No. 34. Verschijnt Donderdags en Zondags. 43ste Jaargang. 1904. Kieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. I j n DONDERDAG 28 APRIL ARMHUIS en DIACONIE. BINNENLAND. I a VOOR iiira afzonderlijke So isser Opdat dees weldaat dan 1 <1 J d ,1 J I nu gesticht dit loflick monu ment. (1659). Ei lieve staet wat stil, weest seecker in T gemoet, Dat alles wert geloont, wat men den Armen doet”. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Heerenveen, 26 April.- Het heeft heden nacht vrij wat gevroren. Voor aardappelen, die boven den grond zijn, en vruchtboomen die in bloei staan, kan ’t wel eens hard genoeg zijn aangekomen, want zei een tuinman het is een zuidervorst geweest, die veel kwader is dan vorst met noorden wind. ’s-Gravenhage, 25 April. In welingelichte politieke kringen verzekert men, dat het vrijwel vaststaat, dat de Eerste Kamer de Hooger Onderwijswet zal verwerpen, doch dat het ministerie daarin geen aanleiding zal vinden om heen te gaan; evenmin de premier alleen. Mocht echter, wat niet waarschijnlijk wordt geacht, de Drankwet in de Tweede Kamer verworpen worden, dan zou het ministerie collectief zijn ontslag vragen. Leeuwarden, 26 April. Onder de fabel achtige verhalen die in omloop zijn over het groote bankroet, behoort ook dat van een zeer zuinig oud rentenier in de buurt van Dokkum, die er voor tachtig duizend gulden in betrokken zou zijn en die sedert zijn bed niet weer heeft verlaten, zoo werd hij door den schrik getroffen, toen de mare van den val der gebroeders G. hem ter oore kwam. Intusschen is het een feit, dat in sommige zaken, waar de weelde gewoonlijk hare in- koopen doet, een opvallende malaise heerscht. Nu weet ik wel, dat de Burgerlijke Arm besturen, dus ook de Armvoogden van Bols ward, verplicht zijn te onderhouden alle arme leden en lidmaten, die door Kerkelijke Arm besturen worden afgewezen en losgelaten, om welke redenen dan ook; maar aangezien ik, lettende daarop, evengoed, ja beter had ge daan, met te zwijgen, kan van mij worden geëischt, dat ik de bedoeling van dit mijn schrijven nog kort en duidelijk aangeef. Ofschoon ik de meening koester, dat zulks èn uit den geheelen gedachtengang, èn uit sommige bepaalde gedeelten van mijn opstel zonder eenige moeite wel kan worden opge maakt, wil ik mij aan dien op zich zelf niet onbillijken eisch, toch niet onttrekken. Welnu; de verplichting der Armvoog den, tot onderhouding van alle, ook Kerke lijke Armen, uit kracht van Hendrik Hannes testament bewezen achtende, dit is im mers het zwaartepunt in mijn vertoog, is mijne bedoeling geweest, niet, om Diake nen der Nederd. Herv. Gemeente, „de Ver- sorghers van ’t Convent”, de onchristelijkheid te doen begaan, van hunne arme broeders en zusters aan de Armvoogden kortweg over te doen, volstrekt niet; maar om hen te wijzen op hun historisch recht, om, wanneer hunne eigen fondsen voor 't onderhouden hunner arme lidmaten blijken te zijn onvoldoende, zich dan te wenden tot de Armvoogden, ter verkrijging van een subsidie. En met deze bedoeling meen ik, mij te hebben bewogen, en te zijn gebleven langs en in de lijn der historie, èn van het oude èn het tegenwoordige recht. Kan iemand mij, op goede gronden, over tuigen, dat ik heb gedwaald, zooveel te beter; ik zal dan eene illusie armer, maar misschien iets wijzer zijn geworden. D. BARTSTRA. Bolswahd, Maart 1904. Toen ik met mijn broeder, den Oud-Secre- taris Generaal van ’t Ministerie van Finan ciën, over deze zaak correspondeerde, wij doen dit zeer dikwijls omtrent zaken, Bols- wards geschiedenis, stichtingen, enz. enz. be treffende, schreef hij mij onder anderen Z/Ten opzichte van het testament van Hen drik Hannes en Catrijn Epes, van het codicil des eerstgemelden, en van uwe bewering aan gaande de consequentie der aangeduide clau sule, geef ik u ’t volgende, ter ondersteuning van uwe meening: Volgens het tegenwoordige recht wordt eene making ten voordeele van de Armen, zonder nadere aanduiding, geacht, te