Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Wil 1903. No. 68. 42ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. r De geheimzinnige stok. J ZONDAG 23 AUGUSTUS. BINNENLAND. K VOOR 'lil Afzonderlijke de de het met ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Vervol gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. van liep niet mededeelen. Toen ik zoo gekomen, boeide ling op het tooneel ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. IJ het voorwerp, hetwelk hij in en herkende den slangvor- naar was gevallen, op de boot achter, meer dan een kwartier was de tram op het punt stond Hoeveel duizenden zou deze verzame ling van ratiteiten wel hebben gekost, Lucy Dat kan ik jeniet zeggen; oom zou ze in elk geval voor alle schatten der aarde niet willen verkoopenze is hem dierbaar der dan zijn leven. We bevonden ons in het allerheiligste van sir Evelyn Ingram, een hartstochtelijk ver zamelaar van allerlei curiositeiten. Het was een groot laag vertrek, aan welks wanden de meest uiteenloopende dingen prijkten, van de vergiftige speer der wilden tot de har poen van den eskimo, terwijl de hooge kasten onder den last van oudheidkundige zeldzaam heden en grijnzende afgodsbeelden in ivoor, metaal en steen schenen te kraken. Zooals ik zie, ben jij hier ook bezig ge weest, merkte ik op, toen ik het sierlijke schrift der etiquetten zag. Ja, ik ben gewoon oompje een beetje te helpen. We brengen hier menig uur met ons beiden door. Jou oom heeft, geloof ik, reeds be speurd, wat mijne bezoeken hier te beteeke- nen hebben. Ja, dat schijnt me ook zoo. Toen ik hem zei, dat je vandaag hier kwaamt, vroeg hij heel belangstellend naar je vooruitzichten, en toen hij hoorde, dat je assistent-arts in het hospitaal te Parijs waart, zei hij, dat dokter Pan en hij oude vrienden waren. Pan denkt zijne praktijk weldra neer te leggen. Als het mij dan gelukte door de directie tot zijn opvolger te worden benoemd, dan was mijn fortuin gemaakt. Als oom zijn invloed doet gelden, zou je de betrekking zeker wel krijgen. En dan, lieveling Op dit oogenblik trad sir Evelyn de kamer binnen. Wat doen jelui beiden hier toch in het schemerdonker? zei hij schertsend. Jelui wilt me toch mijn schatten niet weghalen? Komt met me in de bibliotheek; ik zal je mijn nieuwste aanwinst laten zien, welke ik eerst pas heb gekocht. In de bibliotheek gekomen, deed de baro net een kast open, nam daaruit een lang, in bruin papier gewikkeld voorwerp en maakte met zichtbare haast het papier los. Een eigenaardig gevormde stok kwam daaruit voor den dag. Gemaakt uit de een of andere grijsachtig zwarte stof, had hij den vorm van een cobra, welks akelige kop den knop vormde. Het geheel was zoo bedrieglijk na gebootst, dat men werkelijk een levend rep tiel voor zich meende te hebben. Het was een pracht-exemplaar van Oostèrsche kunst. Mooi, niet waar vroeg de baronet en wierp een liefdevollen blik op zijne rariteit. Zoo iets heb ik nog nooit gezien. En deze smaragden zijn geloof ik echt. Ja, die schijnen onberispelijk te zijn, antwoordde ik bewonderend. Deze stok is stellig een zeer kostbaar stuk. Heb je deze hieroglyphen onder den knop gezien? vroeg de baronet.' Ik keek naar de aangewezen plaats en zag daar eenige woorden in eene mij onbe kende taal. Ik geloof, dat het mij zal gelukken ze te ontcijferen, vervolgde hij. Ik ben een weinig thuis in de Oostersche talen. Hij schreef de woorden op een stukje papier. Op dit oogenblik kwam het dienst meisje zeggen, dat de thee gereed stond. Toen we in de eetzaal om de theetafel zaten, verscheen Lucy’s neef, Dick Foster, een jong advocaat, wiens inkomen, dank zij de buiten gewone vrijgevigheid van zijn oom, schitte rend was te noemen, maar er door hem met bewonderenswaardige gemakkelijkheid werd doorgebracht. Terwijl wij beiden met Lucy babbelden, was sir Evelyn bezig met het ontcijferen der hieroglyphen. Nu eens staarde hij peinzend op het voor hem