1904.
43ste Jaargang.
No. 29.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
Kieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
1
ZONDAG 10 APRIL
BINNENLAND.
i
I
IWAN DE RUS.
«u
£1
u.
VOOR
INGEZONDEN.
1
Woudsend.
mr.
voor
afzonderlijke
Lemmer, 8 April. Binnenkomende vis-
sohers rapporteeren, dat gisteren met storm
weer op de Zuiderzee in ’t Val van Urk is
omgeslagen een Huizer botter. Van de
opvarenden was niets bekend.
onverwacht gunstig
maar het zou van
voor mijn overgroot-
je vaderland, naar
den noordkant van
de Menno-van-Coe-
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
v. Fr.
voor Sneek,
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Hepic; NieuwM.
Het Kamerlid
H. Okma trad in een middagvergadering
zijne kiezers op met het onderwerp ouder-
domspensioneering. Hij besprak daarvan de
noodzakelijkheid, verklaarde zich tegen het
Duitsche stelsel en tegen het stelsel van
Staatspensioneering (dit laatste omdat de
arbeider er een eer in moet stellen zijn eigen
brood te eten) en verdedigde zijn denkbeeld
premie van f 10 ’s jaars van 1730 jaar
voor mannen, van 1725 jaar voor vrouwen
en uitkeering van f 3 ’s weeks op 65-jarigen
leeftijd, indien de persoon het noodig had.
Ds. Vos verdedigde het stelsel van Staats
pensioneering en noemde als fout van het
stelsel-Okma1. dat de vrouw korter betaalt,
terwijl haar levensduur gemiddeld langer is,
2. dat voor zoo’n premie een werkman zich
f 2,50 ’s weeks vast verzekeren kan en dan
niet een onzekere f 3 zal accepteeren, 3. dat
voor velen deze premie een te bezwarende
last zou zijn. In zijn repliek bestreed de
heer Okma de 2 eerste punten niet. De
arbeider Talsma bestreed eveneens den spreker,
er op wijzend, dat menig werkman deze
premie tusschen 17 en 30 jaar niet betalen
kan. De heer Okma repliceerde, waarna de
vergadering, die bijna 4 uur duurde, werd
gesloten. Z. C.
Zuidwesthoek, 7 April. Zooals men ver
wacht had, hebben vele boeren alhier geen
genoegzamen hooivoorraad om rond te komen
tot den tijd, waarop het vee in de weide
kan. De hoofdoorzaak hiervan is, dat men
den vorigen herfst veel te vroeg moest
stallen; menigeen zelfs 3 a 4 weken. De
gevolgen zijn thans het duidelijkst merkbaar,
daar de schuren bij velen zoo goed als leeg
zijn. De prijzen van het hooi zijn bijgevolg
hoog; men besteedt tot f 28 f 29 per
500 K.G.
Mijnheer de Redacteur l
Gaarne zou ondergeteekende de volgende
vraag beantwoord hebben Mag een ambtenaar
ter Secretarie, in tegenwoordigheid van
anderen, iemand, terwijl deze niets beleedi-
gends zegt, toevoegen //Loop naar de maan”
Dit zeker niet door beschaafdheid uit
muntend antwoord, verkreeg ondergeteekende
dezen morgen van den heer Van Dijk,
eerste klerk ter Secretarie.
Dankend voor de plaatsing.
S. A. de WITTE.
Bolsward, 8 April 1904.
der Kozakken wisten te achten, had de vorst
naar landsgebruik zijn kanselier bevolen, aan
tafel de eereplaats naast den Rus in te nemen.
De Rus liet zich door zijn lijfkozak begeleiden,
een goedig uitzienden jongen, die Iwan werd
genoemd. Als een standbeeld stond de trouwe
Kozak achter den stoel van zijn heer, eiken
wenk volgend, zonder zijn gezicht ook maar
te vertrekken.
Toen het feestmaal met muziek en toasten
geëindigd was, ging mijn overgrootvader
kaarsrecht staan, terwijl de Russische generaal
als een schip in storm waggelde. De eer
van het vaderland was gered, de vorst en zijne
raadgevers ademden weer vrij.
