NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOÏ.SWA.RÖ EN WONSEHAOEEt
HYPOTHEEKBANK,
gevestigd te GRONINGEN.
1903.
42ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 39.
Voor het Kantongerecht.
I
BINNENLAND.
'1
Friesch-Groningsche
X X
h
f/J
1
VOOB
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver-
degelijk dronken
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Zitting van 8 Mei 1903.
4.
een
van
Zuidwesthoek, 11 Mei. Allerwege
verneemt men tegenwoordig klacnten over
den hoogen waterstand, dood nergens zyn
deze zeker meer op hare plaats dan in den
laaggelegen Zuidwesthoek van Friesland.
Het ooezem water is er tot een voor dezen
tijd van ’t jaar ongekende hoogte gestegen
en staat lh M. boven zomerpeil. De afvoer
naar zee is van weinig beteekems, wyl ook
het zeewater voortdurend hoog staat, zoo-
dat met de sluizen niet geregeld kan wor
den gestroomd. Ook de polders ondervinden
begrypelyker wyze den waterlast, terwyl
by gebrek aan wind de molens hunne dien
sten weigeren. Zoo ooit, dan gevoelt .men
thans de dringende behoefte aan stoomge
malen in Friesland.
’t Is niet doenlijk de schade, veroorzaakt
door den hoogen waterstand m cyfers uit te
drukken, maar zeker is ’t, dat deze groot is.
De veeboeren in de lage streken weten er
van mee te praten. Georek aan hooi dwingt
de meesten het vee den stal uit te dry ven
naar de weide. Gras is daar wei voorhauden,
maar de bodem, volgezogen met water, is
zoo drassig, dat men met deernis moet aan
zien, hoe de beesten er huishouden. De
pooien dragen er de sporen van hoe ze oy
lederen stap wegzakken in den weekea
grond, ’t Ligt voor de hand, dat de dieren
op die wijze heel wat gras vertrappen
ze eten met 5 bekken, zeggen de boeren
maar ook de weide wordt daardoor voor
langen tyd bedorven.
dommige boeren nouden het vee op s al
en voederen net met gemaaid gras, maar
niet overal mag men zich in zooveel gras
verheugen, dat dit mogeiyk is.
De manier, waarop we een boer zij obus
sen melk iabriekwaarts zagen brengen, tee-
kent zeker wel den treungen toestand. Ge-
woonlyk bedient by zien daarby van een
platten wagen, wat nu echcer door het in
zinken der wielen ondoenlyk is. Met goed
gevolg doet thans de slede dienst, die vry
gemakkelyk over de weeke modder glijdt.
Harlingen, 11 Mei. Vrjjiag heeft de
salonboot „Heereuveen* van de Holland-
Fnesland-lyu een proefreis gemaakt van
Harlingen naar Amsterdam. Om t>,15 uur
’s morgens vertrokken, kwam deze boot te
11,50 uur te Amsterdam aan. Da reis kan
aus in 5 uur en 35 mm. worden volbracnt.
Vanaf 25 Mei a.s. zal door deze boot een
geregelde dageiyksche dienst tusschen beide
genoemde plaatsen worden geopend, ver
trekkende ’a morgens te 9,20 uur van Am
sterdam en ’a nachts 12 uur van Harlingen.
Hepk. Rieuwsbl, v, Fr,
Geplaatst Maatsch. kapitaal f 1,500,000.
Reserves f 185,577,27.
Hoofdagentschap voor Friesland de Firma
GEBRs. MISPELBLOM BEIJER te Leeu
warden, Heerenveen. Bolsward, Joure.
te^Ainstéruam" mïarvóor aanspiakelyk’ is.
Ook kan door regen of anderzins het merk
verdwenen zjjn.
Het O. M. is niet van deze meening, de
directeur treedt op namens de vennootschap,
wat het depot doet, gaat onder zjjn beheer.
