Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
1
No. 17.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
43ste Jaargang.
1904.
ZONDAG 28 FEBRUARI.
De Sachem.
BINNENLAND.
I
W
7
VOOR
'Hl
LI
afzonderlijke
doodelijk gedrang te zullen
t
J
d
!-
baron de Catus een
vlucht van 1,40 M.;
baron de Rocqueville
half gezang en
weemoedig, wild
een tie. En men
Jaarlijks na
maagden
sneefden
heen om
op de Zilverbergen. Chiavalta
Daar kwamen de bleeke gezichten
moede, jammerlijk. In de hand houdt hij
een tinnen bord en terwijl hij dit den toe
schouwers voorhoudt, roept hij met smeeken-
de stem
Mag ik
Een kleinigheid
Slangen
Een steen is den toeschouwers van het
dus alles afgesproken
den directeur een
I
r a'1
u verzoeken, dames en heeren?
voor den laatste der Zwarte
de deur staat een
een reusachtig gordijn, waarop
gevecht tusschen blanken en
geschilderd is. Straks wordt dit gordijn weg
geschoven, en de menigte stroomt naar bin
nen. In weinige minuten is het gansche
lokaal met eene woelige menschenmassa
opgevuld.
Daar binnen is het helder verlicht; want
hoewel men zoo snel geen gasjeiding aanbren
gen kon, verspreidt een reusachtige kroon met
meer dan vijftig petroleumlampen een glans,
zoo helder haast als de middagzon. Onder
dit licht ziet men welgedane burgerheeren,
ook jonge vrouwengezichten en aardige kin
derhoofdjes, die met nieuwsgierige oogen
rondkijken. Al die gezichten hebben eene
tevredene, hoewel ietwat domme uitdrukking.
Allen verwachten vol spanning de merkwaar
dige dingen, die daar komen zullen.
Eindelijk luidt de schel, ten teeken, dat de
voorstelling beginnen zal. Zes pikeurs ver
schijnen en stellen zich in twee rijen op.
Tusschen hen door vliegt een wild snuivend
paard te voorschijn, ongetoomd en ongezadeld
en op den rug daarvan ziet men iets
als een wolkje mousseline, tulle en veelkleu
rige linten. Het is de danseres Lina. Zij begint
hare phantastische sprongen bij de tonen der
muziek. Lina is zóó mooi, dat miss Mathilde,
de dochter van den bierbrouwer in de Opuncia-
straat zich tegen haren verloofde vlijt en hem
de vraag in het oor fluistert, of hij haar nog
lief heeft. Het paard galoppeert, de zweepen
knallen, de clowns halen hunne grappen uil,
het meisje schijnt door de lucht te vliegen,
en een storm van applaus doet het getimmerte
daveren.
Nu volgt nummer twee, en het geroep
van Sachem, Sachem gaat van mond tot
mond. Op de fratsen der clowns let niemand
meer. Er wordt midden in de arena eene
stellage opgeslagentwee hooge rekken ver
bonden door een stalen draad. De muziek
speelt nu niet meer Yankee Doodle, maar
heft de sombre kommandeursaria uit Don
Juan aan. Eensklaps vlamt een groote pot
bengaalsch vuur op en overgiet de gansche
ruimte met een bloedig licht. In dien rooden
gloed zal de Sachem verschijnen de laatste
der Zwarte Slangen!
Maar wat nu? In plaats van den
Sachem, verschijnt de directeur van den troep,
de heer Dean, in eigen persoon. Hij maakt
een diepe huiging en heeft de eer, de hoog
geachte dames en heeren te verzoeken, zich
heel kalm te houden, geen applaus te maken
en liefst eene diepe stilte te bewaren, aange
zien de vorst uiterst prikkelbaar en wilder
dan gewoonlijk is. Deze mededeeling maakt een
diepen en niet juist aangenamen indruk. Zóó
zelfs, dat die personen, die reeds blijde waren
zoo goede plaatsen heel vooraan bij de barrière
vermeesterd te hebben, nu ietwat bezorgd
om kijken en liever wat meer achteraan zouden
hebben gezeten. Men kon toch maar niet
weten, of zoo’n wildeman niet gevaarlijk wor
den kon. Zou hij zich nog herinneren, dat
eenmaal op deze plek de woonsteden zijner
vaderen hadden gestaan dat dezelfde bur
gers van Antilopa eenmaal Chiavalta te vuur
en te zwaard verwoest hadden?
Eensklaps doorsnijdt een schel gefluit de
lucht en daar is hij, de vorst die op
de graven van zijn voorgeslacht zal optreden
als acrobaat. Alles staart zich de oogen uit.
