Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
No. 11.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
44ste Jaargang.
1905.
ZONDAG 5 FEBRUARI.
BINNENLAND.
Des ochtends
in de Parijsche halles.
VOOR
Afzonderlijke
den ander bij
den
C O L L E G A’S.
de Boerengene
raals
alle koopwaren
winkels te brengen,
reien door elkander
zoekende kooplui
drukte heen, levendig
uitgehaald, dan
andere opinie
dat hij ook
genoten.
Ge ziet
aan,
op
de
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
nu nog
collega
Witmarsum, 4 Eebr. 1905. Woensdag j.l.
Alge-
van z/de
ben, dan ge denkt. Verleden week, Woensdag,
kuier ik, na een oogst van zes leege porte-
tnonnaies op de Hoogstraat, 't schijnt
Tijdens het bezoek van de Boerengene-
aan Rotterdam verdrong zich een dichte
product en
Hè, je waagt het.
Natuurlijk, een groote domkop ben je.
Ik zal het je bewijzen.
Kalm stond hij op, nam den ander bij
den arm en zei: Vergun, dat ik mij nog
maals voorstelMeijer, rechercheur.
Donders, knarste Ries, je hebt gelijk,
zoo stom ben ik nog nooit geweest 1
Centrales i
heeft men
inkeroever
Vins, waar
want wijn is in Frankrijk een inheemsch
de volksdrank bij uitnemendheid.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 'Cts. van 17 regels. Vervol
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
het pavilloen opgestapeld en daar heeft, met
oorverdoovend geraas en met de levendigheic
die alle Franschen eigen is, het verhandelen
der waren tusschen de kooplieden in ’t groot
en die in ’t klein plaats.
En dan begint het gesjouw daar binnen,
om alle koopwaren naar de verschillende
De zzporteurs” schar-
om hun vrachtje uit te
wringen zich door de
j en bedrijvig. En in
de winkels is men druk bezig alles te orde
nen en te rangschikken.
Niet alles evenwel, wat in de Halles
Centrales wordt aangevoerd, komt daar te
koop; er zijn nog verscheidene Halles te
Parijs, in verschillende buurten der stad en
van daar komen ook de kooplui ’s morgens,
om hun voorraad voor den dag in te slaan.
W at zij gekocht hebben, wordt naar beneden
gebracht, evenals hetgeen niet verkocht is.
Onder de Halles Centrales heeft men namelijk
uitgestrekte kelders, waarin het niet gekochte
een bergplaats vindt en hetgeen naar andere
Halles moet vervoerd worden, laadt men in
de wagens van den Metropoli tain, den onder-
grondschen spoorweg, die de buurt-Halles
met de Centrale verbindt.
Boven heeft men in ongelooflijks korten
tijd alles wat verkocht moet worden, in de
verschillende winkels uitgestald. Vele handen
maken licht werk en in de Halles Centrales
zijn ’s morgens vele duizenden handen bezig.
De uitstallingen zijn gereed. Daar liggen
allerhande groenten, welke het seizoen op
levert, in onafzienbaar lange rijen op de ver-
koopbanken, manden boordevol met heerlijke
sappige vruchten. Levende visschen spelen
en dartelen in de bassins, onbewust van het
lot dat hun wacht en dat velen hunner
natuurgenooten, die op de banken liggen,
schoongemaakt en aan moten gesneden, reeds
hebben ondergaan. In het vleeschpavilloen
hangen ueheele runderen en schapen aan de
groote vleeschhaken en wTorden stuk voor
stuk ontleed en verdeeld. Daar heerscht
een lauwe, benauwende lucht, ondanks de
goede ventilatie, en de vreemdeling, die in
de Halles slechts een kijkje komt nemen, is
al spoedig geneigd dit pavilloen te verlaten
en een ander op te zoeken, waar het fris-
scher is. Kreeften en krabben, levende en
gekookte, lokken de koopers aan. Van de
gekookte kreeften is er in elke uitstalling
een in de lengte door midden gesneden, om
de liefhebbers te laten zien, hoe blank en
vleezig ze zijn.
De kooplieden van buiten, die te Parijs
hun waren aangebracht en hun geld er voor
ontvangen hebben, laten er ook wat achter:
zij gebruiken er hun eerste onbijt, „petit
déjeuner”, in een crêmerie, zooals men er
verscheidene in de omgeving van de Halles
Centrales vindt.
Een crêmerie is een soort van schaftlokaal,
dat voornamelijk op het petit déjeuner is
ingericht. Melk, chocolade en brood zijn in
hoofdzaak verkrijgbaar. Weelderig is de in
richting niet, eer huiselijk gezellig. Houten
tafels met matten stoelen of soms nog enkele
banken vormen het meubilair en in het lokaal
staat een groot fornuis, waarop in omvang
rijke ketels de chocolademelk wordt gekookt.
