NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD ons WARD EN WONSERADEEt Een fijne klant. 1903. No. 22. 42ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. g ZONDAG 15 MAART, BINNENLAND. VOOR e HA gaf, zei de detective tegen my een ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Afzonderlijke jnos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Huiselijk verdriet moet de oorzaak van dit treurig ongeval zijn. Workum. Door de Afdeeling ,Wor- kum“ der Friesche Maatschappij van Land bouw is alhier een melkwedstrijd gehouden, waaraan door 10 personen, allen tusschen 15 en 20 jaar, werd deelgenomen. De le prijs f 10, benevens een diploma, werd be haald door Bertus de Boer te Workum, oud 17 jaar; de 2e prjjs f5,—, benevens een diploma, door Gerbrigje Demmer, Wor- kutnerwiske, oud 16 jaar; de 3o prijs, f 2,50, benevens een diploma, door Pietertje Wester te Ferwoude (meer), oud 19 jaar, terwijl een gratificatie werd toegekend aan Geertje Dijkstra, Koudumerwiske. Deze wedstrijd, nog iets nieuws, mag als uitnemend geslaagd, worden beschouwd en leverde het bewijs dat allen die kunnen melken, nog geen melkers zijn en dat het melken een onderdeel van het boerenbe drijf is, waar de grootste zorg aan moet worden besteed. Leeuwarden, 12 Maart. De Friesche Coöperatieve Vereenigiug tot bereiding van Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Een goede dag. De kantonrechter te Rotterdam deed uitspraak in de zaak van den deurwaarder Swam, contra jhr. A. A. Martini Buys. Den 6 Januari werd verkocht de sleep boot „Papendrecht“ voor f10,700, waaraan de makelaar f 700 verdiende. Hij wilde nu den deurwaarder beloonen met f20, maar deze zag in dat kleine aanbod geen goeden dag tegenover de groote verdienste van den heer Buijs. Gedaagde verweerde zich daar mede dat bij volstaan kon met den deur waarder te geven wat hem goeddunkt en hij daarmede genoegen moet nemen. De kantonrechter zeide toen dat zulk een over eenkomst geen overeenkomst is en in de wet tarieven zijn gesteld. De kantonrechter heeft beslist dat een deurwaarder voor een gerechteljjken verkoop mag rekenen voor zijn moeite waaronder het noodige schrijfwerk is berekend, f 3 voor drie uren; dat het nu wel een vrij willige verkooping gold, waarvoor dat tarief is vastgesteld, maar dat de bewering van den gedaagde dat de hulp van eischer hoog stens 15 minuten noodig was, door dezen t niet is weersproken. Een aanbod van f 20 door gedaagde gedaan, kan dus als een goede dag beschouwd worden. Gedaagde werd dus veroordeeld tot betaling daarvan met verhooging van 5 pCt. rente, en werd bepaald dat iedere party haar eigen kosten zal dragen. De Tel. veevoeder heeft besloten te Akkrum eene fabriek te stichten aan het grootscheepsvaar- water en de spoorlijn, met een front van het hoofdgebouw ter breedte van 23,40 M. en een hoogte van 16 M. Het hoofdgebouw zal hoofdzakelijk worden iri gericht tot bergplaats van zaden en ge maakte producten. Daarachter en in ver binding met dit gebouw de werkplaatsen en machinegebouwen. Verder zullen afzonder lijke lokalen worden gebouwd voor de stoommachine en ketels, zomede voor de bat tery eener electrieche verlichting. Bezijden het boofdgebouw zullen oliereservoirs in een afzonderlijk gebouw worden aangelegd. Tus schen het hoofdgebouw en de oliereservoirs zullen rails worden aangelegd in verbinding met de spoorlijn. Haskerhorne, 10 Maart. Is te Rottum reeds j.l. Zaterdag het eerste kievitsei ge vonden, wij hebben hier een ander eier- wonder. Herre Zij Is tra toch vond heden niet minder dan 19 eendeneieren in één nest. Dat is toch zeer vroeg en zeer veel. Harlingen, 12 Maart. Nu met den aflandigen wind de gelegenheid weer gunstig is om het overtollige boezemwater in de zee te loozen, kan men op het havenhoofd dui delijk aan de bruine kleur van het water, een eindweegs in zee op, de grensscheiding van zoet en zout water waarnemen. Het was op dit keerpunt, dat men voor een paar dagen den bruinvisch weer kon gadeslaan. Afgaande op vroegere ondervinding in deze, moet er weer minder goed weer in aan tocht zijn. De enorme massa turfstrooisel, die in pakken, alle van hetzelfde gewicht, weken lang aan de Nieuwe Willemshaven op een viertal kolossale hoopen bewaard is gebleven tot er gelegenheid voor