Nieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
Rede Mr. J. A. VAN G1LSE.
I
El
I
U
No. 89.
1904.
Verschijnt Donderdags en Zondags. 43ste Jaargang.
ZONDAG 6 NOVEMBER.
1
Praatjes over dit en dat.
Kj
k
1
b
VOOR
Afzonderlijke
A
1
nu getoond heeft een
het openbaar onder
en waardeering heb-
in zijn ver-
nen in
tijdgeest
subsidie
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Woensdagavond trad de heer Mr. J. A.
de Afdeeling
De
ver-
aan
aan
voor-
het
hoewel ’t niet te ontkennen
heid gebruik maakt
te
voor
de bijzondere scholen een sub-
aan de gemeenten
het openbaar onderwijs,
grondwet nog haar oor-
en Spreker geeft nog een
de verwikkelingen destijds
XLII.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
V.
i aan kweek-
en de bijzon
op de hoogte te komen, welke gevaren het
openbaar onderwijs bedreigen.
Daarop wordt de vergadering gesloten.
INGEZONDEN.
een anderen toon gespro-
een becijfering,
waarin wordt
wet verzwaring
wijs meebracht.
Thans wordt op
ken. Dr. Kuyper komt met
gebaseerd over ’t jaar 1902,
gewezen, dat het openbaar onderwijs, de
subsidie en de gemeente-uitgaven samen ge
rekend, het leeuwenaandeel ontvangt boven
het bijzondere en vraagt rechtsgelijkheid.
Met dit woord wordt heel wat geschermd,
doch de opzet van dit wetsontwerp is in
flagranten strijd met de grondwet. In 1889
is een soort van verdrag gesloten, toen heette
hetde schoolstrijd zou uit zijn, en Spreker
acht het trouwbreuk nu na 14 jaren te zeg
gen wij willen meer hebben. De uitvoering
van het Unierapport is niet bestaanbaar met
onze grondwet.
De gemeenten te dwingen bij te dragen
voor ’t bijzonder onderwijs kan niet, alles
op rekening van den Staat kost te veel
(201/2 mill, is de raming). Er wordt nu
voorgesteld aan alle onderwijzers de wette
lijke mimima der jaarwedden van staatswege
uit te keeren. Die minina wordei^ in vele
gemeenten overschreden, doch dat moeten
de gemeenten dan zelf bijpassen, want en
daar zit een groot bezwaar, wat dan meer
wordt uitbetaald aan de openbare onderwijzers,
dan de gemeentelijke subsidie bedraagt, wordt
gekort op de uitkeering van het haar toe
komende deel der personeele belasting. De
gemeenten, die in de laatste jaren reeds veel
werd opgelegd, zullen dus bij deze wet ook
finantieele schade lijden. De positie der bij
zondere onderwijzers wordt hierdoor zeer
gebaat, en versterkt, doch de openb. school
zal er door achteruitgaan, want de pressie
van de geestelijkheid voor de bijzondere
school, bestaat niet bij de openbare.
Bij het toekennen der subsidie aan de hoof
den is als maatstaf genomen het getal school
gaande kinderen. Die bepaling is zeer vreemd,
doch de verhoogde tractementen der bijzon
dere hoofden worden door het Rijk, maar ’t
meerdere aan de openbare feitelijk door de
gemeenten betaald.
Spreker zal nu het 2de punt de opleiding
der onderwijzers behandelen, doch eerst wordt
een oogenblikje pauze gehouden.
De opleiding geschiedt thans
scholen (7) en normaalscholen,
dere normaal-inrichtingen. Die der kweek
scholen is de duurste, maar ook de beste.
De regeering stelt thans voor, ook bijzondere
kweekscholen in ’t leven te roepen, doch de
eischen zijn, dat er minstens 4 leeraren moe
ten zijn, terwijl de thans bestaande Rijks-
kweekschölen er minstens 6 moeten hebben,
deze vermindering zal toch nooit gunstig
werken op een grondig onderlegd onderwijs.
Als men voor de bijz. school gelijkheid wil,
moet men het ook geheel gelijk maken, aan de
bijzondere onderwijzers moet dan ook ver
boden worden handel te drijven enz., gelijk
thans de openbare, en dit zou ten bate van
het onderwijs kunnen komen.
Behalve bedenkingen tegen de inrichting
Mijnheer de Redacteur!
’t Is onmogelijk het ieder naar den zin
te maken, dat kon ik niet, dat kan een
wetgever ook niet, getuige het gemopper
dat men af en toe verneemt tegen de nieuwe
drankwet, dat kan ook vooral niet hij, die
komt om belasting te heffen. Aan belasting
betalen heeft nagenoeg ieder //een broertje
dood”, hoewel toch iedereen wel kan be
seffen, dat het geld voor de algemeene zaken
ook door ’t algemeen betaald moet worden.
