Nieuws- en Advertentieblad Bols ward en Wonseradeel. M Gebrs. KINGMA, in EFFECTEN enz. KASSIERS, te Bolsward en Makkum. J. H. KINGMA, Correspondentschap BOLSWARD le klasse l I 1 No. 51. 42ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. 1903. DONDERDAG 25 JUNI. Brief uit de Hoofdstad. BINNENLAND. JOHANRUEB Overal te verkrijgen. 1 en J TANDARTS, Nieuwstad G. no. 84, Leeuwarden. H.H. Landbo Bij het maaien t hink stuk Hommes-K is het voedzaam VOOR 3 maanden. igbaar a 5 Cent. de Enk- zaken be- geeft, 1 Kantoor bij den Heer der Nederlandsche Bank. van die /zheerlijke” dien éénen streek der strijkin- den //grooten” Mengelberg niets tegen in te brengen, Consult te Sneek eiken DINSDAG van 10—3 uur, Suupmarkt 97, ten huize van den Heer VËLTMAN. staat hij er Denkt aan is '1 men zingt en grolt maar wat Heije deed, wat Coers deden tot ver- den Volkszang, ’t baat niet. Zal het later anders zijn? ’t Is mogelijk, maar dan zal met groote energie de taak tot verbetering van den volkszang moeten worden ondernomen. Er is misschien maar ééne plaats in Ne derland, waar een dergelijk zingen van fraaie liederen langs de straten mogelijk is en die ééne ligt in West-Friesland en heet Wognum. Daar is niet slechts een koor dat goed zingt, daar zingt bijna iedereen. Vele jaren geleden was ik daar gelogeerd en toen ik ’s morgens vroeg er ontwaakte, daar hoorde ik vele kinderstemmen zingen, de liefste liedjes: z/Wie God wil behagen, die zitte niet stil, Die zij er geen druiloor, die nimmer iets wil” klonk het en daarna: z/Wie in dit lieve leven Geen hart voor andren heeft, z/Wie God niet weet te danken Voor ’t geen Zijn liefde ons z/Die kan wel schatten hebben: Een goud een zilvermijn z/’t Is toch een arme stumper: Hij kan niet vroolijk zijn!” z/Den avond van dezelfden dag woonde ik eene vriendschappelijke samenkomst bij van ouderen, mannen en vrouwenna korten tijd zongen zij zonder leiding, menig vierstemmig lied, kunsteloos, maar zuiver eu met warmte. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van^7 regels. Vervol gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. succes en dikwijls juist de zeKerheid van zijn hoofdbezigheid afhankelijk is. De speculant en de man van treden geheel uiteenloopende wegen. De spe culant hangt af van de plotselinge wending van het rad der fortuinvandaag is hij mil- lionair, morgen is hij bankroet. Maar de zakenman weet dat hij alleen door jaren van geduld, voortdurende oplettendheid in zaken zijn belooning krijgt, die het resultaat is niet van kansen, maar van goed overwogen mid delen om een zeker doel te bereiken. Al die jaren heeft hij de blijde gedachte, dat hij met geen mogelijkheid zichzelf kan bevoordeelen zonder anderen voorspoed te brengen. De speculant daarentegen wat het welzijn van anderen of van de maatschappij betreft ware het beter, dat hij nooit ge leefd had. Honderden jongelieden werden onlangs verleid tot speculatie in olie en velen werden ten val gebracht, maar allen kwamen er slecht af hetzij zij wonnen of verloren. Gij kunt misschien, of liever gij zult zeker eveneens wel in verleiding gebracht worden maar dan hoop ik, dat gij u dezen raad zult herinneren. Zeg tot den verleider, die u voor stelt uwe geringe spaarpenningen te wagen, dat, indien gij ooit het besluit neemt te spe- culeeren, gij van plan zijt u te wenden tot een geregelde en goed geadministreerde in stelling waar men netjes u beet neemt. Bij zulk een instelling kunt gij open spel en een gelijke kans op rood en zwart krijgen; op de beurs hebt gij geen van beiden. Ge kunt evengoed uw geluk beproeven bij een kwartjesvinder. Er schuilt nog iets anders in de speculatie. Niets is van meer beteekenis voor aankomelingen in zaken