verscheping bestond, is thans zoo goed als opgeruimd. Overigens is de verzending van goederen van hier naar Engeland en ook omgekeerd tegenwoordig veel minder groot dan ze een tijdlang ge weest is. Zelfs is er voor ballast wel water in de booten gedaan bij gebrek aan vracht goederen, opdat de overtocht kon plaats hebben. Sneek. Als een bijzonderheid kan ver meld worden, dat mej. de wed. Gr. alhier by het schillen van een grooten aardappel toe de ontdekking kwam, dat de knol een zilveren theelepeltje bevatte, dat er geheel in vergroeid zat. Uitwendig was daarvan aan den aardappel niets te zien. Naar wordt meegedeeld heeft de samenkomst van Confessioneelen hier met Dr. Hoedemaker er jl. Zondag toe geleid, dat men aan ’t Kleinzand een erf heeft aangekocht, waarop het volgend jaar een lokaal zal worden gebouwd, waarin voor bedoelde party gelegenheid zal worden ge geven, om Zondags buiten de gewone preek in de Herv. Kerk, van een godsdienstrede te kunnen profiteered Donderdagmorgen werd hier uit de opvaart aan de zuidzijde van het R. Kath. Kerkhof opgehaald het lijk van een in de Boschstraat thuis behoorend gehuwde moe der, die den vorigen avond in opgewonden toestand hare woning had verlaten. Naar men meedeelt, had zij vóór haar heengaan gezegd, dat, wanneer ze niet terugkwam, men naar kon vinden aan den Lamster- ot Leeuwarder straatweg. dunkt, dat u daarover verheugd kunt zyn. Het geld dat hy u betaald heeft, mag wel in orde wezen, maar ik zou willen wedden dat u daaraan toch ook nog wel het een of ander zou kunnen vinden, dat u niet had verwacht. In elk geval heb ik eene goede vangst gedaan, want Dick wordt wegens drie of vier zwendelaryen in even zooveel huizen vervolgd. Te zeggen dat ik verbaasd was, zou een al te zachte uitdrukking zyn; ik was zoo onthutst, dat ik volkomen het hoofd verloor. Laat my thans ook eens het geld zien, dat hy u gaf, zei de detective tegen my en zonder bedenking gaf ik ’t geld. Goed zoo, ging hy voort. Ik zal het bewaren, totdat wy het aan de autoriteiten kunnen overgeven. En terwyl hy uit den zak van den op lichter diens brieventasch haalde, vervolgde de detective: Ook deze bankbiljetten zal ik by me steken. U kunt me gerust gelooven, dat ze by my goed bewaard zyn. En geld, cheque en juweelen verdwenen in den zak van zyn jas. Myn zoogenaamde klant staarde somber voor zich uit en zei in het geheel niets. Zooals van zelf sprak, zou ik mee naar de politie gaan. Ik liet door myn huisknecht een vigelante halen, waar we alle drie in stapten. Al spoedig waren wy voor het centraal-politiebureau gekomen. Beneden in het sousterrain waren de cellen, op de eerste verdieping de bureaux. De vigelante hield stil. Nadat de detective my had in gelicht, ging ik de trap op en zou op de eerste verdieping in eene my nader aan geduide kamer op den detective wachten, die eerst zyn gevangene beneden afleveren en my daarna in verhoor wilde nemen. Toen ik de deur achter my dicht deed, hoorde ik dat het rijtuig wegreed. Ik wachtte vyt minuten, tien minuten, een kwartier, een half uur, een heel uur, niemand liet zich zien en ik werd onge duldig. Ik had een deur opgemerkt, waar door men uit dit vertrek in een ander kon komen en waarop als opschrift „chef van politie* stond. Kort beraden trad ik daar binnen en bevond my toen in tegenwoor digheid van dezen hooggeplaatsten ambte naar. Ik vroeg hem of hy of misschien iemand anders my wat omtrent den „Diamanten-Dick* kon vertellen en of hy ook wist, waar de detective te vinden was. De chef keek me verwonderd aan. Ik gaf hem de noodige inlichtingen. De chef lachte. Ik werd boos. Nu werd hy ernstig. Myn beste mynheer, zei hy. U is helaas het slachtoffer geworden van een paar zoo geslepen bedriegers, als er in ons .land gelukkig weinig zyn. De juweelen- zwendelaar en de detective zyn elkanders medeplichtigen en ik vrees zeer dat het geld en uwe diamanten voor goed verloren zyn. Dit doet my zeer leed en zoover het in onze macht staat, wil ik u ook gaarne helpen, maar we kunnen slechts weinig hoop hebben, want deze schurken hebben denzelfden zwendel in bjjna alle groote steden der Unie in praktijk gebracht en in weerwil van de grootste inspanning is het tot dusver nog niet gelukt hen in handen te krijgen. Met die woorden kon ik naar huis gaan en ik heb van myne juweelen en van de geslepen oplichters nooit weer iets vernomen. 