NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OLS WA.M WONSER&DEEL
1903.
42ste Jaargang.
No. 43.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
Recruteering van knapen
voor leger en vloot.
DONDERDAG 28 MEI.
BINNENLAND.
V()OK
Afzonderlijke
B. CL.
een der-
was
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Vischliandelaren
Overijsel hebben hier heden
om hunne be-
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Wij stellen ons voor, om met u stil te
staan bij een van die gewichtige vraag
stukken, die met onze binnenlandsche sociale
toestanden in een nauw verband staan, en
in den laatsten tijd, meer dan ooit te voren,
een nauwgezette overweging hebben uitgelokt.
Wij bedoelen een kwestie, die onlangs in
het kiamdelsblad gemotiveerd werd door den
heer J. B. A. Joncheer, toen hij in dit
dagblad eenige artikelen ten beste gaf onder
den titel: zzDe recruteering onzer marine
matrozen.” En aangezien wij meenen, dat
er onder de ouders, opvoeders en voogden
van onze kinderen velen worden aangetrotfen,
die er wèl aan zullen doen, de wenken, hier
gegeven, ernstig ter harte te nemen, achten
wij het onzen plicht, om ook in ons Week
blad bij dit onderwerp de aandacht te be
palen.
Doch inzonderheid hebben wij het oog op
hetgeen er met betrekking tot dit onderwerp
door Mr. A. Kerdijk in het midden werd
gebracht, toen deze onder den indruk van
het in de genoemde artikelen gememoreerde,
in het door hem geredigeerde Sociale Week
blad zijn opinie voordroeg over de in Nederland
tot dusverre altijd nog vigeerende bepalingen
omtrent dienstverbintenissen, die door ofvuor
onze jongens gesloten worden met het Rijk.
Achtereenvolgens vermeldt hij die bepa
lingen, zooals zij bij de Landmacht en bij
de Zeemacht gelden. En dan herinnert hij,
wat de Landmacht aangaat, dat hoornblazers
en tamboers reeds op hun 14de jaar als
vrijwilligers worden aangenomen, maar dan
ook voor 8 jaren zich verbinden moeten;
terwijl diegenen, die te Kampen, Schoonhoven
of Arnhem, eene opleiding tot korporaal
verlangen, op hun 15de jaar, daartoe des
gelijks voor den tijd van 8 jaren e<?h dienst-
contract moeten aangaan.
Die bepalingen acht Mr. Kerdijk onge
oorloofd, en wie onzer stemt niet toe, dat
zij zedelijk onverdedigbaar zijn?
Daar hebt ge en wij ontleenen dit
werkelijk niet zeldzaam zich voordoend geval
aan zijn opstel een kereltje met wien
men thuis om zijn lastigen aard haast geen
raad weet, of wien zijn ouders of zijn voogd
om een andere reden maar liever van zich
af willen schuiven. Hij wordt lekker gemaakt
door de bekoringen, die er voor zoo’n knaap
gelegen zijn in de verhalen van het krijgs
mansleven, en niet het minste ook
in het mooie pakje, dat als hij dit leven
kiest, ook hem te wachten staat, en weinig
moeite kost het, hem tot een 8-jarige ver
bintenis over te halen.
Maar welke waarborg is er, dat hij niet
in dit tijdsverloop tot geheel andere ge
dachten komen zal Zeer zeker is de binnen
kant van het kazerneleven heel anders dan
de buitenkant. En hoe velen zijn er, wier
aanleg, inborst, neigingen volstrekt niet
strooken met hetgeen men in den dienst te
doen en te laten heeft en met hetgeen men
daarin zich moet laten welgevallen.
Kan het ons verwonderen, dat bij die
velen de lust in tegenzin verandert, en dat
in hunne schatting het gesloten contract als
ware ’t een strop wordt, die hun ter kwader
ure om den hals gehaald is? Zij gevoelen
zich misplaatst in de eigenaardigheden van
het soldatenbestaan, en ware ’t nog maar,
dat zij zich verheugen konden in het blij
vooruitzicht, dat er eens een tijd komt,
waarin het hun zal vrij staan het gehate
juk van zich af te schudden, maar ach, ook
dit vooruitzicht is verre van moedgevend.
Immers als het zoover is, dat de dienstjaren
verstreken zullen zijn, dan is tevens ook de
tijd voorbij gegaan, dien anderen konden
besteden om zich in een werkkring op het
gebied van nijverheid of handel te bekwamen.
