Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
L
1903.
42ste Jaargang.
No. 60.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
ZONDAG 26 JULI.
Jantje en Elske.
BINNENLAND.
VOOR
Afzonderlijke
MELPA.
van
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Elske’s vader keurde
’n groote stad ging,
en met gratie
voor haar
bleef er langen tijd,
terug kwam kende niemand
onderw. te Anna-Polowna,
n Murmerwoude,
u Stiens.
Bij de heden gehouden
twee raadsleden werden
Als ze weer door ’t dorp ging, voorbij de
smidse, gevoelde daar ’n arm zich sterker
worden... Ver vlogen de vonken in elke
richting.
ze aan al deze
voor het schoolgaan
beiden verheugden
het Heidenschap; besloten tot toelating
van de heeren van Dijk, Kroese, Posthumus
en Gaastra als raadsledenopnieuw vast
gesteld eene wijziging der verordening op de
reinheid; in handen der vroegere com
missie gesteld eene missieve van Z.Ex. den
Minister van Binnenlandsche Zaken omtrent
de vastgestelde verordening op de school-
geldheffing en benoemd tot hoofd der school
in het Heidenschap Sjoerd Bonga. Op de
voordracht kwamen voor:
Sjoerd Bonga,
Johs. Cancrinus,
Harmen Veldman, zz
Sneek, 22 Juli,
herstemming voor
uitgebracht 864 geldige stemmen, en 19 van
onwaarde en blanco. Herkozen de heer A.
Veen Ez. (aftr. lib.) met 489 en gekozen
de heer W. D. de Jong (Chr. Hist.) met
409 stemmen. Op den antir. Candidaat, den
heer F. Blok, werden 382 stemmen uitge
bracht, terwijl de candidaat der Katholieken,
de heer J. II. Doodkorte, die per advertentie
bekend had gemaakt niet in aanmerking te
willen komen, nog 64 stemmen kreeg.
Spannum. Bij de herstemming j.l. Woens
dag 22 Juli tusschen de heeren R. Troost
van Cubaard en J. Wijngaarden van Wels-
rijp werden 374 geldige stemmen uitgebracht,
waarvan 181 op den heer Troost en 193 op
den heer Wijngaarden.
Bus te:
Wijngaarden 86 78 29
Bij de eerste stemming op Woensdag 13
Juli stelden de Chr. Hist, en Antir. partijen
dezelfde candidaten en dachten door samen
werking eene herstemming te zullen voor
komen.
De tusschengeschoven candidatuur Miedema
en diens verkiezing bij 1ste stemming, bracht
de heeren Troost en Wijngaarden, beiden
candidaten der verbonden Chr. partijen, tegen -
elkander in herstemming. De heer Wijn
gaarden (Chr.-hist.) verzocht per advertentie
in de Leeuwarder Courant aan de kiezers
hunne stem uit te brengen op den heer
Troost (antir.) Niettegenstaande deze aanbe
veling door zijnen mededinger, viel de heer
Troost.
als iemand, die iets verachtelijks ontmoet...
en als ze voorbij waren, hoorde hij ’n luiden
lach, die spottend weerklonk.
En zeer bedroefd werd hij, als hij verder
ging, denkend aan den heuvel, waar ze vaak
waren... sprekend over de zon die toen
onderging, evenals nu... Waar was ze.met
hare haren, glanzend als ’t metaal, dat hij
gepolijst had... Waar was ze met de kun
stige krans, gemaakt van bloemen om
hem die op ’t hoofd te drukken...?
Doch allengs gewenden
dingen en hun liefde
wies met hun kennis en
er zich over toen Elske op zekeren dag door
den meester verstandig genoeg werd bevonden
om ’t werk te doen, wat ook aan Jantje en
zijn omgeving werd opgedragen... en Elske
’n plaats dicht bij Jantje werd aangewezen.
Als nu voortaan ’n vreemde som Elske’s
geest verwarde, gaf Jantje’s logische rede-
neering al spoedig ’n oplossing; als haar ’n
onbekende naam van een stip op de glim
mende kaart werd gevraagd, of wel ’t sterf
jaar van ’n man, die veel vocht en weinig
verloor, dan leende Jantje zich gewillig tot
souffleur.
Zoo ging ’t vele jaren lang. Maar op
zekeren dag kwam Jantje’s vader bij den
meester om ’n onderhoud.
Dit had tengevolge, dat Jantje’s schooltijd
’n einde had genomen. Voortaan noemde
men hem Johan en vroeg in den morgen
stond hij eiken dag opz’n vader leerde hem
’t vuur heet maken en den zwaren hamer
hanteeren, zoodat hij spoedig het ijzer ver
vormde naar zijn wil.
