lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseracleel.
K
I
I
1903.
42ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 73.
I
„De Keppel." (Koppelarbeid.)
DONDERDAG 10 SEPTEMBER.
BINNENLAND.
FLORALIAFEEST
op Vrijdag 11 September 1903.
INGEZONDEN.
I
II
VOOR
Afzonderlijke
zichtigen
eigen
williger
het
Aan
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
lichaam en
Daarvan
en diep
en altijd aan
drongen en
de onzekerheid bij talrijk velen omtrent eigen
bestaan en eigen vooruitzichten.
J. HERMAN EIEMERSMA,
Soa. WnakhM. Giekerk»
De staf der brandweer en de
van Publieke Werken waren
weer heeft de bouw
doch
l
een koop-
een mooi paard aan de markt bracht,
een kooper vond. De koopman
z’eigen een prijs gezet en als hij
er voor ontving, was hij best tevreden.
merkt door den heer Van den Broek, vrij
williger van spuit tien, die onmiddellijk de
brandweer waarschuwde. Binnen door heeft
men toen het vuur weten te bereiken en te
blusschen.
wethouder
tegenwoordig.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol-
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Bovengenoemd feest zal Vrijdag 11 Sep
tember a.s. des avonds ten 8 ure, wederom
in „de Doele” worden gevierd.
Het telken jare stijgende cijfer van aan
vrage om stekken, bewijst genoegzaam, dat
doel en strekking dezer vereeniging, door
de aanvragers wordt op prijs gesteld.
Dit jaar toch zijn er 800 stekken uit
gereikt. Wat van die, in Mei uitgereikte
stekken, (die allen van loodjes zijn voorzien),
is geworden, daarvan kunnen de leden en
begunstigers van „Floralia” des namiddags
van 2 tot 4 uur zich zelf overtuigen, terwijl
bovendien voor niet-leden en niet-begun-
stigers gelegenheid bestaat, de schoone
collectie bloemen te bezichtigen, tegen be
taling van f 0.10 de persoon.
Des avonds ten 6 ure wordt de zaal ge
opend voor allen die bloemen inzonden,
terwijl ten 7 ure, voor zoover er plaats is,
de toegang wordt opengesteld voor personen
boven den 16-jarigen leeftijd tegen betaling
van f 0.10 per persoon.
Plaatsgenooten, het is U bekend, dat op
elk Floraliafeest eenige prijzen worden toe
gekend voor de best gekweekte planten,
die te moeten aankoopen uit eigen middelen,
dat kan de vereeniging niet, te meer nu
hare uitgaven, jaar op jaar stijgen, tengevolge
van de vermeerderde aanvragen om stekken
het is daarom, dat het Bestuur van
„Floralia”, een beroep doet op U, om even
als vorige jaren, het te verblijden met de
toezending van eenige geschenken.
Alle geschenken worden gaarne Donder
dagavond 10 September a.s. in //de Doele”
tusschen 710 uur door het Bestuur in
ontvangst genomen.
Het Bestuur der vereeniging //Floralia”:
C. J. van der VEEN/ Voorzitter.
D. van der MEER.
K. van RINGH.
J. HOMMES.
Dr. C. J. NIEMEIJER.
J. HEIJT.
D. TERHENNE.
As. VIS.
M. SCHOTMAN Mz.,
Secretaris-Penningmeester.
het gevaar blootstaan van naar
ziel bedorven te zullen worden,
spraken voor en na bedroevende
treurige feiten.
Er is voor en na veel over koppelarbeid
gesproken en geschreven en tot dusver werd
zij door niemand in bescherming genomen
of verdedigd. Ook erken ik gaarne en
zulks met dankbaarheid dat het kwaad
minder groote afmetingen aanneemt. Van de
zijde der arbeiders zelf werd eenige jaren
geleden krachtig op afschaffing, van dezen,
door de wijze waarop zij werd uitgevoerd,
den mensch verlagenden en vernederenden
arbeid aangedrongen, 't Was de vereeniging
//Broedertrouw" te St. Jacobi-Parochie, welke
in 1891 onvermoeid den strijd tegen kop-
pelatbeid aanbond en daarin vele beteekenende
voordeelen behaalde. Deze vereeniging, eene
organisatie van veldarbeiders in de Friesche
gemeente Het Bildt, was er van doordrongen,
dat koppelarbeid den boeren in staat stelt
om met een .klein getal vaste arbeiders heel
het jaar door de werkzaamheden af te doen,
waardoor de loonen gedrukt bleven en werk
loosheid in niet geringe mate werd bevor
derd. De geschiedenis van dezen strijd en
de kamp tegen tal van andere ongerechtig
heden in den bouw hoek is hoogst merk
waardig. Ik kom op deze aangelegenheid terug.
