Nieuws- en Advertentieblad
Bolswarcl en Wonseradeel.
4
44ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 12.
1905
o
1
DONDERDAG 9 FEBRUARI.
BINNENLAND.
UIT DE PERS.
VOOR
Afzonderlijke
de eerste
nummers
de
de N. Ct,
en
gepro-
’t gelukte
Want de
waren
het
dr.
de Hooger
en rede-
de voor
ingrijpende
mannen
praten
ons volk
daad, die
Geschiedt
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
besproken, ’t Is geen wonder het nieuws
is inderdaad zeer belangrijk en men woont
hier in dit opzicht in een bijzonder rustigen
en veiligen hoek. Sedert Jan Hut c.s
maar laten we vertellen wat men hier met
zekerheid en per geruchte weet. Met zeker
heid is bekend, dat de diefstal gepleegd is
bij den alleenwonenden zonderling Tjerk, in
de wandeling gekke Tjerk genaamda een man,
tamelijk in bonis en... wereldschuw, al jaren
lang. Een paar malen al heeft men
beerd zijn goed te stelen, maar
niet. Nu is ’t wel gelukt, maar nu zullen
de daders zich wellicht branden.
van ’t geldswaardig papier
genoteerd ’t geschiedde, zegt men, na den
laatsten aanslag, door den Burgemeester van
Workum en dat is voor dieven gevaar
lijk. Reeds zegt het gerucht, dat één
//men" noemt er twee er door in de val
geloopen is.
Hij zou in een herberg gemaakte vertering
met een bankje van f60 betaald hebben; in
een tweede herberg, waar hij ’t zelfde plan
had, kreeg hij toevallig de krant onder de
oogen, waarin de nummers stonden. Hij
haastte zich nu daar te betalen met klein
zilver en spoedde zich naar kastelein no. 1
om de banknoot terug te vragen. En hij
kreeg ze terug, om ze ten vure te doemen.
Wat hiervan is of 't geheel volksfantasie
is, half of heel waar, zal wel spoedig blijken.
Dit neemt men voor zeker aanhet probleem
zal hier niet moeielijk op te lossen zijn.
Nog zegt men, dat de buit geborgen was
in een nieuwe trommel, die weer in een
kleerkist gesloten was, welke door Tjerk
dichtgespijkerd was. Tjerk moet de dieven
bezig gezien hebben, maar was rustig in bed
gebleven.
Nader bericht.
In verband met den gepleegden diefstal is
de persoon van T. de V., kruidenier te
Workum, Zaterdagavond na een langdurig
verhoor ten stadhuize en na confrontatie met
den bestolene naar Leeuwarden gevoerd.
De verdachte is gehuwd en vader van 8
kinderen.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Vervol
gens 10 Cts. per régel. Overigens naar plaatsruimte.
Sneek, 6 Febr. Hedenmorgen had alhier
een treurig ongeval plaats. De Li-jarige
dienstbode van den heer 11. viel met eeu
emmer water van de bovenste tree der trap
naar beneden. In bewusteloozen toestand op
genomen, bleek ’t dat ’t meisje ’n vreeselijke
hoofdwond had bekomen en dat de hersenen
door den val vrij wat waren aangedaan.
be diefstal in t IKorkumer Heidenschap.
Friesche Zuidwesthoek, 5 Febr. De
diefstal in 't Workumer Heidenschap vormt
hier en ’t is alleszins verklaarbaar
schering en inslag van de dagelijksche ge
sprekken. In huis, op straat, in de werk
plaats, aan de koffietafel, overal wordt het
sensatiemakende geval besproken en nog eens
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Workum, 7 Febr. De vorige week Dinsdag
vervoegde zich in den Schoenwinkel van P.
Plantinga alhier een net uitziend meisje om
twee paar laarsjes op zicht te mogen hebben,
voorgevende tijdelijk thuisbehoorende bij zeer
goede lieden in onze stad, waarop haar bereid
willig het verlangde werd ter hand gesteld.
Toen er een paar dagen later geen bericht
op de schoenen inkwam, vervoegde de eige
naar zich, aan het opgegeven adres, alwaar
men zich van een meisje noch van de schoe
nen iets bewust was en niemand op hun
naam iets had gehaaltl.
