1903.
42ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 100.
Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
ZONDAG 13 DECEMBER.
Uit de Raadszaal.
VOOR
afzonderlijke
f 20.000 bij te
De begrooting der brug
Ik stel er toch prijs
Een briefje
een lid der commissie
den pachter S. de
de pacht der St.
te dragen aan Rein
en L.
men
5.
colleges
van H.
het gedeelte
ons is vernieuwd,
dat wij meer zullen
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos; van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
en W. ter inzage
er niets tegen
kwam 1 stem en 1 briefje
(De heeren v. d. Meer
hielden zich respectievelijk
7. Benoeming van
d. Meer.
het antwoord wordt toege-
van f 20.000 door onze
Vergadering op Donderdag 10 Deo. 1903.
Tegenwoordig waren 12 leden. De heer
v. d. Meulen was afwezig met kennisgeving.
De notulen werden gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken
Een resolutie van
van
De heer W. Nauta Jz. werd benoemd met
7 stemmen, de heer C. H. de Haas verkreeg
5 stemmen.
e. lid der plaatselijke Schoolcommissie,
de aanbeveling bestaat uit de heeren A. C.
D. Stockmann, aftr. lid S. Oosterbaan Hz.
en J. P. de Boer.
De heer Stockmann werd herbenoemd met
10 stemmen, de heer J. P. de Boer bekwam
2 stemmen.
f. lid der Damescommissie voor het hand-
werksonderwijs, de voordracht bestaat uit
mej. P. J. S. Bruinsma, aftr. lid en mej.
I. Schoonhof.
Mej. Bruinsma werd herbenoemd met al-
gemeene (12) stemmen.
6. Benoeming van twee leden der com
missie voor de gasfabriek.
De heer A. v. d. Meer werd herbenoemd
met 9 stemmen, de heer H. J. Boersma had
1 stem en 1 briefje was blanco.
De heer J. C. Cuperus werd herbenoemd
met 9 stemmen, de heer H. J. Boersma be
was blanco.
en Cuperus ont-
van stemmen.)
twee leden der com
missie voor de gemeentereiniging
De heer J. Hommes wordt herbenoemd
met algemeene (11) stemmen.
De heer Hommes hield zich buiten stemming.
De heer J. v. d. Werf wordt herbenoemd
met 11 stemmen. Een briefje was blanco.
8. Benoeming van twee leden der com
missie voor het ontwerpen van strafverorde
ningen.
De heer M. Schotman Mz. wordt her
benoemd met 11 stemmen.
was blanco.
De heer G. Keikes wordt herbenoemd met
10 stemmen.
De heer Y. T. de Boer had 1 stem en
1 briefje was blanco.
9. Benoeming van
voor de gymnastiekschool.
De heer J. v. d. Werf wordt herbenoemd
met 10 stemmen.
De heer S. Praamsma had 1 stem en 1
briefje was blanco.
10. Behandeling van het adres
Grunstra c.s., om bestrating van
Stadswal van af de' Bagijnestraat tot de brug
over de Hartwerdervaart, met advies van
Burgemeester en Wethouders.
Burg, en Weth. zijn van oordeel dat men
met dergelijke verzoeken voorzichtig moet
zijn, wijl ook anderen dan op bestrating
aandringen. Zij adviseeren niet over te gaan
tot bestrating van dit gedeelte pad, doch
wel het te verharden met sintels.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
11. Behandeling van het adres van den
pachter der St. Jansbrug, om kwijtschelding
van pacht, met advies van Burgemeester
en Wethouders.
B. en W. adviseeren aan den pachter
dezer brug een kwijtschelding van f 25 te
verleenen, wijl hij 3 weken zonder inkomsten
is geweest.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
12. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot overdracht der pacht en tot onder-
handsche verhuring van de St. Jansbrug aan
Rein Postma.
B. en W. stellen voor
Boer, te ontheffen van
Jansbrug en deze over
Postma voor f 101 per jaar tot 1906, onder
verplichting dat hij ook het brugje over de
Hartwerdervaart moet bedienen, waarvoor hij
van de bewoners der //Bloei” f 10 per jaar
ontvangt.
De heer Praamsma. Ik wensch wel eens
te vragen, hoe het komt dat wij nog over
die overdracht moeten besluiten, daar de
pachter dé brug reeds aan die andere heeft
overgedragen en reeds 2x/2 week de stad
uit is.