Ook op andere plaatsen begon men in te
zien, dat aan koppelarbeid vele en groote
smetten kleefden. Men wees op de verderfe
lijke strekking, op het vele en groote onheil
dat van dezen arbeid uitging, ja, in ver
schillende dorpen drong men er op aan af
doende maatregelen te nemen, waardoor het
den koppel belet zou worden zich in het ver
volg te bestendigen. Zoover is het nog altijd
niet gekomen. Wel werd reeds jaren ge
leden in een bijeenkomst van werkgevers
te Murmerwoude (in de gemeente Dantuma-
deel) besloten geen personen tot de keppel
toe te laten, die door andere werkgevers
waren weggezonden, zonder eerst te hebben
onderzocht wat tot wegzending aanleiding had
gegeven. Bleek daarbij dat wangedrag, on
verschillige of nog andere (veel bedenkelijker)
handelingen tot ontslag hadden geleid, dan
wenschte men aanneming onvoorwaardelijk te
weigeren. Een nieuwe lap op een oud kleed
Het kwaad blijft evengoed bestendigd, al
geef ik toe' dat het licht minder groote af
metingen aanneemt. Van de toestanden op
Het Bildt heb ik mij in de laatste jaren
niet persoonlijk op de hoogte kunnen stel
len, het is mij dan ook niet bekend, (hoe
wel ik het vermoed,) of koppelarbeid daar
nog altijd ongewenschte verhoudingen in het
leven roept. Wel weet ik, dat zij in de
zandstreken nog steeds bestaat en daar nog
immer belemmerend werkt op uitkeering van
een billijk en rechtmatig verdiend loon.
Want men verlieze niet uit het oog, dat
koppelarbeid kan verricht worden zooals
dan ook meestentijds geschiedt door min
der bekwame werkkrachten, ’t Komt er niet
op aan of dit grijsaards en half onnoozelen
dan wel vrouwen en kinderen zijn. Juist
voor hen is koppelarbeid in het oog van
menigeen al zeer geschikt, daar zij geen
bovenmatige inspanning vordert en in het
geheel niet naar regel en overleg vraagt.
Geschikten en ongeschikten, bekwamen en
onbekwamen, heelen en hal ven, allen zijn
welkom, maar de laatsten het meest. Gevolg
van een en ander is, dat de loonstandaard
der veldarbeiders gedrukt wordt, overal waar
de keppel handelend optreedt, dat de opvoe
ding van menig jeugdig werkmanskind ern
stig schade lijdt gehuwde vrouwen wor
den helaas vaak aangeworven en dat ten
slotte de band tusschen werkgever en werk
man (in gewone tijden ook veelal niet zeer
hecht) geheel losgemaakt wordt. Daartegen
over staat geen enkel voordeel.
Ongelukkig zijn ook in den bouwhoek
de huren buitensporig hooggaardeniers zoo
wel als landbouwers zuchten onder den zwa-
ren druk der concurrentie; een druk van
boven opgelegd. En ik besef levendig dat
bij dezen stand van zaken belangstelling
voor het welzijn van den naaste, gevoel voor
den nood en de ellende van hen die immer
het kortste eind trekken, ver-
tot zwijgen gebracht wordt door
Sneek. Toen de heer K. ter Horst,
houthandelaar alhier, Vrijdagnamiddag van
de weekmarkt uit Leeuwarden terugkeerde
en zijne fiets in ontvangst dacht te nemen,
die hij dien morgen bij zijn vertrek naar
Leeuwarden den controleur der H. IJ. S. M.
alhier in bewaring had gegeven, werd ont
dekt dat het rijwiel door een niet-recht-
hebbende daarop was afgehaald. Korten tijd
nadat de heer ter H. in den trein zat, was
de fiets reeds afgehaald door iemand, die
zeide het rijwiel van den heer Lankhorst te
moeten af halen. De controleur, nog maar
kort hier en personen en namen aljiier nog
weinig kennende, had geen argwaan en gaf
het gevraagde mede. Thans blijkt na onder
zoek, dat de fiets gestolen is, daar noch de
heer Lankhorst, noch de huisgenooten van
den heer ter Horst van het af halen der
fiets iets weten.
Het vermiste rijwiel is kettingloos en uit
de fabriek van den heer Smit, Sneek
Leeuwarden. De zaak is bij de politie in
onderzoek.
Aldus het eerste berichtthans vernemen
we het volgende
De vermoedelijk gestolen fiets van den
heer Ter Horst is weer terecht.
