Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
44ste Jaargang.
No. 6.
1905.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
Voor het Kantongerecht
Zitting van Vrijdag 13 Januari 1905.
DONDERDAG 19 JANUARI.
BINNENLAND.
I
VOOR
Afzonderlijke
31.
P. J. S„ 36. C. D.
Eisch f 3
De
26.
Eisch f 8 of 2 dagen
goede diensten.
zeide ons
van
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
38. T. W.
rust verstoord.
39.
steen (tje), dat
een katte-
v. d. Feer
steeds belust met den
Ze konden niet
maar de eisch luidt
voor de beide
45. S. H. te Bolsward. „Houd je bij je
leest”, dan krijg je ook geen proces, dat je
in verboden land jaagt en dan hoor je,
omdat het eerder gebeurd is, ook niet 7
dagen hechtenis eischen.
H. was den 28sten November aan ’t
jagen in een land van J. Haima en in huur
bij P. de Vries. Bekl. weet er evenwel niets
meer van, hij kan dus niet bekennen, maar
hij kan ook niet ontkennen.
De getuige Kamstra was daar aan het
mesten en verklaart gezien te hebben dat
beklaagde in jagende houding liep.
Bekl. maakt tegen deze verklaring be
zwaar. Wel is Kamstra geen bloed- of aan
verwant van hem, doch toen hij begon te
jagen, wilde hij Kamstra vragen, dit voor
gezamenlijke rekening te doendit werd
hem door een ander afgeraden en hij had
er dus ook maar weer vanaf gezien en dan
is er nog iets, waaromtrent Kamstra wraak
tegen hem koestert. „Ik had eens schoenen
van hem in de maak en toen zij gemaakt
en zijn zoontje ze halen zou, verklaarde ik
het bedrag der reparatie tegelijk te willen
ontvangen”.
Er was nog een tweede getuige n.l. Meijer.
Diens getuigenis kwam geheel overeen met
die van Kamstra, zoodat aan de waarheid
niet getwijfeld werd.
Uitspraak der vonnissen over 14 dagen.
d. M. te Molkwerum. In zijn
was de 14-jarige Cornelis v. d.
het werk. Beklaagde had hiervan
wel een arbeidskaart in de werkplaats hangen,
doch geen arbeids/z'/rt en daarom is hij ge
verbaliseerd. Volgens zijn eigen verklaring is
v. d. M. er geheel onschuldig ingeloopen,
hem was van een lijst niets bekend en hij is
dan ook den morgen volgende op dien, toen
hij proces kreeg, naar Koudum gegaan, om
ïich op de Secretarie hiervan te voorzien.
te hebben, dat beklaagde schoot in de richting
van v. d. Feer, maar of het gebeurde met
het doel den fietser te raken, daarvan was
hem niets bekend.
Eischf 15 of 3 dagen hechtenis.
L. R. A. B. te Makkum was den 6
December baldadig,
hechtenis.
27.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
1. R. S. is veedrijver en gedom. te Grouw.
Nu lusten de meeste veedrijvers wel een
paar spatjes, maar wanneer je veroordeeld
wordt voor: dronkenschap en dat bij 10de
herhaling, dan is ’t wel een beetje erg. De
10de maal, dat hij geverbaliseerd werd, ge
beurde den 20 November op de Snorkstraat-
Broerestraat alhier en daarvoor wordt heden
tegen hem geëischt 7 dagen hechtenis en 1
jaar opzending.
Volgens zijn eigen verklaring gebruikte
beklaagde in den laatsten tijd geen alcohol
houdende dranken meer.
2. G. H. te Ferwoude had ruzie met
Bokma over een pad, dat door een perceel
bouwland liep. De 1ste Juli is deze zaak
ook voor geweest, doch toen uitgesteld tot
de zitting van heden.
De zaak was in der minne geschikt en
daarom luidt de eischvrijspraak.
3. T. G. zonder bekende woon- en ver
blijfplaats had te Hindeloopen zijn vaartuig
vastgelegd juist daar waar dit verboden was.
De politieagent Bouma had hem reeds ge
waarschuwd, maar wie niet hooren wil moet
voelen. Bij verstek wordt f 3 of 2 dagen
geëischt.
4. W. K. te Hindeloopen was den 13den
November aldaar over zijn bier. Beklaagde
was niet aanwezig, anders had hij f 3 of 2
dagen hechtenis tegen zich hooren eischen.
5. L. de V. te Workum, werd in abnor-
malen toestand in zijn woonplaats aangetroffen.
De eisch luidt bij verstek f 15 of 3 dagen.
