1903. 42ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 97. Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. H DONDERDAG 3 DECEMBER. BINNENLAND. H f ’t Wordt Sinterklaas. INGEZONDEN. VOOR afzonderlijke Enkh. Cl. gure, ze i grabbelen kunt. schuilplaats droomen van den reeds zijne gaven worden de avonden gewichtig, Dan zitten de kin- Vaders thuiskomst rondom 1 ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar h 5 Cent. I ook hen roept V ooral als Sinterklaas nadert! deren al voor den haard en zingen: „Sinterklaasje, bonne, bonne, bonne, Gooi je wat in de leege tonne, Gooi wat in de huizen, Wij zullen grabbelen als katten en muizen.” En is ’t niet vreemd Moeder heeft ze nooit bedreigd met Sinterklaas en zijn zwarten knecht en ze nooit beangst ge maakt. Daar houdt zij nu eenmaal niet leven 1 en nog lang het lied weerklinke Hid Hero heil 't weezengebouw Meldt Uwe glorie, edele vrouw; Heerlijk te huis, vriendelijk gezin Vreugd, vrede, vrijheid wonen er in. De dankbare oud-weezen. dat maar waar!” galmt het Geachte Redacteur. Beleefd verzoeken wij voor het onder staande een plaatsje in UEds. veel gelezen blad, bij voorbaat onzen vriendelijken dank. Voorbij is de dag, zoo verlangend verbeid, de dag van 25 November, vierende het 350 jarig Jubileum van Bolswards Weeshuis. Maar onvergetelijk zal de herinnering blijven voortleven bij allen en wel voorzeker in de harten der oud-weezen, die aan de uitnoodi- ging van H.H. Voogden, om mede feest te vieren, zoo gaarne gehoor gaven. Wij oud- weezen, gevoelen behoefte, aan ons van dank overvloeiende harten lucht te geven. „Waar liefde woont, gebiedt de Heer zijn zegen,” klonk het uit die kleine kindermonden, in onze harten zal dat lied nog lang weerklinken, want daar, in dat huis, is een rijke schat van liefde vertegenwoordigd. Wat daar is genoten, dat getuigen de onafgebroken jubel kreten, de van gelukstralende en betraande oogen van allen, ook van familie en vrienden, die mede deelgenoot waren in ons geluk. Zij ook verklaren éénparig, nog nooit een feest te hebben bijgewoond, zóó onuitputtelijk in alles wat slechts vreugde bracht. Geen huis, waar zooveel liefde van de overheden tot de kinderen en zulk een verknochtheid en dankbaarheid van de kinderen tot de overheden heerscht als daar. Bolswards ingezetenen, verheugt U met ons, dat uwe woonplaats een Stichting rijk is als deze. Wij kunnen niet genoeg onzen diepgevoelden dank uitspreken aan H.H. Voogden en Dames Voogdessen, die onvermoeid arbeiden, waar het geldt, het geluk der verpleegden. Ge dachtig blijvende aan onze belofte, om onze dankbaarheid te toonen, door waardige kin deren te zijn en te blijven van het huis Hid Hero, zullen wij die gestand doen. Met nieuwen moed bezield, verlieten we het huis, wetende dat een trouw en liefhebbend ouderhart van verre nog over ons waakt en steeds bereid zal zijn in woord en daad hare kinderen bij te staan, waar het ons geluk betreft. Onzen innigsten dank voor de onvermoeide uren, besteed, om het feest zoo grootsch en heerlijk te maken als mogelijk is. Ook hunne dochter verdient een woord van warmen dank, want véél heeft ze bijgedragen tot verhooging van het feest. Waar kinderen onder de liefdevolle leiding van zulk een Vader en Moeder de toekomst ingaan, zal het niet falen, of het goede neemt een ruime plaats in in hunne harten. Ook gevoelen we ons dankbaar voor de schoone, gevoelvolle woorden, door verschillende Heeren tot ons gesproken, waaruit bleek, dat gedeeld werd in de gevoelens van de oud-verpleegden woorden, die als ’t ware de tolk waren van onze harten. Allen een woord van dank, die bijdroegen tot de feestpret en ’t is ons aller dierbaarste wensch, dat het edele liefdewerk, de zorg voor ouderloozen nog jaren moge voortduren en een rijken zegen brengen aan allen, die Bolswards weezen tot steun en troost zijn geweest en nog zullen zijn. Dat zij Stavoren, 30 