NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
GI.SWA.RO EN WONSERAOEEI.
1903.
42ste Jaargang.
No. 1. Verschijnt Donderdags en Zondags.
ItO 3.
Uit de Raadszaal.
DONDERDAG 1 JANUARI.
X
X
VOOR
3.
a.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMEBPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Fso per post 95 C^nts.
Afzonderlijke nos.n dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Vergadering op Dinsdag 30 Dec. 1902.
De lantaarns worden zoo doelmatig mogelijk
geplaatst, maar particuliere terreinen hebben
daarop geen recht.
De heer Kramer. De heer v. d. Me uien
sprak dat het een concessie zou zijn als men
’t verzoek in willigde, ik zei, dat bij eenigen
goeden wil men er in te gemoet kon komen.
Ik vond dat de aistand juist uitkomt, als er
een lantaarn bij komt en die by Bokma wat
verder op kwam. Voldoend licht is er thans
in die straat met, niet iu vergelijking met
de hoofdstraten, maar ook niet ten opzichte
der Wortelhaven en dergelijke. In al die
buurten is de verlichting beter dan hier.
De heer v. d. Meer. Ik heb op de zaak
een anderen kijk. Ik kan wel meegaan met
de gascommissie, en ik deel de ziens wy ze
dat hier niet voldaan is aan de bouwveror
dening. ’t Gaat niet aan, als men later
aanvraagt om verlichting, die dan ook toe
te staan, ’t zou een gevaarlijk precedent
wezen. Evenwel is hier nog een ander gevaar.
B. en W. zijn betrekkelyk van goeden wil,
door te zeggen, als men zelf voor licht op
eigen terrein zorgt, zal, indien ’t er voor
onvoldoende blijkt, verbetering kunnen aan
gebracht worden. Als men nu achter een
pitje ontsteekt, zou de gemeente een gas
lantaarn er voor plaatsen, doch dan kon
later die achterste wel weer worden uitge
laten. Ik vond dan meer rationeel er twee
te plaatsen, een voor rekening der eigenaars
of bewoners en de andere voor de gemeente,
dat Jykt my de beste oplossing.
De heer Boersma. Ik moet opmerken dat
de gascommbsie by een inspectie op een
donderen avond de Hoogstraat voldoende
verlicht vond, en een verplaatsing der lan
taarn op 't hoekje bij Bokma gaat niet,
omdat die ook de straat naar de bewaar
school moet beschijnen. Het beste komt mjj
voor, voorloopig de zaak zoo te laten, en ais
voor verlichting op eigen terrein gezorgd is,
kan er misschien aan tegemoet worden ge
komen.
De heer Kramer. Hoewel feitelijk niet
tot den raad behoorende wil ik alleen op
merken, dat die lantaarn by Bokma heel
goed kon verplaatst worden en ten bate der
bedoelde straat.
De Voorzitter. Ik heb opgemerkt, dat
men erkent dat het hier geldt verlichting
van particulier terrein en ook dat de toestand
niet zonder gevaar is. Ik moet opmerken,
dat het gevaariyke open riool niet van de ge
meente maar van particulieren is en zoolang
de straat daar achter onvoldoende verlicht
is, zou t niet helpen, dat vóór een lantaarn
stond, men zou dan nog meer in ’t duister
oploopen dan nu. Als de verlichting achter
goed is, kan voor ook verbeterd worden,
andere helpt het toch niet. Men moet ook
niet vergeten dat elke lantaarn de stad een
35 a 40 gulden per jaar kost.
’t Komt my voor, dat van onwil in dezen
geen sprake oehoeit te zyn, maar gelijk ge
zegd is, vóór alleen dat nelpt niet.
De heer IJ. T. de Boer, ik dacht, dat
het wel wat zou meevallen als er maar een
lantaarn voor stond, zou ’t heel wel helpen.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen met 8 tegen 4 stemmen, de neeren
Cuperus, IJ. T. de Boer, Praamsma en
Kramer.
2. Behandeling van het adres van den stads
tuinman om herbenoemd te worden, met
advies van Burg, en iVeth.
