Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
1903.
42ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 101.
DONDERDAG 17 DECEMBER.
BINNENLAND.
Praatjes over dit en dat.
a
JS
4
VOOR
afzonderlijke
door
ik meende dat
nog
de plassende
van de klok
Men zal dus
van het geluid
Stavoren, 14 Dec. Het is alles wel nieuw
geworden, maar het oude is niet voorbij
gegaan. Wij hebben hierbij het oog op de
vanwege de Holl. Mij. gebouwde mistklok,
die, ondanks de verbeteringen, welke zij in
den laatsten tijd heeft ondergaan, waardoor
het geluid aanzienlijk versterkt is, toch nog te
zwak van toon blijkt, om bij zwaren mist aan
de op weg zijnde veerboot den noodigen steun
te geven tot het kiezen van de juiste richting.
Heden en ook tevoren hoorde men tusschen
de klokketonen door het vèr dragende geluid
van den ouden misthoren, denzelfden, die
voor het bouwen van de mistklok, eene reeks
van jaren zijne goede diensten bewees.
Het leven, dat de boot zelve maakt door
de stampende machine en
raderen, schijnt het hooren
vooral in den weg te staan,
andermaal op de versterking
bedacht moeten zijn.
Gaasterland, 14 Dec.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Dat tooneel van j.l. Vrijdag daar gelaten,
begrijpt ge, wat indruk ’t in ons huis maakte
toen Zaterdagavond de kranten ons verslag
brachten van de laatste raadsvergadering.
Ik had mij Donderdag al verwonderd, dat
het antwoord van Burgemeester en Wethou
ders op een interpellatie als een punt van
behandeling op de agenda stond, doch ik
merk nu, dat het wel degelijk behandeld
werd. Ik kan toch niet verhelen, dat het
mij bevreemdt, dat een vraag tot zulke
scherpe woorden aanleiding geeft, te meer,
daar een der Wethouders al reeds direct te
spelden, welke ze
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
zijn knecht spelen?* riep onze Klaas, zzdan
ben je een week te laat!*
Mijn vrouw stak nu ook den neus
de kamerdeur en dadelijk was het
z/Ho, ho met die modderschuiten niet
op de looper,
en dan eerst j
om
die daar ook
Toen aan
ik in de kamer
In onze gemeente
behoort de jacht op hazen etc. wederom tot
het verledene. De resultaten waren gunstig,
waarvan een voorname oorzaak is, dat het
jachtrecht hier sinds enkele jaren in handen
van liefhebberij-jagers is. De z.g. broodjagers
konden tegen de geboden huursommen der
bosschen en velden niet op. Houtsnippen
waren dezen herfst mede zeer talrijk; vele zijn
dan ook gevangen en geschoten. De jacht
op wilde eenden en patrijzen leverde minder
bevredigende uitkomst op.
Oudemirdum, 13 Dec. In een der laatste
nummers van dit blad werd gesproken over
steenen doodkisten, gevonden in de Schier-
stins te Veenwouden en te Oudega (Small.)
Op het kerkhof alhier werden ze vele jaren
geleden ook opgedolven. Het waren zeer
zware kisten, m afgeknotte pyramide-vorm,
van bleekrooden steen, met anderhalf-palm
dikke geribde wanden en deksels. Een er
van heeft lange j aren gestaan voor den toren.
Deze was bijzonder gaaf en alleen aan den
bodem geschonden.
Hepk. NieuwM. v. Fr.
Oudemirdum, 14 Dec. Door een hout
snippenvanger alhier is voor enkele dagen
een levende zzWaterrol” in zijn net gevangen.
Het dier is aan Artis te Amsterdam afge
staan. Een landbouwer uit ons dorp is
reeds een week of vier in het bezit van een
zzAppelvink”, door hem in een zijner lijster
strikken gevangen. Het diertje is opgewekt
en eet flink.
Heidenschap. Zondag j.l. werden alhier
een paar ouderharten diep getroffen door de
ontzettende tijding uit Liverpool te ontvan
gen van de maatschappij Chadwich Co.,
dat hun oudste zoon te Cuba was overleden.
Niet met zekerheid, maar toch hoogstwaar
schijnlijk moet dat ongeval hebben plaats ge
vonden bij het lossen of laden van hout. Men
kan zich voorstellen hoe deze ouderharten
geschokt zijn geworden.
Workum, 11 Dec. Bij de heden alhier
gehouden aanbesteding tot het maken van
een keerdam en een gebouwtje ten behoeve
der kunst-ijsbaan voor de Ijsclub zzWorkum”
is het werk aan den laagsten inschrijver H.
Stuur gegund voor een bedrag van f 128,50.
