1904
43ste Jaargang.
No. 3.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
bTïïnenland.
ZONDAG 10 JANUARI.
MIJN EERSTE CLIËNT.
VOOR
s
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
mijn formu-
winstgevend
akten
van den lang
een krampachtig snikken
den braven man en het
en mijn eersten cliënt zag
Twee maanden geleden was ik gepromo
veerd en sedert veertien dagen als advokaat
te Berlijn gevestigd. Een mij passende
woning, in een der drukste straten der stad,
was spoedig gevonden, het kantoor van de
noodige meubelen, papieren en zzpro forma”
ook van een klerk voorzien en nu wachtte
ik op de dingen, of liever op de cliënten,
die komen zouden.
Telkens als ik uitging, wisselde ik ver
liefde blikken met mijn naambord op de
huisdeur, waarvan de letters aan den over
kant van de straat reeds leesbaar waren en
rekende uit, dat van de honderd voorbijgangers
op zijn minst vijftig het moesten zien en van
deze toch wel zeker één mij bezoeken zou
een berekening die, het drukke verkeer in
mijn straat in aanmerking genomen, tot
buitengewoon gunstige resultaten voerde.
Toch waren er, zooals ik reeds gezegd
heb, reeds veertien dagen sedert mijn vesti
ging verloopen en nog altijd zat ik eenzaam
en alleen in mijn //spreekkamer.” Meestal
was ik, na vruchteloos op een advies zoekende
gewacht te hebben, een beetje ingedut, om
eerst weer wakker te worden, als mijn klerk
na verloop van het officieele spreekuur mij
goeden avond kwam wenschen en met een
ironisch lachje kwam vragenzzof mijnheer
de advocaat misschien nog iets te zeggen had.”
O, die vlegelvoor hem schaamde ik
mij bijna nog meer dan voor mijzelf en die
schaamte belette mij ook hem te vragen, of
hij in de eindelooze kantooruren met het
maken van propjes papier van
lieren of met een ander, even
werkje, was bezig geweest.
Maar eindelijk! Ik sprong als geëlec-
triseerd op. Zou mijn sterk opgewekte ver
beeldingskracht mij den lang verbeiden klank
voorgetooverd hebben, of werd er werkelijk
gebeld? Maar nog voor het mij erg helder
was of ik waakte of droomde, kwam mijn
klerk reeds mijn kantoor binnenstormen met
de tijding, dat er een cliënt, een heusche
cliënt, in de voorkamer wachtte.
Met koortsachtige haast deed ik de laatste
sporen van het namiddagdutje verdwijnen.
De roman, waarin ik vóór het inslapen ge
bladerd had, vloog in de papiermand. Toen
vlug een paar lijvige deelen van het algemeen
wetboek op de schrijftafel gelegd en mijn
persoontje er voor gezet, schijnbaar verdiept
in het bestudeeren van een akte, doch inder
daad in een leeg omslag van akten en
alles was voor de ontvangst
verwachte gereed.
En hij trad binnen. Alleen hij, die
zich ook wel eens in eenzelfden toestand
bevonden heeft, kan gevoelen met welk eene
mengeling van nieuwsgierigheid en eerzucht
ik den binnentredende gadesloeg. Gedurende
den langen tijd, dat ik op mijne eerste
cliënten wachtte, had ik genoeg moeite
gehad, mij voor te stellen hoe zij er uit
zagen. Ja, in mijne verbeelding had ik ze
mij heel anders voorgesteld. De hooggespannen
verwachtingen omtrent een hoogen beambte,
die ten onrechte verdacht werd iets straf
baars gedaan te hebben en mijne hulp ver
langde, of op zijn minst omtrent een groot
financier, wiens gansche vermogen op het
spel stond en die juist mij de behartiging
zijner belangen toevertrouwde, waren in de
dagen van mijn ongestoord alleenzijn wel
dikwijls aan het wankelen gebracht, maar
in deze laatste minuten weder hoog gespannen.
Wat daar schuchter door de deur naar binnen
schoof, geleek op geen van beiden. Het was
een man van middelbare grootte, met rood-
blond hoofd- en baardhaar, aangename trekken,
in de kleeding van een eerlijk arbeider op
zijn Zondags.
Aan mijn uitnoodiging, om plaats te nemen,
gaf hij op dezelfde schuchtere wijze gehoor
en begon met een van ontroering trillende
stem mij zijn zaak uiteen te zetten.
Hij heette Gottlieb Schulze. Sedert vijf
tien jaren arbeidde hij in een bekende
machinefabriek en verdiende met zijn handen
het dagelijksch brood voor zijn huisgezin.
Geacht in den kring zijner kameraden, naar
waarde geschat door zijn patroon, leefde hij
gelukkig met de zijnen, tot hem opeens
buiten zijn schuld het ongeluk trof.
