonderheden omtrent de Fransche volksliedjes toe te zeggen. Verder nieuws niet voorhanden zynde zal ik daarom voor heden deze schuld inlossen. De vol gende week komen de heeren op ’t Binnen hof wederom bjj elkaar en komen weer de dagen dat de overvloed bijna niet te ver werken is. Dan zal de groote strijd in de oude danszaal der Oranje’s op ons Binnen hof weer beginnen. Het doel en de aanlei ding hier dus heel wat ernstiger en serieuzer dan voorheen in de Parijsche „qoquette* waar men bijeen kwam om liedjes te zingen. Op deze bijeenkomsten was elk officieel karakter, iedere organisatie in zekeren zin buitengesloten. Men ging er heen om te zingen, niet zooals men in onzen tijd lid van een zangvereemgiug wordt; in zeker opzicht niet zonder overeenkomst met de publieke bals. De ondernemer der qoquette „zat voor", dat wil zeggen, hij nam plaats achter een tafeltje om de entré in ontvangst te nemen en vergunning te geven aan een ieder die er om vroeg om een liedje te zingen. Natuurlijk had hij of zij. die over uitstekende stemmiddelen beschikte of wel met’n leuk mopje of, vroolijk een pakkend hem tot een schildwacht voor het gebouw zijns levens. Het rjjwiel doet de afstanden verdwijnen. Of op uw dorp een dokter, een apotheker, een veearts woont of niet, ’t hindert weinig. Ge haalt hem even per fiets en hjj trapt dadelijk gezellig met u mee in niet meer tijd dan hij meegeloopen zou zijn met een stadgenoot, die zijne hulp te voet kwam inroepen. We hebben reeds fietsende slagers, bak kers, winkeliers, doktoren, onderwijzers, telegrambestellers, militairen, enz. De fiet sende advokaten, rechters, bakers, groente boeren, bedelaars, enz. zijn op de komst. De vrijheid, de gelijkheid, de broeder schap, die failliete boedel der Fransche revolutie, ze wordt weer tot een bloeiende zaak verheven door dé fiets. Zjj is het levendmakend bestanddeel tjjds. Van dag tot dag wordt zij algemeener, geen aardsche machten kunnen haar meer stuiten, steeds grooter wordt de omzet. steeds lager worden de prijzen. Hoe goed- kooper ze worden, hoe meer er gekocht worden en hoe grooter de verdienste. Het eenig bezwaar der concurrentie is, dat de prijs zal moeten blijven staan op iets meer dan den kostenden prijs van middelmatig fabrikaat, anders voorzie ik den dag nog, dat ze „zes om een dubbeltje* worden, of dat men, als in zekere stad met de bran derijen iemand bedreigt met te zeggen „als je ’t weer doet, dan, dan geef ik je een fiets present.* Nu vraagt men zich wel eens in stilte af: „heeft die ook al een fiets,* maar de tyd is niet vér meer, dat men met verba zing uitroept: „heeft die nog geen fiets!* of „heeft die er nog maar zóó een!* Toen de hooge tweewieler hare plaats moest inruimen aan de safety, toen heeft ook de hooge stand der menschen zijne plaats zien betwisten door den stand, die eenige voeten lager bij den grond blijft. Moest men voor de hooge wielen goed in de beurs grijpen, voor de lage grijpt menig een er al naast. Legio is ’t aantal menschen, dat aan de fiets het dageljjksch brood, met of zonder meer, te danken heeft. Zjj, die ze fabriceeren of de onderdeelen leveren, zij, die ze ver- koopen, vernikkelen of verhuren, zij, die onderwijs op de fiets geven, of er kunsten op verrichten, zelfs zij die ze als beroeps- dief stelen. Het edelste werk der natuur is de mensch, zei Bacon het edelste werk des menschen is de fiets, zeg ik, en nu eindig ik voor- loopig want ik ga voor ontspanning wat fietsen. Friesche Crt. En menigmaal daverden de toejuichingen door de zaal wanneer men zekere snaren wist aan te roeren. Deze hij of zij was aldus de held van den avond en er was geen kans om zich aan den herhaalden aandrang te onttrekken. Ook in het tegenovergestelde geval, wanneer de zanger over meer goede wil dan muzikale talenten beschikte, liet de vox populi zich inderdaad evenmin on betuigd. Een heidenseh kabaal in den geest van onze plattelandsche ketelmuziek was het teeken, dat zwijgen meer dan gewenscht werd door het auditorium. Bleef onze debutant er