Kieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. h er e- rd >n et 43ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 86. Kleine- of Broerekerk. 1904. 1» DONDERDAG 27 OCTOBER. DE NIEUWE DRANKWET en wat de belanghebbenden er noodzake lijk van dienen te weten. VOOR Afzonderlijke den speler n Slot volgt. Wilhelminaplein (Heng- en en at en Sen (ar de Broere- was weer de haar aan te l- n - o r n ao 12 in ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. m, «g ?e' ste er ■k- l’g en ?e’ iet n, 311 J;e- en rd de en feft de weer hecht ers ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Vervol gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. bare verkoopingen, verhuringen óf verpach tingen, alsmede twee uren voor het begin en twee uren na den afloop van zoodanige verkooping, verhuring of verpachting. 2. In het vergunningslokaal, of daarmede in gemeenschap staande lokalen arbeidsloonen te laten uitbetalen. 3. In het voor het publiek toegankelijke lokaal hazardspelen toe te laten. De wet noemt een hazardspel een spel, waarbij in het algemeen de kans op winst van toeval afhangt, ook wanneer die kans door de ge oefendheid of behendigheid van grooter wordt. 4. Bij koninklijk besluit zullen worden aangewezen die gemeenten, waarbij slechts met uitdrukkelijke toestemming van Burge meester en Wethouders, aan de vergunning houders het houden van muziek en andere vermakelijkheden wordt toegestaan. 5. Ook het dienst laten doen door vrou welijke personen in localen met vergunning en die met een verlof, voorzoover niet zijnde echtgenoote of inwonende dochters van den houder, moet in de gemeente daarvoor bij K. B. aangewezen, na 1 Juli 1905, door B. en W. zijn toegestaan. Voorts mogen geen personen beneden 16 jaar, anders dan in gezelschap van een meer derjarige, alsmede personen in kennelijken staat van dronkenschap in een lokaal met vergunning worden toegelaten. Wat betreft het verbod van personen be neden 16 jaar toe te laten, zoo kan ditbij koninklijk besluit voor bepaalde gemeenten worden opgeheven. Ook is het mitsdien ver boden om personen beneden 16 jaar dienst te laten doen in vergunningslokalen, tijdens de uitoefening van het bedrijf. Tengevolge de nieuwe wet behooren nu ook logementen en sociëteiten vergunning aan te vragen. Deze vragen de vergunning aan bij Gedeputeerde staten der provincie. De ver gunning aan de logementen te verleenen strekt uitsluitend tot verkoop aan logeer gasten. Bij het verzoekschrift om eene vergunning in de localiteit van een sociëteit moet worden overgelegd een afschrift van de statuten en van het reglement. De vereeniging moet rechtspersoon zijn. Ook kan overlegging van de ledenlijst worden gevraagd. Voor de lokalen, zonder vergunning, als bierhuizen etc. is te rekenen vanaf 1 Janu ari 1906 een verlof noodig. Dit verlof dient te worden aangevraagd vóór 1 Januari 1905. Burgemeester en Wethouders geven daarop beslissing voor 1 November 1905. Bij alge- meenen maatregel van bestuur worden er eischen gesteld met betrekking tot ruimte, licht en luchtverversching. Tevens kan elke gemeente dan nog bijzondere eischen stellen. Het verlof kan o.a. worden ingetrokken, zoo niet op 1 Januari 1916 het lokaal aan die eischen voldoet. Het verlof kan onderscheidelijk worden aangevraagd, voor: 1. Verkoop van alcoholhoudenden drank, die niet- tot sterken drank wordt gerekend. 