En daarom bij het einde van den termijn
rijst de vraag, die hen, wie weet hoe dikwijls
reeds in angstige spanning gebracht heeft,
de moeilijke vraagwat zullen wij beginnen
Zullen wij, terwijl wij in zooveel ongunstiger
omstandigheden ons bevinden, dan wij geweest
zouden zijn, indien wij in de burgermaat
schappij gebleven waren, den strijd om het
gestaan in de vrije samenleving durven aan-
maar lang niet bemoedigend. De meeste
mannen en jongelingen hebben reeds ander
werk gezocht, omdat de verdiensten bij de
visscherij bijna niets bedroegen en zoodoende
geen bestaan opleverden. Menig visscher die
zijn vischtuig en boot heeft opgeknapt, om
de schuld met de hoop op een. goede vangst
af te betalen, kan dit ten eenenmale nu
onmogelijk doen. Ook is de prijs van de
visch niet duur, omdat men van voorgaande
jaren, nog genoeg over heeft.
De heer D. Quarré, onderwijzer alhier
heeft de benoeming tot hoofdonderwijzer der
nieuw op te richten Chr. School te Tjerk-
werd aangenomen. De school zal waarschijn
lijk met 1 Aug. a. s. geopend worden.
Ooststellingwerf, 24 Mei. Verscheidene
arbeiders uit deze gemeente hebben reeds
bericht van den „Westerboer” ontvangen
om over te komen, teneinde een begin met
maaien te maken. Heel rooskleurig schijnt
het er echter met het gras niet voor te staan,
doch de groote veehouders moeten vroegtijdig
aanvangen, zal het laatste stuk niet te laat,
gemaaid worden. Een boer schreef zelfs, dat
de koeien nog op stal en zijn landen voor
een deel nog onder water stonden, zoodat
dadelijk nog niet aan maaien kon worden
gedacht. Toch moesten de maaiers maar
overkomen.
Vooral de lage hooilanden laten zich on
gunstig aanzien en de vorstige nachten
richten veel schade aan, niet alleen aan het
gras, maar ook aan de vruchtboomen en
de rogge.
Heerenveen, 25 Mei.
uit Friesland en
eene vergadering gehouden
langen te bespreken. Besloten werd, geza
menlijk aan te dringen op een nieuwe rijks wet
op de visscherij ten einde de kleine visch
zooveel mogelijk te beschermen. Men had,
ter bevordering .van de vischrijkheid der
wateren, onderling willen overeenkomen, geen
visch, behalve baars, aan te koopen beneden
£^n te bepalen gewicht, maar er waren te
veel visschers afwezig gebleven om
gelijk besluit te kunnen nemen.
Oldeboorn, 26 Mei. De eigenaar van een
ten zuiden van dit dorp gelegen stuk hooi
land, dat nu zoowat boven water komt, ging
eens daar naar kijken om den toestand te,
inspecteeren.
Wat hem daarbij vooral verbaasde, waren
de vele eieren, die op het om dat land gelegen
dijkje aanwezig waren. Hij telde, er zoo bij
langs loopende, op de betrekkelijk kleine
oppervlakte niet minder dan 81 stuks, nage
noeg de helft van kieviten.
Kimswerd, 25 Mei. De verzekerings
maatschappij van Paardenhouders in Won-
seradeel telde van 12 Nov.12 Mei 147
leden, die 430 paarden hadden verzekerd
voor ƒ93180. Hiervan stierven zes, waar
voor ƒ715,50 is uitgekeerd geworden. De
te betalen omslag bedroeg 0,8 pCt. tegen
0,6 pCt. in ’t vorige halfjaar.
Harlingen, 25 Mei. De zuster-Annaroep
der groetentelers en verkoopers heeft nog
weinig anders ten antwoord bekomen, dan
spinazie en nog eens weer spinazie. Spora
disch voorkomende worteltjes en zeer vroege
aardbeien mogen met de salade er eenige
variatie in brengen, de bloemkool moet nog
altijd uit Frankrijk komen en de oude aard
appelen behoeven de concurrentie van de
nieuwen nog niet te vreezen. Intusschen is
het voor de houders van onze aardappelen
een bovenst best voorjaar en gaan er ladin
gen vol tegen hooge prijzen over zee.
Stavoren, 25 Mei. Vrijdag werd hier
door 9 booten 700, Zaterdag door 14 boo
ten 1000 en hedenmorgen door 7 gemiddeld
1500 stuks ansjovis aangebracht, zijnde de
vangst van twee dagen, een zoogenaamd
dubbel schot. De firma Groen betaalde
Zaterdag per 1000 ƒ6,70 uit.
Van de ongehuwde visschers gaan er som
migen naar Vlaardingen om zich voor de
loggers te laten aanmonsteren, anderen, die
boerenwerk verstaan, zoeken plaatsing als
melkknecht in Duitscbland. Ook vertrekken
er na Pinksteren enkelen naar Termunten
om daar werkzaamheden te verrichten tot
herstel van de zeeweringen.