Toen B. en W. den 15 Sept, voorstelden
een tonnenbelasting te heffen, bekenden zij,
na voorop gezet te hebben, dat er naar
middelen tot dekking der gemeenteuitgaven
gezocht dient te worden, dat zij
//reeds lang hebben overwogen of de nood-
z/zakelijkheid niet medebrengt eene retri-
z/butie te heffen voor gebruikmaking van
z/het tonnenstelsel van en het opruimen
z/van asch en vuilnis door de(n) reinigings-
z/dienst, vermits de kosten daarvan zoo
z/hoog loopen, dat in de laatste jaren de
//gemeentehuishouding daaronder zeer lijdt”.
Toen ik dat op pag. 104 van ’t verslag
las, kwamen verschillende gewaarwordingen bij
mij op, en allereerst rees de vraag bij mij,
hoe lang die overweging wel geduurd had,
want ik herinnerde mij zoo iets van een
antwoord aan een begrootingscommissie, dat
ik dan ook al spoedig vond bij ’t nazoeken
van oude raadsverslagen. Dat antwoord is
dezer dagen al genoeg op ’t tapijt geweest, en
ik zal ’t daarom hier niet herhalen, doch vond
de //ommekeer” wel wat bedenkelijk, wijl er
dunkt mij in opgesloten ligt, dat de gemeente-
financien sedert 1902 er niet op verbeterd
zijn. Ik wil even vertellen, hoe Harmen
gemutst was, toen wij dat voorstel over het
tonnetjesgeld bespraken.
z/’t Kan verkeeren” zei Brederö, zoo
begon hij, //maar als die belasting in 1902
niet wenschelijk is voor de zindelijkheid, dan
zal zulks nu toch ook nog wel gelden”..
//Ho, ho, Neefje, wij hebben nu een
gezondheidswet en die wet schrijft voor, dat
ieder gezin een ton moet bezitten”.
z/Wat blief? moet ieder een ton bezitten,
nou was ’t maar waar, dan kon er wel een
daalder per jaar at. Doch, nu moet je op
de kleintjes passen. Die woningwet of ge
zondheidswetten kunnen wel maatregelen
voorschrijven hoe de woningen verbeterd
moeten worden, doch als de eischen voor de
woningen zoo hoog worden, zullen de huur-
sommen ook wel stijgen, en dat past menigeen
heel slecht”.
z/Nu ja, daar zullen wij ’t later eens
over hebben, doch ons D. Bestuur heeft
nauwkeurig uitgerekend, hoeveel er in de
laatste 5 jaren is bijgepast bij den reinigings
dienst, en nu willen zij de ingezetenen hier
voor laten betalen”.
Ja, ja, dat begrijp ik ook wel Jochem,
doch de tekorten van de gemeentereiniging
zijn al van ouderen datum, maar onze ge
meentelijke huishouding heeft in de laatste
jaren heel wat gekost, en dus moeten er
z/centen op ’t kleed”. Maar moet de werk
man dat nu ontgelden? Ik stem volmondig
met het adres der werkliedenvereenigingen
in, dat als er een tekort is, dit dient ge
vonden te worden //langs den gewonen weg”;
bij dit voorstel worden de schaapjes niet
geschoren, naar zij wol hebben”.
z/Maar Harmen, de werklieden behoeven
dat niet te betalen, de eigenaars der huizen
zouden worden aangesproken, niet de huur
ders”.
//Dat weet ik, de meeste ambtenaren,
ook zij die flinke tractementen genieten, zijn
vrij, maar de kleine man, die een eigen
woning heeft uitgespaard, moet betalen, en
vooral in de werkliedenklas zullen de huisjes
melkers wel zorgen, niet aan ’t kortste eind
te trekken, zoodat ook de kleine huurders
wel zullen moeten bloeden”.
HO, maar 't is tegenwoordig ook zoo
wat mode geworden, dat de werklieden zicl\
aankweeken. De illusie, dat deze school de
algemeene school zou blijven is niet bewaar
heid. Eerst van protestantsche en daarop
ook van katholieke zijde werd tegen haar
strijd gevoerd. Die strijd, was naar Sprs.
overtuiging niet noodig, en is als een ramp
voor ons land te beschouwen. Ook zelfs Dr.
Kuyper heeft het gezegd, dat het ideaal was
een volksschool voor alle kinderen des volks
te hebben, en wat bijv, in N.-Amerika, na
langen strijd is gekomen, waar de algemeene
school ook algemeen geacht wordt, en waarop
de kinderen worden gevormd tot vaderland
lievende patriotten, is in ons land geworden
een oorzaak van vaak bitteren strijd.