Nov. De Duitsche ingenieur onder wiens leiding de tweede Marconi-paal geplaatst werd en die, wat in verband daar mede verder veranderd diende te worden aan de bestaande inrichting voor draadlooze telegrafie, in orde bracht, is vertrokken. De beide palen, zoomede het stationsgebouw, zijn onderling en zonderling door tal van draden (we telden er niet minder dan 30) verbonden. Het geheel doet dan ook eer denken aan eene opstelling voor acrobatische toeren dan aan eene inrichting voor tele grafie... zonder draad. Zonder draadverbinding nochtans telegrafeert men van en naar Enk- huizen en na de laatste wijzigingen met heel wat beter succes dan te voren. Storingen evenwel, tengevolge van gelijken aanleg tus- schen Amsterdam en Kampen, kwamen ook hier bij herhaling voor. Tot nu toe werd de electrische stroom opgewekt langs chemischen weg. Binnenkort echter, zoo vernemen we, zal eene inrichting worden aangebracht om de benoodigde elec- triciteit door de dynamo (wrijvingselectriciteit) van de veerbooten te doen leveren. Joure, 30 Nov. Toen de heer S., kleer maker alhier, heden morgen de stof voor een te maken demi-saison aan zijn personeel ter bewerking wilde overgeven, bleek die lap goed, door hem j.l. Zaterdagavond op de toonbank in den winkel gelegd, spoorloos verdwenen. Hoe men ook zocht, nergens was ze te vinden. Op het vermoeden dat eene van buiten gekomen vrouw, die ver leden Zaterdagavond bij den heer S. goederen op zicht gekregen had en die tot heden morgen de laatste klant was geweest, aan deze vermissing niet vreemd was, is door de politie in die richting een onderzoek in gesteld. Westergo, 29 Nov. In eene der school districten van Friesland doet zich eene eigenaardige kwestie voor, dezeEen onder wijzer werd wegens opheffing zijner betrek king op wachtgeld gesteld. Korten tijd daarna aanvaardde deze ambtenaar een tijde lijke betrekking wegens ziekte van een collega, na wiens herstel hij opnieuw zijn wachtgeld meende te zullen ontvangen. Toen hij zich daartoe echter bij den Rijksbetaal- meester vervoegde, bleek zijn naam niet op de rol voor te komen. Hij informeerde aan ’t Ministerie van B. Z., maar ontving ten antwoord, dat door aanneming der tijdelijke benoeming het wachtgeld als vervallen be schouwd kon worden. De onderwijzer heeft daarop zijn belangen in handen gegeven van een der grootste onderwijzersvakvereenigingen, wier rechtskundig adviseur de zaak tot een goed einde hoopt te brengen. Witmarsum, 30 Nov. Bij alhier plaats gehad hebbende verpachting der 3 tolhekken aan den tram- en rijweg BolswardHar lingen, brachten deze respectievelijk op per jaar f 1098, f 601 en f 238. Alle drie tol gaarders klagen over te hooge pachtsommen en de gegadigden hebben toch resp. f 200 f 175 en f 100 per jaar meer geboden. Er komen met Mei a. s. dus nieuwe huurders. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Smokkelhandel. Men schrijft uit Friesland: Tal van personen, die dit jaar zich onder wierpen aan het examen voor kommies bij ’s Rijks belastingen en hunne stukken terug ontvingen omdat ze niet slaagden, hebben thans aanschrijving gekregen dat ze tot kom mies zijn benoemd. Dit moet een gevolg zijn der toeneming van den smokkelhandel op de grenzen. Er zouden in het geheel 50 kom- miezen meer aangesteld worden. Uit Enschede schrijft men: De rijksambtenaren alhier houden den laatsten tijd scherper controle op den voor raad suiker bij de winkeliers en grossiers dan tot voor kort het geval was. Het feit moet zeer zeker beschouwd worden in verband met de lage prijzen, waarvoor sommigen deze waar verkoopen. Te Losser werden een paar smokkelaars gesnapt bij fraudeleuzen invoer over onze grenzen; ze vervoerden onderschei denlijk 18 en 15 kilo. B. en W. van Haarlem stellen voor om van de gemeente-lichtfabrieken gas en electriciteit te gaan leveren aan de buiten gemeenten, tegen denzelfden prijs als te Haai» lem wordt