Dat is te Parijs het meest gewilde ontbijt:
een spoelkom met chocolademelk, waar men
liet brood in brokkelt, om het vervolgens op
te lepelen. Voor enkele stuivers kan men
in de crêmerie op die manier flink ontbijten
en alle vroege marktbezoekers maken daar
gebruik van, zoodat de crêmerie’s van het
aanbreken van den dag af vol bezoekers zijn
wat zoo blijft totdat de kooplui van buiten
met hun zware wagens weer zijn weggereden.
Dan, tegen 8 uur ’s morgens, is de groote
drukte in de Halles Centrales over en begint
iet geregelde défilé van de huisvrouwen langs
de zoo enorme voorraden opgestapelde eet
waren.
Alleen eetwaren voert men in de Halles
aanvoor zzwat Parijs drinkt,”
een afzonderlijke halle op den
van de Seine, de Halle aux
al de wijn wordt aangevoerd,
me vermoedelijk niet voor een
licht aan, na den misgreep van zooeven,
begon hij, doch...
O, integendeel, kreeg hij ten antwoord.
Dat minachtende lachje irriteerde Ries
nog meer en met vuur hernam hijIk
belang hebben bij aanbouw van een of meer
arbeiderswoningen nabij die plaatsen vanwege
de landeigenaren;
Overwegende, dat mag worden aangenomen,
dat 5 a 6 °/q van de kosten van aanbouw,
te restitueeren aan de betrokken land-
komt het pas, vervolgde I eigenaren, voor vele huurders van boeren
naar de Zwarte I plaatsen niet te bezwarend mag heeten
en... leeg, I Machtigt het Bestuur der Vereeniging op
I door hem te bepalen tijd en wijze dergelijken
aanbouw aan heeren landeigenaren ernstig
aan te bevelen.”
Arum, 3 Febr. Voor de zooveelste maal
bleek ons Donderdag j.l. de broosheid van
het menschelijk leven.
De heer S. K., Kerkvoogd der Ned. Herv.
Gem. alhier, zou voor zaken op reis. Hij
ging nog eerst even naar den barbier. In den
scheerstoel plaats genomen hebbende, werd
hij ongesteld en gaf binnen weinige oogen-
blikken den geest.
Men beweert, dat de overledene leed aan
eene hartkwaal.
Woudsend. Dinsdag hield de alhier geves-
j van het zzGroene Kruis” zijn
jaarvergadering. Ter propaganda was de zaal
’t eerste gedeelte v. den avond toegankelijk
het postkan- I voor ieder. Het jaarverslag werd voorgelezen,
waaruit bleek, hoe nuttig de vereeniging had
gewerkt. Kadat het bestuur vervolgens zijn
wenschen voor 1905 te kennen had gegeven
werd staande de vergadering het ledental
aanzienlijk uitgebreid zoodat het thans 139
leden bedraagt. Er was een batig saldo in
stond mij I kas, terwijl de penningmeester voor zijn beheer
gedechargeerd werd. In plaats van ds. 8 Ron
ner, Herv. pred. (vertrokken) werd gekozen
ds. A. Groenewegen, Ger. pred,, terwijl de
seer. ds. K. Vos, Doopsgez. pred., die aan
de beurt van aftreding was, werd herkozen.
Het huishoudelijk reglement werd aangevuld
met een paar nieuwe bepalingen, terwijl be
sloten werd zich aan te sluiten bij de Prov.
Eriesche Vereeniging.
werd in het Tramstation alhier eene
meene Ledenvergadering gehouden
Bouwvereeniging Wonseradeel”.
Negentien leden waren tegenwoordig. Aan
de orde was o.a. de benoeming van 9 be
stuursleden. Gekozen werden de heeren
Jan Timmer, Kimswerd; P. Y. Vellinga,
Arum Th. Boshuijér, Witmarsum; O. Brune,
Lollum L. 8. Piersma, Hieslum J. Sal-
verda A.Mz., Makkum J. H. H. Piccardt,
PingjumTj. A. de Jong, BurgwerdJ.
Blanksma, Pingjum.
De benoodigde f 10,000 zal op 1 Februari
zeer zeker zijn geplaatst, terwijl het bestuur
is gemachtigd te trachten meerdere aan-
deelen te verkrijgen.
Aan het slot hadden besprekingen van
allerlei aard plaats, wat tengevolge had, dat
de volgende motie werd aangenomen
zzDe algemeene vergadering van de zzBouw-
vereeniging Wonseradeel”, bijeen op 1 Febr.