De subsidie in 1889 als een daad van
billijkheid beschouwd, is als zoodanig toege
staan en aanvaard. Spreker doet om dit toe
te lichten een aanhaling uit een geschrift
van Mr. A. F. de Savornin Lohman, de
pacificatie genaamd. De bedoeling is toen
geweest aan
sidie te verleenen, gelijk
werd verleend voor
Toch heeft onze
spronkelijk artikel
kort overzicht van
in den lande afgespeeld.
Toen de leerplichtwet kwam is een ver
hoogde subsidie verleend, ook al om dat die
van de kosten van ’t onder
bet
eener
althans om
was
van GILSE van Arnhem voor
z/Volkonderwijs” alhier als spreker op.
Doelezaal was behoorlijk bezet, ook
seheidene dames waren tegenwoordig.
De Voorzitter, de heer H. EISMA opende
met een gepast woord de bijeenkomst, en
wees er op dat de belangstellenden in en de
voorstanders van het openbaar onderwijs waren
uitgenoodigd. Zal de hier nog jeugdige ver-
eeniging //Volksonderwijs” beteekenis hebben,
dan moeten de leden weten, wat de vereeni-
ging beoogt. Vroeger heeft ook hier eene
afdeeling bestaan, doch deze is allengs te
niet gegaan. Nu er een ministerie is, waar
van het openbaar onderwijs weinig te wachten
en veel te vreezen heeft, werd ingezien, dat
ook in Bolsward iets moest gedaan worden,
in het belang van dit openb. onderwijs. De
wet op het hooger onderwijs heeft reeds heel
wat beroering in den lande gebracht, en nu
er van dezelfde regeering een wetsontwerp
is ingediend op het lager onderwijs, heeft
de heer Van Gilse zich op ons verzoek be
reid verklaard, ons in te lichten wat dat
wetsontwerp voor ons beteekent. Hij gaf dan
hiermede gaarne den spreker het woord.
De heer van GILSE wilde zich aansluiten
aan de woorden des Voorzitters, door in de
eerste plaats zijn dank te brengen aan de
aanwezigen voor de betoonde belangstelling,
inzonderheid ook aan de Dames.
Gaarne zal hij zijne meening over
ingediende wetsontwerp, in den vorm
causerie, ten beste geven,
trent eenige hoofdzaken, en was bereid
daarna verdere inlichtingen te geven, indien
men zulks wenschte. Vooraf wil hij den
wensch uiten, dat velen zich mogen aan
sluiten bij de vereeuiging. Dat hier vroeger
een afdeelidg is te niet gegaan, moet hij
betreuren. Men moet steeds werkzaam zijn;
omdat de kerkelijke partijen niet rusten,
moeten allen zich ook aaneensluiten die niet
met haar streven instemmen. De openb. school
moet zijn de plaats voor alle kinderen des
volks, dat is onze eisch.
Tegen het nieuwe ontwerp Onderwijswet
zijn verschillende bedenkingen te maken, de
wijzigingen, welke worden voorgesteld, zijn
van verschillenden aard. Twee belangrijke
punten zijn: de bijzondere regeling der rijks-
subsidie en de wijziging der opleiding van
onderwijzers. Schijnbaar ziet het wetsontwerp
er nog al onschuldig uit, tenminste voor hen
die geen principiëel bezwaar hebben tegen
de gelijke subsidie van openbaar- en bijzonder
onderwijs van rijkswege. Het uitgangspunt
van dit wetsontwerp levert een groot bezwaar
op voor de openbare school en ook voor de
volksontwikkeling.
Sedert de wet Mackay van 1889, is
de bijz. scholen subsidie verleend, die
zekere voorwaarden voldoen, doch die i
waarden geven weinig waarborg voor
onderwijs, en
is, dat’t bijz.onderw. sedert’t subsidie ontvangt
is verbeterd, zal bij hoogere subsidie ook
wel verdere verbetering volgen, doch men
mist in het ontwerp den waarborg, dat het
geld ten goede komt aan goed onderwijs.
De memorie van toelichting bij dit wets
ontwerp beweegt zich in een gansch anderen
gedachtengang als bij de wet Mackay.
In de 18de eeuw was de toestand van
het onderwijs zeer gebrekkig, het Nut heeft
toen zeer veel gedaan ter verbetering van
het volksonderwijs, vooral ten opzichte der
mingegoeden. Het bleek dat het particulier
initiatief onvoldoende was om een algemeen
volksonderwijs te krijgen, daarom werd in
de grondwet bepaald, dat het openb. onderwijs
is een zaak van de aanhoudende zorg der
regeering. De vrijheid van onderwijs bleef
wel bestaan, doch er ontstond heel wat
strijd over dat onderwijs van staatswege, en
de afscheiding van Belgie is er het gevolg
van geworden.
De staatsschool ontstond, evenwel met het
oog op de gemengde godsdienstige bevolking
bleef de vrijheid bestaan, zelf in’t onderwijs
te voorzien. Het openbaar onderwijs ont
hield zich van de dogmatiek, doch christel.