betaald» ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Zoo kan het zijn en zoo zal het ook zijn in den een of den anderen vorm, of al ons geloof in het goede hart des Menschen is bij ons geheel en al uitgedoofd. Doch wij blijven nog altijd gelooven aan het godde lijke in den mensch en hopen nog steeds, dat Sinterklaas moge blijven een vriend van den Rijke, die zijn kinderen weldoet; maar ook een trooster van den Arme, die hem leert: //Rijken en Armen, zij zijn allen voor God gelijk, zij zijn allen kinderen van éénen Vader.” Dat zóó ons Sinterklaasfeest moge zijn, een feest van zonneschijn in 't hart, al is de zon daarbuiten ook bedekt door wolken; een feest van poëzie! Wij gaan al zoo zachtjes aan naar het barre jaargetijde. Of neen, laat ons dat liever niet zeggen; want ’t vriendelijk seizoen is wel zóó bar geweest als de winter maar immer zijn kan. Laten wij dus liever zeggen We gaan zoo langzamerhand den tijd weer tegen van de korte dagen en de lange nachten, den tijd, waarin de aarde uitrust en slaapt, om daarna weer als jong, als her leefd te ontwaken. Vervelend toch zulke korte dagen en lange nachten, niet waar? Al, naar men ’t nemen wil. Als het oog des daags zich om vijf of vier uur sluit én wij zijn lieflijke stralen moeten vervangen door die van het kunst licht, dan breekt voor menigeen de nacht aan en hij verlangt er naar zich ter ruste te begeven, niet om nieuwe krachten te verzamelen voor den volgenden dag, maar om in den slaap vergetelheid te zoeken van het denkbeeld, dat hij nog leeft. Maar er zijn er gelukkig ook nog, voor wie met het ontsteken van het gas of de lamp een ver lengstuk aan den dag gemaakt wordt, dat hen oneindiger gelukkiger maakt dan de dag zelf was... Het is een gure, een regenachtige dag geweest, of wel een, waarop de sneeuw vlokken ons om de ooren vlogen. Gelukkig, met het ondergaan van de zon, moesten de werkzaamheden buiten gestaakt worden. Vader is thuis gekomen en wordt door zijn kroost met gejuich ontvangen. Moeder weet, dat hij van wat schemeren houdt. Zij heeft dus het haardvuur ontstoken en zijn sloffen klaargezet. En nu zit de familie heel ge zellig: Vader en kinderen rondom haard of kachel, Moeder bij de tafel een steekje breiende. Hè, wat is dat een gezellig tijdje; want Vader kan vertellen, zóó mooi als je ’t nog nooit gehoord hebt, veel mooier dan jou Vader, zegt de oudste den volgenden dag tegen zijn schoolkameraad. Nu, dat kan Vader ook. Soms barsten de kinderen in een jubelend gelach uit, soms houden zij hun hart vast van vrees, meermalen ook worden zij tot tranen toe bewogen, al naar den inhoud der vertelling. En Moeder hoort dat alles aan, met een glimlach van geluk om de lippen. Maar zoo als aan alles, moet ook aan dit gelukkig samenzijn een einde komen. //De Duimelots moeten naar bed,” zegt Moeder Z/en vannacht niet droomen, of ’t moest wezen, dat jelui droomden koek te eten!” z/Hè, was jonge volkje. Intusschen heeft zij ’t licht ontstoken en de boterhammen voor den dag gehaald. En de jongens smullen er in, alsof zij koek aten. En als zij straks Vader //goenacht” gekust hebben, Moeder ze in het nachtge waad gestoken heeft en zij hun avondge- bedje gebeden hebben, dan slapen ze rustig in en droomen, dat twee goede engelen hun nachtrust bewaken en alle leed verre van hen houden. Gelukkige Kinderen, gelukkige Ouders En als de jongens den slaap der recht vaardigen slapen, dan verdiepen zich de ouders in hun eigen jeugd, hoe het toen alles was en zij vertellen elkaar van hun kinderleed en hun kindervreugd en hoe zij soms weenden om allerlei niets beduidende zaken, zonder er aan te denken, hoe ’t soms nog zal kunnen komen, dat zij zullen moe ten weenen over heel ernstige zaken. En terwijl Vader haar daarna ’t vervolg leest van ’t verhaal, waaraan zij gisteravond be gonnen, zijn Moeders handen nog altijd ijverig bezig, totdat het bedklokje slaat, dat een