2. Verkoop van geheel alcoholvrije drank. Tengevolge, dat er geene nadere omschrij ving in de wet is opgenomen, waardoor het onderscheid tusschen sterken drank en alco holhoudenden drank scherp is omschreven, zoo zal ingeval van twijfel door den rechter beslist worden. Naar onze meening ligt het in den zin der wet, om alles wat geen bier of wijn is, en alcohol bevat, tot sterken drank te bestemmen. Zoodra met 1 Januari 1906 het verlof is ingegaan, is het den houder van zoodanig verlof, op boete van f 100,verboden in het lokaal, waarvoor verlof is verleend, of vertrekken welke daarmede binnenshuis ge meenschap hebben, sterken drank in voor raad hebben. In de wet is voorts nog eene bepaling opgenomen, waardoor Burgemeester en Wet houders eene buitengewone vergunning kunnen verleenen, zoodra voor twee bestaande ver gunningen de schriftelijke verklaring wordt afgelegd, dat daarvan afstand wordt gedaan. Wij willen er ons toe bepalen voorloopig deze meest belangrijke bepalingen onder de aandacht te brengen. De doorgestane angsten waren kerk nog niet uit de leden, F. gelukkige, een klaaglied van hooren. Ik durf van geen luister droomen, Vraag niet om herstel, o Heer! Laat slechts ras uw stormwind komen, Stort mij als een puinhoop neer. Zoo zong zij, en het bleek dus, dat zij er niet aan dacht in hare eer hersteld te worden. Maar... het was reeds 1902 ge worden, daar komt bij het Kerkbestuur een schrijven van den EdelAchtb. heer C, J. v. d. Veen, Burgemeester van onze gemeente, om de kerk aan hem te verkoopen voor de som van f 5500 ten behoeve van de rechtzinnigen in de Nederlandsch Hervormde Gemeente. Woensdag 2 April 1902 moesten de stem gerechtigde lidmaten van genoemde gemeente dus voor de tweede maal beslissen, hoe met dit gebouw te handelen. Door den kerkeraad was hierbij nog bepaald, dat de Kleine-kerk alleen gebruikt mocht worden voor den Nederlandsch Hervormden eeredienst. En wat was de uitslag? Van de 391 stemgerechtigden maakten niet minder dan 359, dus bijna 92 pCt., van hun recht gebruik. Was in October eene groote meerderheid tegen verkoopen, thans verklaarden zich 186 vóór verkoop, terwijl 6 briefjes waren. De Kleine- of Broerekerk werd dus den 2den April 1902 voor f 5500 verkocht. Een nieuw tijdperk trad als ’t ware voor haar inwat zij niet durfde droomen, zou thans werkelijkheid worden, op de Rijksbe- grooting voor het jaar 1903 stond onder de uitgaven een post: //f 5000 voor restauratie der Kleine- of Broerekerk te Bolsward.” Gedurende drie jaar zou dit gebeuren en men hoopte dan het gebouw weer hecht en sterk te hebben. In het laatst van Juni 1902 begon men het dak veilig te maken, omdat het gevaarlijk werd voor de omwonenden. Met de groote werkzaamheden werd dat jaar nog niet aangevangen. schiede in gesloten flesschen, kannen of kruiken; 2. dat in de voor het publiek toeganke lijke localiteiten geen aangebroken vaten, flesschen, kannen of kruiken aanwezig zijn, sterken drank bevattende; 3. dat het drinken van sterken drank in die localiteiten niet worde toegelaten. Attentie. Is de vergunning verleend na 1 Mei 1881, doch vóór 1 Mei 1904, dan blijft de ver gunning van kracht tot 1 Mei 1905. Om deze vergunning verlengd te hebben, dient men vóór 1 Maart 1905 bij Burgemeester en Wethouders een verzoek in, met vermel ding van de oppervlakte van de localiteit. Blijft men in gebreke zoodanig verzoek in te dienen, dan is de vergunning met Mei onherroepelijk vervallen. Voor hen, die handel dreven in sterken drank, alleen bij hoeveelheid van ten minste 2 liters (slijters), zegt de wet, dat zij daar mede kunnen doorgaan tot 1 Mei 1905. Daar nu de nieuwe wet, slechts verkoop bij hoeveelheden van af 10 liters als minimum vrijlaat, moeten alle slijters vergunning aan vragen, om door te mogen gaan met den verkoop van af 2 liters. Deze aanvraag moet geschieden binnen zes weken na het tijdstip van 15 October 1904, dat is vóór 27 November 1904. In die gemeenten, waar het wettelijk maximum niet is bereikt, wordt hem een gewone vergunning verleend. In de gemeenten waar de splitsing van toepassing is, slechts een vergunning, om te verkoopen op geslo ten kannen of flesschen. Wanneer de vergunning niet kan worden verleend, omrede dat het maximum reeds is bereikt, wordt aan