No. 9.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
43ste Jaargang.
1904
Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
k
ZONDAG 31 JANUARI.
Uit de Raadszaal.
J
VOOR
afzonderlijke
op
om
hoof-
17—16—8
vergadering.
7— 6—0
32—10—0
deï
Iets over Banken, Stoelen, Bank- en Stoel
gelden in de St. Martinikerk te Bolsward.
Medegedeeld door D. Bartstra.
Vergadering op Donderdag 28 Jan. 1904.
weg
der
Stoelen
nomen,
5— 0—0
31—16—0
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Totaal f 2331—16—12
Nog komt in afdeeling Uitgaven
waarom zijne Voogden
en hunne admini-
de St. Martinikerk werd
van de
Bij dit kohier is het bedrag van het in
komen geraamd op: f 959,000
het bedrag van den aftrek - 353,000
Zuiver belastbaar inkomen f 606,550
Het bedrag van den aanslag is f 23964,42
naar een procent van 3!i'7iuu. Het vorig jaar
was dit 3’-'/10u.
Wordt gesteld in handen der Commissie
ter fine van onderzoek en rapport.
3. Aanwijzing van leden der commission
van de rekeningen der gestichten
- 689—15—12
van
- 1266—10-0
van
481— 2—8
5
De uitgaven
op den vorigen dienst f81236,87®
tegenw. - 1825,75
Samen f83062,62®
Saldo in kas f 11948,37
Aangenomen voor kennisgeving.
2. aanbieding van het kohier van
delijken omslag over 1904.
Bij dit kohier is het bedrag
Uit mijn opstel, De Minrebroederkerk te
Bolsward, geplaatst in de Leeuwarder van 7
Dec. 1903, weten wij, dat in 1779 eene
groote restauratie van deze Kerk heeft plaats
gehad, waardoor het uitwendige van ’t ge
bouw aanzienlijk was opgeknapt en verbeterd,
behalve echter wat betreft de amotie van den
slanken Klooster-kerktoren, en den opbouw
van den wansmakelijken, stijlloozen Koepel
toren, nu gelukkig van de Kerk verwijderd.
Nu evenwel de Kerk van buiten weder
heel mooi was geworden, deed datgene, wat
van binnen heel leelijk was, terstond bij 't
betreden van ’t gebouw, een onaangenaam
gevoel ontstaanvoornamelijk was dit het
geval bij den eersten blik, geworpen op de
Stoelen, waarvan de indruk volkomen gelijk
was aan dien, teweeggebracht door den aan
blik der Stoelen in de St. Martinikerk vóór
’t jaar 1755.
Nog eens weder was het de Magistraat,
die zich geroepen achtte, allicht op eigen
initiatief, op te treden, ten einde ook dezen
misstand uit deze Kerk te verwijderenop
den 22 December 1779, dus zeer kort na
de herstelling der Kerk, nam hij het besluit
«Kerkvoogden van de Kleine of Broere»
de Gelden
terwijl uit de „Rekening
„der Beide Kerken over
toen door de Voogden van
aan die van
a. Aan grondpachten,
bedrag van
b. Aan huur van Vrou
wenbanken
e. Aan idem van Mansban
ken
d. Aan Stoelgelden
e. Het voordeelig saldo
van ’t vorige jaar
De tweede termijn
’t Groot Klooster
g, De tweede termijn
’t Klein Klooster
4. De intressen van
cepissen, groot f 1150
Slot.
Nu zou men kunnen of althans mogen
veronderstellen, dat, daar de zaak der
en Stoelgelden dezen loop had ge
en in dit verband was gezet, nie
mand later den moed of de onbeschaamdheid
zou kunnen hebben gehad, om daaraan te
tornen of op eenigerhande wijze er inbreuk
op te maken.
Men zij ten dezen opzichte wel indachtig,
dat hiervoor destijds hoegenaamd geen moed
noodig was, en vooral geene onbeschaamd
heid mag worden aangewreven immers de
Magistraat en de Vroedschap regelden in
hoogste instantie alle Stadszaken, ook die
der gestichten zij deelden gunsten uit,
nu aan ’t eene, dan aan ’t andere gesticht,
al naar de omstandigheden dit eischten
verleende gunst werd weder ingetrokken en
afgenomen, wanneer een ander daaraan meer
behoefte had, of ook maar voorgaf zulks te
hebben.
