42ste Jaargang.
lieuws- en Advertentieblad
olsward en Wonseradeel.
H.H. V88h0lldBrPnt Donderdags en Zondags.
1903.
NIEUWJAARSWENSCHEN
ZONDAG 20 DECEMBER.
BINNENLAND.
GASTVRIJHEID.
J. J. LEMSTRA,
Evenals
VOOR
afzonderlijke
DE UITGEVER.
heb je
me
INGEZONDEN.
HET OUDE MES.
zoom
Belastbare som
4
het jaar
Fransche
van
Anjou rond. De overtocht over de
was noodlottig geweest. Het leger
en onder de soldaten,
de kleine Anna
ver-
nog nooit heeft men hem zich
anders zien bezighouden dan
de maand December van
het koninklijke
Verkrijgbaar bij
Grootzand, BOLSWARD.
vorige jaren zal in ons Blad, dat op 1 Januari
verschijnt, gelegenheid bestaan tot het plaat
sen van
a 25 cents per Advertentie.
Vroegtijdige inzending wordt dringend
verzocht.
van het bosch gekomen
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
illustreering
Archief.
Hoe is die schilderij toch in Zeeland ver
zeild geraakt Ik beloof, hiernaar een nauw
gezet onderzoek te zullen instellen.
D. BARTSTRA.
Bolsward, 18 Dec. 1903.
Weinige minuten later kroop Jean Pierre
met den gekwetste op zijn rug onder den
haag door, die zijn tuintje omringde. Op
hetzelfde oogenblik bereikten de dienaren
van het revolutionnaire bewind het huisje
van de voorzijde. Jean Pierre hoorde ze
roepenIn naam der wet, doe open en
vervolgens, hoe zij met geweerkolven tegen
zijn deur stootten en daarna 2 pistoolschoten
losten. Het hart bonsde hem tegen de keel,
maar toch dacht hij niet aan terugkeeren.
Voort, voort, met zijn last. En toen hij
aan den zoom van het bosch gekomen was,
Een uur later bereikten beiden het dorpje
waar de man woonde, dien Jean Pierre /zde
heelmeester” had genoemd.
Doe open heelmeester, hier is een ge
kwetste ik beveel hem u aaneens heb ik
u het leven gered, draag zorg voor mijn
gast, red hem, dan zijn wij quitte. Arme
vriend, hebben ze u verraden... Ge kunt
op me rékenen. En toen de officier van het
koninklijke leger in de armelijke hut op
een versch strooleger uitgestrekt lag, strekte
hij de armen naar J ean Pierre uit en zeide
Kom aan mijn hart, trouwe vriend, hoe zal
ik u danken. Laat ik u omhelzen.
Mij, nooit. Het bloed van Anna is tus-
schen ons.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
St. Nicolaasga, 16 Dec. In de heden
alhier gehouden vergadering van hoofden
van scholen en onderwijzers in het arron
dissement Lemmer is op initiatief van den
arr. schoolopziener, den heer Felix, besloten
tot de oprichting van een onderwijzers-ver-
eeniging, zooals er ook eene in het arron
dissement Sneek bestaat. Doel is, een a
tweemaal ’s jaars te vergaderen en dan een
spreker van naam uit te noodigen.
Wonseradeel, 16 Dec. Door den Raad
onzer gemeente is met 10 tegen 5 stemmen
Pierre aan den voet van een boom neder.
O, zeide de officier, had ik mijn beide beenen
nog maar, wat zou ik die schavuiten eens
gaarne met mijn sabel laten kennismaken.
Maar waar is uw dochter, ge hebt haar toch
wel goed verborgen Mijn dochter heeft niet
meer te vreezen, antwoordde Jean Pierre dof.
In
1793 dwaalde
leger in groote wanorde in de vlakte
Maine en
Loire
was geheel verstrooid
die nog overgebleven waren, heerschte geen
tucht meer. De honger, de vermoeienis en
de geweren en sabels der republikeinsche
troepen maakten, dat de wegen als met
slachtoffers waren bezaaid.
Slechts met moeite bewoog die verwarde
menschenmassa zich voort, overal sporen
achterlatend. Iedereen dacht slechts om zich
zelf, niemand lette op de smeekbeden der
achterblijvenden, want in dien tijd was
medelijden een misdaad, die met den dood
gestraft werd. Het schrikbewind strekte naar
alle kanten zijn roof handen uit.
