1903.
42ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 10.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
I
I
I
Uit de Raadszaal.
ZONDAG 1 FEBRUARI.
VOOR
I
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent.
Vergadering op Donderdag 29 Jan. 1903.
ƒ85,651,80
- 2,054,50
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver-
X volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
- 345,475
- 570,075
- 625,225
- 25,009
Het vorig jaar
I
I
Samen
De Uitgaven bedroegen:
op den vorigen dienst
tegen w.
Samen ƒ87,706,30
Saldo in kas 11,288,22s.
Aangenomen voor kennisgeving.
2. Aanbieding van het kohier van hoof-
de lij ken omslag.
Het onzuiver belastbaar inkomen
bedraagt ƒ914,900
Aftrek als onbelast en voor kin
deren
Zuiver belastbaar inkomen
De heffing geschiedt naar
De opbrengst is gesteld op
naar een heffing van 4%.
was dit 42/ioo.
Wordt gesteld in handen eener Comm.,
nader door den Voorzitter aan te wijzen.
3. Aanwijzing van leden der Commissiën
tot opname van de rekeningen der gestichten
over 1902,
Voor ’t Gasthuis: de Heeren Hommes
Cuperus en Kramer.
Voor ’t Weeshuis: de Heeren V. T. de
Boer, v. d. Werf en v. d. Meer.
Voor ’t Armenhuis: de Heeren Boersma,
v. d. Meulen en Praamsma, de andere leden
als plaatsvervangers.
4. Benoeming van leden van stembureaux
voor 1903.
De Voorzitter benoemt tot waarn. voor
zitter den heer C. W. Eisma, tot leden de
heeren Van der Meulen en Keikes en tot
plaatsvervangende leden de heeren Van
der Meer en Hommes.
5. Benoeming van een lid der Commissie
tot wering van schoolverzuim, de aanbeveling
bestaat uit Justus van der Deen en Hendrik
Grunstra.
De heer Justus van der Feen wordt be
noemd met 8 stemmen, de heer H. Grun
stra verkreeg 5 stemmen.
6. Voorstel van Burg, en Weth. tot aan
vulling der verordening, regelende het her
haling sonder wijs.
Door Ged. Staten is de opmerking ge
maakt, dat de cursus voor de leerlingen
der herhalingsschool 96 uren moet bedragen,
en dus zonder overschrijding daarvan, een
cursus behoort te zijn afgeloopeu.
B. en W. stellen voor, die bepaling in de
verordening op te nemen.
De heer Schotman. Met dat voorstel kan
ik mjj wel vereenigen, ’t is dan ook het
zelfde voorstel, dat door mij bij de behan
deling is opgemerkt, ’t Doet mij pleizier
dat Ged. Staten thans mijn zienswijze
deelen,
Met algemeens stemmen goedgekeurd.
7. Voorstel van Burg, en Weth. tot het
in gebruik afstaan van een vergaderlokaal
voor de Commissie der Ongevallenwet.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft verzocht om een vergaderlokaal,
waarvoor schoonhouden, verlichting en ver
warming in rekening mogen worden ge
bracht.
B. en W. stellen voor een der lokalen
van ’t Stadhuis voor die Commissie der
Ongevallenwet beschikbaar te stellen en de
vergoeding voorloopig te bepalen op f 50
per jaar.
De heer Praamsma. Vijftig gulden over
een vol jaar, een lokaal beschikbaar en
nog wel voor ’t Rijk, dat vind ik zeer
weinig. Ik zou er voor zijn die som te
verhoogen, want Bolsward met de daarbij
behoorende omgeving is nog al uitgebreid
en ’k verwacht dat die commissie nog al
dikwerf vergadering zal moeten houden.
Wellicht zullen wjj met die verlichting en
verwarming nog schade hebben.
