No. 37.
42ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
1903.
g DONDERDAG 7 MEI
’n Overpeinzing!
BINNENLAND.
Van den rechtvaardigen
rechter.
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
1
a
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
'I
Sneek, 4 Mei. De 12 jarige, niet 15-jarige,
Tjeerd de Boer van Njjland, die Zondag
avond tusschen Nylana en de Nijlanderzyl
zoo treurig door de tram werd verwond,
leeft nog, niettegenstaande zijn toestand
hoogst bedenkeljjk is.
’t Linkerbeen is geamputeerd.
Aan den linkerslaap heeft de knaap een
snijwond van ruitn een d.M., terwijl dezelfde
hand zoo vreeselijk is verminkt, dat de ge
nezing van dit lichaamsceel ook veel zorg
baart. Daarbij komt nog een hersenschudding
waardoor de patient tot heden nog bewus
teloos is.
West ergo, 4 Mei. In weinige dagen is
er bij de veranderde weersgestelheid meer
gegroeid dan in de geheeie maand April,
treurige gedachtenis. En toch stond ’t er in
hare voorgangster, de anders zoo gevreesde
Maart, heel goed, zoo niet uitmuntend, voor
en konden de groentetelers zich vleien met
de hoop op een welig gewas. Het bleef
echter uit. Spinazie, voor vijf weken gezaaid,
staat pas in het tweede blad en wat uit
Holland komen moet, blijft fabelachtig hoog
in prijs en draagt in alles de kenmerken
der mislukking.
Harlingen, 4 Mei. Vóór de Spanjaard
Kaspar de Robles de zee paal en perk heeft
gezet, was zij het land soms zeer vijandig.
In het westen onzer stad, die in 1234 stede-
lyke rechten bekwam, stonden oudtgds
twee trotsche aasteelen met de namen
Harliga en Harns. Sedert lang evenwel
zijn ze door de nimmer rustende zee ver
zwolgen. Later heeft aan den zeekant een
fort gestaan en is de stad van een stevig
aarden bolwerk voorzien, maar ook deze
zgn onder den tand des tijde gevallen.
Nieuwe woningen zijn er aan een nieuwe
straat verrezen of zullen er nog verrijzen
en de aarde van het voor eenige jaren af
gegraven bolwerk is overal verstrooid.
Heden morgen zagen we nog de laatste
overblijfselen voor ballast in den driemaster
Laura van de Noord-Nederlandsohe Scheep-
vaartvereeniging kruien om wellicht in het
hooge Noorden Nederlandsche aarde met
den Skaudinavischen bodem te vermengen.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Workum, 4 Mei. Alhoewel we de hoop
uitspraken m een vorig nummer, dat meer
dere vreemde kooplieden onze voorjaars-
veemarkt kwamen bezoeken, is daar toch
geen gevolg aan gegeven.
Ze bleven weer absent. De aanvoer be
droeg iets meer dan de vorige week, n.l 12
Koeien, 5 Pinken, benevens eenige Schapen
en Lammeren. De prijs der Koeien en Pinken
was van f 135 tot f 210, met betrekkelijk
weinig handel.
5 Mei. De lang verwachte vischjes
zijn toch eindelijk gekomen. Niet in een
groot getal, doch gisteren waren eenige
visschers „uit* geweest op proef en kwamen
ieder met eenige ansjovischjes thuis. De
meeste had 70 stuks. Bij het vorige jaar
zyn ze een 14 dagen later. Toen echter had
menig visscher al eens een aardig „schotje*
gehad. Het is te hopen dat de ansjovischjes
er talrijk mogen komen en de prijs vrij hoog
bljjft, aangezien de haringvangst niet vele
voordeelen heeft opgeleverd en vele schade
aan de netten heeft veroorzaakt, door het
gedurig storm weder.
Inbraak te Hilversum.
