Bolsward en Wonseradeel.
De hoogste prijs.
I
Kieuws- en Advertentieblad
No. 19.
1904.
verschijnt Donderdags en Zondags.
43ste Jaargang.
ZONDAG 6 MAART.
BINNENLAND.
F
I
ft
VOOR
afzonderlijke
i klein
om de
terwijl
zoo echt
zich de
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
een
en
een kaartje met
Dr. Erits Wagner
iets geschreven, dat zij
las
een niet getrokken.
vallig het bouquet van
tige rozen
midden
mirtetakjes
wits
naam
anderen kant was
las en las en nog eens
»A1 hebt ge ditmaal
was de dag der trekking
Haarlem, 4 Maart. Op last van den
Burgemeester is de schouwburg voorgoed
onbespeelbaar verklaard en gesloten, met het
oog op brandgevaar.
Leeuwarden, 4 Maart. Aan het station
alhier bevonden zich hedenmorgen vele jonge
lieden, die met gepakte koffers de reis naar
N.-Amerika hebben aanvaard. Door familie en
vrienden werd hun uitgeleide gedaan. Van
avond 9 uur moeten ze aan boord zijn te
Rotterdam en morgen in de vroegte wordt
het anker gelicht. Over tien dagen kunnen
ze te New-York zijn.
Een eigenaardig boelgoed.
Frieslands Noordoosthoek, 4 Mrt. Te
Harkema Opeinde is Woensdag een boelgoed
gehouden, zooals er zeker in geen 100 jaar
heeft plaats gehad en zeer zeker ook niet
weer zal plaats hebben. ’t Was ten sterf-
huize van den ouden Gerben, zooals de erf
later algemeen bekend was. Niettegenstaande
hij er warmpjes inzat, is hij in ongedierte
en ellende omgekomen. De man leed aan
een soort van krankzinnigheid die verzamel
woede heet, ’t Boelgoed gaf daar blijk van.
Kabinetten, kasten en kastjes waren er een
50 stuks, wel 'n 200 pijpen en 150 tabaks-
doozen, een 60-tal hooivorken, een 50 ijzeren
schoppen, evenveel griepen, een 25 hamers,
30 horloges, meer dan een dozijn klokken,
enz., enz. Zoo’n boelgoed trok. Reeds een
paar dagen te voren kwamen er meer dan
400 kijkers a 5 cent en op den dag des
boelgoeds was er zoo veel publiek, dat een
aantal politieagenten en marechaussees slechts
met moeite eenige orde in de massa konden
houden, ’t Volk zat op het bouwvallige
huis en in de boomen.
Harlingen, 3 Maart. De exportslagers van
hier op Engeland hebben deze week, weder
een begin gemaakt met het slachten van
kalveren. In den nacht van Dinsdag op
Woensdag zijn 3000 kalveren geslacht en
verzonden naar Londen en Huil.
Lemmer, 3 Maart. De haringvangst was
hier deze week weer iets beter dan de vorige
week. In het geheel toch werd hier deze
week ruim 450-tal haring aangevoerd, waar
voor van f 3f 5,50 per tal werd besomd.
Ook werd hier deze week nog 200 pond
spiering en 100 pond bot aangevoerd. Voor
de spriering werd 3 ets. per pond besomd.
Hejtk. NieuwM. v. 2'K
Wat heeft dat te beteekenen? Wat ter
wereld heeft dat wel te beteeken
De blauwe oogen peizend neergeslagen,
een diepe rimpel boven het sierlijke neusje,
liep juffrouw Grete Raising in den morgen-
zonneschijn en dacht na over den zonder
lingen droom, welke dien nacht haar slaap
onrustig had gemaakt. Als ontwikkelde jonge
dame, die zich voor het examen van onder
wijzeres voorbereidt, geloofde zij wel niet in
droomen, hadden deze voor haar slechts een
zuiver pathologisch belang en hield de vraag
in welke hersenvaten zij wel hun oorsprong
hebben, door welke zenuwcentra zij den
slapende tot bewustzijn komen, haar helder
kopje altijd bezig, maar toch, deze droom-
En hij hield haar bezig. Zij wilde de ver
klaring, de oplossing vinden. Raadsels op
lossen was immers altijd haar fort. Zij wilde
er toch achter komen, wat de zonderlinge
droom te beteekenen had.
