42ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 14.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
3OLSWARD EN WONSERADEEL
Gewetenswroeging.
1903.
t
ZONDAG 15 FEBRUARI.
BINNENLAND.
VOOR
2761,63
36188,97s
38950,60’
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Ots. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nus. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
r»
8383,28s
5621,65s
O' -
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Sneek. In de Woensdag alhier ge
houden vergadering van het Bestuur der
„Katholieke Landdagis besloten dit jaar
ue Landdag te houden te Heerenveen.
Het bericht, dat onze gasfabriek hier,
naar men denkt met 1 Maart wordt geopend,
is geheel uit de lucht gegrepen.
De maand Mei zal eerst wel in het land
moeten zijn, vóór men aan de Geeuw met
de fabriek sant en klaar is.
Maandag 9 Febr. hield de Sneeker
onderlinge Brandwaarborg-Vereeniging hare
39ste jaarlijksche algemeene vergadering.
Door den Voorzitter werd bij zijn openings
woord een woord van dank gebracht aan
den afgetreden directeur-boekhouder, den
heer Tn. Boshuijer.
Uit het verslag over het afgeloopen jaar
bleek het, dat 1902 een zeer gunstig
jaar was geweest. Uit het rapport van de
commissie tot het nazien der boeken over
1904 vernamen wjj, dat slechts f 98,82
voor brandschade was uitgekeerd.
In 1902 hadden de inkomsten
bedragen
Een hooge blos kleurde zjjn gezicht.
O, ook de slechte tjjd heeft een einde,
vervolgde hjj met verheven en onzekere
stem: komt tjjd komt raad.
Verbaasd staarde zjj hem aan. Hij echter
deed plotseling een greep in den zak, en
een oogenblik later rolden de goudstukken
over het tafeltje aan haar bed, schitterend
in het matte lamplicht.
Daar mijn lieveling! sprak hij gejaagd,
daar is geld! Dat is voor ons. Daarvoor
zal ik je laten verzorgen.
Waarom moet alleen de rjjke gezond
worden, waarom moet de arme tengevolge
van kleine ongesteldheden, die men voor
eenige guldens kan genezen, sterven. Ik zal
je weer beter maken en wanneer dit is
uitgegeven, is er meer.
De vreugdevolle woorden bestierven bjjna
op zijn lippenhij sprak zachter en zachter
en zijn verheugde blik kreeg een schuwe
uitdrukking. De vrouw zeide geen woord
maar haar gezicht haar gezicht
Het was geen vreugde, geen hoop, geen
opnieuw ontwakende levenskracht, die in
hare zwakke trekken lag; dat was wan
trouwen, verdenking, schrik.
Dief!
Had zij dat geroepen? Had zij hem met
trillende lippen dat verschrikkelyke woord
naar ’t hoofd geslingerd? Neen, zjj had
niets gezegd, geen geluid was over haar
lippen gekomen, ze staarde hem slechts
strak in ’t gelaat.
En toch klonk dat woord in zijn ooren.
Zij riep het weer, altijd weer. Vol verach
ting en toorn vol haat en afschuw.
Dief!
Vrees, afschuw, verwijt, alles klonk hem
in de ooren. En nog altijd staarde zij haar
opgewonden man aan.
Hij echter raapte zenuwachtig de goud
stukken op, drukte den hoed op het hoofd
en wilde de deur uitstormen. Daar keerde
hij zich nog eenmaal om en zeide: „Ik
heb nog wat te doen, iets zeer gewichtigs.”
Toen verliet hij in allerijl de kamer.
Hij begaf zich onmiddellijk naar het
bureau van zijn patroon.
Hij deed een woesten trek aan de schel
van het deftige huis, en zeide tot de meid,
die de deur opende:
Ik moet mijnheer spreken. Onmid
dellijk, over een gewichtige zaak.
Het meisje antwoordde, dat mijnheer in
den familiekring zat, en dan niet gaarne
bezoek ontving. Hij moet mij ontvangen.
’k Zal het probeeren.
Ademloos wachtte hij aan de deur, tot
hij eindelijk haar stem hoorde.
