lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
No. 51.
1904.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
43ste Jaargang.
ZONDAG 26 JUNI.
BINNENLAND.
MISLUKTE LIST.
VOOR
knappe jonge man, deze Jack
de
zeer
u
afspraak
zij herademde.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
L
van des kapi-
een onschuldig
Wij zullen er voor zorgen, dat de
jonge ezel vriendelijk ontvangen wordt, mom
pelde hij en stapte grinnekend in bed.
1
tein, den makelaar bij den arm meetrekkend.
Maar er is nog een in, meen ik-
O, neen, papa, viel zijn dochter hem
in de rede. Een twee drie vier
vijf zes. Ze zijn er allemaal.
Maar de kapitein gaf geen antwoord.
Hij krukte naar de deur en sloot haar
langzaam open, riepKom er nu maar uit
en wachtte glimlachend, dat zijn gevangene
te voorschijn zou komen.
Er volgde eenig gestommel en de vogel
koop man sprong uit het hok.
Pang! ging zijn rechter vuist en de kapi
tein viel met kracht op een bloempot.
Pang! ging zijn linker vuist. De makelaar
kreeg hem op ziju kaakde glimlach verdween
van zijn gelaat en hij stortte naast den kapi
tein neer.
Nu bleef nog slechts de politieagent over,
om den weg te versperren en om der waar
heid wille moeten wij zeggen, dat hij hem
den weg vrijliet, daar de koopman er veel
te woest uitzag. Jabez hield daarmee echter
geen rekening en rende op hem toe.
Een flinke stomp in de richting van
maag en de dienaar des gerechts beet in het
zand, en vluchtig rondziende, snelde Hooker
naar den muur.
Hij had er reeds een been over heen en
wenschte zichzelf al geluk met zijn ontsnap
ping, toen een slanke jonge man uit een
boschje te voorschijn kwam en hem terugtrok.
Hij werd tegen den grond geworpen en
weldra zat Jack Hammond boven op hem.
De agent was het eerst weer op de been.
Hij trok zijn sabel en waarschuwde den ge
vangene zich niet te bewegen.
Jabez Hooker begreep hem en hield zich
stil. De kapitein ging te midden der over
blijfselen van den bloempot overeind zitten en
schold.
Hij voelde met vinger en duim in zijn mond
en haalde er een tand uit en schold nog eens
met meer kracht.
Zich omkeerende viel zijn oog op het
tafereeltje bij den muur. Jack Hammond
zittende op Jabez Hooker en de agent daar
naast geknield met geveld zwaard, snakkende
om van zijn verdedigings-middel gebruik te
mogen maken.
Wel verdraaid! riep hij ten slotte uit.
Ik zou gezworen hebben, dat ik jou gisteren
in de volière zag kruipen.
Mij vroeg Jack met
gezicht.
Ja, zei de kapitein, nu een beetje min
der zeker.
In ieder geval, kapitein, zei Jack, kunt
zweren, dat u er mij niet uit zag komen.
De oude heer glimlachte. Ja, dat kon hij
Maar hij was nog niet tevreden.
Kom mee naar binnen, zei hij en tegen
den agentneem dien man mee naar het
politie-bureau, ik zal dadelijk komen en een
aanklacht indienen.
Op dat oogenblik werd de makelaar uit
zijn versuffing wakker. Hij zag bet viertal
en bedacht plotseling, dat hij een
had en noodzakelijk weg moest.
De verklaring van Jack Hammond scheen
zeer voldoende, want toen .Mary eenigen tijd
later de deur opende, vond zij de beide heeren
onder het genot van een sigaar genoegelijk
aan het praten. Snel sloot zij de deur weer
en glimlachte gelukkig.
Hennaarderadeel. De eerste raadsverga
dering na de herbenoeming van den Burge
meester had een zeer kalm verloop. Wie niet
wist, welk een spanning er den laatsten tijd
heerschte tusschen den Raad en den Burge
meester, zou ’t hier niet hebben kunnen
bemerken. Van weerszijden was er een wel
willende toon. De burgemeester sprak zeer
waardeerend over den gewezen Wethouder
Struiksma, ’t geen blijkbaar bij de raads
leden instemming vond. Belangrijke zaken
waren er niet aan de orde. We vermelden
slechts, dat als telephonist te Oosterend be
noemd werd, de heer B. de Vries (met 9
van de 10 stemmen), dat er veel kans be
staat, dat de weg van Cubaard naar Span
num voorloopig nog in kaart blijft en mis
schien wel nooit gelegd zal worden.
