Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
II
Opstand te Petersburg.
IOMEO JULIA”
No. 8.
Verschijnt Donderdags en Zondags. 44ste Jaargang.
1905.
ALKENA Bz.
DONDERDAG 26 JANUARI.
BINNENLAND.
4
lts SIGAREN zijn
baar te Bolsward in
VOOR
Afzonderlijke
wel
eigen
die eenvoudige menschjes
wij
eens
als
vertelde van
ze klonken met elkaar, de oudjes,
genoegelijke tevredenheid in de
’t
moeten afwach-
zijn program
zou vermogen
bewonderende liefde kon stralen
dikke twintig ja;
„Maak-je
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Door bulletins hebben wij Maandag en
Dinsdag het belangrijkste nieuws gepubliceerd.
De heden ontvangen telegrammen laten
aan de binnenzijde volgen.
Er leeft een eeuwenoud denkbeeld onder
het Russische volk, dat het zich ten allen
tijde met zijn nooden en klachten tot den
Czaar kan wenden. Indren vadertje” slechts
op de hoogte is van den toestand, zal er ver
betering komen, want hij is almachtig en hij
meent het goed met zij n volk. Dit denkbeeld
is zoo diep bij ’t volk ingeworteld, dat zij
den Czaar geheel onschuldig beschouwen aan
de ellendige toestanden en alle schuld op zijn
ambtenaren werpen. Deze vormen den scheids
muur tusschen hem en zijn volk, deze zijn
omkoopbaar, op eigen voordeel bedacht, zij
hebben geen hart voor het volk, zij zuigen
het uit en verdrukken het.
Hoopvol keken de duizenden ongelukkigen
naar het winterpaleis, waar hun vorst woonde.
In de eenvoudige lieden kwam een stout
denkbeeld op: Tndien zij eens met duizend
tallen optrokken naar het paleis en daar den
Czaar persoonlijk te spreken vroegen, hem
hun nood klaagden, dan zou er wel veran
dering komen.
Zondag trokken de duizendtallen werke
lijk naar het paleis op, maar hun vorst was
gevlucht, hij durfde zijn volk niet aan te
hooren. Indien Rusland de omwenteling te
gemoet gaat, dan heeft de Czaar zelf de auto
cratie ten val gebracht.
Als monsters hebben de wreede kozakken
onder het volk huisgehouden. Met hun
paarden reden zij mannen, vrouwen en kinde
ren onder den voet, onbarmhartig suisden de
nagaiken door de lucht en als ondanks dit
alles het volk toch stand hield, dan werden
eenige salvo’s op de menigte gelost. De offi-
cieele berichten spreken van 76 dooden en
233 gewonden, alle correspondenten schatten
het aantal dooden op meer dan 2000 en het
aantal gewonden op 4 tot 8000!
Petersburg is veranderd in een slagveld.
De soldaten, die in ’t Oosten geen over
winning kunnen behalen, hebben hun eigen
landgenooten, de lieden van dezelfde taal en
denzelfden godsdienst, onbarmhartig vermoord.
De groote Russische Czaar, de vredeskeizer,
kan trotsch zijn op deze schitterende over
winning. Geen wonder, dat het volk, dat
eerst slechts een vreedzame betooging in den
zin had, dat op de knieën vie.1 voor de
soldaten en hun smeekte hen toe te laten
tot hun Keizer, dat dit volk woedend werd
en zich wapende. Met de gereedschappen,
waarmede zij hun dagelijksch brood moeten
verdienen, rukten zij op tegen de militairen,
maar wat konden deze wapens tegen het
moderne vuurwapen. Nieuwe salvo’s knet
terden en weer lagen honderden in de sneeuw
te stuiptrekken.
Schipbreuk van tlDe Stapfries.”
Stavoren, 23 Jan. Omtrent het vergaan
van //De Stanfries,” een der Workumer aal-
aken, op de Engelsche kust, vernemen we nog
het volgende. De aangespoelde wrakstukken
zijn herkend als afkomstig van genoemde aak.
Ook een boot bereikte de kust met de riemen er
in. Een Hamburger stoomboot moet de //Stan
fries” Maandag j.l. hebben opgemerkt, onge
veer waar de ramp heeft plaats gehad. Er
hing toen een sneeuwbui, het schip zette koers
naar de kust en was na de bui niet meer zicht-
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
’t
Is de jeugd. Dat verandert wel. Geloof-mij
maar!...”
