Kieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
No. 77.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
1904.
43ste Jaargang.
BINNENLAND.
ZONDAG 25 SEPTEMBER.
Een gevaarlijke kandelaar.
Tweede Kamer.
VOOR
/Afzon der lijke
hevigen aanval
Ten slotte verveelde de Minister Harte
zich zelf en de weinige toehoorders met de
de millioenenrede, een stuk,
geschikt is om te worden gelezen
stieren, onder
i van Roorda-
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
!k
nog
al een
en
te trachten te
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
aangekondigd over de Amsterdamsche kwestie
van het fotografeeren van Russische sociaal
democraten op verlangen van politie-ambte-
naren. Het schijnt, dat geen autoriteit daarvan
iets afweet. Dan moet er een internationale
betrekking bestaan tusschen de ondergeschikte
politie-ambtenaren. Arnh. Crt.
Toen ik wéder wel genoeg was om vragen
te doen, vernam ik van Annie, dat zij en
haar vader mijne kreten hadden gehoord en
toen zij een ongewoon licht in de schuur
ontdekten, er heen gereden warenmet welken
uitslag weet de lezer reeds.
Jake werd den volgenden dag opgezocht
en bij hem vond mqn een linnen zakje met
verschillende gouden en -zilveren sieraden en
eenig geld maar hoe hij er aan gekomen
was en wat hem er toe gebracht had, het
in een buskruitvat te verbergen, kon men
niet ontdekken.
Hij zit nu veilig en wel in een krankzin
nigengesticht. Annie herstelde spoedig van
den schok die haar zenuwen hadden geleden
en lang voor het jaar om was, gevoelde zij
zich zoo wel, dat ons huwelijk niet behoefde
uitgesteld te worden. In het geluk van ons
nieuwe leven vergeten wij langzamerhand
den angst van dat uur.
Ik was onderdirecteur van Josef Cartwright’s
buskruitfabriek te T. en ofschoon nog niet
veel ouder dan dertig jaar, genoot ik toch
het vertrouwen van den eigenaar dermate,
dat ik tegen het einde van het jaar zijn
eenige dochter zou trouwen en mede-eigenaar
der fabriek worden.
Op zekeren avond, in het begin van
October, nadat ik al de werklieden, behalve
den waker, de fabriek had zien verlaten,
sloot ik mijn kantoor en begaf mij met snellen
stap op weg naar mr. Cartwright’s huis, dat
ongeveer een kwartmijl verder lag. Vroeg in
den namiddag had ik Annie en haar vader
uit zien rijden en ik had beloofd hen, zoodra
mijn werk af was, tegemoet te zullen komen,
waarvoor ik een gezadeld paard klaar zou
vinden.
Twwijl ik echter een stevige steenen schuur
passeerde, deed een plotselinge gedachte mij
stilstaan en ik opende de deur om mij te
overtuigen dat de nachtwaker op zijn post
was. In de schemering kon ik nauwelijks
zien en toen ik luide zijn naam riep kreeg
ik geen antwoord. Binnentredende riep ik
nog eens, maar alles bleef stil. Ik werd ongerust
en ook een weinig boos, want ik kon de
schuur niet onbewaakt laten en miste niet
gaarne de minuten, die ik noodig zou hebben,
om naar de fabriek te gaan en een anderen
waker op te zoeken.
Een paar dagen vroeger had mr. Cartwright
een order gekregen voor twee honderd pond
buskruit, dat in vaatjes van een bijzonderen
vorm, op een bepaalden datum naar Portsmouth
moest worden gezonden. Ik had zelf voor de
uitvoering dier order gezorgd en zij was juist
gereed, om afgeleverd te worden, toen per
telegram werd verzocht, de verzending tot
nader order uit te stellen. Niet willende,
dat het kruit weder in het magazijn werd
geborgen, had ik bevolen het zoolang te plaat
sen in de steenen schuur, waarvan ik zooeven
sprak, en bevolen, dat er ’s nachts een waker
moest worden aangesteld.
Mijn bevelen waren blijkbaar in den wind
geslagen, tenzij de waker het zich boven op
den zolder gemakkelijk had gemaakt. Ik
achtte het wel de moeite waard mij ervan
te overtuigen, eer ik naar de fabriek terugging
eu zocht mijn weg tusschen de vaatjes door
naar de trap, die ik opging en riep nogmaals.
Op dat «ogenblik vernam ik beneden een
licht geraas en ontdekte daar de gedaante
van een man, die de trap naderde.
Ha, daar was mijn ontrouwe waker dacht ik.
Blijkbaar was hij voornemens naar boven
te komen, dus kon ik hem een aardige
verrassing bereiden en hem misschien een
lesje geven, dat hij niet licht zou vergeten.
