No. 13.
1904
43ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
Kieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
I
ZONDAG 14 FEBRUARI.
Uit de Raadszaal.
•sSi
VOOR
afzonderlijke
Vergadering op Vrijdag 12 Februari 1904.
INGEZONDEN.
DE MOTORBOOT OP WOMMELS.
be-
179,155
de
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
om mijn naam te
en behandeling der wijzi-
de Gemeente-begrooting over 1903
oppositie vind ik uitstekend,
meen ik, genoegzaam bekend)
behoor niet tot degenen, die alles goedkeuren
en ik sta ook in politiek eene richting voor,
die zich niet van kritiek onthoudt, die verre
van conservatief is. Maar nooit hoop ik neer
te halen, zonder aan te geven, wat ik in de
plaats verlang. Den eerlijken tegenstander
zal ik waardeeren, maar ik walg van hen,
die stelselmatig den dwarskijker uithangen.
Tuschen de schelle fluit van den pessimist
en de schetterende loftrompet van dén opti
mist, zijn er heel wat instrumenten te vin
den met aangenamer tonen. Het is een slecht
opmerker die slechts de fluit weet te vinden.
Ik heb U stevig aangepakt, Jóchem Op
merker en dat Gij thans tegenspartelt is wel
natuurlijk. Dat Gij U thans vastklemt aan
zaken waarmede wij hier niets te maken
hebben, zooals school-commissie, bewijst
slechts dat Gij op zijbanen poogt.te vluch
ten. Maar Gij ontkomt niet zoo gemakkelijk
aan mijn greep!
Gij blijft in gebreke om aan te toonen,
dat Uw geschrijf ook maar in één opzicht
nuttig was en dat het van belang voor onze
Gemeente is, om de Zuivelschool een blok
aan het been te noemen. Gij weet, dat de
school er nu eenmaal komt en nu vraag ik
U nogmaals of het in ons belang is, de be-
teekenis van die school te verkleinen? Gij
antwoordt niet op mijn vragen, of de school
minder geld had kunnen kosten en of door
Uw geschrijf die kosten iets zullen ver
minderen.
Zoolang de school hier niet stond had
het een onderwerp voor de publieke bespre
king kunnen uitmaken of hare komst wel van
belang was. Toen als om strijd Leeuwarden,
Sneek en Bolsward zich het recht betwistten
om de school te krijgen, hadt Gij, als Gij
zooveel kwaad in die school meendet te zien,
Uwe stem moeten laten hooren. Toen was
het de tijd voor menschen, die denken als
Gij. Maar nu alles klaar is, is het voor Uwe
opmerkingen te laat en kunnen ze slechts
schaden. Nu is er wel wat beters te doen.
Ik heb van U geëischt om Uw geschrijf
te staken, omdat het mij voorkwam onwaar*
dig en gevaarlijk te zijn. Ik verklaarde
te spreken uit innige overtuiging.
Welnu, ik blijf bij mijn eischl
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Raadsvergadering tot zijne verdediging heeft
aangevoerd. Zoolang Gij die verdediging ter
zijde laat en voortgaat met Uw verraderlijk
steken, hebt Gij niet het recht om veront
waardiging te veinzen, als men U beschul
digt van het kleineeren van bestuurders of
ambtenaren.
V\ anneer Gij de aandacht vestigt op de
wenschelijkheid van eene verbetering aan
straten of gebouwen, dan zal niemand U dat
kwalijk mogen nemen en de bevoegde ambte
naren zullen eiken wenk ten goede wel be
hartigen. Maar Gij maakt anderen belachelijk,
Gij zaait wantrouwen tegen degenen die Gij
achter Uw (voor U niet beschamend?) mas
ker krenkt; daardoor dringt Gij aan het
publiek de meening op, dat er slecht werk
wordt geleverd, dat er met de belangen der
burgers op onverantwoordelijke wijze wordt
rondgesprongen, en dat noem ik en blijf ik
noemen, de openbare meening vergiftigen.
Over wat Gij als opbouwen en in de
goede richting werken beschouwt, kan ik
kort zijn. Gij schijnt niet te weten wat dat
is. Immers Gij constateert alleen dat enkele
vereenigingen, als harddraverij- en ijsver-
eeniging niet kunnen bestaan en Gij con
stateert alweer slechts, dat dit de schuld is
van de' „droogpruimers'’ die nergens aan mee
willen doen. Als Gij met Uw af breken
zoo spoedig gereed waart, als met zulk op
bouwen, dan was er al veel gewonnen. Op
bouwen eischt vrij wat meer inspanning dan
afbreken. Uwe voorbeeldjes van opbouwend
werken kunnen al heel slecht den toets
doorstaan.