dan een onge schonden vertrouwen, een vertrouwen voort gesproten uit geloof in hunne voorzichtigheid, beginselen en standvastigheid van karakter. Welnu, geloof mij, niets is eerder in staat het vertrouwen van de directie eener bank den kop in te drukken dan de wetenschap, dat firma’s of personen aan speculatie doen. Het doet er geen zier toe of winsten of ver liezen het tijdelijk resultaat dezer operaties zijn. Van het oogenblik af dat van iemand bekend is, dat hij speculeert, vermindert het vertrouwen in hem en heel gauw daarna is het geheel geweken. Hoe kan men ook ver trouwen stellen in iemand, wiens hulpbronnen door een paniek onder de dobbelaars in een uur kunnen worden weggévaagd. Wie kan zeggen in welke betrekking hij tot hen staat Buitendien is dit zeker: hij heeft behoor lijk kennis gegeven van de mogelijkheid, dat hij alles verliezen kan, zoodat degenen, die hem vertrouwen schenken, zichzelf te laken hebben. Neem u voor zakenman te zijn, «paar nooit speculant. Wij ontleenen onderstaande aan huizer Courant: ’t Is vele weken geleden, sinds ik U mijn laatsten brief zond en, in dien tijd hoe veel belangrijks en droevigs geschiedde. De algemeene werkstaking mislukte, doch het aantal slachtoffers was groot. Dat ik u hierover niet schreef, uwe lezers zullen er mij dankbaar voor zijn er is reeds zoo véél over geschreven. Hopen wij slechts, dat voor dérgelijke rampen in de komende tijden ons vaderland gespaard blijve! Daarna is onze Koningin in onze straten door gejuich begroet. Was dat gejuich ster ker, was het zwakker dan voorheen? Ik kan het niet zeggen, de berichten hieromtrent zijn absoluut tegenstrijdig. Doch in één opzicht helaas! waren de berichten eenstemmig: de algemeene indruk was, dat Hare Majesteit veel zwakker scheen dan in de dagen harer inhuldiging soms was groote afgematheid op hare trekken te lezen. Moge het verblijf in Soestdijk en later dat op het Loo haar allengs de oude krachten hergeven Wat mij voor de zooveelste maal! trof, was de onbeholpen manier, waarop de Nederlander zijne feestvreugde toont. Hij roept //hoera”, maar met. doffe stem, aarze lend en voortdurend ziende naar zijne buren rechts of links, vreezend, dat zij hem zullen bespotten, hij neemt (als hij het nog doet) even het hoofddeksel af en overigens volkomen flegmatiek bij. Duitschland! Daar bij een nationaal feest, zingt het volk //Die Wacht am Rhein” of //Deutschland, Deutschland fiber alles” of //Heil dir im Siegerkranz” maar de Hollander kent zijn volkslied niet eens. Van ’t zzWien Neêrlandsch bloed” kent hij zoo ongeveer één couplet maar bij zingt geregeld /zvoor Vaderland en Vorst” ook dan als eene vorstin op den troon zit. En, als hij het zingt dan doet hij het lang uitgehaald, vervelend, zonder verheffing en wat het //Wilhelmus van Nassouwe” betreft, dat kent hij volstrekt niet. Die wijze is heerlijk, plechtig en verheffend, vurig en teeder, hij kent haar niet, hij verwart de oude en de nieuwe wijze en maakt er aan het eind een profaan-klinkende taal bij de woorden, gedicht in een tijd, toen Hol land streed voor onafhankelijkheid en ge wetensvrijheid laten hem koud, hij begrijpt ze niét. Is het niet droevig? Hoe heerlijk zou dat klinken, als plotseling uit eigen aandrift, bij het aanrollen der koninklijke wagens, de volksmenigte het //Wilhelmus” zong! Maakt u geene illussie, dat geschiedt in Nederland niet! Liedjes, laf en onrein, ze langs de straten, wat het //Nut”, betering van Hoe komt het, dat men daar zoo algemeen den zang liefheeft? Bovenal, éére aan één man, die sinds lang niet meer in het land der levenden is: Jacob Kwast. Met bewonderenswaardige toewijding heeft hij zich gegeven aan de taak, zijne dorpe lingen liefde te