Hij werd beschuldigd van diefstal, hij,
Y’iens gansche leven zonder smet en slechts
anders in de kamer geweest, en nadat
ik alles goed onderzocht had, kwam ik tot
de ontdekking dat de ketting van mijn
horloge, dicht bij het knoopsgat van mijn
vest met een scherp instrumentje doorgevijld
was. Dat was dus je handkus, Gottlieb
Schulze! O, Gottlieb Schulze, waarom
heb je mij dat aangedaan!
Hoe lang ik in dof gemijmer daar gezeten
heb, weet ik niet; ik kwam eerst tot
mezelve door het openen der deur en de nu
nog een beetje ironischer klinkende vraag
van mijn klerkz/of mijnheer de advocaat
nog iets te zeggen had?” Ja ik wenschte
hem en mijnheer Gottlieb naar de maan.
Maar wat hielp dat alles en dat ik mij met
den streelendsten naam uit de dierenwereld
betitelde? Ezel!
Mijn horloge
ik nooit terug!
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Lekkum, 6 Jan. De veekoopman R. D. uit
de Schrans bij Leeuwarden, was hedenmiddag
onder behoor van ons dorp aan ’t schaatsen
rijden en moest een vonder passeeren. Zich
niet genoeg bukkende, reed hij met het hoofd
daar tegen aan, sloeg achterover en bleef een
tijdlang bewusteloos op het ijs liggen. Toen
hij weer bijgekomen was, bleek zijn toestand
zoodanig, dat er geneeskundige hulp moest
worden ingeroepen. Hij had ernstige verwon
dingen aan het hoofd.
Snoek, 7 Jan. Aan de stadswaag alhier is
gedurende het jaar 1903 gewogen 2509
en 231 ‘/s vaten boter, benevens 42046 K.G.
kaas. Hoogste prijs der boter was f 52,50 op
27 October; laagste prijs f39,50 op 14 Juli
Middelprijs f 44,50 per ‘h vat. De hoogste
prijs der kaas bedroeg f49 op 1 September
de laagste f 27 op 31 Maart. Middelprijs
f38,35 per 150 K.G.
Tjum, 6 Jan. Onderscheidene oorzaken
hebben medegewerkt, dat de voorgenomen
bouw eener nieuwe school voor Chr. Nat.
onderwijs is uitgesteld.
Velen zijn tegen het gekozen terrein,
anderen zien op tegen de kosten, uit oorzake
waarvan een lid van het schoolbestuur zijn
mandaat heeft neergelegdnog anderen
achten de begrootingssom te laag gesteld
weer anderen zien de noodzakelijkheid niet
in en beweren, dat de oude school voldoende
isook zijn er, die voorzichtigheidshalve
willen afwachten wat de Premier in het
torentje der Hofstad uit den mouw schudt
met betrekking tot de subsidie; bij velen
vloeit er ook bedenking voort tegen den
nieuwen bouw, omdat de halve bevolking
der school bestaat uit kinderen van de Chr.
Gereformeerdè gemeente te dezer plaatse,
w’elker leden natuurlijk bij een eventueel
harerzijds gunstig subsidiestelsel liever een
eigen school gaan bouwen op Chr. Ger.
grondslag. Dat alles en nog wat is oorzaak,
dat men zich nog eens zzbezint eer men
begint”.
Donkerbroek, 6 Jan. De 16-jarige T.
H. alhier, volontair op de secretarie te Oos-
terwolde, had een onbeduidende wonde aan
den arm bekomen. Als gewoonlijk werd hier
niet op gelet, doch de arm begon pijnlijk
te worden en toen hij er naar zag, kwam
hij tot de ontdekking, dat er een roode
streep over liep. Hierover ongerust, begaf
hij zich 's avonds om 11 uur nog naar den
geneesheer te Oosterwolde, die bloedvergif
tiging constateerde. Met een kleine operatie
kwam hij er af.
Had hij tot den volgenden morgen ge
wacht, dan zouden de gevolgen zeer zeker
van ernstiger aard geweest zijn.
Een rijderij die niet doorging.
Balk, 7 Jan. Heden zou alhier eene
hardrijderij worden gehouden van mannen,
om prijzen van f 80, f 30 en 1 of 2 van
f 10bovendien zou aan hem, die de baan
in den kortsten tijd aflegde, een medaille
vereerd worden. Alles was in gereedheid;
13 rijders, waaronder 10 van de beste van
Friesland, hadden zich reeds aangegeven; van
alle kanten was reeds publiek samengekomen.