Kritiek en
Ik zelf (het is,
geen bezwaren zijn om dit verzoek in te
willigen, tot wederopzeggens, en onder be
paling dat de draden op voldoende hoogte
worden gespannen.
Op verzoek van adressant wordt voor de
behandeling urgentie gevraagd en toegestaan.
Het voorstel B. en W. wordt met alge-
meene stemmen goedgekeurd.
De openbare zitting wordt daarop geschorst
om een geheime zitting te houden, ter be
handeling van het kohier van hoofdelijken
omslag.
Na heropening der vergadering werd het
kohier van hoofdelijken omslag vastgesteld
en met algemeene stemmen het raadsbesluit
inzake het vaarwater BolswardNijezijl
Heegervar gehandhaafd met weglating der
voorbehoudende clausule.
Nadat nog de heer van der Meulen vroeg,
wanneer de Woningwet hier tot uitvoering
komt, waarop de Voorzitter meedeelde, dat
een rapport der Gezondheidscommissie reeds
bij Burgemeester en Wethouders is inge
komen ten opzichte van verschillende wonin
gen in de stad en vervolgens ingevolge be
sprekingen in de geheime zitting besloten
werd, als bewijs van instemming met de
spoorwegplannen FranekerBolswardSneek
Groningen eene commissie uit den ge
meenteraad te benoemen, bestaande uit de
heeren Schotman, van der Meulen en van
der Werf, om in vereeniging met het Bestuur
van Handel en Nijverheid een adres aan den
Minister van Waterstaat, Handel en Nijver
heid te richten in het belang van genoemde
spoorwegplannen, werd de vergadering ge
sloten.
getrakteerd op eene wandeling langs het af
gegraven bolwerk; lang en breed. Maar in
Uw volgend artikel over de Zuivelschool
werd die zaak er als bij de haren weer bij
gesleept, om alweer te verklaren, dat de
deskundige daar mis was. Is dat geen klei
neeren van ambtenaren?
Als Gij eerlijk waart, dan hadt Gij dien
deskundige niet in het publiek mogen aan
vallen op zulk eene laaghartige wijze, zon
der althans eerst m Uwe „Praatjes” te be
spreken wat die deskundige ter openbare
Bolsward, den 11 Febr.
Aan JOCHEM OPMERKER!
Nog eenmaal zal ik U antwoorden. Reeds
heb ik U gezegd, dat ik niet voor mijn
pleizier mij met U bezig houd; ik verkeer
liever in beter, in waardiger gezelschap, doch
ik meen te handelen in het algemeen be
lang, door tegen Uw pessimisme openlijk
den strijd aan te binden.
Ik stel er eene eer in, dat te doen met
vurig bloed. Van lauwheid houd ik niet en
wat er in den loop der jaren aan mij moge
veranderen, ik hoop het vurig bloed der
jeugd te behouden, wanneer het er op aan
komt, om den invloed te weren van hen,
die zich periodiek geroepen achten, om de
openbare meening in eene verderfelijke rich
ting te sturen.
Wat dacht Gij wel, dat ik U met hand
schoentjes zou aanpakken? Als men op zijn
weg een dolende ontmoet, die van goeden
wille is, doch dwaalt in het zoeken naar den
rechten weg, dan wijst men hem welwillend
terecht. Maar als men iemand tegenkomt,
die aan anderen opzettelijk belemmeringen
in den weg legt, om hunne goede werken
te verijdelen, dan grijpt men zoo iemand in
de borst en slingert hem met forschen
ruk op zij
Ik was loyaal genoeg mijn naam te noe
men. Gij maakt daar op laffe, op U geheel
kenschetsende wijze misbruik van, door per
soonlijk te worden, door de veronderstelling
uit te spreken, dat ik niet - zooals Gij - onder
invloed of inspiratie mijner familie schrijf.
Ik gevoel dat Gij mij daarmede een „steek
onder water” wilt geven, maar een van het
geniepigste allooi. Als er nog een beetje
ridderlijkheid of eerlijkheid in U was, dan
hadt Gij mij op den man af moeten vragen
„Eilieve, Uw vader heeft U toch niet aan
uw artikeltje geholpen?” Dat ware taal ge
weest, maar Uwe veronderstelling in
dekte termen is in één woord min.