de slijters op hun verzoek een bijzondere vergunning verleend, ver meldende: verkoop beneden 2 liters ver boden. De houders dezer bijzondere ver gunningen gaan vóór elke andere aanvraag om vergunning, zoodat wanneer te eeniger tijd het getal vergunningen in eene gemeente onder het maximum komt te dalen, zij het eerst voor de vrijvallende vergunning in aanmerking komen. Ook een zoodanige bij zondere vergunningsakte kan ten name van de overlevende echtgenoote worden overge schreven, zoo het huwelijk op 1 Mei 1904 bestond en er binnen één maand na het overlijden een schriftelijk verzoek om over schrijving is ingediend. Mocht in eenige gemeente het maximum zijn bereikt en door het overlijden van een vergunninghouder eene vergunning beschik baar worden, dan kan ingevolge art. 15 de inwonende echtgenoote het bedrijf voortzetten, mits deze ten minste twee weken vóór afloop van het vergunningsjaar eene aanvrage om eene vergunning indient. Bij overlijden tus schen 15 April en 1 Mei, loopt het tijdvak van twee weken, van af den datum van overlijden. Het te betalen vergunningsrecht wordt bepaald bij art. 20, al. 3 en is niet lager dan f5,en niet hooger dan f 12,50 voor elke f50,huurwaarde of gedeelte daarvan, met dien verstande, dat het recht niet lager dan f 25,is. Dit recht wordt met 50 °/0 verminderd voor de localiteiten, waarin geen sterken drank in het klein verkocht of geschonken wordt tusschen Zaterdagavond 6 uur Maandagmorgen 8 uur. De hierboven genoemde bijzondere ver gunningen betalen slechts 75 °/0 van het hierbij bepaalde recht. De vergunningen verleend aan vennoot schappen (maatschappijen) vervallen, tenzij vroeger ingetrokken, met 1 Mei 1930. Vergunningen, verleend aan stationsbuffet- ten, stoom booten (z.g. localiteiten van open bare middelen van vervoer) vervallen met 1 Mei 1910. Op passagiersbooten, welke niet in het genot zijn van eene vergunning houdt de verkoop van sterken drank bij de afkon diging van deze wet op. Het navolgende is voor alle vergunning houders, zoowel bestaande als toekomstige, verboden 1. Sterken drank in het klein te ver koopen, te schenken, toe te dienen of te verstrekken in eene localiteit met vergunning, tijdens het houden daarin van zitdagen voor het publiek door openbare ambtenaren, open - Men schreef het jaar 1900. De kerkeraad der Nederlandsch Hervormde Gemeente had besloten om de stemgerech tigde lidmaten te laten beslissen over het lot der Kleine- of Broerekerk. Hij was de on zekerheid omtrent het voortbestaan van dit gebouw moede; er moest dan eindelijk maar eens bepaald worden, wat men er mee zou aanvangen. Deze kerk was overbodig en daarom stelde hij aan de lidmaten voor om eerst genoemde op afbraak te verkoopen, want eene deugdelijke reparatie zou groote sommen gelds vorderen en daarover beschikte de kerkvoogdij niet. Toen bekend werd, dat in October de stemming zou plaats hebben over ’t al of niet af breken der kerk, staken velen de hoofden bijeen. Wat moeten wij in dezen doen, werd er meer dan eens gevraagd. Laten ze die steenromp maar afbreken en den grond ver koopen, zei de een. Maar een ander, die meer voor de kunst over had, verklaarde, dat het zonde en schande zou zijn, wanneer men dit schoone monument uit de twaalfde eeuw zou sloopen. Bolsward mocht trots zijn op dit schoone gebouw. Dat was Ds. H. J. de Groot te Soeterwoude met hem eens, tenminste in dien geest schreef hij een ingezonden stuk in een der Septembernum mers van het jaar 1900 in ons blad. Hij maakte in dat stuk ook melding, dat een deskundige hem verzekerd had, dat de kerk het in dezen toestand nog wel 500 jaar zou kunnen uithouden. Hij verweet o. m. den kerkeraad, dat deze den steen met het stich tingsjaar 1109 aan een architect had cadeau gedaan, volgens zijn inzien, was genoemde kerkeraad verplicht het gebouw te