Sneek. 14 Dec. Zeggen is geen kunst,
maar doen is ’t ware, dat begrepen onze melk»
Wacht, hier zijn je sloffen,
naar de kraan op het aanrecht
je handen te wasschen en die jas, laat
maar blijven.*
die conditiën was voldaan, mocht
en daar begon het weer
zzMaar hoe, kom je toch in dien modderboel."
zzOch vrouw, wij zouden daar bij ’t
afgegraven bolwerk langs; het leek nog al
aardig droog en goed, en
Neef ook bij mij bleef."
uMeende," snauwde zij mij toe, zzik
meende dat je nog al een goed opmerker
was, doch weet je dan niet, dat men het
er daar op schijnt toe te leggen, om de zaak
op de lange baan te schuiven, en den eenigen
wandelweg zoolang mogelijk af te sluiten?
Eerst deed men het met prikkeldraad, doch
later door modder en ’t schijnt dat dit
laatste meer helpt dan art. 461 van ’t Straf
wetboek, want wat fatsoenlijk mensch komt
daar nu langs, behalve jij natuurlijk, Jochem."
zzMaar vrouw, ik wilde eens zien, waar
dat stuk parapluie stond, dat een autoriteit
daar onlangs geplant heeft."
zzWat raaskal je nu weer?"
zzNeen, heusch waar, laatst heeft een
der hooge heeren daar een inspectiereis ge
houden en gebruikte zijn parapluie voor
wandelstok. Hij peilde echter te diep in de
modder en ’t onderstuk bleef zitten, dat
moet daar ergens nog staan, misschien wel
als piketpaaltje, want hij kwam thuis met
een kale parapluie, net een haan in den ruitijd"
zzHa, ha! gelukkig man, dat jij alle
vier ledenmaten weer hebt opgeraapt! Maar
daar gebeuren nog ongelukken, je dient de
menschen te waarschuwen, ’t is je plicht en
kunt nu van ervaring spreken. Is het ook
niet erg, dat wij dien wandelweg het geheele
jaar door moeten missen?"
Mijne schoonmoeder meende ook een duit
mee in ’t zakje te moeten doen, en zei:
zzJa Jochem, ’t is schande, dat zei buur
vrouw nog gisteren. zzJa," zei ze, zzwaar
moet men tegenwoordig met dat natte weer
haast loopen. Altijd langs de winkels dren
telen, dat gaat niet, hé, de Sneekerpoort uit,
dan ben je soms in gevaar van je leven,
tusschen al die rails, en bovendien dweilt je
japon door de zwarte machine-oliede Blauw
poort uit, daar stap je in ’t zzsintelsap", de
St. Janspoort uit, naar ’t kerkhof, dat is
veel te week tegenwoordig hé?" Ja Jochem,
je moest al eens in de krant vragen, of het
haast gedaan is met die vergraverij. Als je’t
niet doet, ben je bij mij uit de gratie, hoor!"
Toen Harmen nog: zzBegrijp je wel,
Jochem, dat het gemeente-belang er ook bij
betrokken is? Die bouwterreinen hadden al
geveild moeten zijn, dan had men voor den
winter met den bouw kunnen aan vangen.
Ik vind, ze mochten wel den meest geschikten
tijd te baat genomen hebben. Dat zaakje
van zzAmicitia" is toch al niet zoo voordeelig
uitgeloopen, die terreinen mogen wel goed
aangeschroefd worden, doch ik vrees.
Om ’t Nannenhof vecht men ook
niet, nu ’t vooral niet onder de vier gul
den weg mag."
Toen mijn vrouw weer: zzJa, man,je mag
wel eens wat tot spoed aanporren, schud je
hoofd maar niet, je moet eens weer wat van
je laten hooren, je hebt ook belang bij den
gang van zaken. Toe, je doet het wel om
mij een pleizier te doen, niet waar?"
Nou, wat moest ik Zelf inwendig kokend
om mijn modderbad, zei ik: zzNu ja, goed
dan, maar dan ook geen booze gezichten
hoor I
kennen gaf, dat hij wel had ingezien dat
het verkeerd ging en de andere eindelijk ook
toegaf, dat er een vergissing heeft plaats
gevonden, ,wat ook door den Burgemeester
aan het slot werd toegestemd. Het gebezigde
argument, dat er geen schade uit is ontstaan,
omdat de latere verkoop van grond meer
opbracht, dan het egaliseeren heeft gekost,
snap ik heelemaal niet. Stel eens, dat er
nog verder afgegraven was, dan was er nog
meer gemaakt, maar dat maakt niet goed,
die zzer in om graverij", en het schadelijk
uitstel van den verkoop der bouwterreinen.
Ik zou ook graag een paar vragen willen
doen, doch vrees dat het slechts als ironie
wordt beschouwd en ik er ook van langs
krijg, en dat doet ze mij, voor ditmaal al
thans, in de pen houden.