En daarom hadden de Kerkvoogden vol
komen ’t recht, om zich den 17 Maart 1770
te wenden tot den E. A. Magistraat met
een rekwest, waarbij zij te kennen gaven
„den soberen staat hunner administratie
„daarom den Magistraat verzoekende, hun
„aan te wijzen eenig jaarlijksch vast fonds
„tot redding hunner zaken, enz/’, waarop,
ruim tien maanden later, den 31 December
van dat jaar door den Magistraat en de
Vroedschap werd geresolveerd, „den Wees-
voogden te gelasten, uit de opbrengst der
„Stoelgelden in de St. Martinikerk telken
„jare af te staan 200 car. gis. ten voor-
„deele van dezelve Kerk en Kerkvoogdij/’
Tegen dit besluit verzette zich heftig en
krachtig de presideerende Burgemeester,
tevens Weesvoogd, Franciscus Elgersma, in
deze vergadering verkondigende de nieuwe,
derhalve kettersche leer, dat de Magistraat
en de Vroedschap onbevoegd waren, dergelijk
besluit te nemen, te meer, „daar ’t hem
„bekend was, dat de Kerkvoogden een vor
dering hadden op de Stadskas, groot 4000
„car. gis., alwaaromme de genoemde sobere
„staat van de Kerkvoogdij beurs voor weinig
„meer konde gelden, dan als een voorwend-
„selen wanneer men werkelijk plan mocht
„hebben, dit besluit door te drijven, dan
„zoude hij zich met zijn protest wenden tot
„den competenten rechter, het Hof van Fries
land te Leeuwarden.”
Zulke taal, tot hiertoe slechts zeer zelden,
misschien te weinig gehoord, kon niet na
laten den diepsten indruk te maken, en tot
nadenken op te wekken die indruk werd
nog versterkt, toen de Magistraat eenige
dagen later, den 16 Januari 1771 van de
Wees voogden een schrijven ontfing, waarbij
dezen te kennen gaven, „met innig leed
wezen te hebben vernomen het besluit der
„Stadsregeering, d.d. 31 December 1770,
„een besluit, zoo nadeelig voor de Kas der
„Weezen reden waarom zij daartegen met
„alle clausulen van rechte moeten opponeeren,
„en van gemeld besluit zullen appelleeren
„bij den Hove van Friesland.” Zie In
ventaris van Bolswards Archief, blz. 111.
De Stads-regeering, zich hierdoor het vuur
te na aan de teenen gelegd voelende, en niet
gaarne, neen in ’t geheel niet willende, door
het Hof van Friesland verkort worden in
hare authoriteit, besloot nu van twee kwaden
het kleinste te kiezen, en trok op eigen
overweging het gewraakte besluit in.
Sedert zijn de Stoelgelden onverminderd
door het Weeshuis opgebeurd, uit de Kleine
of Minrebroederkerk tot het jaar 1780 en
uit de St. Martinikerk tot het jaar 1808.
tot opname
over 1903.
Door den Voorzitter worden aangewezen
volgens rooster:
Voor het Gasthuis:
de hr. v. d. Werf, Y. T. de Boer en v. d. Meer.
Weeshuis:
Schotman, Boersma en Praamsma.
Armenhuis:
Hommes, Keikes en Oosterbaan.
4. Benoeming van leden van stembureaux
voor 1904.
Door den Voorzitter worden benoemd: tot
plaatsverv. Voorzitter de heer Eisma, tot
leden de heeren v. d. Meer en Boersma, tot
plaatsverv. leden de heeren Oosterbaan en
Hommes.
5. Behandeling van het adres van F. R.
Feenstra c.s. om klinkertbestratingmet
advies van Burgemeester en Wethouders.
Burg, en Weths. adviseeren afwijzend te
beschikken op het verzoek dat de gemeente
die bestrating zal bekostigen, wijl het niet
aangaat de toegangen naar bouwterreinen te
bevloeren. Wel kan worden toegestaan dat
adressanten de bestrating aanbrengen en
onderhouden.
Met algemeene stemmen alzoo besloten.
De heer v. d. Meer wenschte de aandacht
van B. en W. te vestigen op het uurwerk
in den Martinitoren, dat tegenwoordig slecht
zijn dienst vervult, zoo wel voor ’t gehoor
als voor ’t gezicht, daar de wijzers ont
breken. Toch is hem verzekerd dat het een
best uurwerk is als het in orde wordt gemaakt.
