lieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
L
No. 26.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
43ste Jaargang.
1904.
DONDERDAG 31 MAART.
BINNENLAND.
I
Bericht aan onze Ahonné's!
Humoristisch Weekblad,
Van de Menschen.
Zondags-Bij voegsel
onder den titel van
VOOR
afzonderlijke
s
opstappen, het wordt tijd
wordt wel bedankt
het graf
de tering,
den land
wet door
aan de
Ik heb den ganschen dag geloopen en ben
moe geworden en hongerig ook. Vaal grauw
ziet de lucht er uit, of het zal gaan sneeuwen
en een ijskoude wind giert over het breede
Maasvlak, ontlokt een klagend gehuil aan
de hoog boven de huizen gespannen telefoon
draden, doet luiken slaan, pannen en schoor
steenen naar omlaag vliegen en hoeden op
eigen gelegenheid huppeldansjes langs de
straat maken, de stramme beenen hunner
eigenaars in ongewenschte snelbeweging
brengend. Koetsiers en sjouwers kloppen zich
de armen langs het lijf, als waren wij in
het hart van December de paarden zwoegen
met de koppen op de borst tegen den storm
in, moeizaam de zware vrachten opzeulend
tegen de steile brughellingenwandelaars
haasten zich voort, de oogen vol stof en
vocht, de neuzen rood, diep gedoken in hun
jaskragen. En de vrouwtjes worstelen voor
waarts, de rokken wijd uitstaand, met ver
waaide kapsels, de handen aan de dingen
die ze hoed noemen, in naamlooze angst
dat de boosaardige wind ze zal afrukken en
medenemen in toomlooze vaart.
Op de Maas een en al beweging en leven
De trotsche zeekasteelen lachen wat met het
briesje dat giert door hun want, met het
schuim dat rondspat om hun boeg. Dat
moge de notendop hinderen die alle zeil
bijzettend, tevergeefs wil oplaveeren, de
reus, die de zeeën doorploegde, weet te ver
halen van andere dingen. Dat is wat anders,
als daar ginds, op den onmetelijkeu Oceaan,
aan den verren gezichteinder het zwarte stipje
verschijnt, als het kwik met snelheid daalt,
de doodsche stilte het spiegelvlak der zee
effen maakt.
Dat is wat anders, wanneer in een oogen-
blik tijds het luchtruim donker wordt, de
zee gaat schuimen en straks met donderend
geweld de torenhooge golven komen aanrollen,
die dreigen met dood en verderf; wanneer
de stem van den gezagvoerder, verloren
gaande in de woede der elementen het moet
overlaten aan het scherp fluitgeluid van
den bootsman om het volk te jagen in mast
en zoo om zeilen te bergen en te reven
zooveel men kan. Een strijd op leven en
(Jood, waarin God den armen mensch moge
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Eranco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Grouw, 28 Maart. Te Goingahuizen zijn
Zondag reeds drie kievitseieren in één nest
gevonden op de landerijen van
bouwer W. Huisman aldaar en
een van zijn zonen.
Appelscha, 28 Maart. De arbeid in de
venen zal in den loop dezer week algemeen
weer worden begonnen. Het resultaat van
de vergadering der commissies uit de ver-
veners en arbeiders is geweest, dat met
wederzijdsch goedvinden werd besloten geheel
op dezelfde voorwaarden te arbeiden als het
vorige jaar.
Achlum, 28 Maart. Heden brandde de
houten woning, bewoond door Romke de
Boer onder Achlum, tot den grond af. Per
soonlijke ongelukken kwamen niet voor.
Naar men verneemt is alles verzekerd. Oor
zaak onbekend.
Lemmer, 29 Maart. Binnenkomende
schippers rapporteeren, dat in den afgeloopen
nacht tengevolge van den dikken mist, op
Mirdumerhoek is gestrand een ijzeren tjalk-
schip, vermoedelijk geladen met granen. Vis-
schers van hier, die zich in de nabijheid
bevonden, trachtten den schipper hulp te
verleenen.
Warns, 28 Maart. Bij de eergisteren
alhier gehouden publieke verhuring van de
landerijen in den Zuidermeerpolder (eigen.
Baron v.d. Feltz) was de animo zeer groot.
De gezamenlijke huurprijzen voor één seizoen
beliepen de kapitale som van f 3715, of
bijna f 600 meer dan het vorige jaar. Voor
noemde greidlanden, 12 a 15 jaar geleden
nog vrij wel waardeloos, zijn door de goede
cultuur der laatste jaren in een rendabelen
staat gebracht en brengen thans onder de
gunst der tijden, gelijk boven blijkt, hooge
huursommen op.