JOCHEM OPMERKER.
Bolsward, 14 Dec. 1903.
’t Was Vrijdag omstreeks het middaguur
nog al goed weer, en ik zocht neef Harmen
op, om eens een wandelingetje te maken.
Wij waren, eigenlijk voor we ’t wisten, bij
de Sneekerpodrt het Hooge Bolwerk opge
gaan en kwamen al pratende voor de afgra-
verij, egaliseering, of hoe men ’t noemen
moet, te staan. Ik zeizzKom Neef, nu wij
hier al zijn, moeten we er ook maar door,"
doch hij had niet veel trek, dat merkte
ik wel. Ik ging, een glibberige plank
langs loopende, over boomstammen klaute
rende, kwam ik hoe langer hoe dieper in
.de klei. Ik was eenmaal op weg, doch had
reeds spijt, het waagstuk begonnen te zijn
en juist wilde ik mij omwenden, om Neef,
die ik meende vlak achter mij te hebben,
voor te stellen om terug te keeren, toen ik uit
gleed en op handen en voeten in de zz blab
ber" stond. Met angstigen blik naar Har
men uitziende, om hulp, bemerkte ik, dat
die van verre op een gevallen boomstam
stond, om als in vogelvlucht het terrein te
beschouwen. Toen hij mij zag bukken, riep
hij: zzWat nu, Jochem, waarom tuur je zoo
langs den grond? Wil je zien of de helling
nu goed is?" en ik zag, dat hij in ’t geniep
stónd te schudden van lachen.
Ik had groote moeite weer recht op te
komen en scharrelde terug, aan eiken schoen
een bonk modder van belang, de handen
vuil tot aan de polsen. Gelukkig waren er
geen menschen in de nabijheid, ik was on
toonbaar. De schoenen in ’t gras wat afge
veegd, de handen in de zakken van mijn
overjas verborgen, ben ik zeer ontmoedigd
langs den kortsten weg naar huis gestapt.
Neef mee, die wilde natuurlijk weten, hoe
hartelijk ik thuis ontvangen werd. Stel je
voor, dat iemand mij zoo ontmoet had, en
ik hem beleefdheidshalve de hand had moe
ten geven. Dit ging gelukkig goed, maar
thuis had je de poppen aan ’t dansen.
tfHé, Pa, wil je nu voor Sinterklaas
boeren bij de jongste verhuring van gemeente-
landerijen.
Men zou ons gemeentebestuur eens aardig
bij den neus nemen, als ’t aan ’t verhuren
van 17 perceelen land toekwam niet inschrij
ven had men besloten.
Leer om leer, sla je ons, wij slaan je weer.
Ja, ja, nu de Raad in ’t nieuw politie-
reglement de bepaling heeft opgenomen, om
na 1905 alle mestvaalten meer buiten de
Gemeente te hebben, zou men even 'wraak
nemen.
De verhuring had jl. Vrijdagavond plaats
de melkboertjes waren als alle jaren present
en geen enkel perceel bleef onverhuurd,
één stuk bracht het nog zelfs tot f 55 per
pondemaat.
Zondagvoormiddag maakten een drietal
Leeuwarders, onder den invloed van sterken
drank, vrij wat drukte in de Galigastraat.
Een der drie kwam met woest geweld in
een vrij groote glasruit terechtde daardoor
ontstane hoofdwond bloedde hevig. De drie
edele volgelingen van god Bacchus werden
ingerekend en de gewonde door dr. Han-
nema verbonden. In de bekende bewaarplaats
onder ’t Stadhuis hadden de drie mannen
tot ’s avonds gelegenheid om tot kalmte te
komen.
Vernielen schijnt voor sommige men
schen al een bekoorlijk vermaak te zijn. Dit
moest het hekwerk voor de Israëlitische
Synagoge alhier in den nacht van Zondag
op Maandag ondervinden.
Zooals gewoonlijk hebben de bedrijvers
van dit heldenfeit, er hunne namen niet
bijgeschreven.
Toen de heer M. te Zaltbommel Zondag
in zijn hoenderhok kwam deed hij de treurige
ontdekking dat onder de bewoners door een
hond uit een der omliggende dorpen een
ware slachting was aangericht. Veertien
hoenders, beginnende leggers en twee ras
konijnen waren verscheurd. Een twintigtal
hoenders was vermoedelijk in omliggende
tuinen gevlucht. De hond werd in de kip
penren gevangen. De eigenaar is bekend.
De politie werd met de zaak in kennis
gesteld.
Eene dienstbode te Meppel heeft vier
bij het kameropruimen
vond, in den mond gestoken, eene gevaar
lijke gewoonte, die nog veel te vaak voor
komt. Een er van slikte ze door, hetgeen
haar sedert heel wat leed veroorzaakt heeft.