In den afgeloopen nacht is ingebroken
in de tijdelijk onbewoonde villa van den
heer A. Holtzman aan den Soestdijker
Straatweg te Hilversum. Heden morgen
bemerkte de tuinman R. Meijnen dat een
ruit was ingedrukt aan de acaterzijde van
het huis. Vreeselijk hadden de inbrekers
huis gehouden. Alles lag overhoop, terwijl
ook veel was stukgeslagen. Vele zaken
worden vermist. O.a. zyn een zevental kost
bare schilderijen uit hunne lyaten gesneden
en medegenomen. Ook worden nog drie
kostbare pistolen yermist.
Men vermoedt dat de dieven met de in
richting van het huis bekend zyn geweest.
Althans uit eene lade zyn sleutels genomen
en daarmede de kasten in eene andere
kamer geopend. De politie doet ijverig onder
zoek.
Zondag heeft in de Wagenaarstraat te
Amsterdam de winkelier in grutterswaren,
Biezeman, die, na eenige borreltjes buitens
huis te hebben gedronken, ruzie kreeg met
zijn vrouw omdat zij niet op tijd het eten
klaar had, met revolverschoten gedood. Een
kogel trof haar, die uit vrees op zyn dreigen,
naar het tuintje was gevlucht, in de rech
terslaap, een tweede in de dij. Zy stortte
dood neer. De buren, die door de beangste
vrouw ter hulp waren geroepen, zagen den
moord gebeuren, maar konden hem niet
voorkomen.
De dader is gearresteerd,
Zoo* is er toch niets bestendiger dan de
onbestendigheid.
Lemmer, 4 Mei. Sommige onzer vis
schers begonnen reeds den moed te verliezen,
wat de ansjovisvissoherij betreft. Volgens
hun gevoelen toch bleven deze vischjes dit
jaar te lang uit. Hedenmorgen echter is
hier telegrafisch bericht ontvangen van
Medemblik, dat de gemiddelde vangst daar
150 stuk was; van Stavoren vangst 50, en
van Hindeloopen, vangst 40 stuks. Voor
onze visschers is dit weer een moedgevend
teeken, en alle hens waren dan ook aan
het werk om hun vischtuig weer voor deze
visscherij in orde te brengen.
5 Mei. De stoomboot „Groningen 4“
kapt. Nieveen, varende van hier op Enk-
huizen, heeft hedenmorgen haar ligplaats
genomen in de tramhaven alhier. Naaer
vernemen wij van den kapitein, dat deze
boot niet ’s morgens onmiddellijk na aan
komst van de eerste tram alhier (8,48) maar
te tien uur zal vertrekken, daar zij eerst na
vertrek van de salonooot van de Holland
Frieslandlijn aan den steiger van de tram-
haven een plaats kan krijgen om de goederen
voor haar bestemd uit de tram over te laden.
De passagiers kunnen dan met den trein
van 1,35 van Enkhuizen verder hun reis
Holland in vervolgen.
De salonboot „Bolsward* van de Hol
land—Frieslandlijn kwam hier hedenmorgen
van Amsterdam aan met ruim 40 passagiers.
Stavoren, 4 Mei. In ’t nabijgelegen
Laaxum oefent men in de laatste dagen met
goed gevolg de visscherij uit op geep. Per
as worden deze langgebekte, groengratige
roofvisschen vervoerd naar hier, om per trein
te worden doorgezonden naar Harlingen,
waar ze gerookt worden. Gerookt toen vol
doet deze vischsoort voor de consumptie ’t
bast.
5 Mei. Een deel der vloot is thans
begonnen te visschen. Hedenmorgen werd
door 12 booten2000stuks ansjovis aangevoerd.
Meerdere visschers maken zich gereed.
Een 10-tal Bunschocer botters zyn hier
aangekomen om deel te nemen aan de an
sjovisvangst.
Is politiek gemeengoed, er wordt in
weinig meer geliefhebberd en ge-tinne-
gieterd, er wortit in haar naam ook heel
wat georakeld.