In de vestibule van ’t spoorstation werden
Vrijdag jl. aan den controleur in bewaring
gegeven twee rijwielen, een door den heer
Horst, ’t andere door den heer A. Lankhorst
van Heeg.
Een poos daarna komt de knecht van
laatstgenoemde de fiets van zijn heer halen,
maar ontvangt die van den heer Ter Horst.
Om half een komt de heer Ter II. en
vraagt zijn rijwiel, maar krijgt tot antwoord,
dat de heer A. Lankhorst alhier dit heeft
laten halen. Onderzoek wordt gedaan* waar-
dit als een
’t Is zes uur in den morgen. Knechts
en meiden keeren uit de „yester" (melk-
plaats) naar de hoeve, voorzichtig torschend
den zwalpenden last geborgen in de blank
geschuurde koperen emmers. Een enkele
arbeider uitgezonderd, die reeds met het
grauwen van den dag veldwaarts toog, zijn
straten en wegen nog eenzaam en verlaten.
Ook in het dorp rustige rust, slechts nu en
dan verstoord en afgebroken door de forsche
hamerslagen van den smid, luid klinkend
door heel de buurt; krachtige opwekking voor
velen, dat er dient gewerkt zoolang het dag is.
Het uur van zessen is heel den zomer
door in den bouwhoek van Friesland het
oogenblik waarop met den veldarbeid wordt
begonnen. Mannen en vrouwen, de schoffel
in de eene, het keteltje koffie in de andere
hand, spoeden zich naar den bloeienden akker,
veelal dichtbij, soms ook op aanmerkelijken
afstand van dorp of gehucht verwijderd.
Krom en gebogen en oud en afgeleefd vóór
hun tijd stellen zij geeu hoogeren eisch aan
het leven, dan slechts zooveel të verwerven
dat zij een weinig kunnen wegleggen om
niet gedwongen te worden in het wintergetij
reeds dadelijk de hulp van armvoogd of
diaken in te roepen. Hun wereld heeft enge
grenspalenvan Maandagmorgen tot Zater
dagavond op den akker en op den rustdag
den halven dag slapend, slapend evengoed
in de kerk als te huis, zoo gaan voor deze
lieden lente, zomer en najaar voorbij. En
als slechts den arbeid een naar hunne schat
ting loonende verdienste ten deel valt, als
de winter zonder al te groote bekommering
kan worden verbeid, wat blijft er dan nog
meer te wenschen over? Was hun geslacht
niet eeuwenlang in dienst van den meest
zwaren en vermoeienden arbeid?
Er komt leven en beweging in de dorps
straat. Thans zijn het jeugdigen van jaren,
jongens en meisjes, waaronder niet weinigen
ternauwernood de kinderschoenen ontwassen.
Hun getal wordt steeds grooter, overal gaan
deuren open, van links en rechts komen ze
den groep versterken, die tierend en rumoe
rig zingend verder trekt tot de akker is
bereikt, waar de bende neerstrijkt als een
zwerm musschen op het graanveld. In den
voorzomer ontbreekt het den Frieschen land
bouwer niet zelden aan werkkrachten. Im
mers, overal tiert op zijn akkers welig het
onkruid, schade berokkenend aan vrucht en
gewas. Drenkt straks eene malsche regenbui
den bodem, niet minder dan aan het gezaaide
is dit gewin voor distel en tuig. Hier is
onverwijld handelen gebiedend noodzakelijk
en toch zijn den landman in dezen tijd van
’t jaar veelal de handen gebonden. Met den
hooioogst dient een aanvang gemaakt en
bovendien zijn er tal van zaken, welke hulp-
verzorging en toezicht vragen. Zijn dienst
baren vinden volop arbeid en kunnen on
mogelijk aan het gewone bedrijf worden ont
trokken. Nu treedt de „koppelbaas" op als
redder in den nood. Hij is de man, die,
tegen vergoeding van een vooraf overeenge
komen som, de verplichting op zich neemt
al het bebouwde afdoend te zuiveren en dat
wel in zeer kort tijdsverloop. Is na loven
en bieden de zaak beklonken dan komt het
er voor den keppelbaas op aan geschikte
krachten te werven. Hij brengt eene ver
zameling opgeschoten knapen en meisjes bij
een, gerecruteerd uit de meest armoedige en
nooddruftige gelederen der volksklasse. Hun
leeftijd is verschillend en wisselt tusschen
14 en 18 jaren, maar allen zijn het ge-
presten, gedoemd om tegen vergoeding van
eene karige verdienste het jonge en lenige
lichaam dag aan dag te krommen als een
bies, kruipende over den aardbodem, dee
moedig gebogen en zwart en bestoven van
het stof, dat zij losmaken van stengel en
scheut. Dan, treurigheid, droefgeestigheid
en sombere onwil valt bij de keppel aller
minst te bespeuren, veeleer het tegendeel.