Den volgenden dag bracht de generaal,
begeleid door Iwan, den Kozak, mijn over
grootvader een bezoek, dankte voor het
feestelijke maal in het slot en zeide, terwijl
hij vriendelijk met zijn kleine oogen knipte,
waarbij zijn rood gezicht nog rooder werd:
„Excellentie, ik heb gisteren de grootste
hoogachting voor u gekregenIk wil mij
erkentelijk toonen, ik schenk u mijn lijfeigene
als herinnering Iwan is de getrouwste dienaar
dien ik ooit gehad heb 1”
Zoo kwam Iwan, de Rus, zooals de menschen
hem noemden, met paard, lans en knoet in
het Thüringer dorp en in het slot van mijn
overgrootvader, dat deze na het einde van
den oorlog weer betrokken had. Wel stelde
mijn overgrootvader hem voor, na den vrede
naar zijn generaal terug te keeren, maar
Iwan wilde liever blijven. Wegjagen wilde
men den trouwen, braven kerel niet. Hij
scheen zich gauw in het nieuwe te kunnen
schikken, leerde niettegenstaande zijn leeftijd
het Duitsch heel vlug en kon zich als koetsier
en bediende heel nuttig maken. Onverdroten
arbeidde hij voor twee, zonder ooit te morren.
Mijn overgrootouders hadden nog nooit zoo’n
gewilligen huisgenoot gehad. Het steppenpaard
van den Kozak Iwan stamde uit de
Zuid-Russische steppe droeg in plaats van
het zware kozakkenzadel het lichte tuig van
een melkwagentje en trok dit eiken morgen
naar de stad. Iwan’s lans werd in een hoek
gezetmijn grootvader heeft er als jongen
mee gespeeld, nu zal ze wel verloren of
gebroken zijnde knoet werd niet anders
gebruikt dan als hondenbedwinger.
Iwan was een in zichzelven gekeerd, stijf
mensch, waardoor hij steeds een vreemde
bleef voor de pachters en de bedienden ook
gaf hij zich geen moeite, met iemand nadere
kennis aan te knoopen.
Hij had slechts één waar vriend, met wien
hij urenlang kon praten, dien hij de lange
manen kamde en voor wien hij dikwijls wat
suiker en brood uit de keuken nam; het
was zijn paard, zijn Mischinka. Met hem
sprak hij in de taal, die zijn moeder hem
geleerd hadhij werd nooit moe hem te
vertellen van het verre vaderland, van de oevers
van den bruinen, met riet omzoomden Don.
Den ouden jongen Iwan’s baard, die
zijn gezicht haast tot aan de oogen bedekte,
was grijs geworden en zijn voorhoofd gerimpeld
liepen de tranen over de wangen, wanneer
hij met Mischinka over de steppe sprak. In
het begin had hij, het rondtrekken met het
leger moede, het toeval geprezen, hetwelk
hem veroorloofde, rustig aan den haard te
zitten, zijne diensten te bewijzen en Mischinka
te verzorgen. Maar met den toenemenden
ouderdom kwam het heimwee, eerst onbestemd,
maar daarna steeds kwellenden Hij kon haar
niet vergeten, zijn ruime steppe met hare
golvende grasvlakten, hare sprinkhanen, haren
blauwen hemel. En dit heimwee werd nog
sterker toen zijn eenige vriend, zijn Mischinka,
stierf. Achter in het park onder de schaduw
der boomen groef Iwan den kuil waarin het
dier werd begraven, en een heuveltje verrees.
Iwan. sneed zelf een Grieksch kruis en plaatste
dit er op. Den heuvel heb ik als kind nog
gezien, het houten kruis was toen echter
reeds vermolmd.
Dagen lang liep Iwan rond als een geslagen
hond. Nu hoorden de voorbijgangers Iwan’s
gesprekken met zijn kameraad nooit meer;
ook de zwaarmoedige, Russische liedjes, welke
Iwan vroeger placht te zingen, wanneer hij
’s avonds, op den drempel van den paardenstal
zittend, allerlei houten speelgoed sneed voor
de kinderen van zijn heer, werden niet meer
gehoord. Mijn overgrootvader bood den ouden
man aan, zijn dienst te verlaten en naar zijn
vaderland terug te keeren. Dit werd echter
hoofdschuddend afgewezen.
Amsterdam, 8 April. Gisterenavond had
op de Heerengracht een snijpartij plaats
tusschen een korporaal der infanterie en een
aantal vischkoopers. De korporaal kreeg vier
steken in den rug en zakte op de Keizers
gracht door bloedverlies ineen.
Hij werd naar het militair hospitaal ge
bracht. Drie daders zijn opgespoord.
Zevenwouden, 7 April. Onder hen, die
in dit jaar in de gemeente H. aan de loting
voor de Nationale Militie moeten deelnemen,
bevindt zich een 18-jarig persoon die reeds
echtgenoot en vader is.
Workum, 7 April. Evenals vorige jaren
zijn hier en in de omgeving ook dit voor
jaar door Hollandsche kooplieden en boeren
wederom een aantal koeien van beste kwa
liteit gekocht voor vetweiderij. Bij voorkeur
koopen ze vare of zg. //zomerkalvers,” d.w.
z. zulke, die in den zomer kalven. Er wer
den hooge prijzen bedongen. Ongeveer 200
stuks zijn weer gekocht. De levering ge
schiedt tusschen 1 en 12 Mei.