Tevens wijst hij er op dat voor de twee
publieke werken elk f 45 wordt betaald
voor opwinden, terwijl voor smeren, regelen
enz. aan een vakman slechts 15 gld. wordt
betaald voor de 2 werken samen. Hij vindt
dat die cijfers tegen elkaar vloeken. Hij
meent dat de eene klokkenist zijn functie
door een uurwerkmakersknecht laat uitvoeren
voor een lagere som dan hij er van geniet.
Dit is zeker wel een aangelegenheid waarop
B. en W. hun aandacht eens mogen vestigen.
De Voorzitter dankt den heer v. d. Meer
voor ’t gesprokene. Het zal door hen worden
overwogen.
Sluiting der
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Gesteld in handen van B. en W.
advies.
PUNTEN VAN BEHANDELING:
1. Procesverbaal van kasverificatie over
het 4<de kwartaal 1903.
De ontvangsten bedroegen:
op den vorigen dienst f 88072,37
tegenw. - 6938,63
Samen f 95011,00
Een resolutie van Ged. Staten omtrent
de opnieuw ter goedkeuring gezonden be
groeting, dat het plan geldleening ad.
f 28000 eerst kan worden behandeld als
deze som in de begrooting is gebracht en
tevens vragen zij of tegenover de kosten van
1 567 wegens afbraak der Brak, ook inkom
sten staan en waarin de kosten van f 442,65
voor verkoop Amicitia hebben bestaan. Ged.
keuren hierbij de gemeente-begrooting goed,
doch vragen daarover nadere specificatie.
Ter visie, om in de volgende vergadering
een voorstel van Burg, en Weths. in dien
geest te behandelen.
h. Een missive van den heer Johs. Kra
mer, naar aanleiding der discussiën van de
laatste raadsvergadering, met verzoek dat de
Raad besluite de kermis te doen aanvangen
op den Maadag der paardenmarkt en te doen
eindigen den Zaterdag d.a.v.
Aan B. en W. om advies.
i. Een adres van den heer D. v. d. Tol te
Hichtum, dat den 13 Mei 1903 zijne twee
kinderen zijn getroffen door de balans der
St. Jansbrug. Hij wil niet treden in de
oorzaak der ramp, doch men beseft dat hij
is getroffen in het dierbaarst wat hem was,
en de angst en het tijdverlies van hem en
zijn gezin zijn moeielijk onder cijfers te
brengen. Hij wil trouwens ook niet profi-
teeren van deze ramp, zijne kinderen over
komen, doch herinnert dat de kosten van
verpleging in het ziekenhuis, en de genees
kundige hulp op 1 Januari reeds f 773,89
bedroegen. Zijne dochter is nog steeds onder
geneeskundige behandeling. Het nameloos
lijden van dat kind kan nooit onder cijfers
gebracht worden, doch een levenslang gebrek
aan den arm eischt zeker wel een billijke
vergoeding, waarom hij de gemeente verzoekt
de onkosten te betalen en haar een premie
voor een levensverzekering te verstrekken
voor een uitkeering op lateren leeftijd. Hij
hoopt, dat deze zaak in der minne zal worden
geschikt.
„Kerk worden gemachtigd, om op kosten
„van dezelve aan te schaffen 50 nieuwe
„Stoelen, en die te stellen in gemelde Kerk,
„ter plaatse van de ouden, die verwijderd
„zullen worden. Ieder, die een zit op een
„stoel begeert, zal daarvoor betalen ’s jaars
„8 stuivers, ten profijte van gedachte Kerk,
„en niet meer ten voordeele van het Wees
huis.” Archief van Bolsward.
Vervolgens schijnt uit sommige toespelin
gen, verspreid in enkele stukken van ’t
Archief, te blijken, dat de Kerkvoogden der
St. Martinikerk, misschien aangespoord door
’t succes van de Voogden der Broere-Kerk,
in de jaren 17871790 weder pogingen
hebben aangewend, om de Stoelgelden van
’t Weeshuis af te trekken en aan hunne
administratie te brengenmaar iedereen
weet wel, we zijn hierbij genaderd tot den
patriottentijd, en de onrust dier dagen, fel
bewogen door de stormachtige, politieke-
vrijheids-en-gelijkheidsbegrippen, zal hun en
den Magistraat zeer zeker hebben verhinderd,
op deze kleinigheid dieper in te gaan
’t is tenminste niet vóór ’t jaar 1808, dat
wij er weder iets van vernemen.
Uit het 6de administratieboek der St.