Snel als de gedachte en met een glimlach
van zelfvoldoening kroop ik achter het stroo
en wachtte.
Duidelijk kon ik de zware stappen hooren
op de trap en het volgend oogenblik verscheen
er een hoofd boven de opening.
Maar het was niet de wakerDat zag ik
dadelijk, want dat roode haar, dat doodsbleeke
gelaat met wijd opengesperde oogen, kon aan
niemand anders behooren dan aan gekke Jake,
een groote idiote boerenjongen, die algemeen
gek werd genoemd, niet zoozeer omdat hij
bewijzen van krankzinnigheid had gegeven,
dan wel om zijn ongeneeselijke domheid en
vreemd karakter.
Daar er verschillende kleine geldsommen
geheimzinnig uit het kantoor verdwenen
waren, had ik reeds eenigen tijd dien jongen
gadegeslagen. Toen ik hem nu voorzichtig
den zolder zag opkomen, besloot ik verborgen
te blijven en te zien wat hij uitvoerde.
Hij trad naar den hoek, waar ik verscholen
zat en een oogenblik dacht ik, dat hij mij
zou ontdekken, maar nadat hij even in het
stroo had gewoeld, keerde hij terug naar de
traphij droeg iets in de hand en voor ik
hem kon volgen, was hij op de trap en
had de zolderdeur achter zich gesloten.
Ik ging op de knieën liggen, en gluurde
nieuwsgierig 'door een opening, ongeveer zoo
groot als mijn hand en zag, tot mijn niet
geringe ontsteltenis, dat gekke Jake met een
brandende kaars in de hand, tusschen de
buskruitvaatjes liep. Met een half onderdrukten
uitroep van ongeduld liep ik naar de deur
en trachtte die open te doen.
J^aar wie schetst mijn schrik j ik was op
zolder gevangende deur was gegrendeld.
In een oogwenk lag ik weer over het gat
gebogen en stond gereed Jake toe te roepen
mij te verlossen, toen ik met schrik zag hoe
hij vastberaden het ijzeren deksel van een
der vaatjes verwijderde.
Niet in staat een woord te uiten zag ik
toe; met een woeste uitdrukking op zijn
bleek gelaat, een vreemden glans in zijn
oogen, woelde hij met zijn vrije hand herhaal
delijk in het kruit. Hij scheen iets te zoeken,
en haalde eindelijk met een kreet van vol
doening een linnen zakje te voorschijn, dat
rammelde toen hij het schudde.
Hij trachtte met zijn tanden het touwtje
los te maken, want in zijn eene hand hield
hij nog steeds de kaars. Het gelukte hem
niet, en toen scheen het bloed in mijn aderen
te stollen, want de ongelukkige stak de kaars
diep in het kruit en liet haar in dien geim-
proviseerden kandelaar branden.
Eindelijk vond ik de spraak terug.
In ’s hemelsnaam, Jake, doe dit licht uit,
riep ik.
Hij uitte een kreet van schrik, zag woest
rond en het zakje tusschen zijn kleeren
stekende, rende hij de schuur uit; ik hoorde
zijn overhaaste voetstappen in de verte weg
sterven.
De kaars stak zoo diep in het kruit, dat
zij er nauwelijks twee duim boven uitstak,
en het koude zweet brak mij uit nu ik haar
langzaam maar zeker zag wegbranden. Ik
vloog naar de deur, maar kon niet openen.
Aandachtig keek ik rond, of ik geen middel
tot ontsnapping kon vinden. Ik klom boven
op een hoop stroo, maar hoe ik mij ook
uitrekte, de balken bleven een paar duim
boven de toppen mijner vingers. Echter
waren er gaten in het dak en dat deed mij
hopen dat mijn stem misschien den waker
aan de fabriek kon bereiken.
Toen dreef een geheimzinnige macht mij
weder naar het gat in den zolder, om naar
de brandende kaars te zien, wier vlam hoe
langer hoe meer het noodlottige kruit naderde.
Een halve duim was hij reeds korter
geworden, sedert ik de vorige maal had
gekeken, nog een half uur en goede
hemel, die gedachte was niet te verdragen.
Ik sprong weder overeind en liep woest
mijn gevangenis op en neer, tegen de muren
bonzende en luidkeels om hulp roepende.
Als een bliksemstraal vloog er een gedachte
door mijn hoofd. Ik had een mes in den
zak en dadelijk begon ik met het scherpe
staal in het stevige houtwerk der deur te
hakken. Als ik maar een gat kon maken,
groot genoeg om er een hand door te steken
en den grendel terug te schuiven, was ik gered.