400 dollar, een broche voor 125 dollar, een ring met diamanten voor 150 dollar en als geschenk voor het bruidmeisje een borst speld voor 100 dollar. Alle voorwerpen bevatten slechts diamanten van het zuiverste water; je kunt je dat wel denken, diamanten voor 1025 dollar. Voor een heeten Augustus dag was dit voor een uur werken een heel aardig zaakje, niet waar? Myn klant was ten opzichte der étui’s, waarin de juweelen bewaard zouden worden, zeer kieskeurig; daar de gewone étui’s niet voldoende waren voor zyn verfijnden smaak, zocht ik myn allerbeste op, waardoor de rekening nog 20 dollar hooger werd. Terwyl ik bezig was de juweelen in de étui’s te leggen, nam myn kooper een groote jachtleeren brieven tasch uit den zak en telde de banknoten die er in waren. Toen ik hem nu het kleine, maar kostbare pakje en de rekening over handigde volgens een oude gewoonte had ik hem eerst de rekening en na een klein poosje het pakje gegeven stelde hy my een cheque en eenige banknoten ter hand. Het bedrag daarvan was te samen 1042 dollars. Zyn brieventasch stak hy weer in den zak en toen haalde hy een kleine portemon- naie voor den dag, waaruit hy my het nog ontbrekende bedrag wilde betalen. Nadat hy in alle vakjes gezocht had, bemerkte hy tot zyn schrik, dat hy nog een halven dollar in kleine munt te weinig had. Maar myn beste meneer, zei ik, doe toch als het u belieft om deze kleinigheid geen moeite. Ik verzeker u, dat ik volkomen tevreden ben gesteld. Neen, mynheer, zoo ben ik niet ge woon zaken te doen, antwoordde hjj op ernstigen toon. Ik ben niemand een cent schuldig, vervolgde hy, terwyl hy naar kleingeld bleef zoeken. Het viel me echter op, dat hy, inplaats van zoo lang te zoeken, niet een banknoot door my liet wisselen, ofschoon ik had opgemerkt, dat hy er ook verscheidene van een klein bedrag by zich had. Terwyl hy in zyne zakken bleef zoeken en ik ondertusschen deed, alsof ik daarop volstrekt geen acht sloeg, zag ik, hoe een gezet man in gewone kleeding voor den winkel op en neer liep. Op eens bleef deze staan en drukte zijn neus tegen de ruit van het uitstalraam. Met haastigen tred kwam hy daarop den winkel binnen en deed de deur achter zich dicht. Verlicht ademhalend zei hy met een afstootende vertrouwelijkheid tegen me: „toch nog op tyd, hé? en zich tot myn klant wendend, die hem den rug had toegekeerd, klopte hy hem op den schouder en zeide: „Hola, Dick, weer eens met je oude kunstjes bezig?* De heer wendde zich om en werd beurte lings rood en bleek in zyn gezicht. Hy scheen de spraak totaal te hebben verloren en wat my betrof, van toorn was my het bloed naar het hoofd gestegen en woedend snauwde ik den laatstgekomene toe Wat moet dit toch beteekenen? Met welk recht komt u hier en beleedigt myne klanten? Wie zyt ge mynheer? Wat, een klant? Hy heeft hier zeker wat gekocht? Ik kan het my denken. Een fijne klant! En wie ik ben? Wel, hier is myn kaartje, alles wat u noodig hebt te weten, kunt u daarop lezen. „Ik heb uw kaartje niet noodig, meneer, en wil het niet eens zien. Ik eisch van u dat u myn winkel verlaat. Dezer heer heeft goederen by me gekocht en ook betaald, hoort ge, ook betaald. Ik wierp een blik op het kaartje en ofschoon ik daarop het woord „detective* las, kreeg ik nog altyd geen argwaan. En al kwamen er ook een dozyn detectives by me, ik zal nimmer dulden dat klanten in myn winkel beleedigd wor den. John, riep ik myn huisknecht toe, roep een agent van politie. Laat er liever dadelyk maar drie of vier halen, als u er zoo verlangend naar zyt, zei de brutale indringer heel kalm en zich toen weer tot den heer wendend, ver volgde hy Zeg eens, Dick, wil je nu bedaard met me meegaan of niet? Maar wie vermag myne verbazing te schetsen, toen ik myn deftigen klant vreeselyken vloek hoorde uitstooten? Je hebt my nu toch eenmaal by het werk betrapt. My onschuldig houdende helpt niets meer, antwoordde hy daarop kalm en liet zyn masker vallen. En nu kon ik zien wat een volleerde, geslepen bedrieger myn „fijne* klant was. Zooals u hem hier ziet, meneer Bul lion, verklaarde nu de detective, is het de „Diamanten-Dick,“ de handigste en gesle- penste onder alle bedriegers. Ik ken zyne