Over ,,de eindcijfers” konden ze ’t nooit
eens worden. Als, op zoo’n Januariavond, de
oude man bij 't haardje zat, uitrustend van
z’n dagcijferen en tabellen makenmet ver
genoegd gezicht z’n gouwenaar dampend en
nu en dan z’n oudje even aankijkend,
alsof-ie wat zou gaan zeggen, zonder dat ’t
tot spreken kwam, dan wist zij wel hoe laat
’t was... Hij had, tot op een cent na, uit
gerekend wat ’t afgeloopen jaar hem hac
opgebracht aan winst en verlies.
En dan, als de gouwenaar driekwart leeg-
gesmookt was, kwam ’t ineens
„Vrouw, maak van-avond een glaasje
bisschop klaar!” En hij tastte naar het
tabakskistje, om een versche te gaan stopper).
Zij was al in de weer en kon op een
haartje vertellen, wat er nu volgen zou.
Dan wachtte-ie totdat het water gewarmd
was en het geurige aroma van den feest-
drank hóóge uitzondering in het huis
van ouderwetsch solied, zuinig man zich
in de kamer verspreidde en als hij zich dan
genoeglijk de chambre-cloack om z’n beenen
had gewikkeld en het eerste slokje bisschop
had genoten, dan begon hij te praten over
„de eindcijfers”. Nou, ’t was nog zoo kwaad'
niet geweest van ’t jaar. ’t Kon erger. In
dezen tijd van concurrentie mocht een mensch
blij wezen, als ’t zóó liep. Eu hij sloeg een
kasboek op en vertelde van z’n aardig eind-
winstje. En
En er was
huiskamer.
Maar wanneer dan, een uurtje later, de
zoon thuis kwam, dan verstoorde die dadelijk
de stemming. Hij trok z’n schouders op>
weigerde deel te nemen aan de tevredenheid.
Sprak weer van z’n plannen. Schold op vaders
vasthoudende koppigheid. Wilde uitbreiding,
verplaatsing, verbouwing, wat wagen; zei,
dat vader z’n tijd niet begreep. Vertelde,
dat een man als hij al-lang in den Raad
had moeten zitten. Hoe ’t ’n schandaal was,
dat er nog altijd menschen waren, die moeder
//juffrouw’, betitelden. Wond zich op over
vaders onwil om te begrijpen, welk ’n voor
uitzicht er in zijn plannen school.
Vader liet hem dan praten; dampte, tot
men in de kamer niets meer onderscheiden
kou, deed of-ie glimlachte en verborg voor
moeder zijn angst over die wilde phantasiën
en die eerzucht, dat verlangen om met „de
grooten” mee te doen, van hun jongen. En
als de zoon naar bed was en moeder er stil
van geworden bleek; met bedrukt gezicht
zat te kijken, dan stak vader haar z’n hand
toe en zag haar aan met z’n eerlijke trouwe
oogen, waarin nog dezelfde uitdrukking van
-- -ji als een
iar geleden en zei:
maar niks ongerust, ouwe
Weet men wel, dat „de eindcijfers” er
heel anders zouden uitzien, in duizend-en-een
gevallen, dan nu, jammer genoeg, moet ge
constateerd worden?
Soms gunt het Leven, dat ook wel
vriendelijk kan zijn, zich de moeite om
tucht- en leermeester te fungeeren.
’t Klopt aan de deur van hem, die zich
duizend behoeften, van allerlei aard, heeft
geschapen en die u bezweert, liever te willen
sterven, dan van een dezer afstand te doen.
Neen, hij is waarachtig niet overmoedig in
z’n eischen
Het Leven ontrukt hem de sleutels van
z’n brandkast en wijst hem, met gebiedend
gebaar, den weg te volgen, waar men slechts
door zuinigheid en door zelfbedwang voor
waarts kan komen. De eerste schreden zijn
heel zwaar, dikwijls, doch gaandeweg gevoelt
de reiziger, dat zijn tred leniger, zijn vol
hardingsvermogen grooter, taaier wordt. Hij
vindt de kracht om zijn tocht te vervolgen
en het oogenblik zal aanbreken, waarop hij
tot het besef komt, dat het grimmige leven
óók wel een goed paedogoog kan zijn!
En ieder kan de bouwmeester wezen van
z’n geluk.
Het ongeluk is slechts, dat zóóveel men
schen hun bestek te groot nemen of sprongen
willen doen met een polsstok, die er op geen
tiende na toe berekend is...