liggend papiertje, dan bla derde hij in een dikken foliant, dien hij uit de bibliotheek had meegebracht. Van tijd tot tijd mompelde hij eenige onverstaanbare woorden. Eindelijk sloeg hij het boek triom fantelijk dicht. Ik heb het gevonden! riep hij ver heugd. De stok verbergt een geheim. Wat denkt ge wel, dat het opschrift beteekent, mijnheer Hering? Ik heb er geen flauw vermoeden van, antwoordde ik glimlachend. Welnu, het luidt: „Als uwe hand mijn oog aanraakt, „Zal mijn geheim u bekend zijn.” Men moet dus op de oogen van sma ragd drukken om de eene of andere ont dekking te doen. Ik wil het dadelijk eens probeeren. En haastig, met eene uitdrukking van kinderlijke opgewondenheid op het oude ge laat, verliet de baronet het vertrek. Ik amuseerde me kostelijk en keek Foster, eens aantot mijne verbazing bemerkte ik, hoe doodelijk bleek hij was. Je bent ziek, Foster! riep ik. Wat scheelt je? Ik ben werkelijk niet recht wel, ant woordde hij, terwijl hij zich blijkbaar in spande om zich te beheerschen. Misschien zal ik buiten beter worden. Hij schijnt inderdaad ziek te zijn, zei Lucy, toen de deur achter hem was dicht gevallen. Reeds sedert verscheidene dagen trok het mijne aandacht, hoe slecht hij er uitziet, maar hij wil er volstrekt niet over spreken. Terwijl ze dit zei, weerklonk uit de biblio theek, die boven de eetzaal lag, een gil, ge volgd door het zwaar neerploffen van een lichaam, dat de zoldering deed trillen. Daar op eene doodsche stilte. Sir Evelyn schijnt gevallen te zijn, ik ga dadelijk eens zien. Met deze woorden vloog ik de trap op naar de bibliotheek. Het eerste, wat mijn oog daar zag, was het lichaam van den baro net, dat languit op den vloer lag. Naast hem lag de stok met den juweelen knop, welke, nu hij geopend was, eene diepe, don kere holte in zijn binnenste liet zien. Met twee stappen was ik bij het leven- looze lichaam en zag op hetzelfde oogenblik eene kleine slang, die op de borst van den baronet lag, maar zich nu sissend oprichtte. Terwijl ik onmiddellijk achteruit vloog, greep ik instinctmatig de ijzeren pook en liet deze bliksemsnel op den kop van het kleine monster neerdalen, zoodat het dood op den grond bleef liggen. Toen onderzocht ik het hart van den baronet. Hij was dood. Bij het den dag daarop gehouden ge rechtelijk onderzoek was ik de eenige, wiens getuigenis van eenig belang scheen, ofschoon daardoor de geheimzinnige sluier, welke over de zaak lag, niet werd opgelicht. Ik was daarom niet verwonderd, toen de uitspraak der jury luidde: „dood door een ongeluk,” maar mijne overtuiging, dat de baronet het offer van een duivelachtig plan was gewor den, werd daardoor niet aan het wankelen gebracht. Ik deed mijn uiterste best om licht in de zaak te ontsteken, doch er waren reeds zes weken verloopen, zonder dat mij zulks wilde gelukken. Bij mijne pogingen onder vond ik niet den minsteu steun van Dick Foster, den universeelen erfgenaam van sir Evelyn. Volgens zijne meening was de zaak het gevolg van een toeval en zou het ver loren moeite zijn om dat te willen ophelderen. Reeds had ik alle hoop opgegeven, toen een toeval mij den sleutel van het geheim in handen speelde. Op een Aprilavond zat ik met een vriend, den schilder Hope, die juist van een studie reis door Italië teruggekeerd was, in de loge een specialiteiten-theater. Ons gesprek over de verschillende belangrijke gebeur tenissen, welke gedurende zijne afwezigheid waren voorgevallen. En onder anderen ook over het tragische, geheimzinnige uiteinde van sir Evelyn. Ik gaf als mijne overtuiging te kennen, dat men hier aan eene schurken streek moest denken en Hope was mij eens. Het was natuurlijk mijn eerste werk, dus vervolgde ik mijne mededeelingen, bij alle rariteiten handelaars in Londen een onderzoek te laten instellen, hetwelk echter geen resultaat had. Eindelijk liet ik in een der meest gelezen dagbladen eene advertentie plaatsen, waarin ik voor elke mededeeling betreffende den