restau- reeren na alle miskenning die het van hem, den kerkeraad, ondervonden had, want, en daar zat juist de knoop, het had nog in komsten. Maar ieder was niet van zijn gevoelen, tenminste Keesje, schrijver van de Z/Bols- wardsche kiekjes” allerminst. Hij wilde die kerk maar af breken, te meer daar een des kundige hem verzekerd had, dat het dak niets meer waard was en daardoor dus groote kosten gemaakt moesten worden om het ge bouw veilig te maken. In verbeelding zag hij tenminste reeds eene Wilhelminastraat, loopend vanaf de Nieuwe Turfkade tot het Hengstepad met een Wilhelminaplein (Heng- stepad) er voor. En de kerk zelf, hoe dacht zij er over? Zekere F. liep daar eens langs; hij hoorde de kerk zuchten en klagen en toen hij aan dachtig luisterde, vernam hij een klaaglied, dat hij als ingezonden stuk in ons blad schreef. Een dezer verzen willen wij hier overnemen en de lezer kan dan zien, dat, wanneer de kerk iets mee te zeggen had, zij zou stemmen voor //verkoop op afbraak.” Het bedoelde vers luidt aldus: O, mijn krachten zijn gebroken, Wat de tand des tijds niet kon, Heeft de smaad op mij gewroken, O, dat ik verzinken kon! ’k Zag de oude linden vallen Dezer dagön aan mijn voet, En ik ga ze gaarne volgen, De dood is thans mijn eenigst goed. Maar haar wensch werd niet vervuld; het voorstel werd verworpen met 191 stem men tegen en 121 stemmen voor. Zij bleef dus. Zooeven stipten wij aan, dat Ds. de Groot schreef over de inkomsten der kerk om daar van de noodigste reparaties te doen. Dat was gemakkelijker gezegd, dan gedaan. Uit een schrijven van den penningmeester-kerk- voogd bleek tenminste, dat deze heelemaal zeventien gulden twee en tachtig en een halve cent bedroegen, zijnde de grondpacht van eenige huizen hier ter stede. Wanneer men hiervan dus de restauratie zou doen, dan zou het nog al eenige honderden jaren duren voordat de kerk er weer toonbaar uitzag. Wij zeiden reeds, dat de kerk staan bleef, maar daarmee waren de voorstandérs niet alleen tevreden, zij wilden haar nu restau- reeren, doch daar kon vooreerst niets van fcomen. De gewijzigde of nieuwe drankwet, ver schenen in de Staatscourant van 15 October en ingaande op dien datum, maakt in de toekomst voor de belanghebbenden eenige voorzieningen noodig, welke wij hierbij onder uwe aandacht brengen. In de eerste plaats is het geheele bestaande bedrijf van den vergunninghouder geregeld bij overgangsbepalingen, waardoor hij in elk opzicht van de nieuwe bepalingen der wet weinig belemmering in zijne zaken onder vindt. Hij blijft in het ongestoord bezit van zijne vergunning en is voor de gemeenten, met bebouwde kom van meer dan 5900 in woners, niet onderworpen aan de splitsing, omschreven in art. 1, al. 2. Voor het lokaal, waarin hij op 1 Mei 1881 reeds de vergunning had, blijft hij in het levenslange bezit van dit verkregen recht, terwijl bovendien is bepaald, ingevolge art. 55 1b, dat: z/aan de overlevende echtgenoote of echt- z/genoot van hem of haar die op 1 Mei z/1901 daarin het bedrijf uitoefende, zoo- z/lang zij of hij leeft, indien het huwelijk z/op 1 Mei 1904 nog bestond en de echt- z/genooten te zamen woonden: die vergunning verleend blijft. Wij zien hieruit, dat wederkeerig de bestaande ver gunningen van man op vrouw of vrouw op man kunnen overgaan. Uitdrukkelijk is hierbij overdracht van vergunning aan zijne (hare) kinderen of andere personen uitgesloten. In die localiteiten, waarin eene andere winkelnering wordt uitgeoefend of die met zoodanige localiteit binnenshuis in gemeen schap staan, mag de verkoop van sterken drank blijven geschieden onder voorwaarde: 1. dat de verkoop van sterken drank ge en 167 tegen van onwaarde I e Bolswardsche Courant 500 ich. ’j t ir- ?n, ijn ;en - |en es- nd i ir 1'5

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1904 | | pagina 1