De wedstrijd zou plaats hebben op het Balkster
meer en wel op eene plaats, waar veel water
staat. De Burgemeester onzer gemeente achtte
het daarom te gevaarlijk en weigerde zijne
toestemming. Daar Z.EA. evenwel afwezig
was, besloot men toch te rijden. Even voor
den aanvang echter, kwam de burgemeester
thuis. Het verzoek werd nu herhaald, doch
de burgemeester bleef bij zijne weigering.
De rijderij is alzoo niet doorgegaan.
Reeds waren een groot aantal kaartjes voor
de bijbanen uitgegeven; deze zijn later inge
wisseld. Heplc. Nieuwsbl. v. Fr.
Sneek, 7 Jan. Begunstigd door aller
prachtigst winterweer werd hier gisteren op
onze kunst-ijsbaan een hardrijderij gehouden
van jongens van 13, 14 en 15 jaar. 156
rijders namen aan den wedstrijd deel, die
door de IJsvereeniging zzde Friesche Jeugd”
was uitgeschreven.
De le prijs behaalde een 14-jarig jong-
mensch uit Blessum, Jan Douwes Baarda,
een manneke, dat volgens menschelijke be
rekening over eenige jaren een held onder
de schaatsrijders belooft te worden.
De 2e prijs verkreeg L. Zondervan van
IJsbrechtum.
De liberale Kiesvereeniging zzSneek”
vergaderde gisterenavond tot het stellen van
een candidaat voor den Raad.
Nadat de heeren W. Hesselink en J. Buis
hadden te kennen gegeven, dat zij een can-
didatuur voor den Raad niet wenschten te
aanvaarden, werd met 8 stemmen gekozen
de heer A. Sanders, die de benoeming op
zijn beraad hield.
In de gehouden vergadering van den
raad der gemeente Berg werd de voorzitter
door eenige leden geïnterpelleerd over zijn
optreden tegen een schooljongen.
Bedoelde jongen zou in de school een ruit
ingeworpen hebben, waarom hem nu reeds
drie maanden de toegang tot de school was
ontzegd, terwijl de vader weigert de 30 centen
voor die ruit te vergoeden.
Een der raadsleden, een broeder van den
vader, viel daarbij heftig tegen den voorzit
ter uit; deze meende evenwel in het belang
der orde niet anders te kunnen handelen.
De Christen-Democraat, het blad der
heeren Staalman en de Vries, neemt eraan-
stoot aan, dat zzonze Christelijke Minister
Melvill van Lijnden” en baron Schimmel-
penninck van der Oije, voorzitter van de
Eerste Kamer en nota bene! van de Unie:
Z/Een School met den Bijbel”, zzeervol ver
meld zijn in den quadrille-dans” op het gala
bal ten Hove. zzHeusch, zeggen deze heeren,
het wordt ons te machtig!” Zij protesteeren
zztegen zulk een gedrag van onze anti-revo-
lutionaire mannen van naam en invloed.”
’t Is dan ook wel verschrikkelijk voor een
anti-revolutionair om zich te schikken in de
vormen der hof-étiketteOf meenen de redac
teuren van de Christen-Democraat misschien,
dat genoemde oude heeren, hunne ernstige
levensopvatting vergetend, zich met jeugdigen
hartstocht aan den zwijmel van het dans-
genot hebben overgegeven? Arnh. Ct.
De Minister Kuyper, die te Brussel
vertoeft, is door den Koning van België be
giftigd met het grootkruis van de Leopolds
orde. ZEx. dineerde eergisteravond ten Paleize.
Den correspondent te Brussel van de N.
R. Crt. vertelde de Minister, dat hij der
waarts was gekomen omdat Koning Leopold
den wensch geuit had zich met hem te on
derhouden over het doel, een hartelijker toe
nadering tot Nederland te bewerkstelligen.
De gezamenlijke bevolking van beide landen
is thans dertien millioen, een niet gering te
schatten cijfer. Het Nederlandsch element
is, vooral sedert den Transvaalschen oorlog,
algemeen gewaardeerd en wie weet wat de
toekomst baart.
Op het geladiner ter eere van den Neder-
landschen Premier, stelde Koning Leopold
een dronk in op Koningin Wilhelmina en
het Nederlandsche volk. De Minister Kuyper
beantwoordde den dronk met een toost op
en het Belgische volk.
was de Minister Kuyper weder
en had een lang onderhoud
den Koning
Gisteren
in het Paleis en had
met Koning Leopold.
Het Hhld. v. Antw. meldt:
Denkelijk zal de Minister ook Gent be
zoeken, want verleden zomer beloofde hij,
ter gelegenheid zijner benoeming tot buiten-
landsch lid der Koninklijke Vlaamsche Aca
demie aan het bestuur van dat geleerd
lichaam, in het begin van het volgend jaar
eene zitting der academie bij te wonen.