Stavoren, 28 Maart. De haring laat
dit jaar lang op zich wachten aange
nomen, dat ze nog zal komen opdagen in
grooten getale, wat verondersteld wordt op
grond van jarenlange ervaring.
De vangsten waren hier tot nog toe zoo
gering, dat het grootste deel der vloot naar
Urk trok, het centrale punt van de Zuiderzee-
haringcampagne, om de visscherij daar uit
te oefenen. Naar luidt waren de vangsten
daar beter, doch de hier ontvangen berichten
zijn ook alles behalve bemoedigend.
’t Is te hopen, dat vóór Paschen de
vangsten nog beter mogen worden na
dien tijd toch is, in verband met het eindigen
der vasten, de vraag naar haring minder
groot en gaat dientengevolge de prijs er af.
Hepk. N.bl. v. Fr.
Sneek. Aan de markt alhier waren heden
100 kievitseieren, welke
hooger werden verkocht,
meedeelt zijn Vrijdag j.l.
aangevoerd ruim
tegen 50 cent en
Naar men
twee kievitseieren te Leeuwarden ter markt
gebracht, die voor f 2,50 per stuk van de
hand werden gedaan.
Gaasterland, 28 Maart. In onze gemeente
liggen de meeste weilanden dit voorjaar over
het geheel zeer naar wensch. Het wolvee
vindt alzoo volop voedsel, terwijl ook enkele
boeren hunne hokkelingen reeds hebben bui
ten gelaten. Onze rogge-akkers liggen mede
naar wensch; de meeste hebben een frisch
groen aanzien en dat is voor dezen tijd van
het jaar reeds genoeg.
Tjerkwerd, 26 Maart. In de gisteren
alhier gehouden vergadering der Chr.-Hist.
vereeniging in Wonseradeel werden als voor-
loopige candidaten dier partij voor de aan
staande verkiezing van de Provinciale Staten
gekozen de heeren ten Bokkel Huinink te
Harlingen, Kramer te Bolsward en A. T. de
Jong te Gaast.
De heer Dr. P. de Jager te Ternaard
schrijft o.a. in Oostergo:
LNu het verslag der Gezondheidscommissie
te Dokkum verschenen is en een gedeelte
daaruit in De Telegraaf vermeld is, waaruit
het weer naar andere dagbladen verzeilt, komt
het mij gewenscht voor aan mijne belofte
gevolg te geven en iets te schrijven over het
gevaar, dat verbonden kan zijn aan het dra
gen van falies of regenkleeden bij begrafe
nissen en in huizen, waar een besmettelijke
ziekte heerscht of geheerscht heeft.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Wij hebben de eer hierbij mede te deelen,
dat wij, te beginnen met het nieuwe kwar
taal (1 April a.s.), zullen trachten een
aan onze Courant te verbinden, degelijk van
inhoud en aantrekkelijk van vorm.
Wij zijn in staat, aan de geabonneerde!!
onzer Courant, tegen eene geringe tegemoet
koming, deze belangrijke uitgave, waarvan
a.s. Zaterdag als proeve een exemplaar ter
kennismaking wordt toegezonden, als een
FRAAIE PREMIE
voor onze abonné’s aan te bieden.
Dit blad zal elke week een omvang van
16 pagina’s in omslag beslaan, inhoudende
een schat van gezellige lectuur, anecdoten,
kwinkslagen, gezonden humor, die in een
huisgezin opgewekte stemming en gepaste
vroolijkheid teweegbrengen.
Eenige voorwaarde voor de geregelde toe
zending van dit HUMORISTISCH -WEEK
BLAD is de betaling van een bedrag van
slechts 30 cents (franco per post 45 cents)
per 3 maanden, een prijs buitengewoon ge
ring, in verhouding tot het fraaie en dege
lijke tijdschrift zelf.
Wij twijfelen niet of vele geabonneerden
zullen bereid gevonden worden, gebruik te
maken van deze gelegenheid om zich tegen
een geringen prijs den eigendom te verze
keren van een Blad, dat voorzeker een wel
kome vriend des huizes zal zijn en met
vreugde zal worden ontvangen.
Aan den inhoud zal veel zorg worden besteed.
De humor zal noch godsdienst, noch goede
zeden aanranden. Hij zal geen politiek ten
doel hebben of in personaliteiten vervallen.
De inhoud zal vroolijk zijn, goedlachs, in
elk geval onschuldig. DE UITGEVER.