De heer Schotman, ’t Spijt mij dat ik
het gevoelen van collega Praamsma niet
deel. Men kan nu die onkosten nog niet
nagaan, daarom vind ik ’t verstandig van
B. en W. de vergoeding voorloopig te be
palen, en eens te kijken hoeveel dit vordert,
om, indien noodig. het een volgend jaar
hooger te kunnen stellen.
De Voorzitter. B. en W. zijn juist van
meening dat de vergaderingen zeer weinig
zullen zijn, en dat de som meer dan vol
doende is, waarom ik dan ook moet ont
raden, die som hooger te stellen.
’t Voorstel van B. en W. aangenomen
met 12 stemmen, de heer Praamsma tegen.
8. Adres van Sj. van der Werf, om
verlenging der vergunning voor vervoer van
terpaarde over den trekweg, met advies van
Burg, en Weth.
De heer v. d. Werf, onderwijzer te Leeu
warden, bericht dat hem den 6 Maart 1900
vergunning is verleend om rails over den
trekweg te leggen, voor den tjjd van 3
jaren, en dat hij toen een sterae walbe-
schoeiïng heeft moeten maken, die krachtens
de voorwaarden eigendom der gemeente
wordt. Daar hij nog niet met den af voer
der aarde gereed is, die stelling hem f 175
heeft gekost benevens f 25 aan de gemeente
kas, verzoekt hij verlenging der concessie
voor 3 jaren, zonder verdere finantieele
bezwaren.
B. en W. zijn niet tegen de verlenging
der vergunning, doch vinden niet geoorloofd
dit kosteloos toe te staan doch een kleine
retributie van f 15 in eens te bepalen.
De heer Schotman. Ik hoor dat voorde
nu gepasseerde 3 jaren f 175 en f 25 is
betaald en nu wordt slechts f 5 per jaar
geëischt, is dat niet veel te min voor ’t
genot dat adressant nu krijgt?
De Voorzitter. De steiger komt aan de
gemeente terug, ’t Is nu sléchts een ver
lenging van ’t gebruik.
De heer Schotman. O, dan kan ik er in
meegaan.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
9. Behandeling van het adres van J. de
Jong om vergunning tot het leggen van een
riool etc., met advies van Burg, en Weth.
Het advies van B. en W. behelst, om
aan de Jong toe te staan, dat voor zijn
woning een boom wordt gerooid en een
riool door den Stadswal wordt gelegd, onder
de gewone conditiën van soliede uitvoering
en goed onderhoud ten zijnen koste.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
10. Behandeling van het adres van A.
Baarda, om pensioen of wachtgeld, met
advies van Burg, en Weth.
B. en W. leggen bij hun advies over het
rapport van den inspecteur van politie.
Het reglement laat niet langer dan 4 weken
plaatsvervanging toe in ziektegevallen en
daar de ziekte van Baarda langdurig scheen
te zullen worden, werd hem verzocht ontslag
te nemen. B. en W. meenen dat er hier
geen termen bestaan om pensioen of wacht
geld toe te kennen, te meer daar hjj geen
ontslag heeft bekomen door gebreken in of
door den dienst ontstaan.
De heer Boersma. Ik kan wel meegaan
met het advies om geen pensioen of wacht
geld toe te staan, doch daar hij 18 jaren
in dienst is geweest, betreur ik het, dat hij
wegens ziekte ontslag moest nemen en vind
ik een kleine gratificatie wel gewenscht.
Ik wil het bepalen er van wel aan B. en
W. overlaten.
De heer IJ. T. de Boer ondersteunt dit
voorstel.
De heer P. J. de Boer. De heer Boersma
zegt, het aan B. en W. te willen overlaten
de som te bepalen, doch het advies van
het D. B. is om afwijzend te beschikken»
Tegenwoordig waren alle 13 leden.