En als de meester ook Elske in alles had
onderwezen, zoodat ze niet meer school ging.
en ze door ’t dorp liep voorbij de smidse,
dan zag ze, dat ’t gezicht van Johan ook
zwart werd als dat van zijn vader, als hij
met opgestroopte mouwen de vonken deed
vliegen, overal heen.
Akkrum, 24 Juli. De 12-jarige zoon van
F. v. D. alhier was gisteren uit venten ge
weest. Toen hij tegen den avond thuis kwam
en aan zijne ouders rekening en verant
woording deed, bleek een en ander niet
zuiver te kloppen, en als gevolg daarvan
liep de knaap eene ouderlijke vermaning op.
zzIk ga weg,” moet hij toen heethoofdig
gezegd hebben en hij voegde de daad bij
het woord. Eenigen tijd later vond men hem
op den zolder, waar hij had getracht, een
einde aan zijn leven te maken. De levens
geesten bleken gelukkig nog niet geweken.
Heden morgen leefde de knaap nog, doch
hij verkeerde nog steeds in bewusteloozen
toestand.
Harlingen, 23 Juli. Met heet, broeiig
zomerweer zag men heden vele bruinvisschen
in zee spelen, hetwelk gewoonlijk de voor
bode is van winderig, regenachtig weer. Het
tillen der eilanden boven zee moet ook als
zoodanig aangemerkt worden.
Arum, 22 Juli. Een meisje van den
veehouder A. Jongema alhier was even door
de kindermeid uit het oog verloren. Kort
daarna werd het kind vermist. Men ging
zoeken en vond het drijvende op het jurkje
in het water. Het werd op het droge ge
haald, doch de levensgeesten bleken reeds
geweken.
Workum, 29 Juli. Bij het nazien der
rekeningen van de alhier bestaande spaarbank
bleek, dat in 1902 in 731 malen was in
gelegd f 31793.89, terugbetaald in 290
malen f27713.74, alzoo eene vermeerdering
van f4080.15. Óp 31 Dec. 1902 bedroeg
het kapitaal aan a. effecten f 82295, b.
hypotheken f 26500, c. coupons en rènten
f 1821.88, d. kassa f 184.81, totaal f110801,69
Schuldig aan de inleggers aan hoofdsom
f94999.02, aan rente f2665.42, samen
f97664.44. Het reservefonds bedroeg alzoo
f13137.25.
Lemmer, 23 Juli. De ansjovisvisscherij
is hier voor dit jaar weer afgeloopen. De
vangst was over het geheel zeer schaarsch.
Er werden in het geheel toch slechts 2
millioen van deze vischjes aangevoerd, terwijl
het vorige jaar de aan voer hier meer da,n
ruim 60 millioen bedroeg. De prijs liep
thans van f6,50 tot f7,25 de 1000 stuks.
Repk. Nieuwsbl.v. Fr.
Workum, 23 Juli. In de heden gehouden
vergadering van den Raad dezer gemeente
werd afwijzend beschikt op een adres van
A. D. en J. A. Walta alhier, om kwijtschel
ding der pachtsom van de reiniging van 1
Mei 1902 tot 30 April 1903;toegestaan
een verzoek van M. de Boer om afschrijving
van H. O., dienst 1903; afgewezen een
verzoek van K. Deinum en J. Nauta alhier,
om hen als eervol ontslagen nachtwachten
een jaarlijksche vergoeding te doen toekomen
en besloten hen alsnog ieder aan te bieden
eene gratificatie van f 20 in eens- gun
stig beschikt op een verzoek van D. v. d.
Werf Gz. e. a. tot het in gebruik afstaan
van een gedeelte trekweg enz. te Bolsward
onder eenige voorwaarden; aangeboden
de Gemt.-, Armvoogdij- en Stadsweeshuis
rekeningen over 1902, welke zijn gesteld in
handen eener commissie, ten fine van rapport,
waartoe door den Voorzitter zijn aangewezen
de heeren Haijtema, Dijkstra en Gaastra;
eervol ontslag verleend, met 1 Sept. e. k.,
aan den heer Y. Zandstra als Secretaris der
Commissie tot wering van Schoolverzuim in
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Onweer.
Te Middelbert (Gr.) sloeg Donderdagna-
middag bij een hevig onweder de bliksem
in de kapitale, nog niet geheel afgewerkte
boerenhuizing van den heer H. Wieringa.
De* bewoners waren afwezig. Het gebouw
brandde grootendeels af. Alleen de muren
van het gebouw bleven staan. Stucadoors
en timmerlieden, die daar nog aan ’t werk
waren, kwamen met den schrik vrijGebouw
en losse goederen waren verzekerd.