B. en W. adviseeren den heer Koopmans
wederom voor 3 j aren te Oenoemen als stads
tuinman, doch daar de instructie dateert van
8 April 1890 en het niet onmogelyk is, dat
eerlang een voorstel door B. en vV. wordt
gedaan tot wijziging er van, is het noodig
er bij te bepaien: op de bestaande of nader
te wijzigen instructie.
De neer Van der Meer. Staat dat wellicht
in verband met de heden ingekomen adres
sen, M. de V.?
De Voorzitter. Neen, die adressen betroffen
meer de levering van bloemen.
Da heer Van der Meer. Het vorig jaar,
toen ik de vraag deed of voor de leveranuën
ook eens anderen in aanmerking konden
komen, werd my door den Voorzitter geant
woord, dat daarvoor de instructie zou moeten
worden gewyzigd. Ik wensoh my dan later
niet weer te laten afschepen, dat deze be
noeming er tegen in den weg staat.
Da Voorzitter. By het wyzigen zal natuur
lijk op een en anaer gelet worden, de be
slissing blyft dan nog aan den raad.
De heer Van der Meer. Dan is het goed,
dank U
De heer Koopmans met algemeene stem
men herbenoemd.
Benoeming van leden van verschillende
colleges en besturen, tengevolge periodieke
aftreding, als;
Voogd van het Algemeen Stads Armen-
geluk voor den breeden zoom der misdeelden,
voor wien tot nu geen vreugde is weggelegd.
Dan zal 1903 een rijk gezegend jaar zijn
waarop wij met trots zullen kunnen terug
zien en dat wy met gulden letteren in onze
herinnering zullen kunnen aanteekenen.
Dit zij uw aller deel!
Als een bergstn rolt hij voort, de tijd
Nog amper is verad de nagalm van het
klokgelui, dat denenschheid kond doet,
dat weder de heriring wordt gevierd aan
de groote gebeurtei die voor meer dan 19
eeuwen een nieu tijdperk der wereldge
schiedenis opende, j klinkt ons in de ooren
de engelenzang inithlehem’s vlakten den
herders toegezong nog hooren wij het
Gloria in Excelcisigs ter vend in de lucht,
of reeds klinkt onen ander geluid in de
ooren, zwaarmoedijeenruischend over land
en beemd, ons oprend naar het bedehuis,
want het is de la® avond van het jaar.
Ernstig en langzaaschrijdt de schare daar
heen. Diep in den na laten de stemmen Gods
hun geluid hooren, eens somber en zwaar,
dan helder en doringend als het Avé
klokje, maar altijmdrukwekkend, altyd
aangrypend, altyd in roepstem voor die
hooren wil, een mento, toegeroepen aan
geslacht op geslac dat thans rust onder
de koude aarde, t geslacht op geslacht
dat vergeten is en gaan, zonder eens meer
sporen te hebben achgelaten. Een memento,
dat ons er aan hanert hoevelen als wy
door alle eeuwen m den tocht maakten
op den Sylvesteravl, moedig en fier, het
hart vol nope, nietmkend aan den dood,
om straks aangegrei te worden door dien
machtige en neergerpen in het stof. Een
memento voor die iren wil, een memento
voor allen, om althanezen avond een oogen-
blik ernstig in ziele keeren, zich zelven
te toetsen, zich af vragen of men goed
deed of kwaad.
Het is een goedeiwoonte om den laat-
sten dag van het ja te wyden aan het ter
aarde brengen vaiden grijsaard, wiens
lente, zomer, herfst (winter zich afsponnen
in zulk een korten 1. Weemoedig staart
men terug op wat ater ons ligt, een traan
wijdt men aan de gedachtenis der dier
baren, die van onsijn weggerukt, onze
nietigheid wordt oneerst recht duidelijk,
wanneer wy daar, in t Godshuis, ons zelven
toetsen, wanneer wij ize rekening opmaken
om na te gaan of det en credit sluiten, of
onze jaarrekening wit of tekort aan wijst.