De droom
De zich vlug over het trottoir bewegende
voet blijft plotseling staan, de oogen worden
onnatuurlijk groot, staren naar den muur
van een huis, waarvan haar tegenschittert
een groot plakkaat op rooden grond
eene groene krans daarin vetgedrukte
getallen en daaronder in reuzenletters de
vermaning
„Biedt het geluk de hand Eerste prijs
500.000 mark
500.000 mark de hoogste prijs Grete
Falsing had de handen gevouwen, is blijven
staan voor den winkel van den loterij-collec-
teur en kijkt voortdurend naar het plak
kaat op rooden grond een groene krans
daarin getallen.
Haar droombeeld
Juist zoo had zij het gezien in een
groenen krans op rooden grond getallen
een nummer 1828 een wenk van
het lotBiedt het geluk de hand de
hoogste prijs
Juffrouw Grete is niet bijgeloovig, maar
voor positieve bewijzen sluit zij de oogen
niet. .Zij houdt de porteinonnaie in de hand
al hare spaarpenningen zijn daarin een
oogenblik aarzelt zij nog, gaat met zich zelve
te rade dan heft zij moedig het hoofd
op en stapt het kantoor van den collecteur
binnen.
Een minuut later is alles gebeurd de
teerling is geworpen, het rad aan het rollen
gebracht haar geluksrad Zij houdt het
in de hand de kleine, groene portemonnaie
bevat, zorgvuldig opgevouwen, het geluks
nummer 1828 een vierde lot een
vierde van den hoogsten prijs 125.000
mark.
O zooveel geld was er op de wereld 1
En als iemand dat had, als dat zijn eigen
was ja, dan behoefde men niet eiken
morgen naar de kweekschool te loopen en
zich tot 's avonds laat voor het examen af
te beulen, dan behoefde men niet bij
wildvreemde menschen, bij rijke, misschien
wel onbeschaafde parvenu’s gouvernante te
worden en later, als dit haar gelukte, onder
wijzeres aan eene volksschool, dan kon
men thuis mama in het huishouden helpen,
wat veel aangenamer was, en die arme mama
behoefde zich niet meer zoo af te sloven en
papa zich niet meer het hoofd te breken
hoe hij aan geld zou komen om de drie
jongens behoorlijk te laten leeren. En dan
kon men ook eens op reis gaan, of met de
geheele familie naar zee dan kon Greta
Falsing immers ook op een goeden dag
trouwen natuurlijk slechts met iemand,
dien zij liefhad, onuitsprekelijk lief.
Liefhad och lieve hemel lief
hebben hoe toch doortintel t het iemand
bij die gedachte, hoe gaat men als in een
zaligen droom verder
En zij glimlacht bij zichzelve
oolijk en denkt, terwijl zij voor
geopende poort van de grijze kweekschool
ziet ja, wacht gij nog maar een poosje
dan zal een persoontje met blonde vlechten
en blauwe oogen niet meer eiken morgen
met loomen tred en bedrukt gemoed de
treden opstijgen, dan zal zij op het gouden
gelukswiel door het leven vliegen.
Wiel wielrijden ja, dat zou men
4au ook kunnen doen en dat alles
rozen
prijs”.
„Mijn hemel zeide Grete Falsing
weer „ach goede hemel
Daarop zat zij stil, doodstil en hare wangen
gloeiden als de rozen, waarom zij de handen
hield gevouwen. En terwijl zij steeds meer
de bloemen bewonderde, geschiedde er als ’t
ware een wonder. De groene takjes met de
spitse, stekelige bladen stegen naar boven
en bogen, rondden zich tot een krans
tot een krans tot een groenen krans,
op een rozenrooden grond.
En Greta Falsing beefde, zooals zeker
ieder zal beven, als hij geestesstemmen hoort
of in den spiegel der toekomst ziet.
Haar droomgezicht op rooden grond
een groenen krans geen lauwer- maar
een myrtenkrans den krans der bruid.
En het profetisch getal
Vol onwrikbaar vertrouwen rustten Greta’s
oogen op het bouquet in haar hand. Ook
daarvoor zal de tijd de oplossing brengen.
En de oplossing kwam. Toen drie maan
den later de nieuw benoemde assessor Frits
Wagner bij het verlovingsfeest bekende den
mooien leeftijd van acht en twintig jaar
bereikt te hebben, viel zijn bruidje hem
met een juichkreet om den hals.
„Ik 18, gij 28 dat is immers
1828 mijn nummer in den droom
den hoogsten prijs
„De hoogste prijs Grete, Grete”
bedenkelijk wiegt de assessor het hoofd heen
en weer, „als het nu ten slotte ook maar
niet weer een niet wordtI”
„Gij I” Met haar beide kleine, stevige
handen trekt ze hem aan de ooren. „Voor
mij mag het misschien eene beteekenen.