De Voorzitter. Hierop kan ik antwoorden,
dat de pachter aansprakelijk blijft, zoolang
de pacht niet is overgedragen en dat de
brug thans in zijne plaats door Postma wordt
bediend. De Boer wilde liever een ander
lezen te hebben, dat er zich reeds liefhebbers
voor staanplaatsen hebben aangemeld. Als
er geen schade van komt, ben ik niet tegen
verdaging.
De heer Boersma. Ik wensch mij te ver
klaren voor directe behandeling. Wij weten
allen dunkt mij, genoegzaam over deze zaak
te oordeel en.
De heer Schotman ondersteunt het voor
stel Boersma.
De heer Eisma. Ik zie er geen bezwaar
in, de behandeling uit te stellen. Er is een
die altijd jaagt, de man van de stoomca-
roussel, doch die aanvraag kon nog wel
wachten.
In stemming gebracht, staken de stemmen.
Zes voor en zes tegen, zoodat de behande
ling verdaagd moet worden. Tegen het
voorstel Boersma stemden de heeren Praamsma,
v. d. Werf, Eisma, Y. T. de Boer, Kramer
en Keikes. a
4. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders, omtrent het getal leden der commissie
tot wering van schoolverzuim.
Door het uittreden van de heeren Brussen
en Hommes, en daar deze vacatures niet
zijn vervuld, is de commissie tot wering
van schoolverzuim thans nog 7 leden sterk.
B. en W. achten dit voldoende, de com
missie zelf kan zich ook met die zienswijze
vereenigen. B. en W. stellen daarom voor
te besluiten dat de commissie voortaan uit
7 leden zal bestaan en het huishoudelijk
reglement daarmee in overeenstemming te
brengen.
De heer Schotman. Toen ik dit voorstel
las, viel het mij op, dat m. i. de Commissie
dan niet geheel voldoet aan den wensch van
art. 22 der leerplichtwet, omdat er eigenlijk
een categorie, in dat art. genoemd, niet ver
tegenwoordigd is, n.l. de 4e categorie, „overige
belangstellenden bij het onderwijs”, terwijl
ook school No. I daarin niet vertegenwoor
digd is. Ik weet wel dat B. en W. al eens
te kampen hebben gehad met bedankjes,
maar toch zullen er wel ongehuwde personen
zijn die werkzaam willen zijn in ’t belang
van het onderwijs.
En dan meen ik, dat ook de som f 50
die in dat huishoudelijk reglement voorkomt,
dient te worden gesteld op f 140, zijnde
het bedrag dat de commissie ontvangt.
De heer Eisma. Het is moeielijk die
Commissie te houden op 9 personen. Dit
is trouwens ook het maximum 'en 7 zal
zeker voor onze gemeente voldoende zijn,
terwijl ook in de tegenwoordige Commissie
de verschillende categoriën voldoende verte
genwoordigd zijn. Ik meen dat wij ’t heel
goed met die 7 personen kunnen doen.
Met algemeene stemmen alzoo besloten.
Het huishoudelijk reglement wordt ook in
betrekking tot de vergoeding in overeenstem
ming gebracht met den toestand, en de 7
aftredende leden, de heeren G. A. Leverland,
P. H. de Jong, N. v. d. Baan, J. S. Feen-
stra, A. C. D. Stockmann, Justus v. d. Feen
Tvan Dijk, allen met algemeene stem-
herbenoemd voor den tijd van 3 jaren.
Benoeming van leden van verschillende
en besturen, tengevolge periodieke af
treding, als
a. voogd van het St. Anthony Gasthuis,
de voordracht bestaat uit de heeren P. 1.
de Boer, aftr. voogd en G. H. Schoonhof.
De heer P. J. de Boer werd herbenoemd
met 11 stemmen, de heer Schoonhoff had
1 stem.
b. voogd van het Weeshuis, de voor
dracht bestaat uit de heeren Y. L. Hettema,
aftr. voogd en B. F. Wartna.
De voordracht van Burgemeester en Wet
houders bestaat uit de heeren P. J. Lunter
en G. H. Schoonhoff.