Het is goed, wanne wy althans eenmaal
in het jaar er ernstigan denken, dat straks
ook voor ons de ure in slaan waarop onze
kaars is afgebrand i de onverbiddelijke
maaier den last zynsleesters zal vervullen
door den broozen did af te snijden die
„leven* heet. Het is »ed als wij er althans
eens in het jaar aan uken, dar als de ure
daar is, dat de grot iocnt moet worden
aangevangen, waarvan iemand weet waar
heen, waarvan niemat terug kwam, dat wy
dien tocht doen alleetmet achterlating van
al onze rijkdommen,! onze vrienden, dat
niets ons volgen zal, ets dan onze daden,
zij mogen dan goed zi geweest of kwaad.
Het moge ons weenedig stemmen, wan
neer wy denken aandie velen, die nog
nauwelijks een jaar geden met opgewekt
heid den nieuwen jakring begroetten en
die nu reeds lang rusteop den doodenakker,
het moge nieuwe wondt weder doen bloeden
of oude wonden opnietr openrijten, het her
denken van de dierbare die zijn weggegaan,
het stemt tot hoogereffirnst en kan alleen
ons beter maken, waieer wij slechts de
stem willen begrijpen >t ons sprekend uit
die herinnering.
Het eeuwig spel d( natuur speelt ook
hier zich af. Geboren vrden en sterven, de
alpha en omega van 1 wat aardsch is.
Rusteloos snelt de tijc voorby, jaarkring
volgt op jaarkring en e mensch, toch nu
en dan zich daaraan illende herinneren,
richt mijlpalen op, waanj hy kan stilstaan
en terug zien, mijlpalei om een oogenblik
tot zich zelve te komenen zich een terug
blik te gunnen op wat ihter hem ligt. Zulk
een mylpaal is het nieu e jaar. Weggegaan
zijn zij, de drie honderdvyf en zestig dagen,
met al hun lief, hun lee, hun uitspanning,
hun zorg, hun voorspoe, hun tegenslag, zy
liggen achter ons, smaelijk voor den een,
gelukkig voor den andr, maar voor allen
weggegaan, voor altyd. een goud kan ook
maar één spanne tijas t<ug koopen, de tijd
rept de vleugels en spoil zich voort. Wel
hem, die een goed gebnk maakte van dien
tijd, dan wordt het terugien aangenaam.
Hopen wij dat de nieure jaarkring zonder
al te groote schokken har baan zal afleggen,
dat wy bevrijd mogen bly ven van oorlog,
epidemische ziekten en ndere ongelukken,
hopen wij vooral dat ider onzer een open
oog en open hand mofe hebben en lust,
kracht en moed om mee te arbeiden in de
goede richting tot verhoging van ons eigen
levensgeluk, ter verknjgpg ook van levens-
k. Een adres van M, Slippens, brug
wachter, dankzeggende voor de toegekende
f 25 als schadevergoeding voor het sluiten
der brug, doch geen genoegen nemende, dat
hem voor de vertimmering zijner woning
geen schadevergoeding wordt gegeven en er
tegen protesteerende, dat hij zich onhebbelijk
heeft gedragen. Hij heeft niet gehad het
rustig en vredig bezit zijner woning, was
genoodzaakt eenige nachten elders te gaan
slapen, terwijl hij ook wel degelijk schade
aan zyn goed heeft geleden, waarom hy
t te
verordening tot heffing van schoolgeld bij
het herhalingsonderwys.
b. Een beschikking van den Minister v.
Binnenl. Zaken, inzake het verzoek om ont
heven te worden van de verplichting tot het
geven van onderwijs in de handwerken voor
meisjes by het hernalingsonderwys, waarbij
wordt medegedeeld dat het niet noodig is
daarover een beschikking te nemen.
c. Een schrijven van den heer H. J. Hom
mes, dat hy de benoeming tot lid der com
missie tot wering van schoolverzuim aan-
neemt.
d. Idem van den heer S. van Houten,
dat hij wegens drukke werkzaamheden, voor
die benoeming bedankt.