Aan den
keek hij niet zonder eenige ongerustheid
naar een klein huisje, dat tusschen eenige
vlierboomen als verscholen stond. De onder
gaande zon bescheen ’t met haar laatste
stralen, alles ademde kalmte en vrede.
Anna zal wel op haar post zijn, fluisterde
hij gelukkig al weer een dag gewonnen.
Eensklaps bleef Jean Pierre stilstaan, een
vloek verbijtend op den natten grond was
het afdruksel van een mannenlaars zichtbaar.
Zijn gelaat betrok. Hij deed nog eenige
schreden, maar ontmoette niemand. Zijn
dochter was niet op de afgesproken plaats.
Jean Pierre floot op een bepaalde wijze en
toen kwam Anna naar hem toe. Je komt
me niet eens goeden dag zeggen, Anna. Is
er nieuws? Neen vader. Heb je goed
(die der liberale leden) on tiers taande school-
geldregeling aangenomen.
per maand:
1 k. 2 k. 3 k. 4 k. 5 k.
f 1700 en hooger 1.30 1.30 1.30 1.30 1.30
f 1300 totf 1600. 1.15 1.15 1.15 1.— 1.—
f 1000 totfl200. 1.-— 0.85 0.70 0.55 0.40
f 700 tot f950. 0.85 0.70 0.55 0.40 0.25
f 500 tot f 700. 0.70 0.55 0 40 0.25 0.10
f 300 tot f450. 0.55 0.40 0.25 0.10 0.05
f 200 tot f300. 0.40 0.25 0.10 0.05 0.05
f 150
Zooals men misschien weet, of ook mogelijk
niet weet, wordt in ’t Archief sedert 1894
bewaard een mes, vroeger vastgeklonken aan
den voorgevel van ’t Stadhuis, waarmede in
1658 een achtjarig knaapje zijn iets jonger
buurmakkertje heeft doodgestoken. Zij speel
den slagertje de vader van ’t buurtje was
varkenslager en hun kinderlijk spel, werd
helaas! droeve ernst. Naar aanleiding van
dit treurig voorval werd toen vervaardigd
eene vrij groote schilderij, waarvan eene zeer
verkleinde afteekening mede in ’t Archief
aanwezig is. Nu zijn vele malen pogingen
te werk gesteld, om gewaar te worden, of
deze schilderij nog bestond en zoo ja, of zij
te koop zou zijn.
Toevallig spreekt onze geachte Burgemeester,
wegens zaken in de Hofstad zijnde, aldaar
een mijnheer, uit Zeeland afkomstig, die
vertelt, dat zijne moeder bezitster is van de
schilderij, vervaardigd naar aanleiding der
geschiedenis met dat mes.
Terstond doet de heer Burgemeester de
vraag, of genoemde schilderij te koop is,
waarop de bewuste Heer antwoordt, dat dit
vooralsnog niet het geval is. Evenwel biedt
hij aan, daarvan op kosten van den heer
v. d. Veen te zullen doen maken eene even
groote reproductie, waarna die zal worden
overgezonden, als een nieuwe bijdrage ter
van Bolswards merkwaardig oud-
Weinige dagen later volgde een kloek
uitziende houthakker het bochtige pad, dat
van de met bosschen begroeide heuvels naar
de vruchtbare, bebouwde vlakte leidt. Met
groote stappen schreed hij voorwaarts, slechts
van tijd tot tijd even zijn gang vertragende
om aandachtig te luisteren en wantrouwende
blikken om zich heen te werpen. Maar
overal was het eenzaam en stil. De hooge
boomen, beroofd van hun bladertooi, strek
ten boven den boer hun onbeweeglijke tak
ken uit en zoover het oog reikte, waren
niets dan bruine heideplanten te ontdekken.
Alles bleef stil, slechts nu en dan kraakten
een paar afgevallen takken, die de man
onder zijn klompen vertrapte, of vloog een
verschrikte merel op.
Maar toch scheen de houthakker niet
gerust.
Op zijn gelaat, dat een droevige, bekom
merde uitdrukking had, las men een eerlijke
trouwe ziel. Als men hem in de oogen
keek, voelde men, dat men met een edel
mensch te doen had, wiens trouw onkreuk
baar was. De boeren uit den omtrek eerden
hem als bij instinctzzJean Pierre”, zeiden
zij, wil nooit met ons drinken, maar hij
zou kich liever den hals laten afsnijden,
dan zijn woord breken.