De heer Y. L. Hettema werd met alge
meene (12) stemmen herbenoemd.
c. voogd van het Algemeen Stads Armen
huis, de aanbeveling bestaat uit de heeren
K. H. Laagland, aftr. voogd en Th. Groenveld.
De heer K. H. Laagland werd met 11
stemmen herbenoemd. Een briefje was blanco.
d. bestuurslid van de Stadsspaarkas,
de aanbeveling bestaat uit de heeren C. H.
de Haas en W. Nauta Jz.
De heer A. B. Faber, aftr. lid, wenschte
niet weer in aanmerking te komen,
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
a. Een resolutie van Ged. Staten hou
dende goedkeuring van de gratificatie aan
den volontair ter secretarie.
b. Idem houdende goedkeuring van de
Gemeente- en Schutterijrekening over 1903.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. De rekening van den weg Bolsward—
Harlingenwordt gesteld in handen eener
commissie, de heeren Boersma, Praamsma
en Oosterbaan.
d. Missives der verschillende collegiën
omtrent de voordrachten en aanbevelingen
voor periodieke aftredingen.
Worden behandeld bij punt 5 der agenda.
e. Een missive van de Plaatselijke school
commissie waarin zij verzoeken maatregelen
te willen nemen tegen besmetting bij school
kinderen, en tegen te gaan dat kinderen,
die lijden aan kwaad-hoofdzeer, besmettelijken
huiduitslag, kinkhoest en mazelen, op de
scholen toegang hebben. Op deze zaak is
ook het vorig jaar de aandacht gevestigd.
De commissie wijst op de politieverordening
daaromtrent te Amsterdam.
f. Een missive van den Arrondissements-
schoolopziener, instemming hiermede betui
gende.
B. en W. stellen voor deze missive te
beantwoorden en mee te deelen, dat die op
merking van het vorig jaar hun aandacht
niet is ontgaan, doch dat zij niet raadzaam
achten daaromtrent nadere maatregelen te
nemen, aangezien over de besmettelijkheid
nog wel eens moeilijk te constateeren valt,
en de hoofden van scholen ook naar art. 16
der leerplichtwet de bevoegdheid hebben,
kinderen, die voor anderen gevaarlijk worden
geacht, den toegang tot de school te weigeren.
De heer Schotman vraagt of het de be
doeling is, dit antwoord aan de schoolcom
missie als van den raad te beschouwen.
De Foorzitter. De missive is aan den
raad gericht, daarom hebben B. en W. hun
advies uitgebracht, doch meent de raad er
niet te kunnen meegaan, dan kan het ant
woord gewijzigd worden.
De heer Schotman. Mij is dezer dagen
een besluit van een gemeente, ik meen wel
Arnhem, onder oogen gekomen, waarbij twee
schoolartsen zijn aangesteld. Het schijnt dus
dat men daar wel degelijk van oordeel is,
dat geneeskundig toezicht op de schoolkin
deren noodig is. Ik meen verder ook, dat
de hoofden van scholen met straf bedreigd
worden, wanneer zij kinderen, lijdende aan
besmettelijke ziekten toelaten. Zou het
daarom niet beter zijn, alvorens die missive
te beantwoorden, de zaak nog eens in over
weging te nemen, en dus niet direct te
behandelen
De heer Eisma. Ik vind
om de zaak aan te houden.
Alzoo het advies van B.
gelegd.
PUNTEN VAN BEHANDELING:
1. Foorstel van Burgemeester en Wet
houders, om een crediet van f 200,toe te
staan over 1904 voor naamborden aan de straten.
De Foorzitter. Op de gemeentebegrooting
is wel een som van f 200 gebracht, doch er is
vergeten een beslissing omtrent dit punt te
nemen, zoodat dit nog behoort te geschieden.
De heer v. d. Meer. Ik wil wel ver
klaren dat ik voor deze zaak ben, doch
wensch te vragen welk bedrag het zal vor
deren, als de stad geheel van die naam
borden wordt voorzien.
De Foorzitter. Als de kleinste straatjes
niet in aanmerking komen, zal het zoo wat
f 250 vorderen.
De heer Schotman. Dan zou ik liever
maar dadelijk de som op f 250 stellen.
De Foorzitter. Op de goedgekeurde be
grooting staat slechts f 200, daar dienen
wij ’t nu bij te laten.
De heer Schotman. Ja, dan dient het
zoo te blijven.
Het voorstel werd met algemeene
stemmen goedgekeurd.