Inderdaad, eene vorstelijke verschijningFier
als een koning staat hij daar. Een mantel
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
De troep nam het jeugdige Indiaantje tot
zich en maakte daaruit mettertijd haren eer
sten acrobaat. Overigens verzuimde de direc
teur niet, van de bedoelde omstandigheid,
dat de Sachem zijne kunststukken producee-
ren zou op de graven zijner vaderen, zeer
behoorlijk partij te trekken als een middel
tot reclame. Hij zag daarin voor Antilopa
een great attraction. En blijkbaar had hij
niet mis gerekend, want de kijkgragen stroom
den bij gansche scharen toe. In de gansche
stad sprak men ook slechts van den Sachem,
den laatsten nakomeling uit den fleren stam
der Zwarte Slangen, die men straks op ’t
koord zou zien dansen.
Het is acht uur een prachtige, heldere
avond. Het circus is door middel van groote
pekfakkels, die voor den ingang branden,
schitterend verlicht. Het gebouw indien
men het zoo noemen mag bestaat uit
eene plankenloods met spits toeloopend dak,
waarop de Amerikaansche vlag wappert. Voor
hoop volk te gapen naar
een vreeselijk
Roodhuiden
In de stad Antilopa, gelegen aan de rivier
van dienzelfden naam, in den staat Texas,
liep alles, wat adem had naar de voorstelling
in het circus. De belangstelling der inwoners
was nog te grooter, omdat nu voor de eer
ste maal een gezelschap van kunstrijders,
acrobaten en koorddansers hunne stad een
bezoek waardig keurde.
De stad was niet oud. Vóór ongeveer vijf
tien jaar stond hier nog geen huis, was er
nog geen enkele blanke. Maar aan de rivier
lag een Indiaansch dorp, Chiavalta geheeten,
de residentie der Zwarte Slangen, die het
destijds den omwonenden kolonisten zóó lastig
maakten, dat dezen het niet langer konden
uithouden. De Indianen verdedigden wel is
waar hunnen geboortegrond en het land hun
ner vaderen, maar wat kon dit den blanken
schelen?... Eens op een nacht sloegen aide
kolonisten uit den omtrek de handen ineen
en overvielen de in diepen slaap verzonken
Roodhuiden. De triomf der goede zaak liet
niets te wenschen over. Chiavalta werd met
de aarde gelijk gemaakt, en al de bewoners,
zonder onderscheid van geslacht of leeftijd,
werden verdelgd. Geen enkele Indiaan was
er aan het bloedbad ontkomen. En daar de
plek den overwinnaars zeer goed beviel, zoo
zetten eenigen hunner zich daar metterwoon
neder. Anderen volgden en zóó verrees
het geciviliseerde Antilopa. Na verloop van
vijf jaren telde de stad tweeduizend inwoners.
Een jaar later werden er in de buurt
kwikzilvermijnen ontdekt, welker ontginning
het inwonerstal deed verdubbelen. Vervolgens
werden op zekeren dag de laatste negentien
krijgslieden uit den stam der Zwarte Slangen,
die men in het naburige woud overrompeld
had, krachtens de lynchwet op het marktplein
opgeknoopt. En van nu af stond aan de ont
wikkeling van het jonge Antilopa niets meer
in den weg.
In de stad verschenen twee dagbladen en
een weekblad. Een spoorweg verschafte ver
binding met Rio del Norte en San Antonio
en aan de Opudcia-straat verrezen drie scholen,
waarvan de ééne een hoogere was. Op de plek
waar de laatste Roodhuiden aan de galg ge
bengeld hadden, bouwde men een liefdadig
heidsgesticht; in de kerken werden naasten
liefde, ontzag voor andersmans eigendom en
alle mogelijke andere christendeugden ge
preekt; ja, een doorreizende geleerde hield
eenmaal zelfs een voordracht over het volken
recht. De rijke burgers spraken over de nood
zakelijkheid van het grondvesten eener uni-
versiteit. De handel bloeide. De inwoners
waren braaf, bezadigd, omzichtig, vlijtig vre
delievend en weldoorvoed. Wie later het volk
rijke Antilopa bezocht, zou achter die vette
kooplui nooit de meedoogenlooze landdieven
gezocht hebben, die vijftien jaren geleden
Chiavalta hadden verbrand. Maar in de stad
zelf, was men die gebeurtenis al lang verge
ten en niemand dacht zelfs meer aan al die
oude histories.
Zoo ijlde dan op den bewusten avond de
burgerij naar het circus, om zich na het
zwoegen des daags eene kleine verstrooiing
te gunnen. De toeloop was geweldig. Want
de inwoners waren tsotsch op dit circus.