Mijnheer zal u bij uitzondering ont
vangen.
Gejaagd stormde hij het verblufte meisje
voorbij en trad toen de ontvangkamer van
zijn patroon, die hem reeds wachtte, binnen.
Wat is de reden van dit late bezoek
Een diefstal, mijnheer.
Hoe? By mij?
Ja! De dief staat voor u.
Bijna onhoorbaar kwamen deze woorden
over zijne lippen. Terwijl zijn patroon
onwillekeurig een stap terug deed, legde
hij met bevende hand de goudstukken op
de schrijftafel. Toen kalmeerde hij. Hij
slaakte een diepen zucht en vervolgde toen
op zachten smeekenden toon:
Neem uw geld terug. Ik heb het
weggenomen in een oogenblik van waanzin.
Verbaasd staarde de patroon zijn klerk
aan, die in grenzenlooze smart voor hem
stond.
En hoe kom je er toe een dief te
worden? vroeg hij op gestrengen toon.
De klerk zag hem met een schuwen blik
aan.
Uit liefde voor mijn vrouw, fluisterde
hij toen. Maar zij haat, zij verafschuwt
mij daardoor, uit vrees voor haar dood, en
nu zal zij sterven, omdat ik een dief ben
geworden.
Hij bedekte het gezicht met de handen,
en voor het eerst sinds langen tijd, werden
zijn oogen vochtig, nu van oprecht berouw.
Toen voelde hij een hand op zijn schouder
leggen.
Hij ziet op en staart in het ernstig gelaat
van zijn patroon.
Vertel mij alles. Zeg mij in welke
omstandigheden ge verkeert. Geef u niet
zoo over aan bitter zelfverwijt, spreek vrjj
en open. Waarom hebt ge gestolen?
Een oogenblik zag de klerk op deze vraag
zijn patroon weifelend en besluiteloos aan,
maar toen ook stortte hij zijn hart uit en
schilderde zijn toestand, wat hij in den
laatsten tjjd had ondervonden en gedacht.
Hjj werd steeds meer welbespraakt en ieder
woord droeg den stempel der waarheid
voor de eerste maal in langen tijd bracht
hij in woorden uit, wat er in zijn binnenste
was omgegaan,
Sneek, 12 Febr. Onze telegrammen- en
brievenbesteller P. v. d. Meer, hoopt 16
Febr. a.s. den dag te gedenken, waarop
hij een kwarteeuw geleden in dienst trad
bij de posterijen. Van die 25 jaren was
v. d. M. een halfjaar werkzaam als bode
van hier naar Bolsward, 14*/i jaar van
Sneek op Oosterend en 101/, jaar in zijn
tegenwoordigen werkkring.
Aan belangstelling zal ’t dien ijverigen
beambte dien dag wel niet ontbreken.
Heerenveen, 10 Febr. „’t Is mij te
slimdat was de spontane uitroep van een
der aanwezigen bij de goochel-, toover- en
spiritistische voorstelling van prof. Chambly,
in de Hink bezette Posthuiszaal.
Op ongemeene wijze wist de heer Cham
bly de belangstelling te wekken en tot
spannende hoogte op te voeren.
Wat men zag was alles mysterieus en
onbegrijpelijk, doch de brief met zeven zegels
bevatte wel het ondoorgrondelijkste raadsel.
Die brief werd het publiek getoond in
dien brief bevonden zich zeven andere brie
ven, ieder met een zegel gesloten en in
die brieven stond geschreven wat straks
enkelen uit het publiek zouden aangeven.
De heer Chambly begaf zich toen tusschen
’t publiek, liet een ’n keus doen uit drie
boeken een ander een bladzijde opslaan
een ander een vers en een regel kiezen.
Toen werd de brief geopend en volkomen
juist kwam de inhoud overeen met hetgeen
door het publiek was aangegeven. In de
gauwigheid transformeerde de heer Chambly
uit de bijeengefrommelde verscheurde enve-
loppes een affiche, waarop sierlijk gedrukt
de mhoud der verzegelde brieven stond.