Al het vorenstaande voor kennisgeving
aangenomen.
e. Een voorstel met memorie van toe
lichting van de heeren Schotman, Cuperus,
Kramer en v. d. Meer, leden van den raad,
dat zy, naar aanleiding der gevoerde discus
sion in de laatste raadsvergadering, rekening
houdende met het rapport der gascommissie,
dat de kostende prys van het gas is 665ji0U
cent per stère, en dus voor 6 cent niet dan
met verlies kan geleverd worden, voorstellen
het besluit van 27 Oct. ’99 in te trek
ken, en te bepalen dat het gas voor indu-
stneëele doeleinden, als drijfkracht, verwar
ming, koken (verlichting uitgezonderd) zal
worden geleverd met 1/i cent reductie op
den gewonen prijs, bij een verbruik boven
4000 stère per jaar, ingaande 1 Eebr. a.s.
Dit voorstel ter visie en aan B. en W.
en de Gascommissie om advies.
f. Een missive van de gascommissie,
waarin de Voorzitter en leden te kennen
geven hun mandaat neer te leggen. Door
den raad was de gasprijs op 7 cent bepaald,
doch om de concurrentie met stoom en
om bewoners aan de Dylakker, die last
hadden van een stoommacnine, werd een
verzoek om lager gasprys voor drijfkracht
ingewilligd door 1 cent reductie te verleenen.
Op een verzoek van „Hollandia* werd door
de gascommissie geadviseerd, dat 6 cent
thans beneden den kostenden prys was, en
hierin werd een beschuldiging tegen den
Voorzitter ingebracht, als zou hy een ongeldig
argument hebben gebezigd, en ook de beide
leden die daarmee instemden, werd dit aan
gewreven als zouden zy zich anders nebbsn
uitgedrukt. De raad verwierp het voorstel
der gascommissie met 8 tegen 4 stemmen,
en nam aan een motie om de voor waarden
van gaslevering nader te overwegen, wat
door de leden der gascommissie afs een blyk
van wantrouwen moet worden aangezien.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. Een adres van de heeren 8. Eennema,
C.T. Groenenstein en H. Veringa, verzoekende
ook in aanmerking te komen voor ’t onder
houden der uurwerken van de gemeente.
Gerenvoyeerd aan B. en W. om daarop
zooveel mogelyk te letten.
h. Een adres van Baarda, 18 jaren nacht-
politie geweest zijnde, die na een gevatte
koude, reeds na een maand ziekte op last
van den Burgemeester ontslag moest vragen.
Daar hy hierdoor gedeeltelyk broodeloos is
geworden en altoos trouw zijn plicht heeft
vervuld, verzoekt hy eenig pensioen of wacht
geld te mogen ontvangen.
In handen van B. en W. om advies.
i. Een adres van J. H. Conradi, tuinman,
verzoekende voor de levering van planten en
bloemen in de stadsperken ook in aanmer
king te mogen komen.
j. Een adres van J. Nawyn, van ongeveer
gelijken inhoud.
Beide adressen gerenvoyeerd aan B. en W.
om er by de uitvoering der bestellingen op
te letten,
Tegenwoordig 12 leden. De heer Eisma
is Voorzitter, en deelt mede, dat de Burge
meester en de heer Keikes beiden wegens
uitstedigheid verhinderd zijn, de vergadering
bij te wonen.
De notulen worden gelezen en goedge
keurd.
Ingekomen stukken:
a. Een resolutie van Ged. Staten, bege-
verzoekt, daarvoor f 20 van de pacht
mogen korten.
In handen van B. en W. om advies.
PUNTEN van BEHANDELING.
7. Behandeling van het adres tot het plaat
sen van een lantaarn bij den toegang tot
Elandslaagte met advies van Burg, en
Weth.