Er was geen twijfel aan, ik vorderde, maar
zou ik tijdig gereed zijn Bij die gedachte
spande ik mij nog meer in, maar terwijl ik
mijn mes uit het taaie eikenhout zou trekken,
brak het bij het heft af.
Met een kreet van wanhoop smeet ik het
heft verre van mij en snelde weder naar het
gat in den zolder. Er was nog maar een
halve duim kaars over, ik moest dus volle
twintig minuten bezig zijn geweest. Nog tien
minuten, dan ontplofte het kruit
Het was of ik krankzinnig werd.
Ik haalde mijn horloge uit den zak
hield het voor het gat om
zien hoe laat het was.
Tien minuten voor zevenen.
Ik had nu eigenlijk naast mijn lieve Annie
moeten rijden. Bij die gedachte aan haar
was het of er een dolk in mijn hart werd
gestooten. Mijn lieveling, mijn engel, zou
zij nu nooit mijn vrouw mogen worden
Ik zag weder op mijn horloge. Negen
minuten voor zevenen. Al weder een minuut
voorbij. Hoe gauw was die omgegaan Ik
keek weder naar de kaars. Zij brandde nog
helder, maar het licht naderde steeds meer
en meer het kruit.
Ik was er van overtuigd, dat ik krankzinnig
werd en verzonk in een soort van verdooving,
waarbij ik mijn gedachten bij niets kon
bepalen, maar onbewust naar de kaars bleef
staren. Plotseling schrok ik en keek op mijn
horloge.
Twee minuten voor zevenen.
Dat was onuitstaanbaar, ik wilde mij niet
doodkalm in de lucht laten slingeren. Ik
sprong weder overeind en gilde luidkeels om
hulp. Toen kwam er een gevoel van kalmte
over mij ik hernam mijn plaats bij het gat
in den zolder, nu zonder beven, De kaars
Leeuwarden, 23 Sept. Ze komen, de
Groninger turfschepen, maar langzaam en...
met halve vrachten. Die lange turf voor de
fabrieken is anders nog ai licht, maar toch
kan men slechts ten halve laden, zoo laag
is de waterstand, die boven Groningen niet
meer dan drie en een kwart voet bedraagt.
Dan zijn we hier nog gelukkig met vijf en
een halve voet, hoewel een zoogenaamde
,/skute”, op lange na niet geladen, gisteren
ook al aan den grond raakte in de tweede
brug van het Nieuwe Kanaal.
Deinum, 22 Sept. Op eene van de hand-
teekening des burgemeesters voorziene lijst,
heeft de Boerengenaal van Zijl, in gezelschap
van nog een persoon, hier de vorige week
nog al een aardig bedrag voor Transvaal
weten te verzamelen.
Zooals men nu hoort, zijn de gevers,
waaronder verscheidene veehouders uit dit
dorp en zijn omgeving, de dupe geworden
van een onbevoegden collectant, die misschien
wel Generaal van Zijl zal geweest zijn, doch
niet het recht had gelden op die manier
voor Transvaal te verzamelen.
Fr. Zuidwesthoek, 22 Sept. De hard
nekkig voortdurende droogte heeft sommige
veehouders reeds genoodzaakt de staldeuren
te ontsluiten. Het gras is opgeteerd, waartoe
in de laatste dagen de felle nachtvorsten
meehielpen en drinkwater, dat aan matige
eischen voldoet, is bijna niet meer te beko
men. De toestand wordt bepaald kritiek en
vele landbouwers weten niet hoe te handelen.
Algemeene opstalling 5 a 6 weken voor den
gewonen termijn zal wel 't eind der overwe
gingen zijn. Rooskleurig is de toestand niet,
daar ook de veevoederprijzen enorm omhoog
gaan; de bekende lijnkoeken o.a. met f 1,75
per 1000 stuks.
Joure, 23 Sept. Naar wij uit goede bron
vernemen, belooft het concours hippique,
dat op Maandag 26 Sept, alhier zal wor
den gehouden, zeer interessant te worden.
Meer dan 40 paarden, uit alle oorden
onzer provincie en zelfs van daarbuiten, zijn
ter mededinging aangegeven.
Harlingen, 22 Sept. Het stoomschip
,zAlida/z, verleden week alhier met een lading
hout aangekomen, vertrekt Zaterdag a.s. naar
Riga en Reval met een lading Friesch vee:
113 kalveren, 15 stieren, 40 hokkelingen
en 12 volwassen koeien en i
leiding van den heer Schaap
huizum en zijn drie knechten.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Stavoren, 21 Sept. Tengevolge defect
aan de locomotief van een goederentrein op
de spoorlijn naar Enkhuizen had de veerboot,
welke correspondeert op den 5,59 van hier
vertrekkenden trein hedenavond meer dan een
half uur vertraging.