Maar jij hebt in elk geval den hoogsten
prijs”.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
trek het u niet aan. Kijk naar de mirte en
de rozen zij zijn den „waren hoogsten
het geheele onmeteüjke geluk dat hield
men in de hand 1
Dat hield men in in
de hand Waar in welke-
Neen toch, in den zak in den zak
gestoken zak
Nauwelijks zijn de bevende vingers in
staat den zak in de japon te vinden dan
woelen zij daarin rond en dan
Dan leunt Greta Falsing tegen de deur
post van de kweekschool bleek ge
broken verslagen.
Verloren de portemonnaie het
geluksnummer den hoogsten prijs
125.000 mark haar geluk verloren
verloren
Acht luide slagen de bleeke Greta
richt zich op een wanhopige blik glijdt
nog over de straat zoeken het ver
loren geluk ach, zij kan niet eens, de
schoolklok de vreeselijke les in de wis
kunde, welke zij niet mag verzuimen nu
minder dan ooit nu, nu alles verloren is,
nu hare geheele toekomst nog op de hoop
berust, eenmaal onderwijzeres aan de volks
school te worden.
Alsof zij naar ’t schavot ging, zoo betreedt
zij de stoep naar de school.
Den volgenden morgen snelt zij op den
courantenjongen toe, ontvouwt het blad,
zoekt ja daar staat ’t op eene in
’t oog vallende plaats, dubbel vet gedrukt
„Verloren eene groene portemonnaie met
een loterijlot en wat kleingeld de eerlijke
vinder wordt dringend verzocht”, enz.
Dringend drin gend. Zij vouwt
de handen krampachtig. Ondanks alle ver
dorvenheid waren er immers toch nog eerlijke
menschen, en waarom zou niet ditmaal een
eerlijke Gelukkig, het was Zondag, zij
kon thuis blijven, wachten, opletten, wan
neer er gebeld werd en dan heensnellen om
den eerlijken vinder open te doen. En buiten
adem, met eene boog roode kleur vliegt zij
de kamer uit, zoo dikwijls de huisschel Over
gaaf, totdat mama de zonderlinge gejaagdheid
van haar dochter opvalt en het jonge meisje,
onder een onderzoekend verhoor, haar ongeluk
aan het trouwe moederhart toevertrouwt.
Er wordt geknord over de lichtzinnige
geldverkwisting, maar dan volgt bij het zien
van het diep bedroefde gezichtje een troostend
„nu, trek ’t je maar niet aan, misschien
meldt zich de vinder aan”.
Maar het liep tegen den middag en nog
had hij zich niet vertoond. Greta’s handen
zijn krampachtig in elkaar gevouwen. Ach,
als toch maar als toch maar
Doch luister er wordt weer gebeld
zacht, schuchter, ja ditmaal zij
voelt ’t, ditmaal is het om haar te doen
de een of ander eenvoudige persoon, die
bescheiden kwam met hare eerlijkheid
ja zeker, niet onder de voornamen, in het
volk lag de ware, flinke kern misschien
zoo’n goed oud vrouwtje ach neen, om
's hemelswilgeen oude vrouw, dat bracht
ongeluk liever een jonge man.
Maar het was evenmin de een als de
ander. De kleine uit den groentenkelder
bracht iets voor de keuken.
Neen, er kwam niemand trouw en
eerlijkheid waren uit de wereld verdwenen.
Nauwelijks was zij weer in de kamer
teruggekeerd of de bel weerklonk opnieuw.
Een haastig, krachtig trekken papa.
Zonder bijzonderen haast ging zij open doen.
Doch, terugdeizend, is zij nauwelijks in
staat een kreet te onderdrukken, want buiten
staat, beleefd den hoed afnemend, een
jonge man. En ditmaal is het aan geen
twijfel onderhevig, zijn vragende blik geeft
het te kennen de eerlijke vinder.
„Komt u als ’t u blieft, toch binnen”.
Lachend voldoet hij aan de dringende
uitnoodiging en bevindt zich een oogenblik
later in de woonkamer, waar mevrouw Fal
sing ook spoedig verschijnt.
Hij heeft zichzelven voorgesteld refe
rendaris Frits Wagner. De groene porte
monnaie uit den zak halend, moet hij als
rechtskundige juffrouw Greta verzoeken, haar
recht daarop met bewijzen te staven.
Zij doet dit op de uitvoerigste wijze, ter
wijl zij hem niet alleen het nummer van
het lot, maar ook het geheimzinnige, hetwelk
daaraan verbonden is, meedeelt.