ongevoelig voor, dan verhief de eigenaar van de zaak zich niet zonder eenige plechtige autoriteit van zyn zetel en ontnam den misdeelde... het woord. Het moet er in deze qoquette zeer vroolijk zyn toegegaan. Denken we maar eens aan de gevallen dat meerderen zich wilden laten hooren en aldus een drukke woordenstrijd ontstond, die soms tot heel wat vrooljjke scènes aanleiding gaf. En vermocht de autoriteit van den leider de opgewonnen gemoederen niet tot bedaren te brengen, dan werd de zaal ontruimd en werd., het zangersfeest naar buiten ver plaatst. Hij, die deze historische bijzonder heden voor het nageslacht bewaarde, durft werkelijk niet te verzekeren dat de zang- woede alsdan gestild was. Eerder nog werd het een aanleiding om vroolijk zingend het liedje van den dag langs de buitenboule vards te trekken. Hoe ’t ook zjj, zeker is het dat men in deze gelegenheden de oor sprong terugvindt van het moderne café- chantant. Wat in de qoquette door den dilettant geleverd werd, wordt in onzen tijd door betaalde krachten gepresteerd. Een en ander moge nu wel een meer-geacheveerd karakter hebben gekregen en in artisticiteit hebben gewonnen, het neemt niet weg, dat de aardigheid is verloren gegaan. Dat is nu wel het kenmerkend karakter van het hedendaagsche Parijsche leven, dat men de aandrang tot zingen in zich zelf niet meer voelt opwellen, hoewel het Fransche volkskarakter toch die eigenaar digheid nog heeft behouden om het toch gaarne nog te hooren. Daarom gaat men naar het „café-concert*. Hp, die wellicht nimmer nog een bezoek bracht aan het beruchte en wufte Parijs, zou denkelijk moeielijk willen gelooven, dat de ville lumière meer dan duizend van deze inrichtingen kent. Hoe meer deze verbas tering van de oude qoquette zich in den loop der tijden ontwikkelde, hoe minder de lust tot zelf-zingen werd. Vooral in Parijs is de volkszang erbarmelijk valseher, de inhoud slap, plat en vunzig. Al niet beter dan in onze groote steden, die ook in deze ook bij ons platte land sterk ten achter blyven. ’t Is wel een van de schaduwzijden van het groote-stads-leven, dat het gevoel voor de kleine genietingen, de aantrekke lijkheid van het dilettantisme steeds gerin ger wordt. Maar daar is moeielijk tegen te strijden. Stavoren, 10 Nov. Da inrichting voor draadlooze telegraphie aan net station alhier, waarmede de eerste proeven genomen werden, schijnt niet geheel in orde te zyn. Gezegd wordt, dat de staak te laag is en de hooge torenspits in de nabijheid storend werkt. Een deskundig onderzoek zal wor den ingesteld. Benedenknijpe, 10 Nov. Zaterdag avond had in het gymnastieklokaal alhier een ernstig ongelua plaats, dat een droeven sfljop heelt gehad. Na afloop der eigenlijke oefeningen en nadat de matras reeds was weggetrokken, sprong een gymnast nog eens aan den rekstok en maakte eene krachtige zwaaibeweging. Plotseling glipten zijne banden los en hij sloeg ruggelings met geweld tegen den vloer. Zijn toestand was van dien aard, dat onmiddellijk een genees kundige van Heeren veen werd geroepen. Deze oordeelde bet niet geraden den patiënt per rytuig te vervoeren. De jongeling is toen per brancard naar zyn ouders woning te Heerenveen gebracht. De verdooving in de onderste ledematen bleef voortduren, terwijl het bovenlichaam zeer pynlyk bleef. Heden in den loop van den dag verergerden de verschynselen en hedenavond zeven uur, dus binnen twee maal 24 uren na het noodlottig ongeval, is de 21-jange jongeling, Johannes Jongebloed, overleden. Oldeboorn, 10 Nov. Esn 17-jarig meisje, wier ouders hier woonachtig zyn, zou de vorige week te Amsterdam een huwelijk aangaan met een reeds bejaarde, van zyn vorige echtgenoot gescheiden, man. Dit huwelijk schijnt tegen den zin der ouders te zyn geweest en ofschoon ze eerst hunne toestemming bij notarieele akte moeten hebben gegeven, is later daartegen opgekomen, met het gevolg dat het meisje onder politiegeleide gistermorgen van Am sterdam hier bij de ouders is teruggebracht. Het schijnt echter dat telegrammen en brieven van de