2. R. v. d. S. zocht op 6 April naar
kievitseieren, maar vond een proces-verbaal,
wegens het zoeken van eieren van kieviten
en ander waterwild, niet in gezelschap
van den eigenaar of rechthebbende en
zonder vergunning daartoe.
Eiseh niet verstaan.
3. D. J. B. landbouwer te Witmarsum
is in verzet gekomen tegen een vonnis
van het kantongerecht, waarbij hjj wegens
dronkenschap bij herhaling was veroordeeld
en nog al zwaar ook.
Hjj had drie getuigen a décharge mee
gebracht, die volgens hem zouden ver
klaren dat hij niet in kenneljjken staat
verkeerd had. Het verhaal van den politie
agent de Boer te Witmaraum gaf nog al
d. B. te Exmorra was den
27 Maart op weg naar Bolsward, met 5
nuchteren kalveren in een kar. Toen de
marechaussees op denzelfden weg werden
gezien, werden 2 der kalveren van de kar
genomen en op den berm neergelegd.
Toen de beambten hem ontmoetten, waren
er dus nog 3 kalveren in de kar. De
maai van de kar werd nu genomen en
het bleek dat dese 14Q hjj 70 cM. was.
p DONDERDAG 14 MEI, voigen8 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
nog in onderzoek is, reeds aanleiding tot
een proces kan geven.
Hem wordt opgemerkt, dat de gemeente
verordening verbiedt bloed en af val van
geslachte dieren op de openbare straat of
door de goten te laten loopen, en de eisch
is f 5 of 2 dagen.
14. G. de V. te Schettens is bakker, en
vele bakkers hebben ’t tegenwoordig te
kwaad met houten onderovendeuren en
houten ramen onder den schoorsteen.
Bekl. is aanwezig, erkent dat die deur
en raam van hout zyn, doch hij wist niet
dat het niet mocht. Hij meende eerst een
waarschuwing te moeten ontvangen om het
te veranderen. Hy is niet met de wet op
de hoogte.
Eisch 2 X f 5 of 4 dagen hechtenis.
15. J. H. te Oudega (H. O. en N.) was
in den laten avond vau 10 April nog op
het pad, en zoo druk, dat de politie zich
er mee bemoeide.
Bekl. is tegenwoordig en zegt dat hij niet
geschreeuwd heeft, hjj beeft slechts wat
hard geroepen en ook niet op den publieken
weg maar toen hij op ’t erf was van zyn
boer.
De politie zegt, dat eenige jongelui een
beetje druk waren, zoodat hy ze volgde,
en toen hjj bleef staan hoorde hy de duidelyk
herkenbare stem van dezen bekl. die hard
schreeuwde: „Ik heb er drie gulden voor
over hoor!“ tot drie malen toe.
Beklaagde heeft twee getuigen a decharge.
J. Stoffelsma, getuige, zegt dat bekl. wel
geroepen heeft, doch niet geschreeuwd en
hij was toen ook niet op den weg.
A. v. d. Wal verklaart ook in denzelfden
geest.
Eisch f 5 of 3 dagen.
De overige 25 zaken werden by verstek
behandeld. De bekl. waren allen afwezig,
getuigen werden niet gehoord, zoodat wy
geen nadere bijzonderheden kwamen te
weten.
Uitspraak der vonnissen 22 Mei a.s.
In de zitting van jl. Vrjjdag was de
heer C. J. v. d. Veen, plaatsvervangend
kantonrechter.
De volgende zaken werden behandeld:
Het eerst kwam aan de orde de reeds
in de vorige zitting behandelde zaak tegen
H. M. B. als directeur der margarine-
fabriek „Fama“ te ’s Hertogenbosch.
Deze fabriek heeft een filiaal te Amster
dam. Van dit depot is begin Januari jl.
verzonden aan J. Veenstra, koopman te
Koudum, eene bezending margarine. Ter
wijl deze kunstboter, op de reis naar Kou
dum een poos is geborgen in de goederen
loods van het spoorstation te Leeuwarden,
komt daar de boter visiteur J. H. Gramser.