De brave grijsaard, die in het hoekje van
den haard zat te genieten van wat z’n jaar
balans hem, den zooveelsten Januari, had
geleerd, dacht aan ’t kruieniertje om den
hoek, dat hem een heele sinjeur vond...
En z’n zoon, die ik met verhitte wangen,
gloeiende oogen en gejaagde angstpassen,
over de straat zag rennen in de maanden,
die zijn’ ondergang voorafgingen, dacht aan
de grootste spiegelruiten van de Kalverstraat,
aan Raadscandidatuur, aan genoemd-worden
in de krant als „onze bekende en geachte
stadgenoot... etc.”... Aan maandrij tuigen en
kleurige lintjes in ’t knoopsgat...
Gelukkig heeft vader ’t niet beleefd, dat
van onlangs, dat droeve nieuws. Doch als
men hem gesteld had vóór de keuze tusschen
zijn sober woonvertrekje met de gouwenaar
en het éénjaarlijksche feestglaasje bisschop
of de kunstmatige glorie van z’n „meer
modernen” zoonik zie, in m’n gedachten,
’t afwerend handgebaar en het gezicht van
’r-niks-van-moeten-hebben, dat m’n oude zou
hebben opgezet... Ik wil er geen „moraal”
meer aan vastknoopen, maar nog slechts één
ding zeggen: wat de „eindcijfers” betreft,
had de ouderwetsche toch maar gelijk...
En in die simple waarheid schuilt een
les, die, in onze oogen, voor menigeen goud
waard is!... (Tel.)
z/De Zeven Grietenijen c.a.” daarna tot zijn
tegenwoordige positie, waarin hij voorloopig
vervangen wordt door zijn zoon. Mogen hem
nog vele goede dagen geschonken worden.
Hennaarderadeel. De kostschool te Span
num is opgeheven, na in de laatste jaren
een sukkelend bestaan te hebben voortgesleept
ten koste van de kerkelijke fondsen.
Opgericht door ds. Krul heeft ze een tijd
gekend, die men haren bloeitijd kan noemen;
’t was onder het hoofdschap van mejuffrouw
Naersen, voor onderwijs en tucht op hare
plaats.
De onderneming heeft aan de kerk veel
geld gekost en reeds bij hare oprichting
vond zij bij vele Spannumers tegenkanting,
hoewel men niet mag voorbijzien, dat winkel
man, slager en bakker hun profijt er mee
hebben gedaan.
Het aantal scholieren bleef in de laatste
jaren te gering om de uitgaven te kunnen
dekken; herhaalde aanbiedingen van gelegen
heid tot plaatsing bleven onbeantwoord; de
klassen waren slechts vertegenwoordigd in
het geheel door 8 leerlingen en... men sloot
deuren en luiken. Wat nu met dat kostbare
gebouw aan te vangen?
Men biedt het een ander instititeur aan,
maar dat loopt niet hard, vanwaar haalt men
zijne leerlingen.
Een gewoon boerendorp met 450 zielen,
niet eens aan spoor of tram gelegen, vinden
lui uit den deftigen middenstand niet profitabel.
Er loopt thans een gerucht, dat er pogingen
worden aangewend om er eene kweekschool
voor Chr. onderwijzers van te maken.
Maar de kerk heeft er genoeg van en
dan zullen de kosten, zonder ingrijpen van
den Staat, wel te hoog komen om aan zulk
een plan uitvoering te geven; tenzij onze
meergegoeden hunne beurzen gaan openen.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
De kiesrechtquaestie. Naar de Leeuw.
Ct. verneemt, is bij den minister van Biunenl.
zaken een klacht ingediend door ds. v. d.
Heide te Engelum tegen den burgemeester
van Menaldumadeei voor het feit, dat deze
geen formulieren voor adspirant-kiezers wi]
afgeven, anders dan op vertoon van de namen
der adspiranten.
Ds. v. d. Heide betoogt, dat deze houding
ingaat tegen de uitdrukkelijke bedoelingen
van den Minister, door dezen bij de laatste
begrooting kenbaar gemaakt.
Het compromis.
De thans tot stand gekomen samenwerking
tusschen de Liberale Unie en den Vrijzinnig-
Democratischen Bond maakt in verschillende
bladen een onderwerp van bespreking uit.
In het Ulrechtsch Dagblad schrijft prof.