gelukkig: „Welterusten” toe- van en dat is goed ook. Maar als Vader komt, dan zijn ze toch eerst recht gerust; maar dan ook een, twee, drie! vliegen de pepernoten door de kamer en dan is het en grabbelen, zooveel je maar En de kleinste kleuter zoekt een achter Moeders rok, hoeveel praatjes hij ook gehad heeft en de anderen zijn er toch ook niet heel erg gerust op, of alles wel in ’t reine is. ,,’t Was Vader!” oppert toch eindelijk de oudste in stilte tegen zijn zusje. Deze is er nog niet zoo heel zeker van, maar niettegenstaande deze onzekerheid zijn zij toch heel dankbaar en goeden Sint, die hun nu bracht. Wat zal dat morgen wél geven! En als zij slapen, dan vangt het werk aan van Vader en Moeder, het liefste werk, dat zij ooit verrichtten, het werk, dat het hoogste verlangen hunner kinderen zal be vredigen. O, „wat kunnen wij ons nu nog wel ver lustigen in den tijd, dat wij ook zoo deden. De stoeltjes waren klaar gezet, ja, zelfs schoenen en kousen niet vergeten. En als de bengels sliepen, slopen wij op de teenen naar de slaapkamer. En wij vulden schoenen en kousen met pepernoten en moppen en taai-taai en soms ook wel met turfmolm. En wij belegden de stoeltjes met alles, wat onze kleuters van Sinterklaas gevraagd hadden. En dan zagen wij, na afloop, nog eens na, of wij alles wel goed geregeld hadden. En dan, ja dan, wenschten wij elkaar een zoo welgemeend//Goeden nacht,” alsof dat Sinterklaasfeest voor ons een verzoeningsfeest was, ofschoon wij nooit een enkel woord met elkaar gehad hadden. En dan den volgenden morgen-! Wat was dat een heerlijk feest! De jongens en meisjes op bloote voeten, zoekende naar dit en naar dat, in schoenen en kousen, op tafeltjes en stoeltjes en daar bij uitroepende: //Ik heb dit en dat gekre gen, wat heb jij En dan dat gejubel van allen, omdat zij kregen, wat zij ge- wenscht hadden En dan stonden wij daar natuurlijk bij als gelukkige ouders, die er niet aan dach ten op dat oogenblik, dat dezelfde kinderen, die thans zoo innig dankbaar, zoo innig gelukkig waren, ons eens, als ondankbaren op ’t hart zouden kunnen trappen. Doch dat is met ons niet gebeurd en wij hopen, dat vele ouders dit met ons mogen instemmen. En na de weldaden van ouders ontvan gen te hebben, dan naar Grootvader of Grootmoeder, naar Oom of Tante, ja, naar allen, met wie zij in betrekking staan... Wat een heerlijke dag, die Sinterklaasdag, voor ouders en kinderen Ja, zoo hebben wij hem gekend èn als kind èn als ouder. Zal ’t nu met den aanstaanden Sinterklaas ook weer overal zoo zijn? Voor ons natuurlijk niet; wij zijn die tijd, helaas on^jv assen. Als men ouder wordt, leeft men slechts in de herinnering. Maar voor velen kan 't en zal ’t zoo nog wel zijn. Voor velen, ja, doch voor nog meerderen? Och, Vader en Moeder, zij zouden ’t zóó graag willen, maar Sinterklaas kan hun kluisken niet vinden. En de kinderen, zij staan voor de Sinterklaastafel en voor de ramen van koek- en banketbakker en zij watertanden naar alles en nog wat, maar hun vurig hopen en verlangen blijft onver vuld. Sinterklaas kan hen in hun stulpje niet vinden. En zij klagen bij Vader en Moeder en dezen laatsten gaat een zwaard door de ziele en zij voelen een wrok op komen in hun hart tegen de bezitters en zij zijn reeds geneigd in opstand te komen tegen hun Heer en Schepper, en daar opeens wordt de klink van de deur gelicht. En als Vader eens kijken gaat, sleept hij een mand naar binnen. En als allen zich daar omheen geschaard hebben, dan wordt van alles ontpakt: Turf en hout en speel goed en lekkernijen. En de arme stumperds van kinderen, jubelen en juichen: //Sin terklaas heeft ons toch kunnen vinden!” En Vader ontbloot het hoofd en Moeder vouwt de handen. En beiden stamelen u God is goed en de Menschen zijn goed En alle wrok is uit hun hart verdwenen. Bolswardsclie Courant 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1903 | | pagina 1