Be Groninger Tentoonstelling.
Dat de Groninger Tentoonstelling zich in
druk bezoek mag verheugen, bewijzen wel
de volgende cijfers, aangevende het aantal
tickets, per week genomen, waarbij dan de
drie goedkoope dagen zijn teruggebracht tot
dagen van gewone tickets.
Eerste week 5866 tickets, tweede week
10251, derde week 10632, vierde week 11735,
vijfde week 15082.
Dezelfde rijzing vindt men bij enkele dagen
bijv, de Zondagen en de Dinsdagen, t. w.
Zondag: 1126, 1947, 3554, 2717, 3612.
Dinsdag: 956, 1405, 1317, 1998, 2771,
3663.
Bij deze cijfers boude men in het oog,
dat niet minder dan 4650 zoogenaamde
doorloopende kaarten (abonnementskaarten)
zijn uitgegeven.
Bij de herstemming in Achtkarspelen
Maandag 1.1., werd op het stembureau Bui
tenpost door een kiezer protest aangeteekend
tegen het toelaten van een kiezer tot de
stemming, die na vijf uur het stembureau
binnen kwam.
Daar dit echter toch geen invloed kan
hebben op de verkiezing, heeft het protest
geen gevolgen.
Uit Blija schrijft men: De zoo zeer
gevreesde aardappelziekte doet zich weer spo
radisch voor. Sommige velden vertoonen reeds
een aan vang van de zwarte tint in ’t loof j
andere zijn reeds totaal zwart.
Jantje was nog heel klein en Elskeeveneens.
Jantje’s vader was ’n man, met zwart ge
zicht, die steeds met opgestropen mouwen
achter ’n groot vuur stond en het ijzer
beukte; en Elske’s vader bezat veel land en
koeien liepen daarop, die melk gaven, schui
mend en veel.
Ze speelden veel samen, want hunne wo
ningen lagen dicht bij elkaar. Jantje’s woning
was ’n huis, gemaakt Van steenen, waarvan
de meeste zwart waren, als ’t aangezicht van
z’n vader. Elske vond het 'huis dan ook
leelijk, want zij had ’n schoone hoeve tot
verblijf, omplant met linden, hoog en dicht;
ook was er ’n hof bij waarin sappige vruchten
groeiden.
Als ’t zomer was, speelden ze in ’t hooge
gras, dat groeide rondom de hoeve van Elske’s
vader, of ze zochten bloemen, die temidden
daarvan met hun kopjes naar den hemel
wezen; daarvan maakte Elske ’n kunstige
krans, die ze op Jantje’s kroeskop drukte.
Ook waren ze veel op ’n heuvel, niet ver
vandaar, vanwaar ze alles er om heen kon
den zien.
Eens op ’n avond waren ze daar. De zon
stond al laag en Elske zag hoe Jantje’s ge
zicht rood werd en Jantje zei, dat Elske’s
glanzende haren ’n kleur kregen, dat ze wel
op goud geleken. Dit laatste kon hij
weten want z’n vader droeg ’s Zondags ’n
horloge van dat metaal.
Ze zagen naar die roode vlek daarginder
en Jantje vond het net ’n vuur, zooals zijn
vader er thuis een had; maar Elske dacht,
’t zou ’n groote hoop hooi zijn, die vanzelf
in brand was gevlogen, zooals dat wel ereis
meer gebeurde want waar was dan de
blootarmige man met zwart gezicht, die bij
dat vuur op ijzer sloeg?
De zon ging lager en lager en de sterren
kwamen. Als er een verschoot, dacht Jantje
aan de vonken, die door de smidse vlogen.
maar Elske vertelde van den lieven Heer,
die al die lichtjes aanstak om het op aarde
niet al te donker te maken.
Toen dachten ze aan den terugtocht... en
ze gingen. Doch bij ’t omgaan van een hek
in de weide staakten de kikkers in de sloot
het gekwaak... want Elske viel er in
maar Jantje trok haar er uit en de menschen
op het dorp prezen hem daarom, zoodat zijn
trots toenam.
Als nu de zonnige tijd ging en groen en
bloemen meenam, dan kwam de winter, die
alles wit en koud maakte. En als ze geen
sneeuwman kon maken of op 't ijs zijn...
omdat ’t te guur was, dan gingen ze naar
Jantje’s huis, achter het vuur, waar ’t warm
was, om kleurige prenten te bewonderen,
waarin de appeldief gestraft en deugd be
loond werd.
Zoo ging ’t, tot dat eens op ’n morgen
Jantje met knikkers naar Elske wou gaan.