Een onzer dorpspostboden zou, als hij niet
geblinddoekt was geweest, ons kunnen in
lichten over de geheimenissen van het gees
tenkamertje, waarin hij een experiment met
mej. Kardek medemaahte.
Hoe het nu mogelijk was dat eene dame,
stevig met handen en voeten aan stoel en
ringen gebonden, hare handen het publiek
kan toonen, op de tambourin kan spelen,
bovendien den naast haar staauden man,
ondanks diens hevig verzet, de jas kan uit
trekken en uit het kamertje werpen, en toch
bij onderzoek nog even stevig gebonden
bleek, ’t zal dien man wel evenals de andere
aanwezigen „al te slim” zijn geweest.
Het publiek genoot in hooge mate bij
deze interesante voorstelling.
Stavoren, 12 Febr. Ook in ons stadje
ondervond men nog te elfder ure den invloed
van de stakingsmanie der laatste dagen.
Tweemaal weeks werd er hier voorberei
dend militair onderricht gegeven aan een
twintigtal jeugdige zonen van Mars en nu
is er plotseling een einde gekomen aan ’t
militair vertoon in onze straten. De ge
bruikte geweren zijn weggehaald om elders
dienst te doen, ’c Is te hopen, dat ’t van
even onschuldigen aard moge zijn.
Rottevalle, 12 Febr. TeOudega (Sm.)
zal een weduwnaar in den echt treden met
eene wed. uit een op een uur of drie af stands
gelegen dorp. De bijzonderheid is, dat hij
10 en zij 17 kinderen heeft. Van deze 27
zijn er ook ai getrouwd, zoodat het een
aardige familie wordt.-Ta Surhuister-
veensterheide kreeg een vader twist met
zjjn zoon en schoonzoon. ’tKwam tot hand
tastelijkheden en ’t werd een ruwe, bloedige
vechtpartij. Met een geweerloop sloeg men
den vader levensgevaarlijke wonden aan
hoofd en rug. Geneeskundige hulp werd
ingeroepen.
13 Febr. De bekroonde en om het
hoog vetgehalte der melk, beroemde koe
van S. Bosma te Opeinde heeft een koe
kalf geworpen, waarvoor te vergeefs f871/!
geboden is. Voor de geboorte werd reeds
f 75 voor ’t kalf geboden, de eigenaar vraagt
f 100. Een jonge stier van deze koe, 1 jaar
7 maanden oud, is thans verkocht aan den
heer G. Posthuma te Drachten, voor f 450.
Wonseradeel, 12 Febr. Sinds Zater
dag jl. hadden in deze gemeente onder
scheidene ongevallen plaats. Te Witmar-
sum een begin van brand; te Pingjurn eeni
ge braakhokken in brand, zoodat ’t gebouw
„Vierverlaten” groot gevaar liep; op de
„Grauwe Kat* onder Arum zakte de vracht
wagen van Terpstra uit Harlingen inelkaar
en te Arum geraakten jl. Zondag een paar
tramwagens op de verkeerde Ijjn. ’t Liep
alles nog al goed en zonder groote schade
af. ’t Vlasbraken is grootendeels weer afge
loopen in deze gemeente.
Gaast. 12 Febr. Toen de landbouwer
A. v. d. P. alhier een paar dagen geleden
op een morgen zijn dochter wilde wekken,
bleek, dat zij zich niet in huis bevond. Tevens
werd f 25 vermist uit haars vaders porte
feuille. Overal werd naar de vermiste gezocht
de polite werd met een en ander in kennis
gesteld en met een verzocht haar op te sporen.
Wat de oorzaak van deze verwijdering mag
wezen, ligt in het duister.
Later vernemen we, dat de politie te Sneek
haar heeft aangehouden en naar de ouder
lijke woning teruggebracht.
Balk, 12 Febr. Tot welke ongezonde toe
standen vrije concurrentie voeren kan.
Tot nog toe bedroeg de vracht van 50 K.G.
maïs van Sneek naar hier 5 cent. Eén der
stoombootkapiteins bood het aan voor 3ct.,
waarop de andere het deed voor g cU
Hjj had gestolen. Er was voor zjjn daad
geen andere beteekenis te vinden hjj
mocht er zooveel over peinzen als hij wilde.