Deze inspecteert eens de party en komt
tot de ontdekking, dat op enkele pannen,
waarin de margarine is verpakt, niet
voorkomt het by de boterwet voorgeschre
ven woord „margarine*. Op de kratten
waarin de pannen zich bevonden waren
wel die woorden aangebracht, op sommige
pannen mankeerde die aanwjjzing. De
botervisiteur heeft, toen hjj dit feit con
stateerde, als getuigen genomen den agent
der Hollandsche spoor te Leeuwarden en
den besteller G. van Wester. Deze heeren
bevonden ook dat er was gezondigd met
de vereischte aanwjjzing, waarna de heer
Gramser monsters uit de pannen nam en
die opzond naar een paar deskundigen te
Groningen ter onderzoek. Dit onderzoek
leidde tot de ontdekking, dat er geen
natuurboter aanwezig was geweest, der
halve kunstboter en er dus eene overtreding
der boterwet was gepleegd, er volgde proces
verbaal, en dit zaakje, dat nu al de vor
men van eene zaak aannam, diende in de
vorige zitting.
Tegenover de verklaring van den boter
visiteur, stond toen die van den getuige
Veenstra geadresseerde, die pertinent ver
klaarde dat het woord margarine wel
degeljjk op de pannen aanwezig was ge
weest. De kantonrechter wees getuige toen
óp zjjnen afgelegden eed, en evenwel,
Veenstra bleef bij zjjn bewering. Op ver
zoek van het O. M. werd toen de zaak
verdaagd teneinde nog als getuigen te kun
nen oproepen de twee personen, die met
den heer Gramser bjj het onderzoek in de
loods aanwezig waren geweest.
Ter zitting van heden 8 Mei 1903 legden
dezen hunne verklaring af, geheel gelijk
luidend met die van den boterverificateur.
De getuige Veenstra stond dus nu met
zjjn bewering geheel lijnrecht tegenover de
getuigenis der anderen.
Dit was veel te klein om er 5 kalveren
naast elkaar in te kunnen bergen. Boven
dien hing van een der dieren de kop
buiten de kar. Voor ’t op pjjnljjke wjjze
vervoeren van dieren werd nu proces ver
baal opgemaakt.
Beklaagde is aanwezig en verklaart, dat
er geen kop buiten de kar hing, dat hjj
de kalveren niet op pjjnlyke wjjze ver
voerde en dat hjj geen kalf uit de kar
heeft gegooid.
De brigadier der marechaussees heeft
zoo wel ’t een als het ander goed opge
merkt en handhaaft zjjn proces verbaal.
Beklaagde, daarover nogmaals onder
vraagd, houdt vol dat er geen kop buiten
hing en de 2 kalveren zjjn niet door hem,
maar door iemand die bjj hem was, uit de
kar genomen, omdat die 2 met een andere
kar naar de stad zouden vervoerd worden,
met nog andere kalveren, die ze bjj de
boeren ophaalden.
Eisch f 5 of 3 dagen.
Bekl. Ik merk nogmaals op, dat er geen
kop buiten de kar hing.
11. J. T. te Makkum is den 31 Maart
bekeurd wegens te laat in de herberg ver
toeven.
Bekl. is aanwezig en zegt, dat hjj niet
na elf uur zich onder gelag ophield in de
herberg. Hjj verbleef in de kamer van den
rjjksontvanger en hjj meent, dat een over
treding als waarvan hier sprake is, door
den politiebeambte moet worden geconsta
teerd om proces te kunnen opmaken.