Ter toelichting diene het volgende: Voor
ongeveer 40 jaren was het in Dokkum alge-
ineene gewoonte bij begrafenissen, dat de
mannen, die het lijk volgden, regen- of rouw
mantels droegen. Deze werden verhuurd door
den leedaanzegger en gingen van de eene
begrafenis naar de andere. Zoo gebeurde het,
dat aan den Westersingel het lijk van een
poklijder begraven werd in het begin van de
later hevig heerschende epidemie. Vandaar
gingen de mantels naar een huis buiten de
Aalsumerpoort dicht bij den molen onder
Oostrum, waar eene vrouw aan eene andere
ziekte overleden was. In den omtrek van
dat huis waren nog geen pokkengevallen
voorgekomen. Van de mannen nu, die het
laatste lijk volgden, werden eenigen door
pokken aangetast.
Ik ging daarop naar den Burgemeester
van Dokkum en wees hem er op, dat in
dit geval de ziekte met zeer groote waar
schijnlijkheid door de rouwmantels was over
gebracht en dat het wenschelijk zou zijn
voor ’t vervolg het dragen van die gehuurde
rouwmantels bij begrafenissen uit besmette
huizen te verbieden. Alzoo werd besloten en
sedert worden er geene rouwmantels meer
gedragen door de volgers van eene begrafenis.
Toen het vorige jaar eenige pokkenge
vallen te Dokkum voorkwamen, bracht ik
bevenstaand feit in de Gezondheidscommissie
in herinnering en wees er op, dat de falies
of regenkleeden in besmette huizen dezelfde
gevolgen zouden kunnen hebben. Deze worden
wel niet verhuurd, althans in onzen omtrek
niet, zooals de Telegraaf meldt, maar niet
zoo zelden uitgeleend.
Na de begrafenis wordt de falie afgedaan
en dikwijls in de nog niet ontsmette sterf
kamer neergelegd, tot de begrafenis afge
loopen is.
Dat de besmetting op die wijze over
gebracht kan worden is mij voor eenige
jaren gebleken te Hantumhuizen bij het
heerschen van een hevige roodvonkepidemie.
Eene vrouw buiten het dorp was zeer
bevreesd voor de ziekte. Zij hield hare kin
deren zorgvuldig te huis en zorgde er voor,
dat ze buiten de besmetting bleef. Ze zag
er evenwel geen kwaad in hare falie uit te
leenen.
En alweer met zeer groote waarschijnlijk
heid kon vastgesteld worden, toen 2 harer
kinderen roodvonk kregen, dat de ziekte
door de falie overgebracht was.
In ’t algemeen is het houden van groote
begrafenissen in huizen, waar besmcttclijke
ziekten voorkomen of waar een lijder aan
zulk een ziekte bezweken is, ten hoogste af
te keuren. Maar een tweede gevaar schuilt
in de falies of regendoeken.
Ook met de kleeren kan de besmetting
overgebracht worden. Deze wordt evenwel
onmiddellijk aan licht en lucht blootgesteld
waartegen de smetstof, die er misschien aan
hangt, minder bestand is. De failies daaren
tegen worden ingepakt in een doek en in
donker bewaard. Mogelijk aanklevende smet
stof kan op die wijze langeren tijd zijn
ziektemakend vermogen bewaren, Smetstoffen
zijn over ’t geheel kinderen der duisternis
Door de gezondheidscommissie werd ik
uitgenóodigd in een der plaatselijke bladen
hierop de aandacht te vestigen. Aan deze
opdracht voldoe ik bij dezen. Mochten andere
bladen geneigd zijn dit schrijven over te
nemen, zoo kan mij dit slechts aangenaam
zijn.
Om het misverstand te voorkomen, waaraan
blijkbaar de schrijver, in de Telegraaf lijdt,
voeg ik er bij, dat de meeste vrouwen een
falie in eigendom hebben en dat het uit-
leenen wel, het verhuren voor zoo vér ik
weet, nooit voorkomt.
De nieuw ingedeelde milicien bij het
7e regiment infanterie te Amsterdam, A. Ris,
weigert de uniform aan te trekken.
Als eene bijzonderheid mag zeker
worden gemeld, dat bij een landbouwer te
Veenwouden een schaap vijf welgeschapen
lammeren ter wereld heeft gebracht.
Dat raven roofvogels zijn, daarvan
hebben de vorige week een paar van die
beestjes een schitterend en bijna ongehoord
bewijs gegeven. In de nabijheid van Bergum
hebben ze een lam aan zijn moeder ontroofd
en als echte roovers verslonden. Het lijkt
wel wat vreemd, al is het volstrekt niet
onmogelijk. Toch moet het volkomen waar zijp,
bij staan, die daar rondzwalkt door dunne wand
gescheiden van een peilloos graf.