Henk. Nieuwsbl. v. Fr.
zoo nu en dan
kijkje op den zeedijk alhier neemt,
men al spoedig, dat er ’t een
aan hapert. Die drukte en bewe-
voorgaande jaren, toen de ansjo-
vaarden? Of zullen wij, al vinden wij dan
ook hoegenaamd geen bevrediging in den
militairen dienst, de verbintenis in 's hemels
naam maar weer vernieuwen
Gaarne zouden wij de voorbeelden ver
melden, die Mr. Kerdijk aanhaalt, tot nadere
rechtvaardiging van zijn gevoelen, dat het
stelsel, waarop de verbindtenissen gebouwd
I zijn, die hij bespreekt, afkeuring verdient.
Doch wij zouden daartoe aan dit artikel
meer plaats moeten inruimen, dan voor ons-
beschikbaar is. En bovendien is het genoemde
alleszins voldoende, om ons met zijn gevoelen
te vereenigen.
Intusschen wat hij tot bestrijding van dit
stelsel aanneemt, voor zooverre het de Land
macht regardeert, geldt in nog sterker mate
ten aanzien van de Zeemacht. Want hier is
’t met den duur van het dienstcontract, dat
de jongens moeten aangaan, veel erger nog
gesteld.
Immers de minimumleeftijd, waarop toe
komstige matrozen bij de Marine worden
aangenomen is 13^ jaar, en als zij inder
daad zoo vroeg reeds hun carrière beginnen,
dan moeten zij zich voor niet minder dan
15 jaren verbinden.
Trouwens in den regel doen zij dat van
ganscher harte. En dat zullen wij ook heel
natuurlijk vinden, als wij in aanmerking
nemen, wat al heerlijke illusiën bij hen
gewekt zijn door hetgeen op school hun is
verteld geworden over de geschiedenis van
onze zeehelden en door hetgeen hun daar
en elders al zoo werd overgeleverd omtrent
den poëtischen kant van het zeemansleven.
En wat wij boven reeds hebben opgemerkt
aangaande de aantrekkingskracht, die voor
jongens van dien leeftijd de uniform bezit,
waarin zij, als ze bij ’t leger worden ingelijfd
te voorschijn mogen treden, zou dit niet
in nog hooger mate een overwegenden in
vloed uitoefenen op de keuze van die knapen, I
die zich aanmelden voor de zeemilitie?
Welnu dan, onder den indruk van zulke
idealen komen zij op de kweekschool voor
de zeevaart te Leiden, om daarna naar ’t
instructieschip te Amsterdam over te gaan.
Vervolgens nemen zij deel aan een kruis
tocht in den Atlantischen Oceaan, voltooien
al verder hun opleiding op een schip te
Helle voetsluis en beginnen eindelijk, na drie
jaren voorbereiding, als lichtmatroos aan
boord van een actief oorlogsschip hun eigen
lijke loopbaan.
Maar als nu wat zoo vaak gebeurt
die loopbaan niet beantwoordt aan hun
verwachtingenw’anneer zij, bijvoorbeeld op
die drijvende fabrieken, zooals wij tegen
woordig onze oorlogsschepen met hun stoom-
vermogen, en ingewikkelde machines, wel
zouden kunnen noemen, ondervinden dat er
bitter weinig overblijft van dat poëtische,
dat zij zich van het zeemansleven hadden
voorgespiegeld; kortom wanneer de dienst,
om welke redenen dan ook, hun tegenstaat,
wat dan?
Eerst wanneer zij mannen van 28 jaar
zijn, mogen zij aan een verplichting, waartoe
zij zich als kinderen, toen zij een genoeg
zaam oordeel des onderscheids nog misten,
verbonden hadden, zich onttrekken. Maar
dan ook is ’t meestal te laat, om zich een
anderen, een beter met hun neigingen en
krachten strookenden werkkring te verwerven,
te laat dus om een vruchtbaar gebruik te
maken van het voorrecht, dat dan eerst hun
geschonken is, om over hun lot en hun
leven de vrije beschikking te hebben.
’t Is waar, het is gebruikelijk, dat van
Regeeringswege aan de verbintenis een einde
wordt gemaakt, als de betrokkene geacht
wordt op den duur toch nimmer een goed
bruikbaar matroos te zullen worden, of als
zijn gedrag veel te wenschen overlaat. Doch
al kan dit feitélijk hem ten goede komen,
dan is toch, gelijk Mr. Kerdijk met recht
heeft opgemerkt, wèl het belang van den
dienst, maar niet het zijne het motief is.