De agent geeft nu van dit zaakje het
volgende verhaal, ’t Was na elf uur, half
twaalf zoowat, toen ik nog licht op zag in
de herberg. Door een reet der gordjjnen
zag ik dat er nog een bezoeker was, niet
tot het gezin behoorende, dat was deze
beklaagde. Ik zou mjj naar binnen begeven,
doch de deur was gesloten. Op mjjn geklop
deed men open en toen ik binnen kwam,
zaten er wel 4 man te kaartspelen, doch
de vreemde bezoeker was er niet meer. Ik
begreep heel goed, dat hier in den tjjd die
verliep met het openen der deur eene ver
wisseling van personen plaats had gevonden
en de vader van den kastelein gauw op
den stoel van bekl. was gegaan. Op mjjn
vraag waar bekl. was, antwoordde men
dat die daar niet meer was, die was mis
schien bjj den rjjksontvanger. Ik had buiten
goedgezien dat hy meespeelde en ook wel,
dat hjj na elf uur nog onder gelag zat.
Bekl. zegt, dat hjj na elven niets gebruikt
heeft, en dat de politie hem niet in het
lokaal heeft aangetroffen.
De heer Ambtenaar zou ’t ruiterljjker
geyonden hebben, indien bekl. heden een
meer oprechte houding had aangenomen.
Hjj eischt f 10 of 5 dagen. Bekl. komt er
nogmaals op, dat de politie hem niet in
dat dranklokaal heeft aangetroffen en hjj
meent toch dat zulks noodzakeljjk is, zal
er eene vervolging tegen ingesteld kunnen
worden.
12. Op Zondag 1 Maart heeft er te
Hichtum een bombardement plaats gehad,
niet met Krupkauonnen, doch met klin-
kersteenen. Des Maandags kwam de post
bode de brievenbus lichten, doch hjj be
hoefde zjjn sleutel niet te gebruiken, ’t
Was hem gemakkeljjk gemaakt. De jjzeren
deur was in twee stukken en de bus droeg
op verscheidene plaatsen de teekenen, dat
zy ’t mikpunt van de straatjeugd was ge
weest. De post vroeg in de buurt of men
er ook iets van vernomen had, en jawel,
er werden zelfs namen genoemd. De ge
meenteveldwachter, Mulder van Burg-
werd, werd er mee in kennis gesteld en
deze had de schuldigen nu gauw te pakken.
Heden moeten terecht staan 3 jongens.
De eerste D. B. een knaap van 15 jaar en
zeer klein voor zyn jaren, noemt zich
fotograaf, (amateur of vakman werd niet
gezegd) de tweede S. W. is zonder beroep
en de derde L. P. is absent.
De twee jongens die verschenen zjjn,
bekennen heel eenstemmig beiden tegelyk
dat zy het gedaan hebben met hun drieën.
Eisch voor elk f 5 of 2 dagen.
13. M. R. te Makkum is slager en den
7 April liep bloed van een geslachte koe
over de straat.
Bekl. is tegenwoordig en zegt, niet te
begrypen, hoe de politie kan beweren, dat
er bloed uit zyn slagerjj wegliep. Al het
bloed was in een bak verzameld en bjj
het schrobben was het water slechts een
beetje rood. Hjj begrypt trouwens van
deze bekeuringen heelemaal niets. Vroeger
was er niets te doen, en nu is ’t bjj alle
slagers mis. Wij hebben ons dan ook tot
den raad gewend, om te vragen, hoe wjj
moeten en de wethouder Rima heeft bekl.
gezegd, dat de zaak in onderzoek was,
Bekl, vindt het vreemd, dat een zaak, die
tamelijk realistisch te kennen, dat hjj wel
degeljjk dronken was, kenbaar volgens
getuige, aan zjjn slingerenden gang, het
naar drank rieken en... dit zullen we maar
niet neerschrijven, maar als ’t waar is, is
’t ontzettend vuil.
De 3 dechargisten konden dan ook het
O. M. niet overtuigen, dat beklaagde niet
dronken was geweest, zoodat dan ook
werd gevraagd het vonnis te bekrachtigen.
De verdediger, de heer Keikes, deur
waarder, tracht aan te toonen, dat bekl.
wel wat zwart is uitgeteekend in ’t ver
baal en vraagt voor hem, ook met het
oog op zjjn positie een geldeljjke straf van
den kantonrechter.