listen heel nauwkeurig en daar ik hem hier zag binnentreden, volgde ik hem en me Ik ben het volkomen met je eens, oude jongen, oplichters moeten sluw te werk gaan, maar hy, die zich voor hen in acht heeft te nemen, moet nog veel sluwer zyn vooral in ons bedryf; daar heet het, dat men met alle streken op de hoogte moet wezen. Hy, die zoo sprak, was myn vriend Bul lion, een der grootste en meest gerenom meerde juweelenhandelaars in eene groote stad van de Vereenigde Staten. Het viel my op, dat toen hy dit zei, zyn lach niet zoo vroolyk klijpk als anders en ik vroeg hem daarom, of hy onaangename onder vindingen had opgedaan. Of ik er ooit in ben geloopen? ant woordde hy. Helaas ja en heel ieeiyk ook. Daar ik jou, beste vriend, nu reeds zooveel heb verraden wat ik overigens niet iedereen doe kan ik je ook wei de ge schiedenis van de geraffineerde en buiten gewoon goed overlegde bedriegerij vertellen, waarvan ik het slachtoffer moest worden. Het was juist weer eens de tyd van eene „economische opflikkering* en na een goeden oogst was er geld in groote hoeveel heden aanwezig. Het was in Augustus, mijne bedienden waren op één na, met hunne zomervaeantie begonnen en ik was alleen in den winkel, om de zaak waar te nemen. De zaak was in deze beete dagen volkomen dood en toen ik, leunende tegen een van de uitstalkasten, de stille straat langs zag, dacht ik zoo by my zelven, dat het mij al heel weinig schade zou berok kenen, wanneer ik den winkel maar sloot en de meerderheid van de inwoners onzer stad naar den zeekant volgde. Plot seling werd ik door het opengaan der winkeldeur uit mijn droomery en opgesehrikt. Een elegant gekleed heer, die den indruk van een volmaakt cavalier maakte, trad den winkel binnen. Zyne kleeding was naar de nieuwste mode en van de fijnste stof. Hij was groot van gestalte en had een schoon, deftig gelaat, waarbij de sneeuw witte das en de gouden bril op den ansto- cratischen neus heel goed pasten. Hy was zeker de directeur van eene bank, een lid van het parlement of een ambtenaar van hoogen rang, in elk geval zag hy er respec tabel genoeg uit om al deze kwaliteiten in zich te vereenigen. Ik was dadelijk met hem ingenomen en zag in hem een goeden klant, die ik met alle middelen zou trachten tevreden te stellen en die ik me voprnam met de grootste voorkomendheid te behan delen. Ik ben door meneer Blank van de firma Blankety en Blank naar u verwezen. Meneer Bullion, als ik me niet vergis? Ik maakte eene buiging. Men zei me, dat u hier de grootste sorteering in diamanten had. Ik mag wel beweren, mynheer, ant woordde ik met gerechtvaardigden trots, dat in onzen gansehen staat nergens anders zulk een groote voorraad mooie juweelen te vinden zal zijn dan by my. Dat verheugt me. Maar ter zake. Ik ben met myne dochter hier ver vandaan gekomen om alhier een ontmoeting te heb ben met den heer, met wien myne dochter reeds verscheidene jaren verloofd is. Hy heeft den oorlog meegemaakt, zich zeer onderscheiden en bekleedt nu eene hooge staatsbetrekking. Zijn korte verloftijd ver oorlooft hem niet om in onze ver verwij derde woonplaats ons te bezoeken en ik was daarom zwak genoeg aau de smeek beden der jongelui gehoor te geven en er in toe te stemmen dat hunne bruiloft hier, en wel dadelijk, zou worden gevierd. Daar myne vrouw reeds is overleden, is mijne lieve dochter mijn eenige en myn alles en daar de tyd ontbreekt om meer practische geschenken te koopen, moet ik, of ik wil of niet, wel myn toevlucht nemen tot kleinoodiën, en haar van juweelen voorzien, waarvan de dames immers veel houden. In elk geval zyn diamanten trouwens ook een goede geldbelegging. Wees dus zoo goed en laat my eens zien wat u hebt, dat myn klein meisje misschien zou kunnen bevallen. Ik liet hem myn gansche voorraad zien. De eene doos met fonkelende diamanten na de andere haalde ik voor den dag en ofschoon hy enkele steenen in de hand nam en ze tegen het licht hield om zich van hun glans te overtuigen, kon ik toch geen van die verdachte bewegingen waar nemen, welke ons, juweelhandelaars, zoo goed bekend zjjn en waarop we zoo scherp plegen te letten. Eindelijk deed hij zijn keuze: een paar weringen van 250 dofiar, een armband voor Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1903 | | pagina 1