De Voorzitter. Mijne Heeren! In deze
eerste samenkomst des jaars zij het mij in
de eerste plaats vergund, U geluk te wen-
schen. Een korte blik op het afgeloopen
jaar doet zien, dat er vele en velerlei zaken
door ons zijn afgedaan, ook van admini-
stratieven aard, waaronder ik alleen noem
de verordening op het gebruik van den
openbaren weg.
Mede door de bemoeiingen van den af
gevaardigde van ons district, den heer Dr.
Schokking, werd den 24 December de be
slissing genomen, dat de Zuivelschool al
hier zal worden gevestigd, waarbij de toe
zegging werd verkregen, dat hieraan uit
voering zal worden gegeven, wat voorzeker
voor Bolsward een gewichtig besluit mag
worden genoemd. Met dankbaarheid mogen
wjj dan ook aan de bemoeiingen van dat
Kamerlid herinneren, met den wensch dat
de handhaving der rechten van Bolsward
zal strekken tot de bevordering van de be
langen dezer plaats en ook der zuivel
industrie.
In ’t nu begonnen jaar zal wederom veel
van uwe werkkracht worden gevorderd. Ik
wensch dat de daarbij gevoerde discussiën
mogen leiden tot goede resultaten en dat
zij worden gevoerd, waardig in persoon en
woord. Ik hoop Mijne Heeren, dat er
zegen op uw werk moge rusten en het U
ook in uw huiselijke positie moge wel
gaan. (Applaus.)
De notulen der vorige vergadering wor
den gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken:
a. Een resolutie van Ged. Staten, hou
dende goedkeuring van het suppl. kohier
van hoofdel. omslag over 1902.
b. Een missive van den heer S. Koop-
mans, houdende dankbetuiging voor zijne
herbenoeming.
c. Missives van de heeren H. C. Ban
ning, G. H. Schoonhoff, H. Eisma en Mej.
E. de Haas, dat zij aannemen de betrek
king, waartoe zij in de vorige vergadering
werden benoemd.
Een en ander aangen. voor kennisgeving.
d. Een schrijven van den heer A. Bon
man, voorheen afgevaardigde van dit
district, berichtende dat hij met veel ge
noegen heeft vernomen, dat de Staten
Generaal hebben besloten dat de Zuivel-
sehool te Bolsward zal worden gevestigd,
alsmede dat de Minister heeft verklaard
het besluit te zullen uitvoeren. Hij dankt
tevens voor ’t hem gezonden telegram en
wenscht onze Gemeente geluk met die
beslissing.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. De rekening en het verslag over de
Gymnastiekschool over ’t jaar 1902.
Het verslag van de Commissie tot
wering van schoolverzuim over 1902.
Beide voor de leden ter inzage gelegd.
g. Een schrijven v. d. heer C. H. Humme-
linck te Vlaardingen in aansluiting en als
memorie van toelichting op het den 29 Oei.
gezonden adres, waarover nog geen beslissing
is genomen.
Op voorstel des Voorzitters besloten, dit
stuk te leggen bjj de overige stukken inzake
de gasfabriek.
h. Een adres van den stoombootkapitein
H. van Dijk, om gedurende den winter
des avonds een ligplaats voor de stoomboot
te mogen hebben bij ’t plantsoen rechts
van de Harlingerbrug. Hem is door B. en W.
een ligplaats aangewezen achter de smederij
van T. v. d. Zee, doch daar kan hij niet
zwaaien en moet hij dus toch tot het
Kruiswater doorstoomen, wat ’s avonds
lastig en gevaarlijk is voor de vele in die
gracht liggende schepen.
De Voorzitter. Daar bij art 164 der Algem.
politieverordening aan B. en W. is opge
dragen een ligplaats voor de stoombooten
aan te wijzen, stel ik voor dit adres te
renvoyeeren aan B. en W. ter afdoening.