Wie lid is van een kiesvereenigingwie
zoo nu en dan eens een openbare verga
dering bezoekt; wie de vragen van den
dag ook op de wandeling wel eens bespreekt
wie wel eens in aanraking komt met leiders
en volgelingen van „politieke actie;' wie,
zeg ik, ook buiten de krant het maat
schappelijk leven meemaakt, die zal met
my kunnen getuigen, dat de politiek,
ministers, kamerleden, wetten, kortom, alles,
wat tot de regeering maar in eenig verband
staat, bjj voorkeur het onderwerp is aan
de leestafel in sociëteit, café en kroeg; op
’t avondje, dat ge buur of vriend hebt
genoodigd; op reis; ja overal en altijd, als
't met de conversatie niet al te best vlotten
wil. De politiek duw in deze dagen den
naam van dr. Kuyper maar eens voor
en... daar heb je ’t: de tongen zijn los.
En, eigenaardig 1 Zelf nog niet bewust van
eenige partijschap, zyt ge al dadelijk „in
gedeeld.' Nu, daar is weinig toe noodig.
Valt er par occasion eens een Janmaats-
bekrachtiging over uw lippen en lust je
’n borrel, dan ben je zóó vast een liberaal,
dat gij nu eens van Houten verdedigen
moet of de gedragingen, der liberale partij
sinds ’48. Verwaarloost ge uw godsdienst
plichten niet, of ben je geheelonthouder,
dau... ja, dan ben je aan de grens van anti-
liberaal-isme.
Durft ge ’t wagen schuchter in te brengen
ja... maarrrre-zie je..., dan zyt ge zóó
beslist een conservatief, dat over u de fiolen
worden uitgestort over malaise en de hemel
weet wat al meer! Noemt ge ’t woord:
arbeider, dan ben je ’n „rooie,' zoo goed
als alle arbeiders rood heeten. Dat is
nu eenmaal zoo! Dat zyn de denkbeelden
bij de groote menigte over politiek en
politici. De Tweede Kamer dat is een
ding, dat heel wat verborgen houdt, zelfs
de eenvoudigste waarheden.
De Eerste Kamer dat ’s ’n onding,
dat wel opgedoekt kan wordendat zeggen
„ze* tenminste. Ministers en Kamerleden
dat zyn zoo „hooggezeten' heeren, dat
’n koetsier op de bok zich gerust met hen
meten wil in., hoogheid; nou ja, natuurlijk
niet in salaris, loon of traktement. Wetten
maken de eenvoudigste zaak van de
wereld. Daar is heel wat soesah bjj, dat
niks te beteekenen heeft. Zóó is ’t, of zóó
is ’t niet, en daarom afgeloopen.
En zoo is er meer!
Was ik verontwaardigd, toen De Standaard
van Ketelaar en Nolting zei, dat ze niet
toerekenbaar zyn voor hun stem tegen „de“
regeeringswetten (dwan^wetten, zullen we
zeggen; zóó verstaan we elkaar beter), niet
minder erger ik me dikwijls over de wijze,
waarop het werk van helder denkende
koppen, vergrijsd in onvermoeiden dienst
van algemeen landsbelang, wordt beoordeeld
door mensehen, die van staat- en staathuis
houdkunde niet het minste begrip toonen te
hebben. En dat zyn nu niet alleen de
arbeiders onder m’n medeburgers, hoewel
ze in ’t bizonder, omdat ze ’t levendigst
deelnemen in den politieken stryddat zyn
ook zoovelen, die met den zegen van
wereldsch fortuin de burgers zijn geworden,
die mede den kring vormen der „bour
geoisie.' (Ook al een gevaarlijk woord!)
Het lust me uiet veel tot de bevestiging
Men noemde hem den rechtvaardigen
rechter, omdat hij by het vonnissen steeds
en allermeest rekening hield met de om
standigheden, waaronder het misdrijf was
gepleegd, met de dryfveeren, welke er toe
hadden geleid en met de gevolgen van de
op te leggen straf.
Het was, zoo oordeelde hy, plicht zich
steeds af te vragen, niet welke straf een
misdrijf verdiende, maar wel, of de ge
volgen der straf voor den gevonnisde wel
geëvenredigd waren aan de grootte van
het misdrijf.
Wanneer zoo oordeelde hy de wet
voorschrijft dat iemand, die een ander
benadeelt, gestraft wordt en de mate van
die straf bepaalt, dan ben ik verplicht
zorg te dragen, dat die straf niet over
schreden wordt door de gevolgen der straf.