zijn geschied ten behoeve van alle noodlijdenden, zonder onderscheid van godsdienst. Zie: Burgerlijk Wetboek, art. 925. Zoo was het echter ook reeds onder het oude recht in Friesland, gelijk dat onder- anderen geleerd wordt door den beroemden be schrijver van dat recht, Dr. Ulrich Huber. Na te hebben opgemerkt, dat onder Armen worden verstaan, „zij, die zich zelf niet z/kunnen verzorgen van ’s levens nooddruft”, zegt hij vervolgens: //Die Armen worden //onderscheiden in stads- of dorps-Armen en z/Kerk-Armen. De eersten behooren tot aller- z/hande gezinten, en staan onder Armvoogden; z/maar de laatsten zijn lidmaten der Gerefor- meerde Gemeente, en worden bezorgd van z/de Diakenen; dat Armen, die lidmaten zijn z/van andere Gemeenten, buiten de Gerefor- z/tneerde, in die qualiteit niet worden gekend. //Als een legaat aan de Armen wordt ver smaakt simpelijk (eenvoudig, zonder bepalin- z/gen), zoo verstaat men zoowel de gemeene //(gewone) stads- of dorps-Armen, als die van z/de Diakenen”. -Zie: Huber, Hedendaag- sche Rechtsgeleerdheid, uitgegeven bij Hero Nauta te Leeuwarden, 1699, Deel II, Kap XXIII, nos. 3, 6, 7, 9 en 11. Vast staat dus ook bij mij, evenals bij u, dat de Armvoogden van Bolsward, nu ’t Burgerlijk Armbestuur, verplicht zijn, de opkomsten van ’t geen aan hunne instelling uit de erfenis van Hendrik Nannes is ten deel gevallen, te doen strekken tot onder houd van alle Armen te Bolsward, zonder onderscheid, of zij al dan niet lidmaten zijn van eenige of van welke Kerkel. Gem. ook. Zoo komt het mij ook voor, dat er, indien de opkomsten van ’t Armhuis een overschot opleveren, en die van de Diaconie ontoerei kend worden bevonden, in dat geval alleszins voldoende grond bestaat voor het verleenen van een subsidie door ’t eerste aan de laatste”. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Zoo heeft de ramp blijkbaar ook anderen aangegrepen, dieer niet direct in betrokken zijn. Geen wonder. De plotselinge val van schatrijk op doodarm is wel geschikt om de luxe een oogenblik tot bedachtzaamheid te stemmen. Het is de schrik en onwillekeurig gaat menigeen zijn uitgaven en inkoopen tot het noodige beperken, waarvan ons spre kende voorbeelden van zeer nabij bekend zijn, welke dateeren van den eersten dag na de catastrophe. Ook van die zijde dus, zal het bedrijvige Friesland den invloed van het vertrouwen schokkende bankroet in de beurs gevoelen en er zal heel wat tijd over moeten verloopen eer de schrik uit de leden en de scha weer ingehaald is. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Witmarsum, 25 April. De kaatsers oefenen zich reeds voor den aanstaanden Bonds wedstrijd. Gisteren hebben we reeds van eenigen der besten fraai spel gezien. Jan van der Steeg en Jan Reitsma speelden eenige prachtige partijen tegen Werkhoven en Kooistra. Kunnen wij van de jongeren dit jaar goed spel verwachten, Jan Reitsma zal stellig ook nog toonen, dat hij nog z/de oude” is. Jan Cuperus, die verleden jaar wegens gezondheidsredenen niet heeft ge kaatst, hoopt echter dezen zomer wel weder uit te komen. In de gisterenavond ten huize van Meijer gehouden vergadering der kaatsver- eeniging //Witmarsum” werden 16 rentelooze aandeelen in de nieuwe directietent uitgeloot en als afgevaardigde naar de algemeene vergadering werd benoemd de heer A. Kooistra. Verder werd behandeld de beschrijvings brief voor die vergadering. Men was voor vele dier punten en tegen enkele. ’t Verzoek van //Holwerd” om aldaar een tweeden Bondswedstrijd te houden, verkreeg in ’t geheel geen steun. Pinkster-Maandag moest de algemeene feestdag van den Bond blijven; dergelijke voorgestelde wedstrijden zouden de waarde van dien eenen grooten wedstrijd verminderen. Sneek, 26 April. Ouden van dagen kunnen zich de jaren niet heugen, waarin hier in de maand April zoovele kievitseieren werden aangevoerd als heden. Niet minder dan 25000 kwamen er heden onder de Waag die verhandeld werden tegen 10 en 11 ct. Een groot deel was