Langweer, 7 April. Te half drie heden
middag zagen een viertal arbeiders van den
heer dr. Driesen, die onder behoor van dit
dorp aan het kalkzaaien waren op grond van
pas gerooid bosch, plotseling brand in ’t 3
a 4-jarig houtgewas van denzelfden eigenaar,
dicht bij den weg naar Idskenhuizen. Dadelijk
snelden ze er met hunne emmers heen, water
was er in de nabijheid, maar toch hadden
ze bij den feilen wind nog anderhalf uur
alle krachten in te spannen voor het vuur
geheel was gedoofd. Er zal ongeveer een
hectare houtgewas verloren zijn gegaan. Wel
licht is de brand ontstaan door vuur uit een
pijp of een weggeworpen eindje sigaar in de
droge ruigte.
Heerenveen, 8 April. De timmerknechten
vroegen: een verkorten werkdag van 131/,
tot 12 uur. De patroons hebben gisteravond
vergaderd en toegestaanloonsverhooging tot
16 cts. en een nog korter werkdag dan ge
vraagd werd, n.l. 11 uur, doch onder beding
dat geen timmerarbeid in vrijen tijd thuis
mag worden verricht.
Leeuwarden, 7 April. Op Dinsdag 26
April a.s. zal het bouwen der nieuwe am
bachtsschool alhier worden aanbesteed. De
kosten zijn op f 123,500 begroot. Het ge
bouw zal verrijzen aan
het nieuwe kanaal, aan
hoornstraat.
Een kleine, donkere kamer, de kamer van
onze grootmoeder. Voor de beide met klimop
omrankte vensters maken de musschen nog
het grootste leven, nog altijd ruischt het
buiten door de linden, door de honderdjarige
populieren, die den tuin omringen, en door
de machtige platanen.
Alles is gebleven zooals het vroeger was
in het oude slot met zijn hoogen gevel, toen
ik er als kind speelde en de ontmoeting met
den Rus had. Het huis is vol hoeken en
gaten, vol geheime kasten en kamers, waarin
wij als kinderen graag op ontdekking uit
gingen.
Op een van deze tochten werd onder
allerlei leege doozen en de coulissen van een
kindertheater Iwan de Rus ontdekt.
Iwan de Rus? Ja, een afschuwelijk uitziende
kerel, met breeden, la ogen baard en twee
oogen, vol uitdrukking en vooruitstekend als
zwarte speldeknoppen. Een gele broek, een
blauwe, gekreukte jas, door een rooden gordel
verbonden, en een vormlooze hooge, zwarte
muts maakten tezamen zijn kleeding uit.
Zijn paard was een oude, erbarmelijk uitziende
klepper, met hangende ooren, langen staart
en veel te grooten kop. Mooi zou niemand
ze wel noemen, zelfs wij kinderen keken er
verachtelijk naar en sleepten ze naar groot
moeder.
Z/Ei, kijk eens aan, kinderen, wat jullie
me daar komt brengen Pas op, dat je den
armen kerel niet breekt, dat is Iwan, de Rus.
Ik heb hem in langen tijd niet meer gezien.”
Nu vroegen wij nieuwsgierig, wat ze ons
ervan vertellen kon, en hoorden de volgende
geschiedenis van haar.
Het was in het begin der vorige eeuw,
ten tijde toen de bondgenooten zich ver
zamelden, om Napoleon bij Leipzig te ont
moeten. Mijn overgrootvader was toen kanselier
in een van de Thüringer vorstendommen, en
daar de oorlogstijd, met zijn contributie’s,
inkwartieringen, enz. zijn aanwezigheid in de
residentie noodzakelijk maakte, had hij zijn
landgoed verlaten en was naar het naburige
stadje gegaan.
Eiken morgen verliet hij, leunende op
zijn wandelstok met zwaren zilveren knop,
die nog altijd in den ouden paraplustander
staat, zijn huis, om naar het ministerie te
gaan, om daar verschillende zaken af te doen,
en daarna in het statige, zich op een steile
hoogte verheffende residentsslot zijn landsheer
van alles te verwittigen.
Eens op een dag vloog de tijding door
de stad, als de stormwind in den herfst met
regen en hagel door de straten giert, als
geroep van dreigenden vuur- of watersnood
De Russsen komen! neen veel erger de
Kozakken komen! ja, ze zijn er reeds! De
toren van het raadhuis luidde storm, niemand
had het bevolen, maar de burgemeester hield
bij het hooren der klok de stad voor verloren,
kleedde zich en vluchtte in de voorkamer
van den vorst.