Gedeputeerde Staten kunnen maar niet
inzien, dat het inderdaad een gemeentebelang
is en ten slotte, dat als zetter benoemd werd
de heer O. Hofman te Rien. Fi\
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
De gepensionneerde kapitein Benson was
een zwaarlijvig man van ongeveer vijf-en
zestig jaren met een opgeblazen gezicht, witte
bakkebaarden en een onverdragelijk humeur.
Hij was weduwnaar en woonde een eindje
buiten Richmond in een aardige villa met
een vrij grooten tuin; wanneer hij niet in
zijn sociëteit was, verdeelde hij zijn tijd
tusschen het doen broeden van een soort
Indische kippen en het tyranniseeren zijner
eenige dochter Mary, een aardig meisje van
een-en-twintig jaar, die met behulp van drie
dienstboden het huishouden voor hem deed.
Op het oogenblik dat ons verhaal begint,
veroorzaakten én zijn liefhebberij én zijn
dochter hem buitengewone zorg.
De kapitein had, als gewoonlijk, een aantal
zijner vogels bestemd voor de groote jaarlijk-
sche tentoonstelling, die reeds over twee weken
zou plaats hebben.
Zou de door velen gewenschten Chick-
weed beker ook dit keer zijn deel worden?
De zaken stondennu of nooit. Drie keer
achter elkaar of vier keer in het geheel moest
deze trophee gewonnen wordenen de kapi
tein had haar reeds drie maal gewonnen,
terwijl zijn tegenstander, Jabez Hooker
eet\ pluimveehandelaar een even groot
aantal keeren zoo gelukkig was geweest, zoo-
dat thans de beslissing vallen moest.
Vandaar zijn ongerustheid.
Zijn voet had de kapitein uitgestrekt op
een stoel voor zich. Hij had last van het
pootje.
Plotseling klonk een geruis van rokken
en zijn dochter kwam de kamer binnen, de
tweede bron van zorg voor den ouden man.
Zag ik je weer praten met dien jongen
ezel van een Hammond, Mary vroeg hij.
Mijnheer Hammond sprak mij aan,
toen ik in den tuin was, klo.nk het antwoord.
Hij vroeg zeer beleefd, hoe het met uw teen
ging, papa. Ik geloof, dat u niet onbevoor
oordeeld tegenover hem bent.
Hm die jonge ezel
Jack Hammond was den kapitein een doorn
in het vleesch. Voor iemand, die alles met
groote zorg heeft beschikt om zijn dochter
te doen trouwen met een makelaar, die 2009
pond per jaar heeft, is het een gruwel als
buurman een kalen jonkman te hebben, die
steeds er op uit is genoemde dochter het hof
te maken. Het is nog erger, wanneer die
dochter tegenover den kalen jonkman zeer
vriendelijk is en van den rijken makelaar
niets wil weten.
Maar de kapitein had ingezien, dat zijn
dochter niet op commando gehoorzaamde en
een eigen wil bezat.
Ik geloof, dat ik je te verstaan heb
gegeven, zei hij, zich met moeite inhoudend,
dat ik niet wil, dat je nog verder iets met
dat jongmensch te maken hebt.
Ja papa. Kan ik iets voor u doen?
De kapitein fronste zijn wenkbrauwen.
Hm, bromde hij, je kunt wel eens
zien, of mijn vogels veilig zijn voor vannacht.
Het geeft niet of je de meiden er naar laat
zien; en door mijn teen kan ik zelf niet
gaan. Herinner je wat ik heb gezegd, drong
hij nog eens aan, toen zijn dochter de kamer
verliet.
Ja, papa.
De kapitein zat zoodanig, dat hij zijn ge-
heelen tuin en een gedeelte van dien van
zijn buurman zien kon en hij keek, nog altijd
met saamgetrokken wenkbrauwen zijn dochter
na, die naar de volière ging.
Plotseling uitte hij een kreet en sprong
op van zijn stoel.
Zijn oogen hadden aan den anderen kant
van den muur een snel bewegende bruine
plek ontdekt, die zich naar de plaats bewoog,
waarheen zijn dochter gegaan was.
De kapitein was buiten zichzelf van woede.