Voorts mag die straf geen anderen treffen
buiten alleen hem die haar verdiend heeft.
Als ik b.v. iemand veroordeel tot ge
vangenisstraf, en dientengevolge de ge
strafte het loon derft, hetwelk hy gedurende
dien tjjd had kunnen verdienen, zoo ver
zwaar ik zijne straf. Is dit loon noodig
voor het onderhoud van zyn gezin, van
zijne vrouw en kinderen, zoodat deze
gedurende zijne afwezigheid gebrek moeten
lijden, zoo straf ik met alleen hèm, maar
ook deze, en pleeg daardoor een groot
onrecht.
Voor dezen rechter verschenen twee
werkgevers, die de bestraffing eischten van
een deel hunner werklieden, wyl deze
plotseling en zonder vooraf kenbaar ge
maakte wettige redenen, den arbeid hadden
neergelegd, waardoor de werkgevers in hun
bedrijf ernstig geschaad waren en ook het
algemeen groot nadeel geleden had.
Zy verzochten den rechter uitspraak te
doen over de rechtmatigheid der straf,
welke zy wenschten op te leggen, bestaande
in ontslag uit hunne betrekkingen, er daar
bij op wijzend dat de handelwijze der
werklieden te strafbaarder was, wyl voor
de tweede maal aldus gehandeld werd.
Waarom, zoo vroeg de rechter den
werklieden, hebt gij den op u genomen
arbeid gestaakt?
Heer, antwoordden deze, wy hadden
ons als leden een er vereeniging verbonden,
gehoorzaam te zullen zyn aan de bevelen
van het bestuur, dat onze belangen behar
tigde. Toen dit de staking uitschreef, meen
den wy als eerlijke mannen trouw te
moeten blijven aan ons bestuur en aan
onze mede-werklieden.
Doch, vroeg de rechter, waar ge u
trouw betoont aan uw bestuur, hadt ge
evenzeer trouw moeten zyn aan uwe werk
gevers, die toch eyenzeer uwe belangen
behartigden, niet waar?
De werklieden zagen hunne werkgevers
aan en zwegen. Eindelijk nam een der
laaisten het woord:
We hebben hun steeds op tyd het
overeengekomen loon betaald en zyn alle
verplichtingen tegenover hen nagekomen.
Doch, vroeg de rechter, wat hebt ge
gedaan om deze mannen, die getoond hebben
vatbaar te zyn voor het begrip van trouw,
aan u te binden, hun genegenheid in te
boezemen? Hebt ge steeds een open oor
gehad voor hunne klachten, getracht ken
baar gemaakte grieven weg te nemen?
Indien deze mannen geleerd hadden in u
te zien de vertegenwoordigers hunner be
langen, gelooft ge dan dat zy zouden
hebben gehandeld, zooals zy nu gehandeld
hebben? Gjj zwijgt...
Zy zijn opgezweept en aangehitst door
slechte leiders, Heer.
Gelooft ge dan, dat op een toebereide
akker, welke zorgvuldig gewied wordt, het
onkruid, hoe welig ook uitgestrooid, ooit
den oogst zal verstikken Dat deze mannen
door onnadenkende of gewetenlooze leiders,
die misbruik hebben gemaakt van hun
begrip van trouw en gemeenschapsgevoel,
tot deze daad zijn verleid, strekt zeer zeker
tot hunne verontschuldiging.
Toch hebben deze mannen, daar zy door
ihanne handelwijze anderen hebben bena
deeld, straf verdiend.
iDoch welke straf stelt gij voor: ontslag
uifc iuw dienst. Bestaat er voor hen gegrond
vooruitzicht ander loonend werk te be
komen? Zoo niet, dan beteekent uwe straf
gebrek, armoede, honger, wellicht misdaad.
Staat deze straf in billijke verhouding tot
de grootte van hun misdrijf?