zyde van den a. s. ecntge- noot zooveel heboen uitgewerkt, dat bet huwelijk nu toch zal doorgaan, want de jeugdige bruid is hedenavond weer naar Amsterdam afgereisd. Met het oog op deze hier nog al veel besproken zaak was een talryk publiek op de been om den „aftocht* te zien. Schoterland, 10 Nov. Onder de solli citaties voor ouderwijzer in deze gemeente is er een ingekomen van den volgenden inhoud: Daar komt de lange, lange rij Van onderwijzers, zy aan zij, Die na het atgelegd examen Uit ’t boekenstof verryzen kwamen. Zy spreiden zich met breeder front En zwermen ’t ondermaansche rond. Daar komen zij met vroolyk zwieren En zwaaien met een bos papieren, De teekens van hun waardigheid, Verworven door hun noeste vlyt. Nu ’t vaderland besolhciteeren, Nu vliegensvlug aan 't presenteeren, Aan ’t jagen naar een traciement, (Want geen bezit een roede cent!) En Nederland wordt haast bedolven Door dees’ gediplomeerde wolven, Met acten, zegels, zedelijkheid, Maar ’t schalt hun niets dan narigheid. D<t is ’t ellendigst volk op aarde, Het armst dat ooit de wereld baarde Wie helpt die allen uit den nood, Wie, ja wie toch, wie geert ze brood? O Edelachtbre Burgemeester, ’k Ben ook zoo’n arme ondermeester; En of ik razend solliciteer, Myn stukken keeren vruchtloos weer. .Nu moet er, naar ik heb gelezen, By u een onderwyzer wezen: Dat is natuurlijk wat voor mij, ’k Moet niet ontbreken in de rij Van sollicitanten en by dezen Meld ik mij aan. Zal ’t vruchtloos wezen Neen, want zoo snood, zoo hartloos is Geen mensch in Nederland gewis, Geen schoolopziener, bovenmeester, Geen Raadslid en geen Burgemeester, Dat hjj na ’t lezen van dit lied, My at wijst. Zoo een is er niet! Komt, waarde Heeren, schaft mij brood, Of ’k rym hierop methongerdood! Gaasterland, 10 Nov. Boschachtige streken, vooral als ze wat afgelegen zyn, 1 zyn in den regel rijk aan spookgeschiede nissen. Onze gemeente weet er ook van te spreken en bewaart in verschillende ver halen de herinnering er aan. Verscheidene punten aan eenzame boschwegen zijn er bekend door gewordendeze punten werden vroeger opzettelijk vermeden en zelfs in onze dagen zyn er nog, die ze ’s avonds met verhaasten tred passeeren. Geloovenin spoken doen dezulken niet meer, toch worden ze door een zekeren angst bevangen, want de plaats herinnert aan geheimzinnige ont moetingen. Doze is er aan den kant gezet, hardhandig, maar zonder iets te zien; een ander werd geduwd of geslagen door een onzichtbare hand, een derde toegesproken met een geheel onbekende stem, komende uit de lucht of den grond enz. Elders werden verschijningen gezien en niet ahyd by schemeravond. Eenige jaren geleden ver oorzaakte o.a. een dagspook in het boech van een lij ster vanger veel sensatie. Het verscheen in verschillende vormen, joeg velen op de vlucht en noodzaakte etudeiyk den stnkker zyn bedryt aldaar op te geven. Toen verdween het spook, het doel was bereikt 1 Zuidwesthoek, 10 Nov. Opmerkelijk hoe groot het aantal varkens is, dat hier in de jongste jaren gemest wordt. Niet alleen toch houden de meeste boeren er een aantal op na, ook menig arbeider koopt zich in 't voorjaar ééa of meer krulstaarten. De laatsten mesten dan echter niet altyd voor eigen gebruik; in vele gevallen toch moet het vetgemeste dier worden verkocht, om er de huurpenningen mede te betalen, ’t Is dan voor hen een soort spaarpot ge weest. Dit jaar was men over het geheel bijzonder gelukkig met de fokkerjj daar er zich zoo goed als geen ziektegevallen voor deden, hetwelk men beschouwt als een ge volg van het inenten, dat hier op groote schaal ia geschied. Hepk. Nieuwsbl. v. Frt Juicht allen met my, jubelt en verheugt u grootelijks, Want de oplossing der quaestie, welke de gansehe wereld bezig houdt, de de oplossing der sociale quaestie, ze is aan staande, ze is op het punt ons door alle belemmeringen heen te verrassen. De normale arbeidsdag, de millionair naast den hongerenden daklooze, de verwezen lijking van „sluit Schiedam,* de vrouwen rechten, de mannenplichten, enz. enz. alles, het