bestemd voor Engeland en Frankrijk; verscheidene echter ook voor Amsterdam en Den Haag. De oefeningen voor de dd. schutterij zijn gisteren weder aangevangen. Bij de marsch door de stad werd meer malen de opmerking gemaakt, dat er zoo weinig schutters waren, doch zooals bekend, worden, nu de //landweer” wordt ingevoerd, geen nieuwe schutters meer ingeschreven en zullen de thans in dienst zijnden hunne dienstjaren nog wel in functie moeten blijven. De gelederen dunnen dus elk jaar tot op ’t laatst het luttel overschot wellicht (met pensioen?) wordt afgedankt. Nu velen met het mooie weer hun fiets weer van stal hebben gehaald om zoo nu en dan een tochtje te maken, meenen we ’t wielrijdend publiek er op te moeten wijzen, dat zich in het IJsbrechtumer tolhek tusschen de rails een vrij diepe en breede greppel bevindt. Is het tolhek op den weg dus gesloten, men stappe, om ongelukken te voorkomen, van het rijwiel en rijde niet door het hek tusschen de rails. Vooral bij avond is de greppel niet te zien en is een ongeval bijna onvermijdelijk. ’t Ware o.i. zeer wenschelijk, dat door de bevoegde macht wordt geboden bedoeld gat dicht te maken. Gaasterland, 25 April. Volgens verslag van het boschrooien in den afgeloopen winter door de maatschappij „Gaasterland” zijn ongeveer 47 pondemaat in 10 perceelen door 8 aannemers gerooid en afgewerkt, waarvoor, na aftrek van kruiwagenhuur, is betaald f3770, of ruim f80 per pondemaat. Volgens de loonlijsten is door 115 man te zamen 6015 dagen gewerkt; het gemiddelde dag loon bedroeg alzoo 62 '/2 cent. Het hoogste dagloon bedroeg 77 1/a, het laagste 60 cent. Ged. Staten dezer provincie hebben bepaald, dat voor de leden der Prov. Staten de stemming op Donderdag 16 Juni, de herstemming, zoo noodig, op Maandag 27 Juni zal plaats hebben. Daar ’t nu, naar ik althans meen, wèl en deugdelijk bewezen is, dat z/de landen en z/renten, benevens het overschietende baar z/geld, vroeger behoord hebbende tot de na latenschap van Hendrik Hannes en Catrijn uEpes, door de Armvoogden, ten profijte van z/de rechte ellendige Armen binnen Bolsward „zijn aanbeërfd en ontfangen”, en dat de opkomsten van die goederen hebben gestrekt, van 1524 af tot aan de invoering der Hervorming in 1580, beslist zeker, en mis schien tot aan de stichting van ’t Convent in 1618, tot onderhoud van alle Armen van Bolsward, onverschillig of zij leden waren eener Kerk of van eene Gemeente, dan wel niet, meen ik het recht te hebben, met de noodige bescheidenheid, de vraag te stellen: Welk recht of welken beweeggrond had den en hebben nog de Armvoogden, na de Hervorming, of na de stichting van ’t Con vent, om wel te onderhouden Roomsche Armen, die toch bijna zonder uitzondering leden waren en zijn hunner Kerk, en niet te onder houden Protestantsche Armen, die lidmaten waren van de Gereformeerde Staatskerk, of zijn van eenige Protestantsche Gemeente of V ereeniging Ik vertrouw, iedereen zal begrijpen, dat ik, bij het doen van deze vraag, mij hoe genaamd niet heb geplaatst op een godsdien stig standpunt; integendeel, en daarom volsta hier de verklaring, dat ik de zaak geheel en alleen beschouw uit een historisch en admi nistratief oogpunt, terwijl ik tevens meen, dat, slechts van dien kant bezien, zij belang kan inboezemen. In dit verband heb ik mij, bij de beant woording van deze vraag ook niet te wenden tot de Armenwet, al zou dit soms kunnen zijn in 't voordeel mijner zienswijze; ik heb hier eenig en alleen met de clausule van het meermalen gemelde testament te maken, en te oordeelen over hare uitlegging. En alleen en uitsluitend vasthoudend aan en bouwend op die clausule, beweer ik Erfgenamen van, en dus rechthebbende op meergemelde nalatenschap, natuurlijk op de revenuen er van, waren, en zijn nog, alle Armen binnen Bolsward, daar gaat niets af; onverschillig was, is en blijft het, of die Armen zijn leden eener Kerk of lidmaten eener Gemeente; het komt er maar alleen op aan, of zij zijn „recht