6. ’t Is niet de eerste maal, dat B. v. H.
te Bolsward door de politie ingerekend is
wegens dronkenschap, anders was ditmaal,
bij verstek, niet 7 dagen hechtenis en 6
maanden opzending naar een Rijks-werk-
inrichting geëischtJ
7. P. W. te Wommels, idem. Eisch, bij
verstek, 3 dagen hechtenis.
8. K. P. te Workum was den 15 Nov.
te laat op straat. De man heeft bepaald een
fleurig zin of hij heeft een vroolijke natuur,
tenminste hij zong het hoogste lied. Hij was
niet gekomen, maar ’t zal hem nu niet zoo
bijster aanstaan, dat hij misschien 3 dagen
op kosten van het rijk uit logeeren mag.
9. R. de G. te Witmarsum is kastelein.
De gemeente-veldwachter de Boer bemerkte
den 9den November, dat om kwartier voor
twaalf zijne herberg nog open was; wijl in
Wonseradeel het sluitingsuur bepaald is op
11 uur, werd er dus proces-verbaal opgemaakt.
Beklaagde is aanwezig en voert tot zijne
verdediging aan, dat de bij hem aangetroffen
personen schuilden voor den regen, want ’t
was heel slecht weer en bovendien was het
ook nog lang geen ll3/,t uur.
De agent de Boer verklaart, dat het wel
zoo laat was.
Eisch: f 10 of 4 dagen hechtenis.
10. A. W., 11. D. J., 12. K. F. en
13. C. L. allen te Witmarsum waren de
vier personen, die in bovengenoemde herberg
waren aangetroffen en werden dus ook op
geschreven. Geen der beklaagden was aan
wezig, doch om te doen uitkomen, dat zij
daar niet waren om te schuilen, verklaarde
de Boer, dat alle vier een glas voor zich
hadden.
Bij verstek wordt tegen elk hunner f 10
subs. 4 dagen hechtenis geëischt.
14. D. K. te Arum heeft aldaar buren
gerucht veroorzaakt. Eisch bij verstekf 5
sub. 3 dagen hechtenis.
15. P. G. te Hindeloopen staat voor
hetzelfde feit terecht. Ook tegen hem wordt
bij verstek f 5 subs. 3 dagen hechtenis ge-
eischt.
16. F. v.
timmerwinkel
Wal aan
J. Y. te Bolsward is lid van de natte
gemeente. 5 December was hij «te nat” en
dusf 3 sub. 2 dagen hechtenis.
28. J. S. eveneens te Bolsward is ook lid
van die gemeente. Den 5 December was hij
«nat van binnen” geraakte te water, werd
«nat van buiten” en geraakte toen in „het
hok”. Eischf 15 of 3 dagen hechtenis.
29. Tegen K. P. te Workum, ook een
nathals, wordt f 3 sub. 2 dagen hechtenis
geëischt.
30. S. W. te Britswerd, was den 7
December dronken te Oosterend. Eisch f 3
of 2 dagen»
Daar er geen enkele lijst te vinden was, was
hij dus genoodzaakt eenige dagen te wachten.
De heeren moesten het niet beschouwen als
onwilligheid, maar als onwetendheid, daar ’t in
het geheel zijn aard niet is de wet te ontduiken.
Hem werd verzekerd, dat hiermee rekening
zou worden gehouden, doch ieder wordt ge
rekend de wet te kennen.
De eisch is dan ook f 2 of 1 dag.
17. Y. Z. te Parrega liet den bij hemin
dienst zijnden bakkersjongen te lang werken.
De agent Brouwers zag, dat hij den 22sten
November om half negen nog bezig was.
Eisch bij verstek: f 10 of 5 dagen.
18. H. K. te Baijum verkoopt margarine.
In de Boterwet is bepaald dat, waar dit
product verkocht wordt, dit duidelijk zicht
baar moet zijn aan den buitenkant van deur
of raam. Dit was bij K. niet het geval en
daarom wordt bij verstek f 10 of 5 dagen
hechtenis geëischt.
19. J. de J. te Bolsward deed een kleine
boodschap, waar dit verboden was.
Eisch bij verstekf 2 of 1 dag hechtenis.
20. F. F. te Workum gebruikte den
publieken weg als pakhuis voor kisten en
zakken. Ook deze beklaagde is afwezig en de
eisch luidt f 1 of 1 dag hechtenis.
De volgende 15 zaakjes zijn ook alweer
alle bij verstek behandeld, waarom wij dit
niet weer bij elk afzonderlijk zullen vermelden.
-21. U. F. te Rien had te veel aan Bacchus
geofferd, ’t Was niet de eerste maal en de
eisch luidt dan ook f 15 sub. 3 dg. hecht.
22. J. V. te Workum had hetzelfde
offer gebracht, doch ook te overvloedig.