Sn maatsch. deugden mocht en moest zjj
der bijzondere kweekscholen, wordt ook voorge
steld aan die inrichtingen het recht te geven
een acte of diploma te verleenen. Tegen de
examens zijn heel wat bezwaren, doch tegen
deze manier van diploma-verkrijgen zeer zeker
ook. Voor ieder geslaagde onderwijzer zal
f 800 uitgekeerd worden, doch die prikkel
van finantieel voordeel is zeer, aan beden
king onderhevig.
Dan is nog op te merken dat in Brabant
en Limburg zeer veel onderwijs wordt ge
geven door broeders en zusters, en hier zal
de waarborg voor de kennis niet altijd zonder
gevaar zijn, en daarenboven is het ook de
vraag of dat geld aan subsidiën ook voor
het onderwijs wordt besteed. Het samenwo-
de kloosters is in strijd met den
en het gevaar bestaat, dat door deze
voor ’t onderwijs het geld uit ’s
rijkskas besteed wordt, ter bevordering van
de macht van Rome, iets waartegen ernstig
dient gewaarschuwd.
Omdat bij dit ontwerpwet de gemeente-
finantiën zullen lijden, en de grondwet in
strijd is met de gelijkstelling van het bijz.
met het openb. onderwijs, en daar Spreker
de overtuiging heeft, dat de openb. school
de volksschool kan en moet zijn, zou hij het
zeer betreuren dat de bijzondere school regel
en de openbare school slechts aanvulling zou
worden, temeer daar hij de meening voor
staat, dat de algemeene ontwikkeling het best
gediend wordt door het openbaar onderwijs.
Sedert de bijzondere school subsidie kreeg,
dus sedert 1889, is het getal leerlingen der
bijzondere school toegenomen met 54 pCt.,
dat der openbare school met 23 pCt. Wan
neer nu de subsidie geheel gelijk wordt, zal
op veel plaatsen de openbare school verdwij
nen. In het hier dichtbijzijnde Wijmbrit-
seradeel o.a. zijn bij den huidigen toestand
al verscheidene openbare scholen opgeheven.
Maar in allen gevalle zullen er vele kleine
scholen komen, en dat is volstrekt niet in
’t belang van de leerlingen en het onderwijs.
Het gehalte van het onderwijs zal er stellig
door dalen, want de kleine scholen hebben
te veel klassen voor eiken onderwijzer. Ver
snippering van scholen is nadeelig, dit zal
vooral op het platteland van invloed zijn.
Daarbij is het niet wenschelijk voor de natio
nale eenheid, de verdeeling in categoriën is
te betreuren. De anti-revolutionairen eigenen
zich al bij voorbaat den naam Christenen
toe, de verdeeldheid is door de bijzondere
school in sterke mate toegenomen, de gods-
diensthartstochten worden er door opge
zweept, en reeds in de kinderharten wordt
die verdeeldheid ingeprent. Spreker wenscht
hoog te houden, dat wij zijn burgers van
één vaderland. De strijd om en door het
onderwijs zal een onberekenbare schade toe
brengen aan de nationale eenheid. De open
bare school kan een waarborg zijn voor alge
meene volksontwikkeling, kan bevorderen de
eenheid, en daarom moet het streven om
een godsdienststrijd te krijgen in ons land
met alle kracht bestreden worden.
Spreker eindigt met zich bereid te ver
klaren nadere inlichtingen te geven, dankt
voor de belangstelling waarmede men zijn
betoog heeft aangehoord en wekt op tot
krachtige samenwerking in ’t belang van
het behoud der openbare school.
Daar geen der aanwezigen van de gelegen-
om verdere inlichtingen
vragen, brengt de Voorzitter zijn dank
’t gesprokene aan den heer Van Gilse,
die zich steeds en ook
warm voorstander van
wijs. Met bewondering
ben de aanwezigen hem gevolgd in
dediging van de openbare school. Veel licht
is door hem verspreid, waarmede de leden
van //Volksonderwijs" hun nut kunnen doen,
in ’t algemeen zoowel als plaatselijk. De
afdeeling heeft dezer dagen krachtig gewerkt
tegen de verhooging van schoolgeld. Aaneen-
sluitting van alle voorstanders van het open
baar onderwijs is noodig en velen hebben
zich ook hedenavond nog opgegeven als lid.
Reeds 64 leden telt onze afdeeling, evenwel
nog meerderen moeten zich bij ons scharen.
De werklieden hebben slechts de halve con
tributie te betalen, doch het is niet zoozeer
om die contributie te doen. Van de vereeni-
ging moet een krachtig leven uitgaan, de
vergaderingen dienen bezocht te worden om
Bolswardsche Courant
1
WI