Over den langen arbeidsdag en het karige
loon bekreunt men zich weinig; ’t gezelschap
heeft zijn ruwe en eigenaardige bekoorlijk
heid voor het werkmanskind, een aantrek
kelijkheid die het veeleer de keppel doet
opzoeken dan mijden. Met dit al is zij de
pest voor elk onbedorven en schuldeloos kind
uit de volksklasse. Immers, men kan lichte
lijk nagaan, dat jongens en meisjes onder
■dergelijke omstandigheden saamgebraeht, aan
van natuurlijk ’t resultaat was, dat men
daar van geen fiets wist.
Des anderen morgens eerst kwam het uit,
dat niet de heer Lankhorst alhier, maar
diens neef uit Heeg de verkeerde tweewieler
had gekregen.
Donderdagnacht is alhier ingebroken
in de sigarenfabriek //Cuba” van den heer
P. Gorter, staande aan den Bolswarderweg
tegenover het tramstation. De fabriek is
door eene opene plaats van de woning ge
scheiden. Door het verbreken eener glasruit
hebben de dief of dieven zich toegang weten
te verschaffen tot de sorteerkamer en ver
moedelijk naar geldswaarde gezochteen
klein partijtje sigaren wordt vermist en ook
is een nog al zwaar kistje medegenomen.
Op kleinen afstand van de fabriek werd
het kistje er zaten drukletters in
teruggevonden.
Dat de bedoeling was centen te kapen,
kan wel als vrij zeker worden beschouwd,
daar zoowrat alles is doorgesnuffeld.
Door de uitgesneden ruit kon geen vol
wassen persoon, zoodat men wel voor goed
kan aannemen, dat jongens hier de hand in
hebben gehad. De politie onderzoekt de zaak.
Maandag zijn de lessen aan de nieuw
gebouwde Ambachtsschool begonnen.
Voor de deelname aan deze lessen hadden
zich 38 jongelieden aangegeven, waarvan 3
werden afgewezen en 1 zich terugtrok, zoodat
de eerste cursus is begonnen met 34 leer
lingen, waaronder 23 van buiten.
Uit de leerlingen volgen 20 den cursus
in timmeren, 9 smeden en 5 schilderen.
Een toelatings-examen werd dit jaar niet
gehouden; een bewijs van het hoofd der
school dat de leerling met vrucht de lagere
school had doorloopen, was voldoende.
Wegens het slechte
der school vertraging ondervonden
met ongeveer 14 dagen zal het werk gereed
zijn. Alsdan zullen de leden in de gelegen
heid gesteld worden de officieele inwijding
bij te wonen, het geheele gebouw te be
zichtigen en nadere bijzonderheden over
beheer, doel etc. te vernemen.
7 Sept. De heer Tj. Wielenga, koffer-
fabrikant (antir.) heeft ontslag genomen als
lid van den Raad, wegens verandering van
positie.
7 Sept. Naar twee vacatures van
onderwijzeres aan gemeentescholen alhier,
dingen 36 sollicitanten.
Workum, 7 Sept. Vandaag was het een
ongewone en drukke dag. Onze najaars-
paardenmarkt was dit jaar flink bezocht.
Er stonden ruim 120 paarden aan de lijn,
waaronder pracht-exemplaren, een aantal
veulens en twenters. Op deze markt waren
vele vreemde kooplieden aanwezig. Bij ’t
begin was de handel fleurig, wat later aan
merkelijk daalde en zelfs stug kon genoemd
worden. Voor luxe paarden besteedde men
f 300 tot f 450, werkpaarden f 150 tot
f 250, slachtpaarden f 60 tot f 85 en veulens
f 70 tot f 90.
Dat in ’t begin de handel levendig was,
kan hieruit worden afgeleid, dat
man
wat vlug
had in
dat
Door de fleurige handel en zeker ook door
de beste eigenschappen van het paard, ont
ving de verkooper nog f 100 boven zijne
taxatie.
Zoo althans werd ons
aardigheid medegedeeld.
De St. Bavo in gevaar.
De Groote of St. Bavokerk te Haarlem
is maar ternauwernood ontsnapt aan
gevaar van in vlammen op te gaan,
de zijde van de Oude Groenmarkt hebben
loodgieters op het dak gewerkt, waarbij waar
schijnlijk gloeiend lood is gevallen op het
zeer oude en vermolmde hout van daklijst
en dakbekleeding, waardoor een begin van
brand ontstond. Gelukkig werd dit opge-
1
Bolswardsclie Courant
t