geven voor den zang en nog altijd werkt zijn invloed na. Öp de scholen, in de zangvereenigingen, overal ijvert men voor den zang zoo was het voor vijftig jaar, zoo is het nu nog. Zóó kon het overal zijn. En dan, zou ik willen vragen, zoeke men niet bovenal naar fijnheid van techniek, naar allerlei kunstjes, die men met de stem kan //vertoonen” of liever ten gehoore brengen, men zoeke niet uit allerlei diepzinnige en voor de schare onbegrijpelijke muziek zoo kan men bij fijnproevers bewondering inoogsten, maar men verheft er het volk niet door. Keizer Wilhelm II heeft onlangs m. i. zeer behartigenswaardige wenken gegeven. In technische uitvoering, zeide hij, mag het hoogste bereikt zijn, daartoe zijn de zang vereenigingen niet geroepen, zij moeten het volkslied kweeken en leeren liefhebben. De compositiën thans gewoonlijk gezongen, zijn uiterst kostbaar voor de techniek, maar het is, alsof een bijzonder hoog springtoestel voor de zangers is opgesteld. De Keizer had liever Mendelssohn, Beethoven en Abt gehoord dan al die zware koren, die hij bij den zangers- wedstrijd te Frankfort hooren moest. Heeft hij niet gelijk? v. Millingen, de muziekcriticus van het Algem. Handelsblad beaambt zijn woord ten volle. z/Verlos ons van den preêktoon, o Heer, z/Geef ons natuur en waarheid weer!” zong eens de Génestet en zijn wensch was niet vergeefsch: de preêktoon, die in zijne dagen de //vaderlandsche oratorie kenmerkte en vermoordde” wordt allengs eene curiositeit. //Natuur en waarheid”, geeft ze, Heeren Musici, ons weder, wij smachten er naar. Wij hebben hier, ten vorigen jare zoo genoten van Wognum’s zang. Niet, omdat zij zoo hoog stonden in de techniek, zij zongen (en dat geldt hier in Amsterdam als iets vreeselijks 1) met de z/keel”, in de hooge tonen had soms de stem iets gewrongens o, wat heb ik dat dikwijls moeten hooren! Maar, echter des al niettemin, wij waren verrukt, o, dat heerlijke lied van Abt, hoe betooverde het ons! Waarom? Men zong zoo natuurlijk, als de lijster in het bosch (die, geloof ik, ook al met de z/keel” zingt) hier waren geene geschoolde zangers, hier mannen en vrouwen, die den zang lief hadden en die liefde gaf aan hunner liederen gloed. Hier in Amsterdam is de muziek //mode zaak” geworden, ’t Is /Znet” lid te zijn van ’t Concertgebouw, veel zznetter” bijv, dan lid te zijn van Artis. Z/Daar komt tegen woordig iedereen” zegt het nufje en haalt het neusje op. En men is altijd vol muziek van strumenten, van ’k heb er maar ik vraagzou er niet wat kwakzalverij loopen door die bewondering? Zijn allen nu musiciëns en musiciennes, die daar komen? En dan moet ge hen hooren over Mozart, die een fabrikant is van //dreunen” en Schubert, die zoo //sentimenteel” en Beet hoven, die soms zzzoo vervelend” is en Chopin, die een //Trauermarsch” componeerde, die precies op een wals lijkt (heusch, al die lieflijke oordeelen hoorde ik) dan ja, dan zucht men nog eens: z/Geef ons natuur en waarheid weer!” ook, //bitte”, in de muziek! kantoor zelf door te dringen zijn door de soliede afsluitingen mislukt. De bewoners die boven sliepen, hebben geen gerucht gehoord. Hedenmorgen te omstreeks half vijf, toen de huisgenooten opstonden, ontdekte men dadelijk wat er gebeurd was, want de dader had nog al vreemd huisge houden. Rijks- en gemeentepolitie zijn dadelijk een scherp onderzoek begonnentot nog toe zonder gevolg. Aan een in den aangrenzenden tuin van den heer Ds. van der Meulen gevonden spoor, leidt men af dat de dader of een der daders klompen moet hebben gedragen. ’t Geval verwekt alhier, waar men zelden of nooit van inbraken hoort, vrij wat sensatie. Een andere lezing van het geval zegt, dat de achterdeur der wouing met een valschen