Ik ben gewoon om zelfstandig te denken
en te schrijven en behoef daarvoor gelukkig
niet zooals Gij de hulp van familie,
hoe hoog ik die overigens ook waardeer.
Na zulk eepe niets ter zake dienende uit
val wijs ik dan ook Uw complimentje over
bekwaamheid of wat dies meer zij, met ver
ontwaardiging van mij af.
En nu vraagt Gij bewijs van mij, dat Gij
de openbare meening vergiftigt, dat Gij be
stuurders en ambtenaren kleineert, dat Gij
af breekt. Hoe heb ik het nu? Moet ik aan
Jochem Opmerker die bewijzen leveren?
Moet ik aan een boogschutter nog het bewijs
leveren, dat zijne pijlen niet altijd door de
lucht zweven, maar ergens neerkomen
Er spreekt geveinsde verontwaardiging
uit Uw vraag.
Reeds erkent Gij, dat Gij geen waardee-
ring betoont, doch dit acht Ge zeer ver
geeflijk, omdat anderen zich daaraan ook
wel schuldig maken; waarmee Gij echter Uw
fout niet goed maakt. En is het dan geen
af breken, wanneer Gij U tot schrijven zet,
met de vooropgestelde gedachte want die
blijkt duidelijk uit Uwe „Praatjes” om
deze of gene zaak eens zwart te schilderen,
zonder de lichtzijden te vertoonen? Is het
geen kleineeren, wanneer Gij met helsch
vermaak ik herhaal die uitdrukking
anderen kwetst, door te trachten om
lachlust op te wekken van de lezers
Bewijzen verlangt Gij Lees Uw laatste
artikelen eens goed na, Gij, die mij be
schuldigt, dat ik niet goed kan lezen. Weet
Gij zelf wel wat Gij schrijft? Hebt Gij wel
eens gehoord dat men tusschen de regels
door kan lezen? Niet tegen bepaalde uit
drukkingen heb ik het gehad, maar tegen
de strekking van Uwe artikelen, waaruit,
wat ik steeds volhoud, een verderfelijke adem
ons tegen waait.
Bewijzen? Goed! Als iemand U spreekt
over eene plaatselijke zaak en na er zijne
ingenomenheid mee betuigd te hebben, U
vraagt, hoe Gij er over denkt, dan kunt
Gij daarop voor Uw gevoelen uitkomen.
Maar als Gij dan antwoordt: „ik zeg niets
meer”, dan noem ik dat eene laffe uitvlucht
van iemand die schroomt om te antwoorden.
Zoo iemand mag dat in een particulier ge
sprek zeggen, maar in een courant zijn zulke
uitdrukkingen niet op hun plaats. Zulke
gezegden zijn onridderlijk.
Nog meer 1 Een vorige maal hadt Gij ons
Mijnheer de Redacteur
In uw blad van Donderdag j.l. dient de
Dir. der motordienstmaatschappij mij van
antwoord op mijn artikeltje van 7 Februari.
Van antwoord dienen!
Een raar antwoord
De schrijver verzekert dat de boot in een
bestaande behoefte voorziet; dat de maat
schappij is opgericht en volkomen beant
woordt aan de gestelde eischen; dat zij de
belangen van den handelsstand wenscht te
bevorderen.
Ik heb zulks ontkend noch beweerd!
De schrijver zegt dat President Roosevelt
niets tegen de oprichting van deze maat
schappij heeft.
Geluk er mee!
En verder, dat ik het onderscheid tusschen
trust en maatschappij niet ken.
Dat is een verwijt!
Ten laatste een verzoek
noemen, dan, ja dan...
Dat is een uitvlucht!
Wanneer ik de rol vervulde van iemand
die verborgen achter een schutting met slijk
en steenen gooide, dan was het noodig dat
ik mijn naam noemde, nu neem ik de vrij
heid dien te verzwijgen.
Wordt mijn beweren er meer of minder
juist om; of mijn logica zwakker of krach
tiger, wanneer ik mijn naam noem?
Wat door U van den motordienst op W.
gezegd wordt, kan ik met evenveel of meer
recht zeggen van een gelijk gefinancieerde
volksapotheek, van een dusdanige coöpera
tieve kleermakerij, bakkerij of slagerij.
Ik heb iets beweerd en dat beweren met
voorbeelden gestaafd.
Doe alzoo; uw antwoord zal ten minste
een antwoord zijn.
En of uw antwoord dan onderteekend is
of niet, het zal er mij niet meer of minder
welkom om zijn.