Ziek of niet ziek, hij besloot den tuin in te
gaan en dat jongmensch eens te zeggen,
waar het op stond; met groote voorzichtig
heid hinkte hij het bordes af in de richting
van zijn vijand.
Kapitein Benson had gelijk; het was Jack
Hammond, dien hij gezien had.
Dezeondernemendejonkman was voorts over
den muur geklauterd en -stond nu met zijn
arm om Mary’s middel, terwijl de deur van
de volière wijd geopend was en een Indische
grijshaan ongemerkt op den drempel stond.
Hammond lag in elkaar gedoken in een
hoek van zijn kleine gevangenis. Onder zijn
hoofd had hij een bos stroo gelegd en hij
wachtte geduldig.
Twaalf uur had juist de naburige toren
klok geslagen, toen hij een geritsel in den
tuin hoorde. Een kat, dacht hij, of zou het
Mary zijn, die hem kwam verlossen?
Het geluid kwam nader tot den gevangene,
die duidelijk de voetstappen van een man
kon hooren.
Ten slotte hield het geluid voor de volière
op en werd er een hand op de hangsloten
gelegd.
Hammond’s hart klopte. Hier was een
gelukkig toeval. Blijkbaar wilde iemand de
kostbare vogels van den kapitein stelen.
Maar, dacht hij, als ik er niet uit kan
komen, zou het een dief dan mogelijk zijn
er in te komen?
Deze vraag was gauw opgelost. Een sleutel
werd omgedraaid (de dief had zich zeker van
een duplicaat weten meester te maken) en
een slot weggenomen, daarna het tweede.
Hammond was naast de deur neergekropen
en wachtte.
De deur werd langzaam geopend, een man
kwam binnen en sloot haar weer.
Hij stak een lucifer op en bij dat licht
ontdekte Jack, dat hij te doen had met den
ergsten tegenstander van den kapitein, Jabez
Hooker.
Hij gaf den verbaasden vogeldief een duw,
waardoor deze in een hoek terecht kwam,
sprong naar buiten, sloot de deur met de
sleutels, die nogin de sloten staken en wenschte
zichzelf vijf minuten lang geluk.
Daarna klom hij over den muur en ging
naar binnen, at Hink en legde zich daarna
te ruste.
Den volgenden morgen om acht uur was
hij weer in zijn tuin; maar niet voor negen
uur verscheen Mary, die met een gelaat, dat
van een slapeloozen nacht getuigde, het pad
kwam afgewandeld.
Zij had zeker de sleutels niet, dacht hij.
De kapitein had haar des morgens juist
verteld, dat de makelaar op visite kwam om
zijn kippen te bewonderen en met hen nog
een vriend (met wien de kapitein den politie
agent bedoelde), en dat verdroot haar zeer.
Een zacht „pst” deed haar opzien en tot
haar verbazing zag zij haar beminde over
den muur.
- Jack, riep zij uit. Jij hier! Maar
Hij sprong over den muur en vertelde haar
alles.
O, dat is heerlijk, riep zij vroolijk uit.
Ik verlang naar het oogenblik, dat hij gesnapt
wordt. En ik geloof, dat papa weet, dat je
in de volière zit.
Dat lijkt wel zoo en hij gaf haar een
kus.
Ik zal bij de hand wezen, als Hooker
soms begint te vechten, voegde hij er bij en
des kapiteins stem hoorende, sprong hij haas
tig over den muur terug.
Met moeite kon Mary een angstig gezicht
blijven trekken, toen haar vader met den
makelaar en den politieagent deftig naat de
volière stapte.
De kapitein was zoo gelukkig als een
schooljongen trots zijn teen en praatte
vroolijk met den makelaar. Mary meende
hem zelfs met zijn oogen te zien knippen
tegen hem.
De Indische kippen waren alleen in den
loop en schenen niet geneigd haar woning
binnen te gaan.
Prachtig hé? grinnikte de oude kapi-
Met een kloppend hart wachtte Mary tot
allen naar bed waren en sloop toen den tuin
in om met haar verloofde te overleggen, wat
er gedaan moest worden.
Het helpt niets, Jack, fluisterde zij.
Ik kan de sleutels niet krijgen.
Hammond floot zachtjes.
Ik ben bang, dat je hier den heelen
nacht zult moeten blijven, vervolgde zij. Papa’s
voet is morgen toch erger, nu hij hem van
avond zoo heeft gebruikt en hij zal me zeker
vragen zijn kostbare vogels te voeden en naar
de eieren te zien. Dan zal ik je er uit laten.