Zij is te Zwolle onder geneeskundige behan
deling gesteld, aanvankelijk zonder succes;
een operatie heeft evenmin resultaat gehad,
zoodat een tweede nu zal moeten volgen.
Als een aanloopje voor een praatje
over een Duitsche statistiek omtrent de sprekers
en de zwijgers in den Rijksdag, gebruikt
het Handeteblad een gezegde van den zzad-
ministrateur van een groot dagblad,” dat
hij zzafgescheiden van ’s mans politiek, nooit
zal stemmen op iemand als Troelstra,” omdat,
zoo zeide hij, zzonze telegram rekening zou
tweemaal zoo hoog worden, als Troelstra
gekozen werd.”
Die zzadministrateur van een groot dag
blad” zal hiermede wel een grapje bedoeld
hebben, maar als zoodanig brengt het Handel
blad het niet over en de argelooze lezer
zal dien administrateur allicht schoon gelijk
geven. Daarom getuigt het al van zeer
weinig politieken zin, dat zzeen groot dag
blad” zoo ondoordacht den Nederlandschen
kiezer komt stijven in het reeds te veelvuldig
voorkomend kwaad, dat hij bij het bepalen
zijner stem voor vertegenwoordigers in onze
wetgevende lichamen vaak allereerst en bijna
uitsluitend let op zijn eigenbelang in de
de meest bekrompen opvatting. En als men
zich herinnert, hoe bij den strijd tusschen
Bijleveld en Troelstra in Amsterdam IX”
het vooral ’t Handelsblad is geweest, dat,
hoewel van de wenschelijkheid overtuigd
in ’s lands belang, dat de macht der kerke
lijke partijen niet wordt versterkt, de
weegschaal toch ten gunste van Bijleveld
heeft doen doorslaan, dan kan ieder zich ’t
zijne denken van zulk een bot egoïstischen
zzadministrateur van een groot blad.”
Toch is ’t HandeMlad ook steeds onder
de eersten om de beschuldiging der sociaal
democraten te betwisten, dat voor den
zzliberaal” zijn kapitalistisch belang ’t zwaarst
weegt I
INGEZONDEN.
XXXV.
Mijnheer de Redacteur
Wat ik nooit had kunnen denken, ge
beurt thans. Ik kom weer tot LT met mijne
praatjes voor de krant. Ik ben voor den
drang der omstandigheden bezweken ja
letterlijk bezweken. Ruim een jaar geleden
heb ik het verpoft, ooit weer de pen op te
nemen om in de krant te schrijven, doch ik
kon niet langer in mijn stijfhoofdigheid vol
harden. Harmen vuurt mij altijd aan, als
wij het eens over deze of gene zaak hebben,
die ons wat interesseert, en mijne vrouw
trekt dan steeds één lijn met hem. Gedurig
kreeg ik ros, ongemakkelijk soms, maar ik
ben voor geen klein geruchtje vervaard en
ging mijn eigen weg, hoewel ik inwendig
wel eens kregel werd. Je begrijpt zulks,
niet waar? Als je in je recht bent en dan
telkens onparlementair wordt lastig gevallen,
dat is hoogst onaangenaam.
Hoewel ik het mijne huisgenooten nooit
wilde laten blijken, jeukten mij toch dik
werf de vingers om mijne opinie te open
baren. De gehouden tentoonstelling, die zoo’n
druk bezoek kreeg en toch met een nadeelig
saldo sloot; dat men onze gemeente er voor
gespannen beeft, de ZhyLs-Zuivelschool te
bouwen; het royaal subsidieeren van het
zzgroot scheepsvaarwater", ziedaar al reeds
een drietal punten, waarover mijn gemoed
inwendig kookt. Ja, Mijnheer de Redacteur,
je kent mij nog wel van vroeger, en zult,
als men soms zoo hoog van die zaken opgaf,
wel eens aan mij gedacht hebben, en hebben
ingezien, hoe het mij te moede was. Nu ja,
volmondig beken ik het, dat ik wel eens op
heete kolen zat, en toch, ik beet mijn lip
pen liever ten bloede, dan mij te buigen.
Dat is nu eenmaal zoo mijn zzbeginsel", en
toch ik heb krimp moeten geven. Verleden
week, Vrijdagnamiddag was bet, dreigde er
ten slotte een huiselijk onweer te ontstaan
over mijn langer stilzwijgen en dat, gevoegd
bij mijn ondervonden ramp, waardoor ik in
zeer opgewonden toestand was, deed mij be
zwijken. Doch ik zal U op mijn gewone
manier de zaak vertellen, tenminste als gij
mij weer plaatsruimte in uw blad waardig
keurt.
Bolswardsche Courant
I