Tot heden is het meisje met de schoenen
nog niet bij den eigenaar teruggeweest, zoo-
dat men hier met een soort van oplichting
te doen heeft.
6 Febr. Op onderscheidene gedeelten
van het Marktplein zagen we Zaterdagmiddag
vele groepjes nieuwsgierigen bijelkander staan.
De reden daarvan was, dat inzake de diefstal
de vorige week in het Heidenschap gepleegd,
bij den zonderlingen man, genaamd //Ouwe
Tjerk” het Gerecht uit Leeuwarden alhier
was aangekomen om de zaak zoo mogelijk
verder te onderzoeken.
Eerst dient te worden vermeld, dat in het
begin van de vorige week een kruidenier
Tj. de V. in de herberg van A. Boers ma te
Parrega een bankbiljet van f 60 in betaling
had gegeven, en hem daarvan werd terug
betaald. Even later ontdekte de kastelein,
'dat er dezelfde nummers op stonden welke
in de bladen waren gepubliceerd. Dit werd
aan genoemde de V. medegedeeld, waarop
deze terstond het geld teruggaf. Hierop nam
de kruidenier het bew%ste bankbiljet
verbrandde het boven een theelichtje.
Allerlei geruchten omtrent den diefstal
deden de rondte, terwijl meerdere personen,
volgens geruchten, werden aangewezen.
Naar aanleiding hiervan werd genoemde
Tj. de V. en anderen Zaterdagmiddag door
de Rechters op het Stadhuis in verhoor ge
nomen.
Al spoedig werd dit aan verschillende
personen verteld, die het op hun beurt weer
oververtelden en door velen die tijd over
hadden, werd een kijkje genomen voor het
Stadhuis en de zaak door hen in wijden
kring besproken. Niet alleen deze diefstal,
maar ook uit vroegere tijden kwamen ter
sprake, zoodat de steeds aangroeiende menigte
ruime stof had.
Eerst werd met belangstelling de tijd van
7 uur afgewacht, omreden er dan een trein
naar Leeuwarden vertrekt. Naar het scheen
kon de zaak vóór dien tijd niet worden
afgehandekk
in de school zijn opgegaan, zou nu werkelijk
onze partij in den volsten zin een school-
partij zijn geworden? Bestaan er dan waarlijk
geen andere belangen meer, waarvoor de
anti-revolutionnairen zich warm hebben te
maken, dan de belangen van het onderwijs
Kan er dan, zooals mijn Haagsche collega
schrijft, nu letterlijk niets meer van dit
Kabinet gezegd worden? Niets van wat het
deed bij de werkstakingen voor
Onderwijswet, vooF de billijkheid
lijkheid bij de benoemingen, voor
bereiding en het gereedmaken van
sociale wetten?”
Als dit het geheele actief is, dat de adju
dant van den premier op de balans der
werkzaamheid van het Kabinet te brengen
weet, dan schijnt Junius’ klacht, dat „voor
de groote massa van ons volk er niets is
gedaan, als de wijziging der schoolwet niet
tot stand komt”, eer bevestigd dan weerlegd.
Een redacteur van het Centrum, zich tee-
kenende A. V-. D., heeft den afgevaardigde
voor Rheden, den voorzitter der Katholieke
Kamerclub, mr. M. J. O. N. Kolkman, „twee
volle uren” geïnterviewd en den in
houd van dit langdurig onderhoud in drie
kolommen druks samengetrokken. Volgens
dit résumé is het gesprek juist niet bijster
diep gegaanwat de politieke verhoudingen
betreft, bevat het letterlijk niets wat met
reeds van elders bekend was of waarvoor
men nu juist niet twee uren met mr. Kolk
man behoeft gesproken te hebben.
In het beeld van den verkiezingskaros,
door den afgevaardigde in het laatste be-
grootingsdebat gebruikt, schijnt hij zelf nog
een bijna kinderlijke pret te hebben. Immers
op eene vraag van den journalist omtrent
de concentratie van „Unie”-liberalen en
vrijziunig-democraten antwoordde hij
„Ik vind die concentratie, zooals zij tot
stand gekomen is, gewoon-weg schandelijk.