Al het andere was ijdele verschooning, hjj
had gestolen, zich aan ’t eigendom van een
ander vergrepen. Maar die andere was rjjk
Zjjn kast was goed gevuld, zyn kinderen
waren bezorgd, wien schaadde zulk een
klein verlies? Die onnoozele goudstukken
kon de rjjke man wel missen!
Maar ’t was toch diefstal. Een diefstal
met voorbedachten rade ten nadeele van
hem, bjj wien hjj zjjn brood verdiende
juist de verzoeking...?
De brandkast had opengestaan.. het
kleine kistje, dat daarin stond, was tot
aan den rand met goudstukken gevuld, die
zoo verleideljjk schitterden..
Thuis eehter lag zjjne jonge vrouw ziek,
en hjj verdiende nauweljjks genoeg om haar
en zjjn kind de noodzakeljjkste voedings
middelen te verschaffen. Wat zou een flesch
goede wjjn een krachtige soep haar smaken
en versterken! De kleur op haar bleeke
wangen zou terugkeeren, de polsslag krach
tiger worden, haar levensmoed opnieuw
ontwaken.
En juist was zjjn patroon opgestaan en
een nevenvertrek binnengegaan was dat
niet een beschikking van het lot, een
vingerwijzing? Een vlugge stoute greep in
het met goudstukken gevulde kistje, en
zjjn huiseljjk geluk, door ziekte en zorgen
vernietigd, zou opnieuw bloeien! Och wat,
het was geen diefstal! Het was een daad
'uit zelfbehoud!... En zoo had hjj toegetast.
Nu was ’t gebeurd... en met den rijken
buit in zjjn vestzakken geborgen, begaf hjj
zich naar zjjn woning. In ’t begin was ’t
hem bljj te moede geweest... „Hulp!
Redding!...* juichte het in zjjn binnenste
en hjj haastte zich naar huis...
Daar hoorde hjj een stem: „Houdt den
dief!”
Onthutst bleef hjj als vastgenageld aan
den grond staan. Het angstzweet brak hem
op het voorhoofd uit hjj sloeg de handen
voor ’t hoofd.
Nu al ontdekt?
De mensehen stormden hem voorbjj, ren
den hem bjjna omver, of stieten hem ruw
op zjjde.
Hjj zag, dat ze bjj een jongmenseh bleven
staan, dien een politieagent reeds bjj den
kraag had gevat. Een groote menigte had
zich om den jongeling verzameld, die nu
door den pohtie-agent werd weggeleid,
vergezeld van gejoel en geschreeuw der
jeugd.
Maar dat was onzinHoe kon hjj zich
met dat jongmenseh geljjkstellen... mis
schien een gemeene straatroover, die een
kind of een arme van zjjn laatste bezit
beroofd had! Dat had hjj toch niet gedaan
Hjj trachtte tot andere gedachten te komen.
Wat zou hjj voor dat geld koopen, om
zjjn arme vrouw te verrassen? Wjjn ver-
versehingen... ja, dat zou het zjjn.
Maar zou men zich er niet over ver
wonderen, dat hjj, die bleeke man in
armoedige kleeding, goudstukken ter in
wisseling gaf en dingen kocht, slechts voor
rjjker natuurgenooten bestemd? Zou men
hem niet wantrouwend aanzien, en ver
denking koesteren. Zou men hem niet arre-
steeren en roepen „een dief!”
Maar, dat waren dwaze gedachten. De
winkeliers zouden geven, wat hjj bestelde;
wat kon ’t die mensehen schelen, waar het
geld vandaan kwam!
Daar was een wjjnhandel, prachtig ver
licht en vol mensehen. Naar binnen dus!
Neen het ging niet. Hjj was te onrustig.
Het goudstuk, dat hjj reeds uit zjjn zak
gehaald had, gloeide in zjjne hand als vuur.