Het is marktdag Van heinde en verre
zijn zij gekomen naar de groote stad, de
lieden van het land, om te verkoopen en
te koopen tevens. Spoor en tram en boot
hebben hen aangebracht, om straks weer
hen terug te voeren. De vrachtschepen
hebben hunne ladingen gelost en nieuwe
vrachten ingenomenzij liggen zeilree, maar
de storm sluit de haven, stuwt het water
op, dat niet kan wegstroomen in zee en
noopt tot gedwongen verblijf.
Het is hondenweer
Ik heb een oogenblik het trotsche schouw
spel aangestaard en neem dan rillend mijn
toevlucht in een melksalon, waar lustig de
kachel snort en de menschen zich te goed
doen aan gekookte melk, aan broodjes of
gebakIk zet mij in een rustig hoekje
neer en volg het goede voorbeeld en kijk
eens om mij heen naar de vreemde gezich
ten, waaronder een paar mijn aandacht
trekken. Het eene behoort aan een klein
oudachtig boertje, het andere aan een meisje
van een jaar of zeven mij dacht zoo groot
vader en kleinkind. Beiden hadden iets hulp
behoevends over zich, iets van zich niet
thuis gevoelen in deze omgevingiets dat
mij deed wenschen dat ik hen van dienst
zoude kunnen zijn.
Misschien las mijn boertje, met de natuur
lijke, gave de eenvoudigen van hart aange
boren, mijn belangstelling op mijn gezicht,
want schroomvallig richtte hij tot mij de
vraag of meneer kon zeggen hoe laat het
was. Onnoodige vraag, waar een groot uur
werk zeer duidelijk den tijd aangafaanloop
voor een praatje
Halfeen, gaf ik ten antwoord. Ja ziet u,
ik heb mijn horloge verlorenik heb een
handje geholpen bij het lossen en toen is
het zeker uit mijn zak geschoten. Maar het
zal wel gevonden worden en dan krijg ik
het terugNadat ik verzekerd had dat ik
dit voor hem hoopte, ging hij voortik ben
erg gelukkig; mijn kind was drie jaar blind
en nu zijn wij veertien dagen bij doctor Moll
en zij kan weer goed zien. Marietje, kijk
meneer eens aan. En Marietje deed het en
ik blikte in een paar helder blauwe kinder-
oogen, die prettig rondzagen in het leven,
als waardeerde zij nu eerst recht dat zij hun
plicht konden doen. Drie jaar stekeblind,
meneer, en nu Goddank weer zien, ja het
is een geluk, voor het kind en voor ons
ook. Ik heb anders niet veel geluk gehad.
Mijn eerste vrouw is gestorven aan de tering
en ik bleef zitten met dertien kinders. Dat
is een ramp, meneer, als je een boel geld
heb, maar als je moet leven van je handen
is het nog ergerIk ben schilder, slachter
en nog wat en heb goed mijn brood, al
behoef ik niet stil te zitten, maar betalen
doen ze niet vlot en dan zitje dikwijls krÜp
en zit de zorg voor de deur. Maar als je
een knappe vrouw hebt, en dat was de
mijne, dan houdt ze den boel bij mekaar
dat merk je eerst al ze weg is. En als er
dan nog ziekte bij komt is het heelemaal
narigheid. Zes jongens heb ik naar
gebrachtallemaal weggegaan aan
die ze mee hadden van der moeder. Om
mijn kinderen wilde ik niet meer trouwen,
maar eindelijk kwamen mijn vrouw’s broers
tusschenbeide en zeiden dat ik trouwen
moest, juist om mijn kinderen. Ik heb het
gedaan en heb er geen spijt van, want mijn
tweede is een best wijf, goed voor mijn jon
gens en meisjes, als een eigen moeder. Maar
nou zit ik nog in de kleuters, zeven hoor
bij de tweede, en dit is de jongste. Een
heele zorg om ze groot te brengen met eere,
maar weet je, meneer, en eerbiedig ging de
pet van het grijze hoofd God geeft
kracht naar kruis
Nou zal ik eens
voor de bootmeneer
voor zijn vriendelijkheid
En meneer wist niet beter te doen dan
een taartje aan te bieden aan Marietje, als
teerspijs op den langen boottocht en haar
vader de hand te drukken met een welge
meend goede reis.
Buiten loeit de stórm kalm vervolgt mijn
boertje met Marietje zijn weg, met de vrede
in het hart want hem is geschonken kracht
naar kruis.
Is het geen wonder dat ik dacht
Bergrede
Bolswardsche Courant
I