En ’t is juist zijn belang, waarvoor gewaakt
moet worden, doch dat ten eenenmale bij
de huidige regeling miskend wordt.
Ten slotte nog vermelden wij, dat de
verstandige kritiek waaraan de heer Jonc
heer de tot dusver gevolgde manier van
recruteering van onze marine-matrozen onder
worpen heeft, hem leidde tot dit resultaat,
dat het bestaande stelsel niet alleen zeer
Wonseradeel, 23 Mei. De Gemeenteraad
verleende heden eervol ontslag aan A. Groen
veld als onderwijzeres te Makkum, aan A.
Nawiju als onderwijzer te Tjerk werd eu aan
G. Smits-Zelle als onderwijzeres voor vak k
te Dedgum.
Ter benoeming van twee onderwijzeressen
aan de school te Makkum waren twee voor
drachten opgemaakt. Op de eerste waren
geplaatst M. Ennema te Tzummarum, G.
Heeren te Vrouwen-Parochie en B. Simonides
te Hindeloopen, op de tweede dezelfden, met
dit onderscheid, dat mej. Heeren no. 1 en
mej. Ennema no. 2 stond. De Raad be
noemde de dames Ennema en Simonides.
Het kohier van schoolgeld over het eerste
kwartaal werd vastgesteld tot een bedrag van
f 425,90.
Verder werden vastgesteld de staten van
oninbare posten in de gemeentebelastingen
over 1902, ontwerp besluiten tot wijziging
van af- en overschrijving op de begrooting
dienst 1902 en tot wijziging van de begroo
ting dienst 1903 en het plan voor eene
geldleening groot f 44,000.
De rekeningen van de opgeheven burger
lijke armbesturen over 1902 werden goed
gekeurd, met dankzegging aan die besturen
voor de in het laatste jaar van hun bestaan
aan de gemeente bewezen diensten.
De begrooting van de gezondheidscom
missie, gezeteld te Bolsward, voor het kalen
derjaar 1903, werd goedgekeurd. Deze ge
meente zal aan de commissie f 344,13 hebben
te betalen.
Goedkeuring werd verleend aan eene ruiling
met den heer Jan P. Tichelaar te Makkum
van het terrein eener mestvaalt tegen een
gedeelte straat, beide ter grootte van ongeveer
1 are en aan een voorstel tot demping van
eene sloot langs den noorder zeedijk te
Makkum.
Tot stemlokaal te Arum werd een lokaal
der openbare school aangewezen.
Workum, 25 Mei. De voorjaarspaarden
markt was heden alhier niet druk. Een
19-tal paarden en 1 veulen stonden aan de
lijn, terwijl de handel zeer weinig beteekende.
Enkele prachtige beesten en voor de slacht
bank vormden de aanvoer. Een paard werd
voor f 100 en een paard en veulen bij
elkander voor f 190 verkocht. Misschien
zijn er nog een paar beestjes verkocht, doch
de drukte die er kon heerschen, miste op
deze paardenmarkt geheel en al. Aan het
weder kon het niet leggen, want het
prachtig zomerweder.
22 Mei. Als men
eens een
dan bemerkt
of ander
ging van
i vischvangst om dezen tijd werd uitgeoefend,
is voor dit jaar verdwenen. Van de Hol-
landsehe kust komen enkele betere berichten.
kostbaar is, maar ook nog bovendien aan
onze oorlogsschepen een bemanning levert,
die voor een groot gedeelte uit veel te
jeugdige, en tengevolge daarvan minder
waardige personen bestaat.
Daartegenover bepleit hij een proefneming
met een ander stelsel, aan welks toepassing
hij zoowel het verkrijgen van deugdelijker
personeel, als vermindering van uitgaven
voorspelt. En wij meenen te mogen ver
trouwen, dat dit pleidooi door de ten dezen
bevoegde autoriteiten met den noodigen ernst
in overweging zal genomen worden.
Ook het Weekblad van het Recht betuigt
zijn sympathie met dat soort van z/kinder-
bescherming”, waaraan de heeren Kerdijk
en Joncheer hun krachten wijden, en na zijn
algeheele instemming betuigd te hebben met
het afkeurend oordeel, dat door deze heeren
uitgesproken wordt over de manier, waarop
ten onzent knapen voor de vloot en voor
het leger worden gerecruteerd, verklaart dit
juridische blad, z/in staat geweest te zijn,
om de juistheid van die strenge, maar niet
te strenge kritiek, aan de feiten te toetsen.”
Welke feiten naar zijn meening duidelijk
doen zien, dat ook op dit terrein een sociale
hervorming dringend noodig is.
Bolswardsche Courant
f*.
6