stok eene aanzienlijke beloo- ning beloofde. Den daarop volgenden dag kwam de oorspronkelijke eigenaar van den stok bij me. Het was een rijke, jonge Indiër, die aan een Engelsche hoogeschool had ge studeerd en sedert eenige jaren in Londen leefde. Hij vertelde mij, dat hij nog voor eenige maanden in ’t bezit was geweest van een stok, die precies geleek op dien, welken ik in de advertentie beschreef, doch dat hij dien op onverklaarbare wijze was kwijt ge raakt. Hij placht dit merkwaardige product van Oostersche kunst nu en dan aan zijne vrienden te laten zien en hun het geheim van de smaragdoogen te onthullen. Toen hij den stok in zijn bezit had gehad, was hij ledig geweest. Meer kon hij mij daaromtrent ver met mijn verhaal was eene interessante voorstel- onze aandacht. Vervol gens klonk het sein voor de pauze en lampen werden weer opgedraaid. Voor den eersten keer op dien avond liet ik mijne blikken door de zaal gaan en bemerkte bij die gelegenheid in eene van de loges Dick Foster met eene beruchte dame van het tooneel. Na de pauze gaf men eene voorstelling van kinematografische beelden, die in den beginne tamelijk weinig interessant waren, en toen het programma als volgend nummer /Zeen gezicht in eene straat van Londen op een Januarimorgen” aankondigde, ging ik in mijn stoel achterover leunen en verzonk in gepeins. Plotseling werd ik daaruit gewekt door een uitroep van Hope. Zijne oogen waren met eene uitdrukking van zoo groote nieuws gierigheid op het tooneel gericht, dat ik onwillekeurig zijn blik volgde. Wat ik daar zag, deed mij bijna roerloos zitten van ver bazing. Het was een tooneel uit een leven dige straat van Londen. Op den voorgrond bood een koopman in rariteiten in Indische dracht zijn waren te koop aan. Voor hem stond, met den rug naar ’t publiek gekeerd, een heer met grijs haar, blijkbaar een koo- per, die een der aangeboden voorwerpen op merkzaam scheen te beschouwen. Er was iets in het voorkomen van den ouden heer, dat me bekend leek. Gehoorzamend aan een plotselinge ingeving keek ik door den too- neelkijker naar het voorwerp, hetwelk hij in de hand hield migen stok. De koop was spoedig gesloten. De grijs aard maakte aanstalten om heen te gaan en liet het publiek voor een oogenblik zijn ge laat met den tevreden glimlach zien. Het was Sir Evelyn Ingram. Als versteend keek ik nog altijd recht voor me uit, toen het gordijn reeds was gevallen, zoodat Hope mij bijna met geweld mee naar buiten moest trekken. Den volgenden morgen kreeg ik een telegram van Lucy, waarin ze mij mede deelde, dat Dick Foster dien ochtend dood in zijne slaapkamer was gevonden. Ze ver zocht me dadelijk bij haar te komen. Een half uur later was ik bij haar en liet mij de bijzonderheden omtrent het sterf geval mededeelen. Er was zonder twijfel zelfmoord gepleegd. Het ledige glas op de toilettafel met het witte poeder op den bodem en de kleur van het verwrongen ge laat van den doode wezen op eene vergifti ging. Bij de bezichtiging van het lijk vond ik een papier in de dichtgeknepen rechter hand. Het bevatte de volgende door Foster geschreven regelen: „Ik heb besloten een einde aan mijn leven te maken, daar het mij ondraaglijk is ge worden. Hedenavond werd mijne misdaad aan de gansche wereld openbaar. Ook Hering was daar en heeft alles gezien. Ik kon niet anders handelen. Mijne positie werd hoe langer hoe slechter en de stok ih de kamer van den Indiër wees mij een uitweg. Maar ik had niet gedacht, dat ik, in weerwil van mijn vermomming, zoo duidelijk te herkennen zou zijn geweest als de kinematograaf mij dat heeft getoond. Ik achtte mij volkomen veilig, maar het noodlot is sterker dan ik. De noodlottige stok werd aan zijn recht- matigen eigenaar teruggegeven en de serie beelden van de kinematograaf met de scène in de straat van Londen, welke ik den eige naar had afgekocht, ging in vlammen op. Eenige maanden later traden Lucy en ik in het huwelijk en wierpen een sluier over