Kieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
ART en rust
iï I
i
Kaasstremserï
No. 39.
1904.
43ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
BINNENLAND.
VRIJDAG.
J. J. LEMSTï-
3 ivs ri n aer"
.J
J
1
VOOR
11
afzonderlijke
.at
van
naar
zij met 1
ongeluk k
nen
hier
het
hper
yer-
landen, eig<
Haije Hendriks Wind, zijn de perceelen
gekrijsch van
een ketting,
langs den oever
langgerekt gefluit,
reeds een
Spoorwegplannen Noord-Friesche Locaal
Leeuwarden—Drachten.
Men meldt aan de Telegraaf:
,/Naar wij uit goede bron vernemen, be*
staan er bij de Noord-Friesche Locaal-Spoor*
weg-Maatsohappij ernstige plannen om haar
lijn van Leeuwarden door te trekken naar
Drachten. Het zou dan verder in de bedoe*
Bend
Bikt,
Ben 1
Vgen
iilen
ïerp
kort
imer
'tige
npig
oer,
‘zeil
~hen
E- de
ust,
te
«igte,
^erde
van de muziek tot
V
i
Toen de zeemansvrouw na een, trots de
kleine en benauwde kooi, uit een diepen,
vasten slaap ontwaakte, schemerde een droevig
licht door het kleine getraliede venster j
de wind enkele tonen
haar óver.
Zoo viel eindelijk langzaam de avond; de
wind ging voortdurend meer liggen. Toen de
lantaarns waren aangestoken, dreef de schoener
slechts zachtjes voort op den donkeren,
licht bewogen vloed. Aan land zag men
ontelbare lichten, witte, gele, bonte, en boven
alles duidelijk te onderscheiden waren die
van de vuurtorens, de veilige bakens voor
den zeeman. Zelfs de sterren schenen in den
warmen zomernacht bij hun glans te ver-
bleeken.
In de kajuit bij de kleine hanglamp zat
Marie en naaide aan kleertjes voor den te
verwachten wereldburger, terwijl zij zacht
voor zich heen neuriede. De lichtkring, dien
de lamp om zich heen wierp, was intusschen
niet groot en daarom gaf zij gaarne gehoor
aan de roepstem van haren man, om hem
gezelschap te komen houden Maneken kom
toch eens hier, bij dat ellendige licht kun je
niets zien 1
Even later zaten beiden, dicht tegen elkaar
gevlijd, lachend en babbelend den halven
nacht, terwijl boven hen de witte zeilen mat
in de halve duisternis schemerden; zij maakten
plannen voor de toekomst, het eene luchtkas
teel verrees na het andere en de droeve
voorspellingen van daar straks waren vergeten.
Zou je ook denken, zei de anders niet
licht over deze onderwerpen pratende schipper,
terwijl hij met zijn kort pijpje naar het
land wees, zou je ook denken dat die
lui daar aan land vroolijker en gelukker zijn
dan wij
Neen, antwoordde de jonge vrouw en zag
gelukkig naar haren blonden reus op.
Zwijgend, maar vol overtuiging knikte de
oude, die dicht bij zijne kinderen aan het
roer stond en zijn pijpje rookte toen evenwel
zeide hij tegen zijn zoon Karei, laat ze nu
naar beneden gaanik denk dat we een
bries krijgen, en ze moet zich toch een
beetje in acht nemen!
Je hebt gelijk, vader, ik zal ze
beneden brengen
der Veen, burgemeester
het hoofd, van plan
te vragen voor
n van Sneek naar
van Sneek naar
EN
Te bekomen bij ide
Grootzand, BOLSWAtne
Pil
Te vbben W hno^ huigen
r hij
om
ling liggen later over deze plaats een ver
binding met Groningen te maken.
Zooals wij reeds vroeger mededeelden,
bestaat er op het oogenblik in Friesland
reeds een combinatie, gesteund door de Hol-
laudsche Ijzeren Spoorwegmaatschappij, met
den burgemeester van Bolsward aan het
hoofd, die concessie heeft aangevraagd voor
een lijn van Sneek naar Groningen via
Drachten en een zijlijn van Sneek naar
Bolsward, welke lijn dan de Ilollandsche
Spoor, die een en ander zal exploiteeren,
een directe verbinding met Groningen zal
bezorgen.”