B. en W. op advies der Gascommissie,
stellen voor afwijzend op het verzoek te be-
leidende de Koninklijke goedkeuring der schikken, omdat bij den aanleg der straat
geen rekening is gehouden met de bestaande
verordening, zoodat de gemeentezorg zich
daarover nu niet kan uitstrekken. Vooreen
paar jaren is op een dergelijk verzoek met
algem. stemmen afwijzend beschikt en dit
adres geeft geen nieuwe argumenten. Wan
neer de eigenaren zorgdragen voor de ver
lichting van eigen terrein, kan gezien worden
of de publieke straat aldaar voldoende is
verlicht en eerst dan kan overwogen worden
of het noodig is, daar op stadsgrond nog een
lantaarn te plaatsen.
De heer Kramer. Met eenige bevreem
ding heb ik dit advies gelezen. Het is vol
komen juist, dat bij den aanleg dezer straat
niet op de verordening is gelet, doch de ver
lichting op het terrein der gemeente is daar
minder goed dan in andere straten daar in
die buurt en daar wonen reeds heel wat
menschen, 35 gezinnen reeds. Van de Bank
van Leening tot het Zand staan de lantaarns
op een afstand van 47 meter en van de Bank
van Leening tot den heer Bokma, is die
afstand 76 meter. Verder tot de lantaarn
Hengstepad is 65 meter. Wanneer daar nu
een lantaarn bij kwam, zou met verplaatsing
der eene, ook een gemiddelde afstand van
47 meter verkregen worden en dan kwam
het vrij goed uit, ais een voor die nieuwe
straat werd geplaatst. Daar in Elandslaagie
zie ik werkelijk een gevaar bestaan door de
duisternis, daar achter is een diep riool van
de gemeente geheel onbedekt. Het achterste
gedeelte is door het licht der ramen nog niet
het donkerst, ’t is juist als men van daar
naar ’t Hoog oploopt, het ergst. Ik hoorde
dat een jongedoohter daar kort geleden op
een kar terecht kwam.
Over de leiding die er is, wil ik niet
spreken, de adressanten wilden dat ook niet
als een argument beschouwd hebben, doch
er mij voor verklaren, om voor die straat
een lantaarn te plaatsen.
De heer IJ. T. de Boer. Ik ben 't geheel
eens met den heer Kramer. Ik ben er zoo
pas nog eens langs gegaan, om nog eens te
onderzoeken, en ik noem ’t een gevaariyke
plek, want het is er nachtelijk duister. Ik
vind, als men bij de weigering bleef vol
harden, men daar wel wat stiefmoederlijk
handelt. En wij zouden ons beklagen, als
er eens een ongeluk kwam.
De heer Van der Meuten. Na de vorige
aanvraag heeft die buurt en ook de Hoog
straat ter dege de aandacht der gascom
missie getrokken. Wel staan de lantaarns
hier op grooter distantie, maar de stegen
verderop naar ’t Zand zyn gemeentestegen.
Ik stem toe dat het op Elandslaagte donker
is, maar wien de schuld De heer Kramer
spreekt van goeden wil, maar een concessie
in dezen is gevaarlijk. Hoeveel particulieren
kunnen dan wel niet vragen om verlichting
van hun terrein?
De heer Y. T. de Boer. De heer van der
Meuten is dus bekend met de groote distantie
der lantaarns in de Hoogstraat, maar door
den aan bouw wordt die buurt drukker, en
ik zie een gevaar in die duisternis. Ik zelf
heb er geen voor of nadeel bij, maar ’t is
om de zaak zelf. Ik vrees dat wy ons deerlijk
zouden beklagen, als er eens een ongeluk
uit yoortkwam.
De heer Cuperus. ’t Wil my toch billijk
voorkomen indien het verzoek werd toege
staan. De vorige maal heb ik mij er tegen
verklaard, maar ik weet, dat het Wilhelmi-
nagebouw ’s avonds nog al veel bezocht
wordt, en daarom kan ik er in meegaan, dat
men de verlichting er wat verbetert.
De heer B. J. de Boer. Ik vind toch dat
men er later een gevaarlijk antecedent in zou
hebben, door de lantaarnpalen te plaatsen
waar particulieren verlangen. Op het plein
voor de ie katholieke kerk is ’tookdonker,
maar nu heeft het kerkbestuur voor eigen
lolswardsclie Courant
I