sleutel moet zijn geopend, die men heden morgen nog in het slot vond zitten. Bij het afzenden van dit bericht vernemen we, dat ook eene poging is gedaan om in het aan de Midstraat gelegen kantoor van de firma E. A. de Boer Zonen in te breken. Althans bij een der ramen werden voet sporen waargenomen en het bleek dat de stopverf van een ruit reeds aan drie zijden met een scherp voorwerp was verwijderd. De inbreker is vermoedelijk door het aan slaan van den hond van den heer J. E. de Boer, die ’s nachts in het kantoor zijne ligplaats heeft, in zijn bedrijf gestoord. Langweer, 22 Juni. Gisteravond kwam hier eene pleizierboot met Sneekers, ’t Geheele jaar hadden zij gegaard; nu zou’t pret zijn. Een optocht met muziek werd door ’t ge buurte gehouden en toen naar den wandel- tuin van K. Mink. Hier evenwel begon de reeks jammeren. Twee jonge mannen gingen aan ’t kruisbessen plukken en aan ’t pluk haren; ze tuimelden in de sloot. Toen de boot weer vertrekken zou, daalde met anderen een jonge man in de kajuit. //Nog ééns wil ik haar zienriep hij (hij bedoelde zijne vroegere Dulcinea) en dan verdrink ik mij. En zoo ging het. Weer boven gekomen, sprong hij in de haven. Met moeite werd hij met een schippershaak gered. Nog was zijn wereld- of liefdesmart niet voldaan. Wederom pogingen, tot men hem ontkleedde en in de boot achter slot borg. Nu eischte de vuur god ook uog een offer. De kastelein, die aan boord was, viel flauw en geraakte in de brandende kolen. De feestvreugde der overigen werd er evenwel niet door bedorven. Onder zang en muziek keerden zij naar hunne penaten terug. Leeuwarden, 23 Juni. Er loopt hier een gerucht, naar men zegt uit vertrouwbare bron te ’s-Hage vernomen dat er sprake is van verplaatsing van het Gerechtshof te Leeuwarden naar Zwolle, terwijl het Gerechts hof te Arnhem zou worden opgeheven. Heerenveen, 23 Juni. Ook hier loopt dit gerucht en tevens dat de Arrondissements- Rechtbank te Heerenveen zal worden opge heven en het rechtsgebied van dit arron dissement bij Leeuwarden zal worden gevoegd. We geven dit gerucht zooals we het ver nomen hebben en waaraan tot nog toe alle bevestiging ontbreekt. Het wordt zelfs ten zeerste in twijfel ge trokken, omdat het in tegenspraak zou zijn met het juist aanhangige plan om de jaar wedden der griffiers op een andere wijze te regelen, bij welke nieuwe regeling rekening zou worden gehouden met den bestaanden toestand. Harlingen, 22 Juni. Tusschen deze plaats en het Vlie vindt men nog steeds een over blijfsel van de voormalige akademiestad Grijn, nu een klein eilandje, in den mond des volks Grind of Griend geheeten. Eierzoekers zouden hier hun hart kunnen ophalen, we gens de menigte van eieren, die ze hier op dit vergeten plekje van den aardbodem zouden kunnen vinden. In de eerste helft der 13e eeuw is het van de kloosterlingen van Lidlum, met behulp van de edelen van het geslacht Gerbranda als stad gegrondvest en van grachten en wallen voorzien. De hooge school van Grijn was zelfs beroemd. Den 14 December 1287 is deze zeestad door een watervloed, tot op tien huizen na verwoest, waarbij duizenden iet leven hebben gelaten. lIe[IE NimwM. v, Fi\ Inbraak te Joure. Joure, 23 Juni. In den afgeloopen nacht werd alhier inbraak gepleegd in de woning van den heer Directeur van het Post- en Telegraafkantoor. Door het openschuiven van een raam heeft men zich toegang verschaft tot de beneden zijnde woonkamer van den Directeur, den heer Kleijnhem Buwalda en aldaar uit een spiegelkast eeuig geld ont vreemd. De een zegt f 45, anderen noemen xooger bedrag. De pogingen om in het post- en telegraaf- Bolswardsclie Courant 1 h r

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1903 | | pagina 1