ellendig”, d.i. hulpbehoevend, geheel zonder middelen, armlastig, noodlijdend. Slot. III. Hendrik Nannes overleed den 24 Januari 1524, dus den dag, volgende op het maken en onderteekenen van het codicil, en reeds terstond na dat overlijden werden „de rechte „ellendige Armen” van Bolsward, vertegen woordigd door hunne „momboirs”, de Voog den van ’t Armhuis, vanwege de Executeurs testamentair, zijnde „heer lEorp, prior van „Thabor, heer Aesge, praebendaet, proven- „priester, in Boelswert, ende mr. Albert „Martens, glaesmaecker aldaer”, in ’t bezit gesteld van de geheele nalatenschap, blijkende uit de betaling der legaten en de vestiging van de prove of ’t leen, breeder in het testament en codicil gemeld en omschreven. Deze uitkeering en betaling der vele en deels belangrijke legaten door de Armvoog den had plaats van den 15 Maart 1524 tot den 29 April 1529, al naar mate de be giftigden, waarvan sommigen in Duitschland woonden, zich kwamen aanmeldeneen twaalftal verklaringen van ontfangst der ge legateerde gelden wordt bewaard in ’t Ar chief, Kast X, loket O, nos. 8, 9, 10, 11, 14, 15, 16, 17, 18, 20, 21 en 22. Nog komt in dezelfde verzameling van stukken onder no. 12 eene Acte van schen king voor, gedaan door Hendrik Hannes, „wonende te Amsterdam, aen de Arme Voog- „den te Bolswert, ten voirdeele van de Armen „aldaer”, bestaande deze schenking uit 58 pondematen lands, gelegen onder ’t gebied van Bolsward en elders, benevens eenige eeuwige renten, bedragende 24 car. gis. en 5 stuivers, geschiedende deze schenking, „omme te voldoen aen de mondelinge wensche „mijner salige vrouw, Catrijn Epes dr.” Dit stuk is gedateerd 7 December 1523, en gaat dus ruim eene maand vooraf aan het codicil van 23 Januari 1524. Van de overige, door de Armen te erven bezittingen, schijnt de notaris te Amsterdam, Franciscus Nicolai de Delff, de opsteller van het codicil, op verzoek van Hendrik Hannes en volgens diens opgaven, verscheidene lijsten te hebben vervaardigd, die, in bewaring zijnde van ’s erflaters vrouw, door haar aan de Executoren, en door dezen aan de Armvoog den werden overgegeven. Deze lijsten, als zoovele bewijzen van eigendom dier landen, hiervoren genoemd, moeten volgens eene aanteekening in ’t Re gister van Oude Stukken, deel I, blz. 233, ten jare 1791 nog in ’t Armhuis-archief aanwezig zijn geweest, en zij zullen er nog wel zijn. 't Geheele codicil geeft overigens den in druk dat Hendrik Hannes een zeer rijk man is geweest, die niet alleen aan zijne verwan ten, maar ook aan vele andere personen tal van voor dien tijd zeer aanzienlijke legaten heeft geschonkendie ook de door hem en zijne eerste vrouw gestichte prove nog weder rijkelijk heeft begiftigd, met vele landerijen ■en steêpachten, en bovendien aan de Armen van Bolsward, na aftrek van die legaten en van die praebende, maakte zijne geheele na latenschap, die, te oordeelen naar de 4400 car. gis., welke in gereed geld en schuldbe kentenissen, terstond na zijn overlijden, door zijne vrouw aan de Executoren moest worden ter hand gesteld, zeer aanzienlijk moet zijn geweest. En indien het nu noodig ware, nog meer bewijzen aan te voeren, dat de nalatenschap van Hendrik Nannes en Catrijn Epes dr. wer kelijk door de Armvoogden ten bate der Armen van Bolsward is ontvangen, zou ook nog ’t volgende kunnen dienen. Ik bedoel hiermede een oud schriftstuk, geschreven op perkament, volgens aan teekening van Burgemr. Nic. Elgersma, in 1789 in bezit van Jacob Pieterz, huisman (boer) te Exmorre, dat door zijn inhoud verraadt, betrekking te hebben op het Arm huis, en den indruk geeft van te zijn, of ’t ontwerp voor een in den gevel te plaatsen gedenksteen, bf een afschrift daarvanen dan hoogstwaarschijnlijk dit laatste. Het luidt aid us „Dit Huys is, Godt ter eer, voor menschen, arm en oudt, Door Hendrik Nannes hulp in tijden hier gebout. (1524). een ijder sij bekent, Bolswardsclie Courant 3HMMI I I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1904 | | pagina 1