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents pEK-
Franco per post 95 Cen^IJJf
nos. van dit Blad zijn verkn vail
‘an het
ïurende
ivolger
te aan.
RR.
Maar Karei, wat scheelt je Wil je vanda
gaan varen? Dat geeft bepaald ongelukke
Dat was den schipper Karei He) toch^aan(\®
kras; zijne rechterhand, tot eene vuist geba^jj1
viel met een harden slag op de klaptafel JUUM-
kleine kajuit neer.
En al wil je me ’t nu ook honderdmipp
afraden, wij gaan vandaag in zee en daaraf w
uit’t Is bepaald om te lachen, wat
vrouwlui zich al in het hoofd halen. Ome
het vandaag Vrijdag is, zouden we moet
stilliggen en dat bij dezen mooien wim.
Neen kind, dat doen we nietEn bij djemng
woorden klauterde hij de smalle kajuitsti
op naar het dek, waar de oude vader 1^
reeds den stalen tros vastmaakte, waaraan1
sleepboot de gaft'elschoener Maria naar Swit
munde zou sleepen.
Een mooie zonnige Junimorgen lag o
het nog slapende Stettin. Alleen aan de liavQ EKO M ST MIJ BRENGEN^
begon het al levendig te worden.
Uit de schoorsteenen der in eene Ja®
rij liggende kleine en groote vaartuigen sta
de rook ophier en daar hoorde men
een meeuw het geratel 'fl
de fabrieken en weryS
van de Oder weerkl<S
een teeken dat de arbH
aanvang had genomen.
De eigenaar en bestuurder van den schoerS
groot, blond, met blauwe oogen, het t^N
van een Duitschen zeeman, had zijne jo:3
vrouw, van wier bruidschat het vaartuig
gebouwd, met zich aan boord, en zij
thans voor de vierde maal de reis meemaakS.
had al hare overredingskracht aangeweud c
haren man over te halen de komst van hr
moeder af te wachten voor zij afvoeren, m:
zonder gevolg. Ten slotte was
oude praatje van Vrijdag een
dag aangekomen en had vrees voorgeweJL-
om te gaan varen. Maar dat had den sti
hoofdigen Pommer eerst recht koppig gemaal
aan zulke nonsens geloofde Karei Hel,
tegenstelling met velen zijner landgenootenr
heelemaal niet.
Thans zat de blonde Marie in hare kleine,
heldere kajuit. De ruimte was natuurlijk
bekrompen, maar verried overal de sporen
eener zorgzame vrouwenhand. Voor de beide
van traliën voorziene vensters van dik glas,
zuiverwitte gordijntjeseene heldere mat lag
op den vloer; de zijwanden en banken straalden
in hun helderblauw vernis. Onder de helder
glinsterende koperen lamp hing eene rood
papieren roos. Vlak bij den trap begroette
een kanarie in zijn eng kooitje de weinige
zonnestralen, die naar binnen vielen, met
vroolijk gezang. Dat was Marie’s geheele rijk
en anders hare vreugde, maar thans keek zij
treurig voor zich neer en telkens rolde er
een traan over hare wangen. De tegenwoor
digheid harer moeder zou haar om verschillende
reden heel aangenaam zijn geweest.
De reis naar Kopenhagen kon langer duren
dan zij dacht en dan zou zij geheel alleen
kunnen zijn met de drie mannen aan boord,
wanneer de bange ure naderde, waarin zij
moeder moest worden. Maar aan den anderen
kant had Karei toch ook gelijk; de oude
vrouw kon toch niet voor bij den scheepsjongen
of op het dek bivouakeeren en ten slotte was
toch de verdienste en de vlugheid der reis
de hoofdzaak.
Daar keek er een door de kaj uitstrap naar
beneden.
Vrouw Hel, daar ben ik I
Dat was de scheepsjongen, die een paar
bröoden en een zak aardappelen had gehaald.
Snel veegde Marie met een tip van haar
blauw schort de sporen der tranen weg en
weldra was zij met het hanteeren van het
keukengereedschap in de kleine kombuis bezig.
Intusschen gleed de schoener de Oder af.
De in den beginne dicht met huizen en
fabrieken bezette oevers weken meer en meer,
de hooge dijken veranderden meer en meer
in uitgestrekte weiden, uit welker heerlijk
groen hier en daar kleine dorpen opdoken,
waarvan de huizen met hunne roode daken
scherp tegen de lucht afstaken. Over de als
zilver glinsterende vlakte van het Half ging
het door de smalle Kaiserfahrt, door tallooze
zwermen meeuwen omringd en weldra was
de haven van Swinemünde bereikt.