1905 te Witmarsum;
Overwegende, dat deze Vereeniging uit
sluitend ten doel heeft de verbetering van
de volkshuisvesting in de gemeente Won
seradeel
Overwegende, dat dit doel in beginsel zal
Hij, die zich een denkbeeld wil vormen
van de enorme massa voedingsmiddelen, welke
een wereldstad als Parijs eiken dag verslindt,
die moet een kijkje gaan nemen in de Halles
Centrales, de overdekte markt, welke zich in
het hartje van Parijs, tusschen de groote
boulevards en den rechter Seine-oever bevindt.
Maar hij moet dan vroeg opstaan, want de
Halles Centrales zijn wel den heelen dag
open, maar de groote drukte daar is om 8
uur ’s morgens afgeloopen en slechts tot zoo
laat hebben de Halles iets eigenaardigs, iets
wat men slechts in een wereldstad kan aan
treden; na dien tijd, als de sporen, die de
drukte op straat heeft achtergelaten, met
weergaloozen spoed zijn weggeveegd en op
geruimd, krijgen de Halles het aanzien van
een gewone groote markt in een groote stac
en kan men er rustig rondwandelen tusschen
de huismoedertjes, die haar inkoopen komen
doen, de vrouwen uit de buurt alleen, want
elke wijk heeft haar Halles, die naar het
zelfde model van de Centrale gebouwd, doch
zooveel kleiner zijn.
Hoe reusachtig van afmeting de Halles
Centrales zijn, kan men nagaan, wanneer men
weet, dat zij een oppervlakte van 70.ÜUO M2.
in beslag nemen. Er zijn 12 paviljoens,
geheel van ijzer gebouwd en waarvan de
jaloezievormige wanden de buitenlucht van
alle kanten toelaten. De paden tusschen
deze pavilloens zijn met ijzeren daken over
spannen, zoodat zij ruime en hooge gewelven
vormen. In elk pavilloen zijn 250 winkels,
die iederen morgen van verschen voorraad
worden voorzien en meestal tegen den mid
dag zijn uitverkocht.
Alles wat te Parijs op één dag gegeten
wordt van groente, vleesch, wild, gevogelte,
fruit enz., wordt in de Halles Centrales aan
gevoerd. Al voor zonsopgang beginnen ze
aan te rollen de zware karren, hoog opge
laden met groenten en vruchten, die de
tuiniers uit de omstreken te Parijs ter markt
brengen en hoe dichter men bij zes uur
nadert, hoe talrijker het aantal vrachtwagens
wordt. Visch, wild en vleesch komen er
ook bij en alles wordt bij de Halles afge
laden, waar zich om 6 uur al een dichte
menschenmassa verdringt. Van de wagens
smijt men alles door elkander op het trottoir.
Daar liggen bergen groenten, vaak booger
dan een verdieping, opgestapeld naast geslacht
vee, runderen, schapen en varkens nog aan
één stuk, manden met vruchten en met visch
door elkaar en daartusschendoor schuift en
beweegt zich de menigte kooplui, die hun
voorraad voor den dag komen opdoen.
De groenteboeren en hun knechts hebben
ontzaggelijk groote witte hoeden op van vilt,
dik als olifantsve] en daarop dragen zij met
het grootste gemak hun manden van den
wagen, soms vier, vijf manden op elkaar,
die zij op het trottoir uitstorten en zoo de
hooge stapels vormen, die door de sjouwers,
zzporteurs des Halles”, naar binnen worden
gedragen.
De zzporteurs” zijn vast aangestelden, her
kenbaar aan den koperen penning, dien zij
aan een band om den hals dragen. Sommigen
hebben een ringkussen bij zich, dat hen in
staat stelt de stapels manden op het hoofd
te dragen, anderen dragen op den rug, waartoe
zij een hekwerk van hout, dat ongeveer den
vorm heeft van een steekwagen zonder wiel,
gebruiken, dat op de manier van ransel over
de schouders met riemen wordt vastgemaakt.
Elk der twaalf pavilloens is voor een be
paalde soort van koopwaar aangewezen en
heeft zijn vaste zzporteurs” terwijl buiten de
marktopzichters de waren al sorteeren, om
ze aan de tot hun pavilloen behoorende
sjouwers aan te wijzen. Onverstoorbaar kalm
balanceeren ze met hun vrachten op hoofd
of rug tusschen de drukte door. zzAttention!”
klinkt het waarschuwend toe, wanneer ge hun
in den weg loopt, maar meestal krijgt ge
dan gelijktijdig den stoot al te pakken, tot
wachten of ook maar even vertragen van zijn
gelijkmatigen pas heeft hij den tijd niet.