Naar de N. Crt. verneemt, keert de Mi
nister Kuyper waarschijnlijk Maandag 18
Januari uit Brussel terug.
aan trouwe plichtsvervulling gewijd was,
die zijne kinderen voor alles de spreuk op
het hart drukte: zzRaak aan niets, wat niet
aan je hoort.”
Hier doortrilde
het lichaam van
kostte mij moeite, hem zoover te kalmeeren,
dat hij verder kon gaan.
Onder tranen vertelde hij nu, dat zijn
makker Krause, van wien hij al jaren lang
een trouwe vriend geweest was, hem het
eerst beschuldigde onder het gemeenschappe
lijke avondmaal diens horloge uit den zak
gestolen te hebben. Nu was hij, de eerlijke
man het bloed verstijfde hem nog in de
aderen, als hij er aan dacht op grónd
der beschuldiging door de politie gehoord
en daar men den lasteraar meer geloof schonk
dan hem, zou de zaak verder behandeld
worden. Zijn patroon, dit alles vernomen
hebbende, had hem, alleen op grond der
verdenking, gedaan gegeven, omdat hij slechts
eerlijke arbeiders gebruiken kon.
Nu leefden hij en zijn huisgezin reeds
sedert weken van hun sobere spaarduitjes,
want een nieuwe betrekking wilde hij eerst
aannemen, als er geen smet meer op zijn
naam kleefde.
De verteller sprak met steeds grootere
opgewondenheidhandenwringend bezwoer
hij mij, hem als verdediger ter zijde te staan
en hem en zijn geheele familie daardoor
van den ondergang te redden. Nadat ik hem
beloofd had, zooveel ik kon voor zijne zaak
te zullen zorgen, verwijderde hij zich met
duizend woorden van dank en slechts met
moeite kon ik mijn hand terugtrekken, die
hij met kussen overdekte.
Ik begon dadelijk een aanvang te maken.
Dat de zaak op strafrechterlijk gebied lag,
was mij zeer naar den zin, want ik had
altijd gevoeld, aanleg te hebben om een
beroemd verdediger te worden; en mijn eerste
pleidooi zou daarvoor den eersten steen leggen.
Het gansche bestaan, zelfs het leven van
een mensch stond op het spel want dat
een man, met zulke gevoelens, de schande
van een veroordeeling niet overleven zou,
stond bij mij vast en aan mijne handen
had hij zijn zaak toevertrouwd, van mij ver
wachtte hij zijn redding! Ja, het gevoel, dat
hem tot mij dreef, zou niet beschaamd
wordenMet vurige woorden wilde ik de
rechters zijn toestand schilderen, mijn geest
drift, mijn onwrikbaar geloof aan de on
gegrondheid van de boven zijn hoofd zwevende
verdenking, moest hen medeslepen en het
gunstige uiterlijk van mijn cliënt zou mij
helpen.
In de kamer op en neer gaande, begon
ik reeds het pleidooi in mijn geest vast te
stellen
zzEdelAchtbare Heeren Rechters,” sprak
ik, halfluid, zzziet den beklaagde aan en
vraag U zelf af, ziet een misdadiger er zoo
uit? Kunnen deze open trekken liegen?
Bedenkt, dat op het oogenblik het lot van
een mensch in Uwe handen ligt, dat één
woord van U een gelukkig menschenleven
vernietigen, of een, door het ongeluk ge
broken man nieuw levensgeluk kan geven.
De beschuldiging van den getuige Krause
mag geen besïissenden invloed uitoefenen op
Uwe uitspraak, want zij draagt den stempel
der onwaarheid op het voorhoofd. Hoe zou
een met zooveel brutaliteit uitgevoerde dief
stal ongemerkt zijn gebleven. Krause zou
den greep naar zijn zak wel bemerkt hebben
en het was gemakkelijk voor hem geweest,
den dief op heeterdaad te betrappen. Ik
smeek U met klem, deelt in mijn innig
geloof aan de onschuld van mijn cliënt en
geeft den ongelukkige weder aan zijn ver
twijfelende vrouw, aan zijn bijna verweesde
kinderen
ZooDat zou indruk maken- En
tevreden met mijzelf zette ik mij weder
voor mijn schrijftafel. Het werd reeds donker
en weldra was mijn spreekuur geëindigd.
Ik wilde mijn horloge opnemen het was
weg. Maar ik moest mij vergissen, nog
geen half uur geleden had ik het in de
hand. Ik liet mij bij mijn schrijftafel
neervallen, haalde mijn boekenkast, papier
mand, ja, iederen hoek van mijn kamer
onderstboven, het horloge was en bleef weg.
Zou misschien Gottlieb Schulze?? Maar
neen! Weg met die verschrikkelijke ver
denking! Die open trekken konden niet
liegen! En toohI Er was niemand
Bolswardsche Courant
i
p