Best, lieveling, zei Jack. Ik heb ’t hier
heel goed, maak je maar niet bezorgd.
Het was een
Hammond.
Wel, lieveling, zei hij, is papa weer
aan ’t mopperen
Mary knikte.
Ja, antwoordde ze, de laatste woorden,
die hij zei, waren, dat hij niet wou hebben,
dat ik nog met je sprak; en ik ben bang
Jack, dat
Maar zij hoorde het geluid
teins voetstappen en zweeg.
O, goede hemel, daar komt hij aan
fluisterde zij. Laat hij je niet zien, anders
weet ik niet wat hij doet. Waar kan je
je verstoppen
Jack Hammond keek naar den muur,
waarover hij was binnengekomen, maar Mary
ving zijn blikken op en hield hem tegen.
Neen, fluisterde zij, dan zou hij je
zien het was verkeerd van je, hier te
komen.
Toen viel haai blik op de open deur der
volière. Hierin gauw
En Hammond sprong naar binnen, toen
de kapitein juist kwam aaugehinkt net
bijtijds om een bruine kous eindigende in
een fietssclioen in de vogelwoning te zien
verdwijnen.
Dit gezicht vervulde den ouden man met
onzalige blijdschap. Hier ten laatste was
een kans dit lastige jongmensch onmogelijk
te maken.
Hij hield zich bedaard en langzaam naar
een tuinstoel hinkend, ging hij, tot schrik
zijner dochter, zitten.
Zijn pijp uithalende, wachtte hij tot Mary
zou terugkomen, want voor het oogenblik
scheen zij verdiept in het verzamelen der
eieren en de oude man glimlachte van vol
doening.
Toen zij ten laatste zichzelf volkomen
meester was, ging zij naar haar vader toe.
U had hier niet moeten komen, papa,
zei ze. Het zal u geen goed doen.
Integendeel, kind, ik gevoel mij
goed, zei de kapitein, goed gehumeurd.
Een mooie avond, merkte hij verder
op, terwijl hij deed, alsof hij er niets van
zag, dat zijn kippen aan het einde van de
loop bij elkaar kropen.
Mary begreep maar niet, wat hem zoo in
zijn humeur gebracht kon hebben.
Zij dacht na, hoe ze hem weg kon krijgen,
maar niets viel haar in.
Hij wachtte tot er geen reden voor haar
was, nog langer te blijven, zag toe, hoe zij
sloot en toen zij hem de sleutels gegeven
had, scheen hij nog geen lust te hebben in
huis te gaan.
Ja, zei hij, dat is een mooie vogel.
Die schurk van een Jabez Hooker zou tien
pond geven, als hij hem kon stelen. Maar
hij zit veilig genoeg hè Mary
Wel natuurlijk vader antwoord
de zijn dochter aarzeleud.
Ja, het huis zit goed in elkaar en met
die twee hangsloten meen ik alle voorzorgs
maatregelen genomen te hebben. Maar men
moet toch voorzichtig zijn. Laten we nu maar
naar binnen gaan, vervolgde hij, haar een
arm gevend. Je hebt toch goed gesloten en
hij ging naar de volière.
Mary zonk haast ineen van angst. Wat
zou haar vader toch zoo achterdochtig ge
maakt hebben?
De kapitein lei zijn hand op het hang
slot.
Maar Mary, zei hij, je hebt niet ge
sloten
En hij had gelijk.
Haar vader bewaarde de sleutels des nachts
en zij had deze truc bedacht om Hammond
zijn vrijheid te verzekeren. Zij beefde uit
angst, dat hij misschien in het hok zou
kijken.
Maar hij deed het niet en
Kapitein Benson vermaakte zich buiten
gewoon.
Met een korte opmerking over de onvoor
zichtigheid van meisjes, sloot hij de deur,
stak de sleutels in zijn zak en samen gingen
zij het huis binnen.
Voor hij dien nacht naar bed ging, schreef
de kapitein twee briefjes een aan den
gewenschten candidaat, den makelaar, waarin
hij hem uitnoodigde den volgenden morgen
om negen uur aan te komen en een tweede
aan den commissaris van politie, met het
verzoek om op hetzelfde uur een agent te
zenden.
Bolswardsche Courant
r