Neen, hjj moest eerst kalmer worden, zich
eerst overtuigen, dat hjj geen gemeene dief
was, en dan, dan zou het beter gaan. Hjj
wilde eerst zjjn woning opzoeken, de ellende,
waarin zjjn vrouw verkeerde, aanschouwen,
het zwakke, uitgeteerde kind kussen, dan
zou hjj den noodigen moed en de noodige
kalmte hebben herkregen, dan zou hjj in
zien, dat hjj goed had gehandeld.
Gejaagd trad hjj de armoedige kamer
binnen.
Hoe is ’t met je? vroeg hjj zacht en
onhoorbaar.
Goed, heel goed!
Je jokt, geloof ik, zeide bjj verdrietig,
terwjjl hjj haar hand in de zjjne nam. Het
gaat niet goed met je. Je Ijjdt gebrek en
haalt droeve gedachten in ’t hoofd. Je hebt
verpleging noodig. Heb maar geduld, daar
zal voor gezorgd worden. Je zult niet
langer kommer en gebrek Ijjden, Ik zal en
kan je helpen!
f
en de uitgaven -
Zoodat een winst was behaald
van f
Het kapitaal der vereeniging
bedroeg 31 Deo. 1901
Zoodat het kapitaal thans
bedraagt f
Verz. bedrag op 31 Deo. 1901 - 5369740,
vermeerderde in 1902 met- 131850,—
bedroeg 31 Dec. 1902 f 5504590,—
By de verkiezing van een commissaris,
wegens periodieke aftreding van den heer
H. Rinia Kingma, werd de heer H. Rinia
Kingma herkozen met 34 van de 36 uitge
brachte stemmen.
Bij de gehouden verkiezing van 3 leden
voor de commissie tot het nazien der reke
ning over het loopende jaar werden achter
eenvolgens gekozen de heeren A. P. P,
Bloemen, mr. H. Okma en J. H. Bont,
reap, met 20, 24 en 26 van de 37 uitge
brachte stemmen, O. N.
Witmarsum. Naar wij vernemen, heeft
de heer B. binnema alhier, bedankt als
Directeur der coöperatieve stoomzuivel-
fabriek.
Zoo mjjnheer, besloot hjj, zoo ben ik
een dief geworden. En ik verzoek u drin
gend met mjj te handelen zooals u verkiest.
Met gebogen hoofd wachtte hjj het antwoord,
dat na eenig wachten volgde.
Neem het geld terug, het behoort u.
Gjj hebt een curieuzen omweg gemaakt
om mij ondersteuning te verzoeken. Hadt
mjj driest uw toestand blootgelegd, het
zou niet zoo ver gekomen zjjn.
Maar nog is het tjjd. Ik geloof en ver
trouw u. Ge bljjft in mjjn dienst en die
goudstukken daar gebruik ze voor uw
arme vrouw, om haar toestand te verbeteren.
Nu tast toe. Of moet ik u nog een sehrif-
teljjk bewjjs geven, dat het geld u recht
matig toekomt?
Eenige minuten later stond de dief met
een berouwvol maar verlicht hart weder
op de straat en spoedde zich huiswaarts.
Nu deed hjj allerlei inkoopen, en ’t kwam
in ’t geheel niet bjj hem op, dat men
argwaan koesterde over zjjn groote uitgaven
en zjjn goudstukken. En toen hjj thuis
kwam en ververschingen voor zjjn beang
stigde vrouw uitstalde, zag zjj hem niet
verwonderd aan, riep zjj hem niet toe
„Dief!” Toen omhelsde zjj hem innig en
fluisterde feeder:
Hoe komt ge aan dat geld?
Gestolen, Vrouwtje.
Gestolen. Maar man. Hoe kom je op
die verschrikkelijke gedachte Gjj een dief
Toen nam hjj haar magere hand en be
dekte ze hartstochteljjk met kussen.
Ja, ge hebt geljjk, sprak hjj zacht met
moeite zjjn tranen in houdende, ik mag
geen dief zjjn. Met moeite vertelde hjj toen
zjjn heele wedervaren. (V. N.)
Bolswardsche Courant
Uil
I