2. Resolutie van Ged. Staten, houdende
bericht van het besluit der Staten tot ver
betering van het vaarwater Bolsward-Heegervar
Ged. Staten berichten, dat door de Prov.
Staten is besloten tot verbetering van het
vaarwater BolswardHeegervar en de ver
andering der brug „de Nieuwe Zijl,” en
vragen of de gemeente bereid is, daarvoor
de toegezegde subsidie van
dragen.
B. en W. stellen voor het besluit van
5 Oct. te handhaven.
De heer v. d. Meer. ;t Is mij opge
vallen dat Ged. zich voorstellen dat de ver
nieuwing der brug minder dan f 20.000
zal kosten, doch het kan ook meer zijn, en
ik zag gaarne uitgemaakt, dat in geen geval
onze gemeente meer dan die som zal behoeven
te besteden.
De Foorzitter. Wat het hooger komt,
zal niet van onze gemeente gevorderd worden.
Het voorstel is op die subsidie gebaseerd.
De heer Schotman. Ged. geven in over
weging het saldo te storten in de prov.
kas, als de brug door
Daar zie ik niet in,
moeten geven.
De Foorzitter.
is f 17500.
De heer v.
op dat er aan
voegd, dat die som
gemeente niet wordt overschreden.
De Foorzitter. Dat zal geschieden.
Met alg. stemmen ’t advies van B. en W.
goedgekeurd.
3. Rapport en voorstel van Burgemeester
en Wethouders, inzake het af schaffen van de
Kermis.
In het uitvoerig rapport op het verzoek
om de kermis af te schaffen wordt gewezen
dat den 26 Aug. j.l. toezegging is gedaan
dat B. en W. hun zienswijze nader zouden
uiteenzetten.
Zij wijzen er nu op, dat de kermis, oor
spronkelijk een kerkelijk feest was, waardoor
veel volk bijeenkwam waarvan kooplieden
gebruik maakten hun waren uit te stallen,
waarbij later ook kunstenmakers enz. zich
vertoonden. Het kerkfeest is vervallen, en
allengs in een jaarmarkt veranderd. Dat
zulk een jaarmarkt geen reden van bestaan
heeft, betwijfelen B. en W. ten zeerste. Vele
kooplieden en neringdoenden hebben er voor
deel van, en bovendien brengen de staan
plaatsen jaarlijks een aanzienlijke som op
ten bate der gemeentekas. Met dit bedrag
zou de hoofdel. omslag moeten worden ver
hoogd, als de kermis wordt afgeschaft. Dat
de kermis meer last dan lust geeft is zonder
eenig argument door adressanten aangevoerd,
doch voor kinderen en ook tal van grooten
is het een gewenschte ontspanning. Dat de
onzedelijkheid en dronkenschap in de ker
misdagen erger zijn, wordt door de politie
rapporten niet bewezen. Een feest op de
bebouwde pleinen wordt door B. en W. niet
zoo gevaarlijk geacht, als waartoe feesten
in bosschen soms aanleiding geven.
Om inplaats een Koninginnefeest te orga-
niseeren van gemeentewege, zou ook zeer
eenzijdig zijn. De kermis brengt baten aan,
doch zoo’n feest zou een offer uit de ge
meentekas vorderen, en daar zouden dan
ook zij toe moeten bijdragen, die andere
politieke inzichten hebben.
Door eenige der adressanten is ’t bezwaar
geopperd dat ook de kermis op Zondag ge
houden wordt, maar tijdens de godsdienst
oefeningen is de kermis gesloten, en B. en
W. achten voor velen den Zondag den meest
geschikten dag voor ontspanning, en dit
blijkt ook daaruit, dat dit een der drukste
dagen is.
De meerderheid van het D.B. (de Weth.
Kramer kon zich met dit advies niet ver
eenigen) stelt voor het besluit van 26 Augs.
te handhaven en de kermis te bestendigen.
De heer Kramer. Ik heb met belang
stelling de conclusie van het D. B. gehoord,
en meen dat die ernstig onder de oogen
dient te worden gezien, wijl het nieuwe
gezichtspunten opent. Ik wensch voor te
stellen de behandeling tot de volgende ver
gadering aan te houden.
De heer v. d. Meer. Ik ben niet tegen
uitstel als n.l. B. en W. daarvan geen last
ondervinden. Ik meen uit het rapport ge-
Bolswardsche Courant