Martinikerk .blijkt namelijk, dat in dit jaar
de Stoelgelden voor de eerste maal zijn ont
vangen door de Voogden van genoemde Kerk,
en in de Rekening verantwoord tot een be
drag van 282 car. gis. en 18 stuivers voor
de Groote en van 27 car. gis. voor de
Kleine Kerk.
Het schijnt intusschen, dat de administratie
der Stoelgelden, althans wat betreft die van
de Groote Kerk, nog langen tijd daarna aan
Weesvoogden is verbleven, maar telken jare
het bedrag aan Kerkvoogden werd uitbetaald
in 1834 staat aangeteekend in het 7de ad
ministratieboek der St. Martinikerk
„Ontvangen van Wimke Jans Westerbaan,
„Moeder in het Weeshuis de som van
„f 499,06®, wegens de Stoelgelden.” En
verder nog „Ontvangen van den koster
„C. de Waij de Bankgelden in de Groote
„Kerk, November 1834 verschenen f 265,50,
„en de Stoelgelden in de Kleine Kerk be
dragende f 19,20.”
Dit jaar 1808 is bovendien nog merk
waardig in de geschiedenis der Kerkvoogdij,
omdat in den loop dezes jaars de toenmalige
Voogden der Kleine Kerk, de heeren Tennis
Klinkhamer, Frans Jans Cornel, Douwe
Hendricus Bouma, Johannes Gerrits Oude-
boon en Reinder Frederiks Loyenga, eervol
werden ontslagen, dewijl in lö07 de beide
eenigste bezittingen van de Kerk, het Groot
en het Klein Klooster, gedeeltelijk tot schuld
delging, waren verkocht geworden.
Thans bleef alleen over het geschoren en
ontbloote Kerkgebouw, zonder andere vaste
inkomsten, dan de op sommige huizen lig
gende grondpachten, tot een bedrag van ruim
17 car. gis., benevens de Bank en Stoelgelden,
beloopende ruim 43 zoodanige guldens, samen
een bedrag, veel te gering, om daarmede in
het onderhoud van het groote en oude ge
bouw te voorzien.
Dit was de reden,
eervol werden ontslagen,
stratie met die van
vereenigd.
In het begin van 1809 had, in eene ge
combineerde vergadering van de Voogden der
beide Kerken, plaats de overdracht der Boeken
en van de Gelden en Geldswaardige Papieren,
en Verantwoording
1809” blijkt, dat
de Kleine Kerk
de Groote Kerk is afgedragen
een
f
Tegenwoordig waren alle 13 leden.
De notulen der vorige vergadering worden
gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter zegt ongeveer het volgende
M. H.l
’t Is mij een hoogst aangename taak, U
de beste wenschen aan te bieden, in de eerste
vergadering dezes jaars. Met zelfvoldoening
mogen wij terugzien op het verloopen jaar.
Toen toch zijn onze pogingen met den uit
slag bekroond, dat de Tweede Kamer Bols
ward als standplaats aan wees voor de Zuivel-
school, die in den loop van het nu begonnen
jaar officieël zal worden geopend, f)e ver
betering van de waterwegen werd eveneens
met succes bekroond, wat ook zeer zal ten
bate komen van den bloei onzer Gemeente.
Een hier ter stede gehouden Landbouwten
toonstelling trok duizenden bezoekers en wij
genoten daardoor zelfs de eer, den Com
missaris der Koningin in ons midden te zien.
De harmonische geest in de Gemeente
bleek o.a. uit de verkiezing van 4 raads
leden. Ik reken dan ook weder op Uwe
welwillende medewerking om den bloei der
Gemeente nog te verhoogen en dat wij ook
door een spoorweg aan het verkeer zullen
worden verbonden. (Applaus.)
Ingekomen stukken:
a. Resolutie van Ged. Staten, houdende
goedkeuring van het suppl. kohier van hoofde-
lijken omslag.
b. Idem, houdende goedkeuring
overdracht der pacht van de St. Jansbrug
aan Rein Postma.
c. Van de Commissie over den
BolswardHarlingen, een exemplaar
goedgekeurde rekening over 1902.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Het verslag van den toestand der
Gymnastiekschool.
e. Het verslag van de Commissie tot
Wering van Schoolverzuim.
Deze verslagen ter inzage gedeponeerd.
f. Van heeren Ged. Staten, dat de be
slissing over de gemeente-begrooting is
verdaagd.
Bolswardsche Courant.
I
IV
9-