Reeds jong weduwnaar geworden, had
Jean Pierre zich nooit zwak getoond. Zijn
vrouw had hij gezworen trouw te zullen
blijven en een moeder voor
te zullen zijn. Zestien jaren zijn sedert
loopen, maar
met iemand
met Anna.
alles zei Jean Pierre tot zich zelf. En over
stelpt door aandoeningen, stond hij op. O,
Anna, Anna, wat heb je gedaan Als het
geen gij gewild hebt, vervuld wordt, ben ik
voor het leven geschandvlekt. De aarde zal
mij niet meer willen dragenje moeder zal
uit haar graf komen om mij te vervloeken.
Neen, neen, dat kan en mag niet gebeuren.
Maar wat te doen. Zich in de struiken
verschuilen en de hyena’s dooden, die zou
den komen Dwaasheid, want als hij er
drie neervelde, zouden er morgen tien
komen. Dan was het nog beter te vluchten
en den gekwetste mede te nemen. Maar
men komt met zoo’n last slechts langzaam
vooruit, vooral als men ook nog een door
den schrik half verlamde vrouw moet mede
voeren. De spion zou, wanneer hij de wo
ning verlaten vond, zonder eenige moeite
hun spoor kunnen volgen. O, als hij den
gekwetste maar zooveel voorsprong kon
geven, dat deze de woning van den heel
meester kon bereikendie had zoo menig
maal priesters verborgen en zou ook dezen
gekwetste geen schuilplaats weigeren. Maar
er moest besloten worden en reeds werd
het donker.
Eenigen tijd liep hij als een gek heen en
weer. Eensklaps richtte hij zijn schreden
naar zijn woning; zijn dochter leunde als
verpletterd tegen den muur van den koestal.
Zonder een woord te spreken ging hij haar
voorbij. In de kamer lag de officier op een
veldbed. Hij glimlachte, toen hij den hout
hakker zag. Waar is Anna, vroeg hij, ik
vind het zoo prettig haar bij ons te zien,
zij is de beschermengel van dit huis.
Deze woorden ontroerden den houthakker.
Laat ons niet van Anna spreken de tijd
dat wij rustig slapen kunnen, is voorbij.
Men is u op het spoorge moet onverwijld
vertrekken.
Welke ellendeling heeft ons verraden
Veroordeel niemand.
Ge hebt gelijk, laat ons niemand ver-
oordeelen. Wanneer moeten we vertrekken?
Binnen weinige minuten. Doe uw
kleeren uit en trek deze aan. Eet eerst nog
wat, maar spoedig en houd u dan gereed.
Hij legde eerst nog wat droog hout op
den haard, opdat zijn gast zich een laatste
maal zou kunnen warmen, en ging toen
naar zijn dochter. Anna, zeide hij met doffe
stem, je hebt gezondigd, daar moet ge boete
voor doen.
Ik ben tot alles bereid, vader, als ge
me maar vergeeft.
Ik zal u niet vergeven, vóór onze
gast in veiligheid is. Ge hebt slechts te
gehoorzamen.
Ik zal gehoorzamen.
Luister, weldra zullen de moordenaars
hier zijn. Je zult ze hier ophouden, om ons
den tijd te geven, het bosch te kunnen be
reiken.
Ja vader. Maar je moet je ver
mommen, de kleederen van den officier aan
trekken en zijn pistolen laden. Trek den
hoed diep over je oogen, spreek geen woord,
denk er aan, dat ge je misslag moet goed
maken. Sluit je hier in de kamer op, maar
sluit eerst nog de buitendeur. En dan zult
ge afwachten. O, vader, dat is ver
schrikkelijk, dat kan ik niet. Heb mede
lijden met mij.
Zwijg, doe wat je gezegd is. En toen
greep hij haar woest aan, als wilde hij haar
slaan, maar zijn hart werd week en hij
overdekte haar met kussen. Anna, mijn
Anna, red ons van de schande.
f? i Dr.
Welke wandelaar? Ik heb niemand ge
zien.
Toen deinsde Jean Pierre achteruit. Met
gebalden vuist keek hij zijn dochter aan,
die hevig kleurde en het hoofd afwendde.