J. de Louter, na een uiteenzetting en ver
dediging van het gemeenschappelijk program:
,/Geen liberaal mag weigeren gezamenlijk
op te trekken en met opoffering van
meening en voorkeur pal te staam voor de
groote beginselen, welke alleen in staat zijn
godsdiensthaat te beteugelen en staatkundigen
vooruitgang te waarborgen. Onder de leuze
„Eendracht maakt macht” betrachte ook hier
een iegelijk zijn duren plicht”.
De redactie teekent hierbij aan dat zij haar
eigen afwijkende meening nader zal ontwik
kelen.
De Nieuwe Crt. schetst de beteekenis van
de aanneming van het gemeenschappelijk
program aldus;
„Als verki ezingsprogram beduidt
het dat, indien de „christelijke” meerderheid
in Juni verdwijnt, twee belangrijke groepen
van de linkerzijde bij de vorming van een
inkerministerie zullen trachten de in hun
gemeenschappelijk program geformuleerde
venschen in het regeeringsprogram te doen
”pnemen.
//Als regeeringsprogram beteekent
■‘"et een ontwerp, op welks grondslagen met
idere tot de linkerzijde behoorende groepen,
w. z. hetzij de „oud-liberalen” hetzij de
-,ociaal-democraten, zal worden onderhandeld
om tot de vorming van een linker-ministerie
te geraken. Onderhandelingen, waarbij die
groep tot wie de verbondenen zich wendden,
natuurlijk in staat zou zijn haar medewerking
afhankelijk te maken van door haar verlangde
wijzigingen. Slechts dan zou het ontwerp van
Zaterdag j.l. dadelijk en onveranderd als
regeeringsprogram kunnen vastgesteld worden,
indien de aanstaande verkiezingen aan liberaal»
unionisten en vrijzinnig-democraten gezamen
lijk meer dan vijftig zetels geven. Thans
tellen zij in de Tweede Kamer 16 en 9 is 25.
Men berekene de kans...
„Een andere mogelijkheid zou nog zijn,
dat èn „oud-liberalen” èn sociaal-democraten
Unie en Bond (al hadden dezeniet de meer
derheid in de Kamer) rustig een ministerie
lieten vormen, zonder daarvoor eenige mede
verantwoordelijkheid te aanvaarden. Dan zou
zulk een ministerie beginnen te regeeren
zonder meerderheid en maar
ten, hoeveel maatregelen van
het er bij de Kamers door
te krijgen. Een ongewis bestaan.”
Hel Volk schrijft:
„Bij winnen of verliezen is dit nu
het einde der vrijz. democratie. Er is niet
bekend geworden of het compromis bij het
verliezen van den slag wordt voortgezet, maar
dit ligt na de verkiezingscampagne in den
aard der zaak.
„En de oud-liberalen zullen nu wel eerst
daags een vorm vinden om meê te komen.
Anders gaan zij er heelemaal onder. Of zullen
zij zich verbinden met de Nat. Historische
Partij? Wij denken het niet. De heele
liberale familie zal wel spoedig weer bijeen
zijn voor den strijd tegen Kuyper. En het
blanco? Wel, die dan leeft, die dan zorgt,
zullen ze zeggen.”
Ik dacht aan
en hun sober geluk, toen ’k, kort geleden,
las, hoe de zaken van den zoon mis zijn
geloopen. En toen kwam het beeld mij voor
den geest van den gejaagden man, met de
onrustige koortsige oogen en de congestieuze
wangen, zooals ik hem in ’t laatst geobser
veerd had, meermalen, en ik herinnerde mij
hoe ik ondanks z’n vertoon van luxe,
van meedoen, van „dans le mouvement’ zijn,
herhaaldelijk gedacht had: dat scheepje I
gaat stranden... I
En in de stilte van mijn kamer, waar de
krant me het droeve nieuws over den zoon
van het echtpaar, dat wij straks „sprekend
invoerden”, had gebracht, kwam toen de
vraag in mij op: Waarom begrijpen de
menschen toch niet, dat hun levensgeluk en F
tevredenheid veel goedkooper zijn te verwerven,
op veel eenvoudiger wijze, met veel minder
inspanning en martelen, dan zij zich nu
verbeelden en getroosten
Als we eens trachten, ernstig en eerlijk
op te maken de balans van wat in ons leven
behoefte en wat overdaad, ingebeeld genot,
valsche streeling van ziekelijke eerzucht en
ijdelheid en jaloezie, is?
En wanneer wij eens daar tegenover
stelden wat wij door eerlijken arbeid, door
werkkracht, door toewijding kunnen praes-
teeren?
Bolswardsche Courant.
wroi