Haastig werd het eenvoudige maal gebruikt.
IJoen ontstond er aan boord eene koortsachtige
Omtrent bovengenoemde plannen kunnen
wij nog het volgende mededeelen, hetwelk
wij eveneens uit de beste bron hebben geput:
Zoodra in het laatst van het vorig jaar
bekend werd, dat de combinatie, met den
heer C. J. van der Veen, burgemeester van
Bolsward, aan het hoofd, van plan was
concessie aan te vragen voor een aan te
leggen spoorlijn van Sneek naar Groningen,
met zijtak van Sneek naar Bolsward, zijn
dadelijk door de Noord-Friesche Locaal-
Spoorwegmaatschappij stappen gedaan en
plannen gemaakt voor een uitbreiding harer
lijn van Leeuwarden naar Drachten.
Er werd evenwel steeds met de uiterste
zorgvuldigheid voor gewaakt, dat de plannen
geen ruchtbaarheid kregen een kwestie
van taktiek, zooals men zal begrijpen.
Dezer dagen echter kwamen de plannen
aan de combinatie-C. J. van der Veen ter
oore, waarop de heer Van der Veen zich
Woensdag jl. naar Amsterdam begaf, om de
Ilollandsche Spoorwegmaatsshappij, die, zooals
bekend, de geprojecteerde lijn zal exploiteeren,
met het voornemen der Noord-Friesche Loc.
Spw. Mij. in kennis te stellen. Van nu af
zal van de zijde dier combinatie met nog
grooter spoed gewerkt worden dan tot nu
toe. Het ligt toch voor de hand, dat bij
doorvoering van beider plannen, een concur
rentie zal ontstaan, die nog al van invloed
op het exploiteeren kan worden.
Met welke zorgvuldigheid de Noord Fr.
Loc. Spw. Mij. gewerkt heeft, mag hieruit
blijken, dat zij, naar ons werd medegedeeld,
zich reeds verzekerd had van de sympathie
der gemeentebesturen, door wier gemeenten
zij haar lijn wil doortrekken en, wat meer
zegt, ook reeds toezegging tot fiuancieëlen
steun heeft gekregen.
Blesse, 10 Mei. Een koopman in lam
meren, konijnen, etc. had zijn kar bij den
weg staan, terwijl hij met iemand aan het
dingen was over een paar lammeren. Onder
wijl naderde de wachtmeester der maréchaus
sees uit W., die bij de kar bleef staan, tot
de koopman terugkwam. Z/Is die kar met
alles wat er in is van u?” vroeg de wacht
meester. //Alles mijn eigendom”, luidde het
antwoord van den koopman. Z/Dan neem ik
dien haas, welke er in ligt, in beslag en gij
hebt procesverbaal”, sprak D. verder, waarna
de gebruikelijke formaliteiten, als vragen
naar naam, geboortejaar en datum, enz.
volgden. Of de koopman al beweerde, dat
het dier geen haas, maar een pas door hem
gekocht konijn was, bet mocht niet baten:
de wachtmeester noemde het een haas. Ein
delijk zou dan toch ter bevestiging het oor
deel gevraagd worden van den rijksveldwachter
die enkele minuten daar vandaan woont en
toog D. met het dier de buurt door naar
’s veldwachters woning. Deze was beter met
het onderscheid tusschen de langooren op de
hoogte en gaf den koopman gelijk door het
beestje een konijn te noemen.
Tot groot vermaak van de bijgekomen
nieuwsgierigen kon de wachtmeester den
pseudo-haas nn weder in de kar van den
koopman terugbezorgen.
Tjörkgaast, 10 Mei. Bij den op heden
ten overstaan van Notaris Spannenburg ge
houden finalen verkoop van de zathe en
;en aan de erven van den heer
1 een
en vier ingehouden. Perc. II is gekocht door
den WelEd. Gestr. heer Mr. C. J. Tromp
te Balk voor f 2050 en perc. III door den
heer O. de Jong te Follega voor f 1750.
Bij de publieke verhuring te Echten van
landerijen, eigen aan den heer 8. M. Klijn-
sma en anderen, werd zeer laag geboden,
zoodat al de perceelen werden ingehouden.