De trein vertrok voor aankomst van de
boot en de nog al talrijke passagiers zagen
zich genoodzaakt alhier te wachten tot het
vertrek van de treinen 9,18 en 9,25. Enkele
passagiers zetten de reis per rijtuig voort.
Stiens, 20 Sept. Dat aan den aardappel-
afslag alhier heel wat wordt omgezet, blijkt
uit de volgende cijfers. De afslag is begonnen
op 29 Juni en geëindigd 17 September en
in ’t geheel is op 35 dagen afslag gehouden.
De aanvoer op die dagen bedrqeg 39322 korf,
waarvan de opbrengst is geweest f 30418,33.
Joure. De veemarkt kon dit jaar niet
bogen op ruime aanvoer. Vooral koeien
waren er, naar we gewend zijn, heel weinig.
Slechts 100 waren ter markt gebracht, paarden
waren er 750, schapen 55, varkens 70 en
geiten 5. Behalve bij de koeien, die vlug van
de hand gingen en waarvoor goede prijzen
besteed werden, was de handel traag. In
paarden werd weinig omgezet bij lage prijzen»
was bijna geheel opgebrand, nog een smal
streepje scheidde de pit van het kruit.
Maar hoor wat was dat Het geluid van
paardehoeven 1
Ja, dichter en dichterbij klonk het. Zou
er eindelijk hulp komen opdagen Zou zij
nog bijtijds komen. Ik wendde mijn oogen
naar den kant der schuurdeur. Het geluid
daarbuiten had opgehouden en bijna tegelijker
tijd zag ik in den deurpost, met den sleep
van haar rijkleed over den arm, Annie
Cartwright, die in verbazing naar de brandende
kaars zag.
Ga terug ga terug gilde ik in doodsangst.
Zij schrok, werd doodsbleek, maar met
vasten tred trad zij regelrecht op het kruitvat
toe, stak haar hand diep in de zwarte, glin
sterende massa, greep het onderste eind der
kaars en trok het er voorzichtig uit.
Toen zag ik haar slank lichaam wankelen,
maar voor zij haar bewustzijn verloor, had
zij de tegenwoordigheid van geest de kaars
op den grond te laten vallen en haar voet
er op te zetten. Nu was alles pikdonker.
Ik hoorde een snikkenden zucht en een val
het geluid van andere paardehoeven en mr.
Cartwright’s stem, die luide vroeg wat er toch
gebeurde. Op hetzelfde oogenblik moet ik
mijn bewustzijn hebben verloren, want ik
herinnerde mij niets meer dan dat ik ontwaakte
in mijn bed na een hevigen aanval van
hersenkoorts.
voorlezing van
dat meer g
dan aangehoord. Drie millioen zal er te kort
zijn; de Tariefwet moet onderwijs en ver
zekering dekken. Derhalve verhooging van
den jeneveraccijns tot f 70 per H.L. en 5
opcenten op bedrijfs- en vermogensbelasting.
Ze zijn toegezegd, dat wil nog niet zeggen,
dat ze zullen worden ingevoerd. Zoo iets is
meer gebeurd. Men behoeft geen zeer sterke
memorie te hebben om het te weten.
De begrootingen zullen in de afdeelingen
worden behandeld in aansluiting bij de Indische
begroeting.
De heer Troelstra heeft een interpellatie
De Kamer heeft weer een president, ’t Is
bij het oude gebleven. De heer Mackay aan
vaardde het presidium door wederom tot
kortheid aan te manen, ’t Is te hopen, dat
ook heeren Ministers, met name de premier,
zich dit voor gezegd zullen houden. Dat er
veel „gepraat” wordt, ligt niet het minste
aan dr. Kuyper, die telkens weer, zelfs in
tweeden termijn, de sociaal-democraten tergt
en tot lange redevoeringen uitlokt. Ook hij
zelf is dikwijls verre van kort.
Daarna ging het adres van antwoord op
de Troonrede naar de sectiën. Dinsdag komt
het in openbare beraadslaging.
Er zal dan ook in de Tweede Kamer wel
een woordje vallen over de Overijselsche
kwestie. De heer van Houten heeft dr. Kuyper
vastgekregenop het verzoek om den last
tot een nieuwe vergadering binnen den termijn
van 40 dagen is, volgens den Minister,
ministerraad gehouden en tot afwijzende be
schikking geadviseerd. Die ministerraad blijkt
te hebben plaats gehad na den terugkeer van
dr. Kuyper, dus toen de 40 dagen reeds
voorbij waren
I
BolSTsrardsche Courant
1