„Ik reken mij dus dubbel gelukkig, dat
ik u weer in het bezit van het kostbaar
eigendom kan stellen”, zeide hij, haar de
portemonnaie ter hand stellend. Hij glim
lacht daarbij een weinig spottend, naar het
haar voorkwam, maar dat trekt zij zich niet
aan. Zij is veel te gelukkig om zich door
iets van haar stuk te laten brengen.
Ook was het immers slechts een
welwillend spotlachje geweest, dat
punten van zijn knevel had getrild en 1
hij nu op gezelligen toon met mevrouw
Falsing praat, dwalen zijne blikken voort
durend van haar naar hare dochter. Moeder
en dochter gelijken sprekend op elkaar en
mevrouw Falsing bevalt hem bijzonder. Hij
houdt van zulke mooie moeders, die bij alle
vrouwelijke waardigheid nog de frissche op
gewektheid der jeugd hebben behouden. Net,
zeer net, denkt hij, en gelukkig de dochter,
die zulk eene moeder heeft 1
„Net”, zeide ook de ingenieur Falsing,
die thuis kwam, juist toen de referendaris
opstond om afscheid te nemen en van dezen
en zijn dochtertje in korte woorden doel en
oorzaak van het bezoek had vernomen.
„Een nette, jonge man”.
Greta zeide niets. Maar of zij hem net
vond Of zij Telkens weer, als zij in het
vervolg in haar kamertje voor haar examen
werkte, steeg het beeld van den eerlijken
vinder voor haar geest op en hare gedachten
hielden zich bezig met de vraag op welke
wijze zij haar dankbaarheid kon betoonen,
als haar geluksnummer uitlootte. Want dat
dit zou getrokken worden, was nu meer
dan ooit boven eiken twijfel verheven. Ver
loren en teruggevonden niet door eene
oude vrouw, maar door een jongen man
zulk een netten, jongen man dat was
immers dubbel, drievoudig geluk.
Het werk voor het examen vorderde slechts
langzaam geen wonder, als iemand de
telt, welke hem van zijn
dagen en uren
geluk scheiden.
En eindelijk
aangebroken. In Grete’s handen bevindt zich
de officieële trekkingslijst.
Zij zit in haar kamertje. Hare blikken
vliegen over de rijen getallen, op en neer
zoeken willen zien en vinden en
vinden toch nergens nergens. Voor haar
oogen golft het als eene roode zee, daarin
zwemt het rond, spookachtig groot, het getal
waarnaar zij zoekt en zoekt het geluks
nummer de hoogste prijs 1828.
Steeds woester gaan de roode golven, steeds
grooter wordt het geluksnummer de
enkele getallen verwijderen zich van elkaar
nemen vormen aan langbeenige duivels,
die een waanzinnigen dans beginnen en
haar aangrijnzen in duivelsch leedvermaak
Juffrouw Grete is opgesprongen, stampt
met beide voeten op den grond, de trek
kingslijst, door hare handen tot een prop
ineengefrommeld, vliegt in een hoek.
Door het geluk om den tuin geleid
Haar nummer haar lot een niet
Zij weent niet. Maar een groote, machte-
looze woede heeft zich van haar meester
gemaakt. Woede tegen zichzelve, dat zij zoo
dom is geweest I Zoo vreeselijk, boven alle
begrip onnoozel dom 1 Om zoo kortzichtig,
oppervlakkig haar droom uit te leggen. Het
geheimzinnige droomgezicht, het profetisch
getal een lotterijnummer bah 1 Na
tuurlijk had dat iets anders, iets heel anders
beteekend. Want dat er eene beteekenis
achter school, bleef voor haar onwrikbaar
vast staan, nu meer dan ooit. Van welk
soort die echter was
Den wijsvinger tegen den neus gedrukt,
waarboven de denkersrimpel zich had gegrift,
zat Grete te denken en te peinzen. Terwijl
zij zoo geheel in hare overpeinzingen ver
zonken was, werd er aan hare deur geklopt,
die het volgende oogenblik openging, terwijl
het dienstmeisje haar een in zijden papier
gehuld bouquet toereikte.
„Dit is voor u gebracht, juffrouw”.
„Mijn hemel”, zeide deze slechts. Het
was haar eerste bouquet, dat zij ontving.
Daarop, terwijl het dienstmeisje glimlachend
zich verwijderde, ontdeed zij bijna schroom-
zijn omhulsel. Prach-
schitterden haar tegen, in het
groen tuiltje een bosje
daartusschen glinsterde iets
een gedrukten
en op den
Bolswardsche Courant
'lil
te