Eisch: f 10 of 3 dagen kosteloos logies.
23. J. F. te Leeuwarden werd dronken
te Wommels aangetroffen. Eisch f 10 of 3
dagen alsvoren.
24. D. G. te Bolsward is een mooie
jongen. Hij «lust ’m” en heeft den 27
November op het erf van zijn vader pleizier
gemaakt, op zijn manier natuurlijk. Om
kwartier over elf ging hij zoo te keer dat
de nachtrust er door verstoord werd. Hij
wou bepaald toonen hoever hij gevorderd
was in ’t vloeken en razen. Maar dat er nu
f 10 of 3 dagen tegen hem wordt geëischt
zal hij wel minder plëizierig vinden.
25. D. R. te Workum is nog een jongen
en heeft dus ook de natuur van een jongen.
Zoo nu en dan wat kattekwaad, dat behoort,
volgens de Genestet in een echten jongen
te zitten. Maar... ’t kan ook te ver gaan.
Den 25sten November ’s middags, reed
Jetze v. d. Feer op zijn fiets langs het
Zijlspad. Eensklaps gevoelde hij zich getroffen
door een projectiel, ’t was een
door beklaagde door middel van
puit op hem werd afgeschoten,
zeide, dat hij er tot den volgenden morgen
last van gebad heeft. Ook zeide hij, dat
D. R. bij hem was. geweest om te trachten
alles ongedaan te maken, maar dat hij, v. d.
Feer, daarvan niets wilde weten.
De ambtenaar van het O. M.«Waarom
heb jij dan deze brief geschreven, dat klopt
niet.”
V. d. Feer: «Dat komt, omdat ik mede
lijden met de ouders had. maar niet met
den jongen.”
De getuige Folkerts was bij deze schiet
oefening tegenwoordig. Hij verklaarde gezien
M. W. te Bolsward, idem te Bols
ward. Eisch: alsvoren.
32. F. T. te Workum, 33. U. K. en
34. I. K. beiden te Hindeloopen, hadden
„de bok an ’t touw.” Zulke lui zijn altijd
kolossaal heldhaftig en
een of ander te vechten,
aan den slag komen,
voor de eerste 10 dagen,
anderen 5 dagen voor elk hunner.
35. P. J. S„ 36. G. D. en 37. J. V.
allen te Hindeloopen waren „onrustig” op
den Nieuwen Weg aldaar, zoo
het proces-verbaal. Eisch tegen ieder
hun f 3 sub. 2 dagen hechtenis.
te Bolsward heeft de nacht-
Eisch f 5 of 3 dagen.
E. de V. bleef te lang „plakken”
bij den herbergier Age Postma.
sub 2 dagen hechtenis.
Al deze zaakjes werden bij verstek be
handeld, de nu aan de beurt zijnde beklaagde
was present en verbrak de stilte. Hij had
bepaald gehoopt door zijn zeggenskracht alles
te winnen, maar ’t zal hem wel afgevallen
zijn. De beklaagde was, 40, B. S. te Harlingen.
Hem werd ten laste gelegd, dat zijn visschers-
boot den 28 November gelegen had in een
dijkput bij Gaast. Hij is dus, zooals wij zien,
visscherman, maar zooals hij zelf zegt, doet
hij van alles, hij is werkman, zeeman, visscher
man en nog meer.
De dijksopzichter v. d. Leij had de boot
naar het schiphuis bij het contributiehuis
te Gaast gebracht. Toen beklaagde dat hoorde,
hij er heen. De boot was van hem, de zegen
was van hem. Hij had de boot daar neer
gelegen tusschen 26 en 27 November, omdat
het te donker was om te visschen. De boot
wilde hij meehebben en anders zou hij den
officier er mee in kennis stellen.
Hij kreeg de boot niet mee en v. d. Leij
liet die door een deskundige taxeeren. De
taxatieprijs bedroeg f 50.
Beklaagde: Ik heb die boot daar niet
neergelegd.
V. d. Leij verklaart onder eede, dat be
klaagde bekend heeft, dat de boot van hem
was en dat daarin waren een zegen en een
keernet en dat alles kwam precies uit.
Beklaagde: Dus omdat ik zeg, dat de boot
van mij is, word ik geverbaliseerd, maar
straf wil ik niet hebben, daar komt niks
van in.
Hem wordt verzocht niet zoo te schreeuwen
en te interrompeeren, daar de zaak dan buiten
zijne tegenwoordigheid zal worden behandeld.
„Ook goed, maar is een eed dan altijd
geldig? Mag ik de waarheid zeggen? Dan
wil ik wel eens vragen of men mij straffen
kan voor een feit waarbij ik niet tegenwoordig
was? Die boot is niet van mij, die is van
Jan Lichtendaal en ik weet ook wel wie ze
daar neergelegen heeft. V. d. Leij verklaart
niet, dat hij de boot heeft laten verrotten.”