Doch z’n vader kwam en ontnam hem die;
daarop ging hij met hem ’t dorp in en
bracht hem in een groot vertrek, met veel
kinderen er in... En voor die kinderen stond
'n lange, magere man met boos gezicht...
als de veldwachter, die de appeldieven greep.
En met ’n stok wees hij naar ’n prent
met druiven er op en vertelde daarvan; en
Jantje moest tusschen die kinderen inzitten
en hoorde voor ’t eerst in zijn leven dat ’n
druif een vrucht was.
Doch spoedig werd z’n aandacht afgeleid,
want hij had thuis veel mooier prenten,
vond-ie. Daarbij stootte z’n eene buurman
hem met z’n zwarte knuisten, terwijl de
andere hem met ’n gepunte griffel in den
nek stak, zoodat Jantje al gauw zijn vuisten
balde.want bang was hij niet.
Doch toen kwam die groote, lange man
met z’n stok en hief die dreigend op, zoodat
Jantje zich van schrik op den grond liet
rollen. Toen begonnen alle kinderen te
lachen... en als Jantje weer op z’n plaats
zat, stak de een z’n tong uit en de ander
trok ’n leelijk gezicht, wat Jantje zoo on
prettig vond, dat-ie met moeite z’n tranen
terug drong.
Zoo ging het vele dagen aaneen: Jantje
hoorde van ’n kuchenden man vertellen, die
ziek was geweest en die wandelde om weer
beter te worden; die man liep al verder en
verder en geleek in de verte net ’n K en
vmdat-ie kuchte moest 'u dsrgelijk toeken
voortaan met K worden aangesproken.
Hij ontving ’n lei met ’n griffel en kreeg
allengs handigheid in ’t hanteeren van dat
instrumentmaar, als hij ’n kereltje teekende
met hark-vormige ledematen, dan kwam z’n
zwart-knoestige buurman en stiet hem aan
z’n elleboog, zoodat ’n kras een einde aan
zijn fantasie maakte.. Als hij ’n koe wou
laten grazen en met de vierde poot bezig
was, dan scheidde ’n vuile vinger het dier
den kop van den romp.
Eens zelfs wilde hij Elske in beeld brengen,
doch terwijl hij met ’n chaos van kromme
lijnen haar glanzend haar wilde weergeven,
deed ’n verwoestende mouw het produkt zijns
geestes verdwijnen... en Jantje durfde
niets terug te doen... want de lange man
beheerschte hem.
Op een morgen nu, toen Jantje juist bezig
was met te leeren, dat een heele appel twee
helften had, werd ook Elske naar school
gebracht.
De meester plaatste haar niet ver van
Jantje, zoodat ze hem spoedig in ’t oog kreeg,
als hij z’n nieuwe tol uit den zak haalde,
die hij voor ’n paar dagen van z’n vader
kreeg, omdat-ie zeven jaar was geworden.
En toen de meester ’t sein gaf tot vertrek,
gingen ze samen naar huis; Elske vond
evenals Jantje, dat het buiten veel mooier
was waar ze bloemen plukten en op den
heuvel speelden. Daar was ook geen booze
man met dreigend gezicht, die van verve
lende letters vertelde en jacht op fouten
maakte als ze iets uit een boekje op ’n lei
schreven... handelend over ’t afkeurens-
waardige van dierenplagen... omdat ’n ge
plaagde poes eens ’n jongen krabde. Ook
Elske vond die prenten vervelend, waaraan
zoo’n lange historie was verbonden en ’t
speet haar dat ze niet meer Jantje’s geïllu
streerde geschiedenissen kon lezen in de
smederij van Jantje’s vader, waar ’t vuur
’t in den winter zoo warm maakte als buiten
de sneeuwjacht woedde.
De tijd verliep en
’t noodig, dat ze naar
om vreemde talen te leeren
den opschik te dragen, die hij
kocht. En ze gingen
En toen ze
haar meer, want ze was zeer veranderd. Het
hart baars vaders zwol, als hij zag dat ze schoon
was geworden en zich gedroeg als eene, die
steeds in 'n groote stad en voornaam ge
zelschap was geweest.
Eens op den avond van ’n schoonen dag,
z’n taak met zweet volbracht hebbende, liep
Johan op den weg in de koelte, die de
nacht ons brengt.
Daar voor hem uit kwam een wagen. Wie
zat daarop? Was ’t Elske niet met ’n vriendin?
Z’n oogen zochten haar en als zij hem zag,
glimlachte ze niet, maar trok den neus op,
Bolswardsche Courant
KI
jü
1
WOMMELS, OoSTEREND, WeI.SRIJI’.
Troost 112 42 27