Of zal het van mijn naam afhangen of
ge met mij al of niet wilt discussieeren, zooals
het bij sommige menschen van iemands jas
of hoed afhangt of ze zich met hem op
straat willen vertoonen?
Ik wensch zakelijk te blijven en zal dus
niet zooals gij, een aardigheid tappen of iets
verwijten, terwijl ik U verzeker dat ik aan
mijn betoog, waarvan door U geen letter
greep is weerlegd, niets heb toe te voegen.
U, M. de R. dankende,
Tegenwoordig waren 10 leden. Afwezig de
heer Y. T. de Boer wegens ongesteldheid en
de heeren Kramer en Boersma wegens uit-
stedigheid.
De notulen worden gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken:
a. Een adres van den heer Johs. de Boer,
opzichter der gemeentereiniging, verzoekende
in de stad te mogen wonen en dan vergoeding
voor huishuur terwijl de woning thans door hem
bewoond, dan door twee gezinnen kon be
woond worden, een die belast is met het
toezicht der paarden en een die bij de werk
zaamheden op het terrein dan steeds kan zijn.
Deze zouden dan steeds bij de hand zijn,
terwijl zijne werkzaamheden toch meest in
de stad zijn.
Gerenvoyeerd aan B. en W., de Commissie
voor de reiniging gehoord, om advies.
b. Een adres van G. Hommenga, ver
zoekende verbetering zijner woning, die te
weinig slaapgelegenheid voor zijn gezin biedt,
geen goed en onvoldoende voorraad regenwater
heeft, terwijl hij ook groot ongerief onder
vindt, doordat het wachthuisje is verwijderd.
Gesteld in handen van B. en W. om advies.
c. Een adres van den districts- en den
arroudissementsschoolopziener, benevens vele
openbare en bijzondere onderwijzers, verzoe
kende naar aanleiding der laatst gehouden
schoolvergadering, dat geneeskundig toezicht
worde uitgeoefend op de schoolgaande kinderen.
Gesteld in handen van B. en W. om advies.
De Voorzitter doet de mededeeling, dat
door hem van den Directeur der posterijen
bericht is ontvangen, dat Bolsward nog dit
jaar ook aan de intercommunale telephoonlijn
zal worden aangesloten. Het juiste tijdstip
is nog niet bepaald. (Applaus.)
PUNTEN VAN BEHANDELING:
1Aanbieding
ging van
en 1904
B. en W. stellen voor, in de begrooting
1903 verschillende posten op de juiste in
komsten of uitgaven te stellen. De totale
ontvangsten en uitgaven worden dan ge
steld op f 106.339,36
en de begrooting 1904 in dien zin, dat ook
de geldleening groot f 28,000 daarin is op
genomen, overeenkomstig de missive van
Ged. Staten.
Het totaal der inkomsten f 131,695,26
uitgaven - 131,516,10s
waarschijnlijk batig saldo f
De heer v. d. Meer. Ik kan mij met de
voorgestelde wijziging der begroetingen 1903
en 1904 volkomen vereenigen, doch Ged.
Staten vragen ook nog omtrent een paar
punten nadere inlichtingen, zijn die reeds
verstrekt
De Voorzitter. Ik zal daarover later mede-
deelingen doen, doch kan verzekeren, dat
■deze bij een persoonlijk onderhoud met een
lid van Ged. Staten reeds voldoende zijn
opgehelderd.
De wijzigingen werden daarop met alge
meene stemmen goedgekeurd.
De Voorzitter. Nu deze wijziging is goed
gekeurd, is waarschijnlijk spoedig van Ged.
Staten goedkeuring van het plan der leening
te verwachten. Inmiddels zijn reeds 2 ter
mijnen der zuivelschool verstreken en zal
het wel April of Mei worden voor deze
leening kan worden gesloten. Ik vraag daarom
machtiging voor een tijdelijke geldleening
van f 5000 voor hoogstens 3 maanden.
Goedgekeurd zonder hoofdelijke stemming.
2. Aanbieding en behandeling van een
adres van den heer P. J. de Boer, inzake
het spannen van telephoondradenmet advies
van B. en IV.
De heer P. J. de Boer vraagt vergunning
tot het spannen van een tweetal telephoon
draden op voldoende hoogte over de Koe
markt, teneinde zijn woonhuis te kunnen
verbinden met het winkelhuis.
B. en W. zijn zoo vrij, hun advies er
4adeliik bij te voegen, hetwelk luidt, dat er
Bolswardsche Courant.