De Kantonrechter: „Waarom verklaar je
dan eerst, dat de boot van jou is, en nu, dat
zij aan een ander behoort?
Bekl.: „Als ik dus zeg, dat de boot van
mij is, word ik gestraft? Willen de heeren
mij straffen, doe het dan dadelijk maar, ik
ga toch in hooger beroep. Ik verlang dat
hier recht gedaan zal worden.”
Nu, dat laatste wordt hem beloofd,
eisch is f 25 of 5 dagen hechtenis.
’t Deert S. niet veel, want al was het
f 500 geweest, ’t zou hem hetzelfde zijn.
Met veel herrie en lawaai en een duw van
een agent was hij eindelijk uit de zaal.
41. J. B. te Arum heeft op de tram
baan geloopen, hoewel borden aanduiden,
dat dit verboden-is.
Eisch bij verstek f 5 of 3 dagen hecht.
42. A. B. te Workum heeft 1 December
onder Parrega gevischt zonder recht voor
dat vischwater te hebben.
Eisch bij verstek f 8 sub. 2 dagen hecht.
43. U. T. te Rien was 13 December weer
eens dronken, schreeuwde en maakte kabaal,
en maakte het de politie door uit en in
zijn huis te gaan zoo lastig, dat tegen hem
bij verstek 3 dagen hechtenis wordt geeischt.
44. J. A. te Lutkewierum had den 30
December te Rien te veel „Schiedam” ge
noten. Eisch bij verstek f 3 sub. 2 dagen
hechtenis.
Ooststellingwerf, 16 Jan. Te Appelscha
wilde iemand zich van een ouden hond ont
doen, omdat het dier tot niets nut meer was.
Teneinde het een hevigen doodstrijd te be
sparen, werd besloten het maar dood te
schieten en een goed gericht schot deed dan
ook zijne werking. Het doode dier werd
in een naburig bosch gelegd. Hoe verbaasd
stond men echter te kijken, toen na verloop
van ruim eene week de hond geheel verma
gerd en ellendig terugkeerde bij zijn baas.
Het dier was blijkbaar van de wonde hersteld
en zal nu waarschijnlijk het genadebrood wel
mogen eten.
Hem. Oldeph. en Nw., 16 Jan. In deze
gemeente weigeren verschillende veehouders
nog zich bij de bestaande zuivelfabrieken
er zijn er vier aan te sluiten. Zij volgen
nog de oude wijze van zuivelbereiding en
kunnen heel goed concurreeren met de bij
de fabrieken aangesloten landbouwers. De
boter wordt voor een groot deel door win
keliers aangekocht en ook de andere pro
ducten vinden en detail goeden aftrek, met
name de karnemelk, die aan de fabrieken
alleen voor zieken verkrijgbaar is en de kaas,
die als boerenkaas gezocht blijft.
Tegen Kuyper.
Ds. Bronsveld toornt in zijn Stemmen op
onze regeering en dr. Kuyper. Hij schrijft
Indien de regeering eens haar sterke
schouders had gezet onder een nieuwe wet
op de Zondagsrust, onder een nieuwe armen
wet, onder een wet ter verzekering tegen
invaliditeit en ouderdom; indien zij niet een
drankwet had ontworpen, waarmee zij, die
geroepen worden haar uit te voeren, dood
verlegen zijn, maar een wet, die eerbied af
dwong; indien zij gereed was gekomen met
handreiking aan den handeldrijvende!! mid
denstand indien zij den financieelen nood
der groote steden had weten te verlichten
zie, dan had zij de medewerking genoten
van velen, die zij nu heeft afgestooten.
Maar wat wij meermalen hebben gezegd,
is o.a. nu weer geblekendr. Kuyper is een
groot talent, maar geen groot karakter. Van
zijn macht heeft hij terstond gebruik ge
maakt, om zijn oude kerkelijke tegenstanders
te tarten, en aan de «Vrije Universiteit" de
macht te verschaffen, waarop zij geen aan
spraak maken mag.
Inmiddels zijn onze sociale toestanden eer
verergerd dan verbeterd.
Men breekt de macht der «socialen" niet
door de bajonet; maar men beginne met
rechtmatige grieven weg te nemen, en bestaand
onrecht te herstellen.
Mr. Troelstra heeft dan ook dr. Kuyper
openlijk toegeroepeu: «Zoo gaat het goed".
Hij bedoelde: dit ministerie bewijst ons
goede diensten, en hij had gelijk.
HepF Nieuw&bl.
Bolswardsche Courant
Fi\