De heer v. d. Meer. Ik geloof ook dat
het aanwijzen van een ligplaats aan B. en W.
behoort, maar ik wensch toch wel aan
B. en W. te verzoeken, dit adres in te
willigen. Het is bekend dat Van Dijk heel
veel last ondervindt om in den wint r
’s avonds bij donker langsdekadete stoomen.
Die gracht is doorgaans bezet met vele
schepen en scheepjes en als ’t wat waait
en stroomt, kan hij met halve kracht haast
niet yooruit en ’t gebeurt daarom dat de
touwen der schepen losbreken, wat aan
leiding tot ongenoegen geeft. Van Di^k
verlangt een ligplaats vóór de draaibrug,
en niet door de brug zooals B. en W. hem
nu toestonden, want dan moet hij om te
zwaaien toch doorstoomen. ’t Is daarom
dat ik verzoek, zijn verlangen in te willigen.
De Voorzitter. B. en W. zullen ernstig
letten op ’t geen U daar hebt opgemerkt.
De heer v. d. Meulen. Zijn de algemeene
discussiën hierover geopend?
De Voorzitter. Pardon, doch als u een
opmerking heeft, dan kan dat.
De heer v. d. Meulen. Ik kan wel mee
gaan, met hetgeen de heer v. d. Meer zeide,
en zou zelfs B. en W. in overweging willen
geven die boot daar steeds een ligplaats
te doen innemen, en den wal daarvoor
gereed te doen maken, want zoo ’t nu is
zal ’t aan ’t plantsoen beschadiging kunnen
geven.
De Voorzitter. Ook hierop zal geattendeerd
worden.
i. Een missive van heeren Voogden van
het Alg. Armenhuis, dat tot Voorzitter van
hun College is benoemd de heer H. J. v. d.
Oever, tot penningmeester de heer H. C.
Banning. Deze laatste heeft als borg gesteld
den heer A. B. Faber, waarover ’s raads
goedkeuring wordt gevraagd.
De heer Van der Meulen. Ik meen hier
bij te moeten opmerken, dat de heer H. J.
de Visser indertijd borg is geworden voor
den boekhouder De Boer. De heer De
Visser is evenwel later lid van dat college
geworden en toch is hij nog altijd borg.
De Voorzitter. B. en W. zullen uwe
opmerking ter kennis brengen van heeren
Voogden.
De gevraagde goedkeuring voor den borg
Faber wordt met algem. st. verleend.
PUNTEN van BEHANDELING:
1. Procesverbaal van kasverificatie over
het 4de kwartaal 1902.
De Ontvangsten bedroegen
op den vorigen dienst f 96,670,40s
tegenw. - 2,324,18
f 98,994,58s
ik vind het daarom beter, dat de raad het
dan maar bepaalt.
De heer Boersma. Ik wensch alleen een
klein bewijs van waardeering, of wil men
liever, van tegemoetkoming bij de ziekte
toe te kennen.
De Voorzitter. Ik moet opmerken, dat
de raad hiermede een zeer gevaarlijk pre
cedent zou stellen. Als het kon zijn een
blijk van waardeering der veelvuldige
diensten, doch ’t past eigenlijk niet in een
openbare zitting daarover te discuteeren,
maar als hoofd der politie wil ik alleen dit
zeggen, dat het menigwerf voorkwam, dat
hij, inplaats van op zijn post te zijn, thuis
zat te koffiedrinken. Was het anders, ik
zou er zeer voor zijn, hem in zijn zieke] ij ken
toestand tegemoet te komen.
De heer v. d. Meulen. Ik vind dat dit
eigenlijk niet is wat Baarda vraagt. Opzijn
verzoek adviseeren B. en W. afwijzend.
De Voorzitter. Ja, dat is zoo, maar de
heer Boersma stelt voor een gratificatie toe
te staan, bijv, f 25 en zulk een tegemoet
koming, mij dunkt daar is met het oog op
zijn toestand wel iets voor.
De heer Eisma, ’t Is mij opgevallen, dat
het adres niet door Baarda is geschreven
en zelfs ook niet door hem is geteekend.