Circustroepen plegen geen kleine steden te
bezoeken. Bij gevolg stempelde de kunst van
’s heeren Deans’ troep in zekeren zin Anti
lopa tot een groote stad. Daarbij kwam nog
eene omstandigheid, die bijzondere aantrek
kingskracht oefende. Nummer twee van het
Programma beloofde namelijk het volgende
Wandeling over een vijftien voet hoog
gespannen koord, uitgevoerd door den be
roemden gymnast Roode Gier, zijnde de Sa
chem of vorst der Zwarte Slangen, de laatste
spruit uit de koninklijke familie en de laatste
ook van geheel den stam. lo. Wandeling op
het koord. 2o. Antilopensprongen. 3o. Dans
en doodenlied.
Zoo ergens nu, dan moest wel te Antilopa
deze Sachem de hoogste belangstelling gaande
maken. De directeur Dean strooide rond,
dat hij, vijftien jaar geleden, in de Planos
de Tornado een ouden, stervenden Indiaan
vond naast wien een tienjarig knaapje neer
hurkte. De oude stierf aan de ontvangen
wonden maar vóór zijnen dood vertelde hij
nog dat deze knaap de zoon van den opge-
knoopten Sachem en de erfgenaam van diens
achten was.
van wit hermelijn omgolft zijne rijzige figuur,
die in hare wildheid aan een slecht getemden
jaguar doet denken. Het gelaat is als uit
erts gegoten de kop is als die eens adelaars
en daarin fonkelen met gouden glans een
paar echte Indianenoogen, schijnbaar onver
schillig, maar toch onheilspellend. Zijne blik
ken dwalen heen over het publiek, als wilde
hij een offer zoeken. Hij is gewapend van
top tot teen. Op zijn hoofd golft de veder-
pluimin den gordel steekt de bijl met het
scalpeermes; alleen heeft hij in de handen,
inplaats van den boog een langen balanceerstok.
Midden in de arena doet hij een wilden
oorlogskreet hooren. Hemel! de oorlogskreet
der Zwarte Slangen, die de bewoners van
Antilopa maar al te goed kennen en die
hen nusidderen doet; maar tegelijkertijd springt
de Sachem op het stalen koord en beweegt
zich daarop voorwaarts. Langzaam voorwaarts,
stap bij stap, steeds de oogen op den kroon
lichter gevestigd houdende. Hij schijnt te
zweven. Zijn uitgestrekte armen, die de man
tel bedekt, lijken we] een paar geweldige
vleugels. Daar wankelt hij... hij valt
NeenEen kort gemompel van bijval breekt
als een rukwind los en verstomt.
Het gezicht van den vorst neemt nu eene
vreeselijke uitdrukking aan. In zijne oogen,
op de lampen gevestigd, gloeit een demonisch
vuur. En straks, als hij het uiteinde van het
koord bereikt heeft, leunt hij tegen den paal
en heft overhoeds een krijgsgezang aan. Niet
in zijne moedertaal, maar in het Engelsch,
zoodat allen het kunnen verstaan. Het is
half declamatie, vreeselijk
en heesch, vol dreigend re-
hoort de volgende woorden
de groote regens verlieten vijf
honderd strijders Chiavalta. Zij gingen op
het oorlogspad om vijanden te doodenzij
gingen op het jachtpad, om bisons te dooden.
Met eer en buit, met scalpen, vleesch en
huiden beladen, keerden zij huiswaarts, vroolijk
begroet door de vrouwen, die dansten ter
eere van den Grooten Geest. Chiavalta was
gelukkig! De vrouwen arbeidden in de wig
wams de kinderen groeiden op tot schoone
en koene krijgers; en de mannen
op het veld van eer, en gingen
met de geesten der vaderen te jagen
was machtig
van
over het groote water en wierpen vuur op
Chiavalta. Niet in eerlijken kamp hebben de
witte gezichten de Zwarte Slangen overweldigd.
Neen, als jakhalzen slopen zij des nachts in
de wigwams en begroeven hunne messen in
de borst van slapende mannen, vrouwen en
kinderenChiavalta is niet meerDe blan
ken hebben op de plaats er van hunne steenen
wigwrams opgetrokken. Maar het vermoorde
geslacht, het vernielde Chiavalta schreit om
wrake
De stem van den Sachem werd al wilder.
Zooals hij nu daar boven de hoofden der
menigte troonde, leek hij een enge] der wrake.
De directeur scheen teekenen van bezorgdheid
te geven. In het circus heerschte bange stilte.
En de vorst huilde verder:
Van den ganschen stam bleef slechts een
jongsken in leven. Het was klein en zwak,
maar het zwoer den Geest der Aarde, wraak
te zullen nemen. Het zwoer dat het de lijken
der witte mannen wilde zien, en vlammen,
en dood!
Deze laatste woorden hadden als een schreeuw
van razernij geklonken. Angstig staken
de toeschouwers de hoofden bij elkaar. Wat
zou deze woedende tijger ondernemen Hoe
zou hij zijn wraak voltrekken? Hij, geheel
alleen? Zou men vluchten? Of blijven en
zich te weer stellen?