is de verwezenlijking nabjj. „Vrede op aarde,* ten tweede male. ’t Is uit Duitschland, dat ons de^e blyde mare tegenklinkt; ’t is de fiets, die ons haar brengt. De fiets, kortheidshalve ook vélocipède genoemd, de fiets, het rijwiel, de kar, de velo, enz. hoe gjj haar betitelen wilt, zij is de vredebode, de engel der ver zoening, zij maakt deez’ aarde tot een paradijs en ’t vroeger leek een hel. Gezondheid zal ze brengen, hoe alge meener ze wordt; gezondheid den grootsten den minst gewaardeerden en meest begeer den schat. O, medici en apothekers! wacht u voor de fiets, strijdt tegen haar, ze is uw zwaarste concurrent, ze wint het nog van Haarlemmer olie en Goldberger ringen. Ik druk u met klem op het hart, fiets toch zelf nooit, noch gy, noch uwe huis vrouw, noch een, die van uwen huize is, gy delft u zei ven een graf. Gelijkheid zal ze brengen. Gelijkheid het doel, waar honderd en meer menschenge- slachten naar streefden, het ideaal, dat onnoemelijk veel goed en bloed heeft ge kost, het sociaal palladium tegen alle menschen-leed, de fiets zal ’t brengen. Is toch niet de smidsleerjongen de gelijke, neen soms de meerdere van den bankier, wanneer beiden het stalen ros berijden?! Valt niet zyne Excellentie evengoed een buil als de boodschap-fietser, als zy slippen, of hun stuur verliezen F aast de fiets heerscht standverschil, op de fiets is hjj de meerdeie, die ’t meest getrapt heeft (niet is) en ’t krachtigst in longen en kuitspieren is. In ons vlakke vaderland, waar by na alle wegen en paden befietsbaar zyn, zal deze ideale gelijkheid zich ’t eerst open baren. Het drankmisbruik bestrydt ze. rechtgeaard fietser is vanzelf ridder1 de blauwe knoop, alleen verslaafd limonade, kwast en spuitwater. Zei totnutoe: „alles is mogelyk behalve je atbjjten* er i 1 op je kar zitten.* Geef een drankmisbruiker een fiets present en hjj neemt afscheid van de flesch of van de fiets. Branders, distillateurs, handelaars in alcohol en gros ou en détail, sluit u nauw aaneen en vecht tegen de fiets, boycot haar en haren aan hang; wie hare toename bevordert, zjjn zaak van de flesch gaat op de flesch. Een brander die fietst, is even onbegrijpelijk als een schoorsteenveger, die tevens wit- werker is. De vrouwenrechten staat ze voor. Rijdt niet vrouwlief naast manlief mee, waarheen beiden willen, ja steekt zelfs niet vaak Eva haren Adam den loef af? En dan in ’t openbaar, ziet u, in ’t openbaar, daar zit ’m de kneep. Ze bestrydt het corset, ze propageert de Turksche beenkleedjj, ze maakt de vrouw tot gelijke van den man, niet zooals op het tennisveld of in de dans zaal maar in ’t openbaar voor ieders oog. Van fietsrecht naar kiesrecht is maar ééne schrede. De amazone op de fiets in de korte kleeren, ze is de latere (verbeterde?) uitgave der amazone op den telganger in het zwierig lange zwarte kleed. Het fiets- petje is de phrygische muts, welke met den amazonehoed den draak steekt. Het woningvraagstuk lost ze op. De beider in de stad kiest zich een huis met tuintje van denzelfden prjjs als een krotje in de stad, maar buiten op ’t naburige dorp per fiets is hy toch op tjjd in zjjne fabriek, by zyn baas of op zyn werk. Zondags gaat hjj fietsen in plaats van borrelen of kerken. Hjj heeft meer fnssche lucht dan de fabrikant op zyn villa of in zyn heerenhuis; de gelijkheid al weer, maar nu aan ’t overslaan naar de andere zyde. De fiets, ze voorkomt het geestdoodend gebabbel over de mode, over de chronique scandaleuze, ze voorkomt gebabbel en per mitteert alleen gepraat. Ze eischt zooveel attentie, dat ze alles buiten haar beheerscht. Een fietser kan niet rooken, of hy doet het slecht, een fietser kan niet droomen, niet suffen» niet zich laten drijven op een ---- idee. of op een niets» een fietser maakt Hed te voorschyn kwam het meeste succes» VOOR ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cta. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Bolswardsche Courant onzes

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1902 | | pagina 1