Mijn overgrootvader ried aan, om den
Russischen generaal in een milde stemming
te brengen, door hem bij zijn aankomst op
een feestmaal op het slot te noodigen. De
generaal nam dit aan en kwamhet feestmaal
had plaats. Het had een
verloop voor de stad,
merkwaardigen gevolg
vader zijn.
De meesterschap in het drinken van den
Russischen generaal was even bekend als zijn
dapperheid en groote willekeur. Om den
^jeemde nu te toonen, dat ze een generaal
den jager den vogel uit de hand, bezag hem
van alle kanten en drukte daarna zijn sidde
rende lippen op den levenloos neerhangenden
kop.
Zijn oogen werden vochtig, hij noemde
het doode dier met allerlei lieve Russische
namen.
z/Wat doet ge, Iwan?” zei mijn overgroot
vader, die juist voorbij kwam.
//Mijnheer,” antwoordde Iwan, het doode
lichaam streelend, //deze vogel is een wild
steppenhoen van den Don!”
De doode vogel was voor hem een groet
uit zijn ver vaderland, die, de hemel weet
hoe, in Thüringen terecht was gekomen.
Iwan nam den vogel met zich mee, steeds
opnieuw de veeren streelend en heimelijk
kussend. Om niet uitgelachen te worden, is
hij bij donker uitgegaan en heeft het naast
Mischinka begraven. De volgende dagen deed
de oude rustig zijn w’erk, maar hij was
buitengewoon stil en afgetrokken. Zijn gezicht
en gestalte schenen nog ouder te zijn geworden,
ook zijne handen beefden. Verlegen kwam
hij op zekeren dag bij mijn overgrootvader.
z/Wat wil je, Iwan?” vroeg zijn heer.
z/Laat me terugkeeren naar de steppe
z/Zooals je wilt, Iwan; dat de hemel je op
de reis behoede!”
Hij kuste weenend mijn overgrootvaders
hand. Den volgenden morgen was Iwan de
Rus verdwenen, niemand heeft ooit gehoord
of de oude man zijn vaderland teruggevonden
heeft.
Het beeld van hem en dat van Mischinka
zijn echter tot den huidigen dag in ons huis
bewaard gebleven.
//Waarheen za] ik gaan?” zei de Kozak
schouderophalend, de muts tusschen zijn
handen draaiend en treurig naar den grond
ziend.
//Waarheen? Wel, naar je familie, Iwan.”
z/Die ken ik niet meer, allen zullen wel
reeds lang dood zijn.”
z/Nu, dan toch naar
de steppe.”
z/De steppe is te groot en Iwan’s oogen
zien niet goed meerik vind haar nooit
terug. Alles zal er nu ook wel anders geworden
zijn, er wonen nu andere menschen, geen
mensch zal Iwan Iwanowitsch groeten.”
z/Goed, Iwan, blijf dan bij onszeide mijn
overgrootvader.
Onderworpen kuste Iwan zijn hand, zooals
hij dat bij zijn generaal gewoon was geweest,
sloop naar zijn kamer terug en bleef.
Nadat de oude Kozak er lang over nagedacht
had, sneed hij in de avonduren het beeld
van Mischinka. Wel twintig keer wierp hij
zijn kunstwerk weg, want niettegenstaande
zijn handigheid scheen het hem niet mooi
genoeg te worden. Eindelijk toonde hij het
vol trots aan alle dienstboden van zijn meester.
Toen men hem echter zei, dat Mischinka
toch geen schimmel geweest was, wist hij
bruine verf machtig te worden en verfde
het paardje daarmee. Hij had pleizier aan
nu zijn eigen
stak het hem
minder nauw, daarom werd hij ook minder
mooi uitgesneden. Hij ging naar het stadje,
waar iedere straatjongen hem reeds lang
kende en kocht allerlei kleuren. Zwart voor
de hooge muts en de oogen, blauw voor de
jas, rood voor den gordel en geel voor de
broek. Dan zat hij vaak in zijn koetsiers-
kamertje voor de beide houten beeldjes, sprak
met deze in zijn moedertaal en zong de oude
liedjes der steppe. In het dorp verbreidde
het gerucht zich echter, dat Iwan de Rus,
een heiden was en een afgodsbeeld gesneden
had, waarvoor hij eiken avond bad.
Eens, het was op een avond, kwam de
jager van de jacht terug en bracht een
onbekenden grijzen vogel mee, dien hij buiten
op de weide geschoten had. Niemand wist,
wat het voor een vogel was; de een zei, dat
het een duif was, anderen weer dachten er
een roofvogel in te herkennen. Toen kwam
Iwan er voorbij. De oude ontstelde en trad
plotseling snel op de groep toe. Hij rukte
bruine verf machtig te worden
het werk gehad, hij begon
beeld te snijden. Maar nu
Bolswardsche Courant.