Eensklaps barst er uit de keel des Sachems
een onmenschelijk gehuil. Hij springt op de
houten stellage, die onder den kroonluchter
staat en zijne hand heft den balanceerstok
in de hoogte. Een vreeselijke gedachte gaat
er door de hoofden der toeschouwers... Hij
zal de lampen stukslaan en stroomen van
brandende petroleum over de menigte uitgie
ten... Alles rijst op, gereed om te vluchten.
Er dreigt een
ontstaan.
Een oogenblik nog, en...
Halt! Halt! roept men uit de arena. De
Sachem is verdwenen zonder het circus
in vlammen te hebben gezet. Waar is hij
heen
Daar komt hij terug, druipend van zweet,
hart gevallen. Het was
werkEen kneep van
effectstukje
Het regent intusschen dollars en halve
dollars. Hoe zou men den laatste der Zwarte
Slangen eene aalmoes kunnen weigeren In
Antilopa, op de puinhoopen vanChiavalta?...
Men heeft toch een hart!
Na de voorstelling at de Sachem panne-
koeken en dronk bier in het restaurant //De
rijzende Hoop”. En zoolang de troep van den
heer Dean in het stadje bleef, was de laatste
der Zwarte Slangen de populairste figuur in
heel Antilopa.
Een vreemd geval.
Haule, 23 Febr. Men vertelt hier de
vólgende zonderlinge geschiedenisEen straat
muzikant, Duitscher van geboorte, trachtte
hier met zijn instrument aan den kost te
komen. Hij vervoegde zich mede aan den
woning van den landbouwer De B. alhier.
Daar werd hem door de dochter des huizes
een Amerikaansch effect, groot duizend dol
lar, ter hand gesteld, waarbij een schrijven,
waarin o.m. werd gezegd, dat hij zijne mu
zikale talenten vooral moest aanwenden om
den godsdienstzin bij zijne medemenschen
te bevorderen. De Duitscher, geen Hollandsch
kunnende lezen, liet zich het briefje vertalen
en vervoegde zich daarna bij een kassier, om
het effect te gelde te maken. Deze, de zaak
niet vertrouwende, deelde den heer De B.
een en ander mee, met het gevolg dat na
eenig onderhandelen, de Duitscher voor f 30
zijn tijdelijken rijkdom weer afstond. Men
vermoedt, dat de milde geefster handelde in
een vlaag van godsdienstwaanzin.
Sneek, 25 Febr. ’t Veertigste jaarverslag
van de Sneeker Onderlinge Brandwaarborg
Vereeniging vermeldt, dat ’t verzekerd bedrag
gedurende 1903 is toegenomen met f 175,186
voor vaste en f 56,600 voor tijdelijke posten
en thans is gestegen tot f 5,679,776 en
bovendien nog f 147,500 tijdelijk. Er is
thans geformeerd een kapitaal van f 38,272,
dat ’t eigendom van de vereeniging is.
Ee eerste bot.
Lemmer, 25 Febr. De eerste bot is hier
deze week weer aangevoerd, in ’t geheel 1500
pond. Deze visch was van extra fijne kwa
liteit, doch klein van stuk. Voor de 100
pond werd van f 7,50 tot f 9 besomd.
De haringvangst was deze week iets gun
stiger dan de vorige w'eken. In het geheel
werd hier deze week 130tal haring aange
voerd, waarvoor f 6 per tal werd besomd.
Ook werd nog 800 pond spiering aangevoerd,
waarvoor 6 cts. per pond werd betaald.
llepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Kimswerd, 24 Febr. 1904. Woensdag
avond werd de 2de vergadering in dezen
winter van ,/Kimswerds Nut” gehouden. De
meeste leden waren met hunne dames en
geintroduceerden opgekomen om te zien de
opvoering vanz/8mids Feikje” en //Adam,
hwer biste!”
In de beide stukken werden de karakters
goed, door sommigen zelfs best weergegeven.
De jeugdige spelers en speelsters kunnen
dus hoogst tevreden zijn. Herhaaldelijk
werden dan ook bijvalsbetuigingen gegeven
door ’t publiek, als een bewijs, dat de stukken
en ’t spel voldeden. Na de opvoering ging
oud en jong nog eens fen ’e flier.
Langs den grooten weg nabij Turnhout
is op de goederen yan
arend geschoten met een
ook op de goederen van
is er een geschoten.
Indien wij alles wisten van hetgeen
onze medemenschen aangaat of hun weder
varen is, zoo wij hun ganschen levensloop
kenden, wij zouden hun oneindig veel ver
geven, hun verkeerdheden niet uitmeten, hen
tot het uiterste verdragen, al het beste van
hen hopen en gelooven. (Busk en Huet.I
■MMi
Bolswardsche Courant.
l’
I
t
I
1
1
1
i
L
a
1
1
ft
11
.3
I
I
«f