D. G. te Bolsward heeft onlangs op
avond, handelende onder den invloed
sterken drank, burengerucht gemaakt
op de Djjlakker alhier.
Eisch f 10 of 3 dagen.
5. B. M. te Workum had den 14 Mrt.
de kwajongensaardigheid, achter aan een
wagen te gaan hangen en zoo een eindje
mee te rjjden. De politie nam hiermee
geen genoegen en bjj den jongen schjjnt
een waarschuwing niet te helpen, daarom
zal men ’t nu eens probeeren met f 3 of
1 dag.
6. J. Z., woonplaats onbekend gebleven,
zeilde den 12 Maart langs de turfvaart.
Bjj art. 11 sub. 5 der politieverordening is
dit verboden.
Eisch f 2 of 1 dag.
7. D. S. te Stavoren was in den nacht
van 10 op 11 April dermate over zjjn bier
dat de politie hem aanzegde, den dag te
onthouden. Dit onthouden wordt verge
makkelijkt door f 10 of 3 dagen.
8. A. R. F. (woonplaats ons onbekend
gebleven) heeft 2 processen op zjjn kerfstok.
Den 15 Maart heeft hjj burengerucht ge
maakt en 10 dagen later was hjj dronken.
Voor ’t eerste luidt de eisch f 3 of 2 dagen,
voor ’t laatste f 5 of 3 dagen.
9. H. H. te Makkum is slager. Den 19
Maart kreeg hjj proces omdat er bloed
van een door hem geslacht varken in de
Vermaningsteeg in de goot werd gezien
en den 23 Maart was dit weder het geval
toen hjj een koe had geslacht.
Bekl. is aanwezig en zegt dat den
19 Maart geen bloed op straat liep. Dat
vangt hjj altoos op, maar bjj ’t slachten
van een varken en later bjj het reinigen
van het slachthuis wordt veel water ge
bruikt, en dat is dan wel een weinig rood
gekleurd.
Wat het proces op 23 Maart betreft,
toen heeft hij het bloed van een koe in
een kruiwagen, die hjj steeds van de ge-
gemeentereiniging krjjgt, gedaan. Later
bleek die kruiwagen lek te zjjn, doch hjj
had dit niet opgemerkt. De gordjjnen
moeten bjj ’t slachten neergelaten worden,
zoodat hjj ’t niet kon zien en het verwondert
hem, dat hjj om den toestand van dien
kruiwagen der gemeente, bekeurd is. Hjj
heeft toch voldaan aan zjjn plicht en hjj
meent dat de gemeente moet zorgen voor
goede kruiwagens, althans dat hjj daarvoor
niet aansprakeljjk mag worden gesteld.
De politie, die hem bekeurde, zegt dat
de gemeente wel kruiwagens verstrekt als
de slagers daar om verzoeken, maar dat
de slagers aansprakeljjk zjjn voor het ver
voer van den afval naar de mestvaalt en
bovendien kwam er ook bloed door het
gootgat uit de slagerij.
Bekl. zegt, dat hjj het gootgat met een
dweil toestopt voor ze gaan slachten. Het
bloed wordt opgevangen en dat was dien
dag ook gedaan. Hjj vindt die laatste
bewering, nl. dat bloed door het het goot
gat, meer als zoeken, om dat proces voor
den kruiwagen goed te maken.
Getuige Reitsma heeft geholpen bjj het
slachten en hjj zegt, dat de kruiwagen,
met zink bekleed, voor de deur stónd.
Daarin is het afval van de geslachte koe
gedaan en hjj heeft gezien dat er een
dweil in ’t gootgat was gestopt.
De politie handhaaft haar verklaring en
daarom luidt de eisch 2 maal f5 of 3
dagen voor elke boete. Beklaagde komt
nog eens op dien kruiwagen van de gemeente
terug. Dat de gemeente een lekken krui
wagen zendt, is toch niet de schuld van
den slager.
10. R. v.
Bolswardsche Courant
I
i
B
F
C»