het verleden. Harlingen, 20 Aug. De stoomboot Alide, die gewoonlijk als houtboot dienst doet, kon men heden in het dok zien liggen om vee te laden, dat naar Riga, Dorpat en nog een andere haven in de Russische Oostzee-provin- ciën verscheept moest worden. Een 200-tal stuks uitgezocht vee, stieren, koeien en kal veren, werden voor rekening van den heer S. te Roordahuizum in het ruim der boot neergelaten, om, evenals ten vorigen jare voor de eerste maal plaats had, voor den aanfok van vee bij onze oostelijke veehouders te dienen, waar de heer S. zich met goed gevolg op de veeteelt schijnt toe te leggen. In een doelmatig stalletje geplaatst, werd het vee op gemakkelijke wijze naar beneden gebracht, waar het op zaagmeel en in het genot van geperst hooi de bezwaren van de zeereis, die terstond aan vangt, heel wel te boven zal komen. Hardegarijp, 20 Aug. Aan den Slach- teweg tusschen Rijperkerk en ons dorp liggen landerijen, welke in eigendom toebehooren aan de Herv. Kerk van eerstgenoemde plaats. Deze landerijen worden gewoonlijk los verhuurd, terwijl alsdan verschillende huur ders samenspreken, om de huursom niet al te hoog te doen loopen. Later wordt dan vastgesteld, welk aantal stuks vee door elk hunner daarin kan worden geweid. Nu doet zich het geval voor, dat twee runderen zijn gestorven, terwijl de overigen bijkans alle ziek zijn. De veearts geeft als oorzaak op, dat een vergiftige plant met dit natte weer in genoemde landerijen welig tiert, waarom nu verboden is, ’t vee daar langer te laten weiden. Een en ander is voor de huurders een groote schadepost, althans wanneer H.H. Kerkvoogden hun daarin niet tegemoetkomen. Lemmer, 20 Augs. De salonboot //Bols ward” van de Holland-Friesland lijn bracht deze week op een morgen hier vele passagiers aan, onder wie eene moeder met haar twee jarig kind. De meeste passagiers, onder wie ook bedoelde moeder, stapten in de gereed staande tram over om hun reis te vervolgen. In hare verstrooidheid echter liet de moeder haar kleine, die op reis van Amsterdam hier in slaap Nadat reeds verloopen en van te vertrekken, schoot het haar plotseling in de gedachte. Ze vloog de tram uit, snelde naar de boot en riep den kapitein, die vroeg wat er aan de hand was, toe//ik heb mijn kind vergeten!” Gelukkig vond ze de kleine terug en reis kon worden voortgezet. Harlingen, 20 Aug. Een schapendief heeft hier zijn verdiende loon ontvangenhij is op heeterdaad betrapt en toen doodge schoten. ’t Was de hond van de wed. v. D. alhier, een dier dat ’s nachts veelal buiten rondzwierf en dan steeds zijn gading vond op een stuk land aan den Kimswerder weg. Vannacht zag men hem bezig met het ver scheuren van een schaap er waren er in vorige nachten ook al eenigen aan zijn bloed dorst ten prooi gevallen en toen kreeg hij zonder genade den kogel. Ilepk. Nieuwsbl. v. Fr. Sneek, 21 Aug. De zeilwedstrijd van Woensdag j.l. heeft hier weer een offer ge- eischt. De jonge stoombootkapitein, H. W., een robuste vent, zou een schipper op sleep touw nemen. Op ’t berghout van de boot staande om de tros over te werpen, geraakt hij plotseling tusschen schip en boot be kneld, waardoor zijn eene beneden voet geheel verpletterd werd. Een hevig bloedverlies was terstond het gevolg van de ontzettende ramp. Dr. W. verleende de eerste geneeskundige hulp. Hedennacht is de algemeen beminde jon geling aan ’t ouderhart ontrukt, daar hij aan de bekomen verwonding is overleden. Inbraak te Haarlem. Gisternacht is te Haarlem in de Tetterode- straat ingebroken. Uit een jas, welke in de gang hing, is eene portefeuille met bankpapier ontvreemd. Voorts zijn nog eenige kasten doorzocht en is een lederen tasch medege nomen. Men heeft zich door opschuiving van een raam toegang verschaft en op dezelfde wijze weder het huis verlaten, Bolswardsche Courant ij i vr» ■<r,<yvw vrr1v 'sZ\ ZXZ-\ZXZXz-'y WV S/XZSZ SZXZXZ i I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1903 | | pagina 1