Doch en hierin handelt gy beslist
onrechtvaardig die straf treft niet hen
alleen, maar door hen hunne vrouwen en
kinderen. Wellicht zyn sommige vrouwen
de medeplichtigen hunner mannen; doch I
de kinderen, die eensklaps verzinken tot
het laagste peil der samenleving!
Gy klaagt over uw verlies, over het na
deel der maatschappij in ’t algemeen be
rokkend. Doch is het nadeel dat gy de
maatschappij toebrengt, door deze honder
den van nooddruftigen, ontevredenen en
radeloozen aan haar over te laten, niet
nog grooter, niet blijvender van aard?
Geslachten zyn noodig om één de gelegen
heid te verschaffen zich omhoog te heffen
uit de laagte, en gij vernietigt met een
penn estreek dien arbeid van een lange reeks
van jaren.
Ge roept mjjn uitspraak in; welnu, zy
is deze: de vrees voor de ellende, welke
hen en de hunnen bedreigt, is straf genoeg.
Goedertierenheid is de hechtste band,
welke den zwakkere aan den sterkere ver
bindt. Welnu, weest goedertieren. En dan,
leert hen door uwe daden en woorden voor
u te gevoelen, wat zjj nu toonden te ge
voelen voor hunne besturen en medewerk
lieden. Zoo zult ge hun en uzelven wel
doen.
Zoo sprak de rechtvaardige rechter.
En de werkgevers handelden naar zijn
woord. N. Arnh. Ct.
dezer waarheid te zeggen, ’t Zal ook niet
noodig zyn, omdat ze algemeen is. Dit wil
ik alleen uit m’n herinnering releveeren:
Een koetsier, die ’n dokter ry’dt, heeft de
Ongevallenwet hooren behandelen. Hij
neemt aan ’t debat deel en meent, dat de
„heeren van de Tweede Kamer'den Direc
teur van Gemeente-werken of ’n anderen
„hoogen oome' nou toch eens kunnen aan
zeggen den weg, dien hy al ’n paar keer
met den dokter heeft gereden en omdat
er ’n rustige zieke is, zal hy ’t nog wel
eens ’n paar keer doen beter te maken,
anders „breekt-i nog ’ns z’n nek. En als
dat nou niet gebeurt (’t nek-breken of ’t
verbeteren, dat is me niet duidelijk ge
worden), dan is me die heele wet „geen
knip voor den neus waard!' (Applaus)...
Wat ik zeggen wil is dit:
Er worden cursusvergaderingen gehouden,
waarin ’n geleerd of niet-geleerd spreker
z’n abstracte bespiegelingen houdt over
nog abstracter onderwerpen. Er worden
openbare vergaderingen gehouden, waarin
gespeculeerd wordt op de onkunde van
aandachtige toehoorders, die af hooren,
wanneer geapplaudiseerd moet worden.
Er worden moties aangenomen van meer
verre strekking, dan de volgelingen zelf
begrijpen. Er worden... genoeg! We be
grijpen elkaar.
Er moeten worden gehouden cursus
vergaderingen, waarin de elementaire begin
selen onzer staatsregeling allereerst, dan
die over staathuishoudkunde zullen worden
behandeld, objectief. Er moeten cursussen
gegeven worden, waarin de mensehen ge
bracht worden tot beter inzicht in regeering,
en hoe die is geregeld. Er moeten cursussen
worden gegeven waarin kennis zal worden
aangebracht van datgene, wat de staats
burger die geleid wordt tot een meedoen
aan de politieke beweging, noodzakelijk
weten moet. De Staatsburger moet zich
meer zelf-bewust worden; hy mag niet
willig werktuig zyn in de leiding van
politieke schacheraars, gemoeds verstoorders
en party zieken, die van welke party ze ook
zyn, misbruik maken van de onkunde der
volgelingen.
Er moet voor alles die ontwikkeling
worden aangebracht, die den eenvoudigen
,van weten doen begrijpen de beteekenis
van dingen van-den-dag. En daarvoor
cursus-vergaderingen
Aan besturen van politieke vereenigingen,
leiders en sprekers, zy dit ter overweging
gegeven. Arnh. Omtrekken.
Bolswardsche Courant
a
I