’t Is dus wel mogelijk dat dit adres niet
adressants meening uitdrukt. Na de dui
delijke toelichting van den Voorzitter ben
ik er voor afwijzend op ’t adres te beschikken.
De heer v. d. Meulen. Mjj dunkt, dat in
’t adres duidelijk sprake is van pensioen
of wachtgeld. Dat is nu in behandeling,
en daar moeten wij niet buiten gaan.
De Voorzitter. Er is een amendement,
dat werd ondersteund en dat is dus ook
wel degelijk in behandeling.
De heer v. d. Meer. Ik kan niet nalaten
mijn spijt uit te drukken, dat de behande
ling van dit adres aanleiding heeft gegeven,
om critiek te voeren op de diensten. Ik
kan volkomen meegaan met het advies
van B. en W. om, nu hier geen pensioen
regeling der gemeenteambtenaren is, af
wijzend te beschikken op dit verzoek.
Evenwel hebben toch de ambtenaren na
lange en getrouwe plichtsvervulling een
moreel recht op pensioen, ’t Spijt mjj, dat
in deze omstandigheden ik niets kan vinden,
om Baarda eenig pensioen toe te staan,
maar dit kan nu niet, de eerste stap bindt
voor later.
De heer Y. T. de Boer. Ik heb mijn
ondersteuning aan het amendement gegeven,
in de veronderstelling dat hij was een ijverig
agent, die 18 jaren trouw zijn plicht had
vervuld, doch de feiten door den Voorzitter
genoemd, doen mij hierin weifelen.
De Voorzitter. Ik heb van den man geen
verkeerds gezegd, hij is van onbesproken
gedrag, doch daarom kan men toch wel
minder geschikt zijn voor politieagent.
Ik zal in stemming brengen het amen
dement om f25 toe te kennen, en daarbij
tevens om op het adres afwijzend te be
schikken.
Dit wordt aangenomen met 9 stemmen.
Tegen de heeren Eisma, v. d. Meulen,
P. J. de Boer en v. d. Werf.
11. Behandeling van het adres van M.
Slippens om meerdere kwijtschelding van
pacht, met advies van Burg, en Weth.
B. en W. herinneren aan hun uitvoerig
advies in deze zaak, dat den 18 Dec. met
algemeene stemmen werd aangenomen.
Door het nader adres is hun meening niet
gewijzigd. Adressant vraagt nu nog f20
voor dat hjj is gestoord in het rustig bezit
van zjjn woning, doch dit heeft geen zin,
daar hij juist verhinderd heeft aan zijn
woning de gewenschte verbeteringen aan
te brengen. B. en W. meenen, dat met
f25 toe te kennen voor de stremming van
passage, waarop hij toch rechtens geen
aanspraak had, de zaak reeds royaal is
behandeld.
Met algemeene stemmen op dit adres
afwijzend beschikt.
Na de behandeling der punten vroegen
nog de volgende heeren het woord:
De heer Schotman. Ik heb heden te
vergeefs gezien naar een punt van behan
deling, dat ik meende, dat heden aan de
orde had moeten komen, n.l. op welke wijze
de Gemeente hare werklieden tegen onge-
vallen zal gaan verzekeren, ’t Is bjjna 1
Febr. en dan treedt die wet in werking.
De Voorzitter. B. en W. hebben die zaak
overwogen en volgens art. 126 der Gemeente
wet meenden B. en W. dat dit een zaak
van inwendig bestuur en een gevolg van
’s rjjks wetten is, en daarom aan het D. Best,
was opgedragen. Evenwel willen wij vol
gaarne het advies van den Raad vernemen
en zullen mededeeling doen van de stap
pen door ons gedaan, daar ’t volstrekt niet
te doen is om den Raad buiten de kwestie
te houden»
Bolswardsche Courant
olswa.ro en wonseraoeel