Daar binnen in de pavilloens hoopen zich
de kooplui uit de stad op, die hier hun in
koopen komen doen. Particuliere koopers
zijn er nog niet, de winkels zijn nog ledig,
alle waren liggen in de tusschcnruimten van
menschenmassa op het Beursplein om van
zoo’ nabij mogelijk de Zuid-Afrikaansche
helden te aanschouwen.
Op het oogeiibük, dat de stoet in aan
tocht was en aller oogen gericht waren
de Blaak, ontstond in het midden van
menigte een twist, die echter van korten
duur was en na een paar, op luiden toon,
gewisselde woorden in een kalm, zelfs vrien
delijk gesprek eindigde. Een zakkenroller
had een net-gekleed heer van zijn porte-
monnaie willen berooven, maar met vluggen
greep had het slachtoffer den pols van
gauwdief omvat.
Wel, wat zeg je daarvan vriend, dat
valt je niet mee, hè Onmiddellijk liet de
heer er echter fluiterend op volgen Ik
ben een collega, daarom snapte ik je direct.
De andere booswicht, wel blij niet te
worden gearresteerd, ergerde zich evenwel
toch juist tegenover een zzvakman” zich te
hebben geblameerd.
De beide langvingerigen begaven zich,
daar hun gesprek de aandacht der omstan
ders begon te trekken, uit het gedrang en
traden, op uitnoodiging van den fijnst ge-
kleede, het Poolsch Koffiehuis binnen, om
daar nader kennis te maken.
Ze waren de eenige bezoekers op dat
oogenblik en nadat de heeren achter een
glas bier zaten, zei de zz netste” op fluiste
renden toon Vergun, dat ik mij even
aan u voorstel, mijn naam is jonkheer
Meijer, verzamelaar.
Zeer aangenaam, luidde het bescheid,
ik ben Ries, zakkenroller.
Laatstgenoemde had nu nog meer het
land, omdat hij met een collega van hoogen
kom-af te doen had. Maar, als hij het stukje
meedeelde, dat hij vóór een paar dagen had
zou die meneer wel een I worden bevorderd door aanbouw van nieuwe
van hem krijgen en gelooven, I woningen, voor ’t geval door haar intermediair
een fatsoenlijke opvoeding had I even zoovele gebrekkige woningen worden
1 verwijderd;
Overwegende, dat aanbouw7 van nieuwe
woningen in dicht bebouwde kommen van
dorpen beperkt dient te worden en die kommen
eer dienen te worden uitgebreid
Overwegende dat het particulier initiatief
tot verbetering en aanbouw van nieuw’e
kan bewijzen, dat ik uit beter hout gesneden I woningen binnen deze gemeente door haar
in geen enkel opzicht tegengegaan, ja
een oogst van zes leege porte- I waar mogelijk gaarne bevorderd zal worden
1 I Overwegende, dat vele huurders van boeren
mode tegenwoordig geen cent op zak te heb- I plaatsen en ook hunne vaste arbeiders groot
ben langs Plan C., toen voor den winkel
van Schiller een équipage stilhoudt en een
chique dame uitstapt. Een kleine greep en
haar beurs is mijn.
Sapperloot, riep de verzamelaar bewon
derend.
Ja, maar nu
Ries. Ik loop den hoek om,
Houtstraat, open daar den buit
op een paar centen na en een saamgevouwen
visitekaartje.
Pech, zei de jonkheer.
Ja, ’k was razend, verbeeld je, een
fijne equipage, een toilet van heb ik jou
daar en dan die portemonnaie.
Ik was van plan het leege vod weg te
gooien toen mijn vingers, die altijd wat te
doen moeten hebben, werktuiglijk het kaartje
openvouwden en ik lees den naatp van een
der heeren uit de hooge aristocratie. En de
portemonnaie was voorzien van de initialen
van een ander lid uit denzelfden stand, let
ters, die ik heel goed wist te ontcijferen.
Een lumineuze gedachte kwam in mij op:
Wraak en een goeie dag!
Nu komt het, zei de jonkheer belang- I tigde afdeeling
stellend.
Ja, nu komt het, herhaalde Ries in
vervoering. Ik begaf mij naar 1
toor en schreef op de achterzijde van het
naamkaartje: Eenig geliefde, ik verwacht u
ledenmiddag op de bekende plaats. Zie, dat
ge u van uwe tyran verwijdert. Je je innig
iefhebbende A.
En toen ging het op weg naar den ega
van de trouwelooze dame. De man s
te woord, kreeg bijna een beroerte van schrik
en gaf mij een lapje van honderd, omdat ik
olechtig beloofde, dat ik over deze zaak zou
zwijgen als het graf.
Ries keek na dit verhaal den jonkheer
triomfeerend aan.
Wel, collega, ben ik zoo’n uilskuiken
als waarvoor ge mij gehouden hebt?
Zeker* luidde het antwoord.
Bolswardsche Courant