Hepk. NieuwM. v. Fi\
tegelijk vernam zij een sterk ruischen langs
zij en merkte dat de schoener scheef lag.
Met moeite klom zij uit de kooi en kleedde
zich zoo goed het kon aan. Juist toen zij de
kajuitstrap openschoof en het hoofd naar
buiten stak, riep Karei haar weer toeBinnen
blijven! We hebben alleen maar een onweers-
buitjeals dat voorbij is, zal ik je wel
roepeneer kun je niet boven komen
Krakend viel de kap neer.
Gehoorzaam schoof zij weer naar onderen
en luisterde naar het toenemende getier der
elementen. Eerst lag het vaartuig op zij,
toen richtte het zich op en begon te rollen.
Hare ervaring zeide haar, dat men had bij
gedraaid.
Het volgende oogenblik nam de bui blijkbaar
in hevigheid toede schoener ging zoo hevig
op zij, dat Marie bijna viel en alles om haar
heen kraakte. Niettegenstaande de regen op
het kleine raampje kletterde en de donder
hevig rolde, was het der angstig luisterende
plotseling, alsof zij iemand luide angstkreten
hoorde slaken. Toen hoorde zij een hevig
gestamp en gerommel boven haar hoofd en
daarop was alles weer stil. Urenlang bleef
de arme vrouw in de bedompte ruimte op
gesloten, waar zij tenslotte eindelijk dacht te
stikken van benauwdheid en warmte. Eindelijk
rukte zij met een energieke beweging het
luik weer open.
Haar eerste snelle blik viel op de bruisende
zee rondom haar, haar tweede op het natte
dek. Dat was leeg.
Een luide kreet van ontzetting ontsnapte
aan de borst van de jonge vrouw. Bijna
verlamd van schrik staarde zij eenigeoogen-
blikken rond en sprong toen naar het voorluik.
Dit was gesloten en eveneens het groote luik,
xkchter bij het vastgemaakte roer lag de pijp
van haar man en een ringboei, anders niets.
Jammerend kroop de ongelukkige onder den
bak, de midscheeps vastgesjorde boot, de
kleine kombuis, niets liet zij ondoorzocht.
Zij lette niet op den stroomenden regen, niet
op de pijnlijke stooten, die zij bij het telkens
vallen op het schommelende vaartuig kreeg,
in vertwijfeling kreet zij de namen der
verdwenen mannen uit, staarde zij op de
voorbij rollende groene waterbergen zij
ontving geen antwoord. Alleen de wind huilde,
fluitend en spottend als het ware, door het
takelwerk en de zee beantwoordde dat met
een geweldig bruisen!
De vreeselijke zekerheid, dat zij zich alleen
aan boord bevond, trof haar als een doodelijke
slag. Niettegenstaande hare krachtige natuur,
knikte zij in de knieën en even later zakte
zij bewusteloos op het dek ineen.
Niet lang daarna passeerde een Deensch
stoomschip de plaats, waar de schoener
rondzwalkte en de kapitein werd door de
zonderlinge beweging van het vaartuig ge
troffen. Hij stuurde er heen en riep het aan.
Toen hij geen antwoord ontving, liet hij
eene boot uitzettende bewustelooze werd
gevonden en voorzichtig aan boord geholpen,
waar zich onder de passagiers toevallig een
dokter bevond, die zich onmiddelijk alle
moeite gaf om de arme vrouw bij te brengen.
En toen het stoomschip met het onbemande
vaartuig op sleeptouw Swinemünde binnenliep,
klonk uit de kajuit waar men de geredde
had binnengebracht, het fijne stemmetje van
een pasgeboren kind, terwijl de ziel der arme
moeder, van alle aardsche leed verlost, naar
een onbekend land zweefde, vanwaar niemand
terugkeert.
Op welke wijze de drie ervaren zeelieden
bij, vergelijkenderwijs gesproken, niet bijzonder
slecht weer verongeluktenof misschien de
jongen door eigen onvoorzichtigheid of door
het sterke overgaan van het schip te water
was geraakt en de beide anderen bij hunne
pogingen om hem te redden zijn lot deelden,
wie zal het zeggen Reeds zoovele on
gelukken op zee zijn voor eeuwig met een
sluier bedekt gebleven.
Bolswardsche Courant
j
l
ft
I
i
WH
Boterkieursv