Anna, wie heeft je leeren liegen Je moet
alles gezien hebben, wat er op den weg
voorviel. En zelfs al had je liggen slapen,
dan zou je toch door die voetstappen wak
ker hebben moeten worden. Lieg niet langer.
Je weet, dat we een gast hebben en dat ik
voor God verantwoordelijk voor hem ben.
Anna viel op haar knieën. Genade. Ik
ben schuldig. De man uit de stad heeft me
betooverd. Ik ken hem reeds een week.
O, ik ongelukkige, die mijn dochter
meer vertrouwde dan me zelf! Maar zeg dan
toch alles.
Vader, heb medelijden met me, iji
heb alleen uit onwetendheid gezondigdik
weet niets van de wereld. Die vreemdeling
is zoo mooi, zijn woorden klinken zoo zoet.
Ik heb hem wilien ontvluchten, maar ik
kon niet...
Die ellendeling Een waarom
niet dadelijk gewaarschuwd
Hij smeekte me niets te zeggen, om
u te kunnen redden, want dat het u het
leven zou kunnen kosten, zoo’n bandiet te
huisvesten. Hij heeft mij mijn geheim ont
futseld. Hij beloofde mij, dat ik zijn vrouw
zou worden, als ik hem alles zeide.
Toen hief Jean Pierre zijn handen naar
den hemel op en riep uitdus is het ge
heim van mijn huis bekend. Weet je, dat
die man een spion is En weet je, waar
hij onzen gast heen zal brengen Naar de
guillotine. En gij zijt het, die mij verraden
heeft. O, je bent een Judas!
En de sterke man kon zich niet langer
inhoudenhij barstte in tranen uit. O,
vader, vergeef' mij, snikte Anna, zich op
haar knieën naar hem toeslepend. Maar hij
stootte haar terug. Ga heen, je bent mijn
dochter niet meer.
Eenige uren nadat het koninklijke leger
de Loire was overgetrokken, had Jean Pierre
toen hij van zijn werk huiswaarts keerde,
aan den zoom van het bosch een man bij
eenige jonge boomen, (waarop hij uit alle
macht met zijn sabel sloeg,) op den grond
gevonden. Jean Pierre kwam naderbij.
De onbekende verdiende geenszins den
naam van bandiet. De fijnheid van zijn
linnengoed, zijn blanke handen, zijn wel ver
zorgden baard verbaasden onzen houthakker
zijn fiere blik, zijn ironischen glimlach en
zijn kalme moed in het gevaar boezemden
hem eerbied in. Het was een man van mid
delbaren leeftijd met licht grijzend haar.
Zijn kleeding verried den officier van het
koninklijke leger. Toen hij Jean Pierre zag,
richtte hij zich een weinig op en zei met
de grootste kalmteDrommels vriend, je
komt net van pas. Ik ben gewond, mijn
paard is onder me doodgeschoten en daar
ik ook een gebroken been heb, ben ik wel
genoodzaakt een beetje uit te rusten. Maar
ik moet toch mijn regiment weer inhalen en
als jij me nu daarin op de een of andere
manier een beetje wildet helpen, zou je vijf
louis kunnen verdienen. Maar als ge inte
gendeel van plan zijt me te verraden, zou
ik me genoodzaakt zien je een kogel door
het hoofd te jagen. Kies.
Noch het een, noch het ander, zei Jean
Pierre. Hier vlak bij is mijn huisdat is
tot uwe beschikking, ieder ongelukkig
Christen is mijn broeder. Ik geloof, dat gij
het bij mij beter zult hebben dan hier op
den weg. Mijn vriend de heelmeester zal u,
naar ik hoop, geheel genezen. Wat dunkt
u daarvan Hebt ge soms plan mij te
verraden Ik Een gast wordt ons van
God gezonden die is mij heilig. Ik zweer
u te zullen redden en Jean Pierre heeft
nog nooit zijn woord gebroken.
Waarlijk, ge schijnt me een eerlijk man
te zijn; ik neem uw voorstel aan.
En zoo werd het verbond gesloten. En
daar dacht de eenvoudige, ontwikkelde boer
nu over. Want den gast, met wien men
brood en zout gedeeld heeft, moet men,
het moge kosten wat het wil, redden en
hij, die zijn deur zou openen om zijn gast
0.10 0.05 -
Hefk. Nieuwsbl, v.
4
BDTmmfvardsclie Courant