De heer B o r g e s i u s zit nu niet meer
iu het kattebakje van den verkiezingskaros
met de parade-paarden maar op den bok,
waar de heer T r o e 1 s t r a afgedrongen is.
De eerlijkheid had gevorderd, dat de heeren
T roe 1 st ra en Drucker naast elkan
der hadden plaats genomen. Zij willen Grond
wetsherziening meteen bepaald doel en krach
tens hun beginsel. Maar om het principe
schijnt men zich in deze campagne voor een
blanco artikel 80 in het geheel niet te
bekommeren.”
Wat mag er dan toch wel in het streven
naar een blanco-artikel 80 anders schuilen
dan juist het „principe” van Grondwets
herziening, waarvoor slechts met deze for
mule de medewerking der „Unie”-liberalen
te verkrijgen was? En waar dus geen be
ginsel wordt opgeofferd, is het dikke woord
„schandelijk” volkomen ongerechtvaardigd.
Overigens laat zich de Schadenfreude van
mr. Kolkman en zijne partij gemakkelijk
verklaren, dat zij rustig in het kattebakje
kunnen blijven zitten, wel wetende dat dr.
Kuyper hen brengen zal waar zij wezen
willen. Arnh. Ct.
Nadat die tijd verstreken was en ieder
van zijn werk was thuis gekomen, ging men
later eveneens een kijkje nemen en hoorden
we van verre enkele gesprekken aan, waarbij
verreweg de meesten aan de onschuld van
den in verhoor genomen man dachten. Even
eens was men begaan met het lot van de
vrouw en zijne 8 kinderen.
Onder het publiek dat wachtte werden
oproerige kreten vernomen en hooggeplaatste
personen verwijtingen naar het hoofd geslin
gerd. Het werd er niet beter op, toen half-
tien een rijtuig voor het stadhuis kwam en
de in verhoor genomen de V. mee moest
naar Leeuwarden. De vermoedelijk verdachte
werd door twee agenten in den wagen begeleid,
waarin eveneens de heeren rechters plaats
namen en voort ging het naar het station.
De woede van vele personen nam in die
mate toe, dat de politie handen vol werk
had om de menigte van den wagen te houden,
wat zelfs enkele malen niet gelukte. Het
was een rumoer en tumult, zoodat het zelfs
een klein oproer geleek. Velen gingen mee
naar het station.
Toen de trein voor het station stil hield
en de reizigers moesten instappen, werd van
het perron met keisteentjes op hen geworpen
en eeu paar personen zulk een projectiel
tegen het hoofd geslagen. Onder het weg
rijden werd de trein nog gebombardeerd.
Nadat dit had plaats gevonden verwijderden
de meesten zich en gingen naar huis, terwijl
nog onderscheidene groepjes jongvolk om en
bij het Marktplein vertoefden, waarbij de
agenten werden uitgejouwd, ja zelfs met slijk
geworpen.
Ziehier het gebeurde dat j. 1. Zaterdag in
onze anders zoo stille stad Workum heeft
plaats gevonden. Waarlijk, het deed ons denken
aan de Middeleeuwen, toen het Volk voor zeer
dom werd gehouden. Maar dit nu in de 20e
eeuw, alleen bij eeu gewoon rechterlijk onder
zoek. ’t Is een schande!
Liever moest men de politie mee helpen in
het zoeken van de daders, opdat de schuldige
zijne gerechte straf daarvoor kon krijgen.
Wat het onderzoek aan het licht heeft
gebracht, weet men vooralsnog niet mee te
deelen en zal de Justitie de zaak verder te
Leeuwarden onderzoeken.
Mocht er echter later wederom alhier een
Gerechtelijk onderzoek plaats vinden, we
zouden ten zeerste ieder willen aauraden zich
rustig en ordentelijk te gedragen en de Justitie
vooral niet tegen te werken, maar hen boven
dien zooveel mogelijk steunen.
De Banier.
Sneek, 6 Febr. Zaterdagavond jl. bracht
de tram van Bolsward alhier binnen ’t lijk
van D. P. oud 35 jaren, boerenknecht onder
Roodhuis bij Tirns.
Eigen schuld was de oorzaak dat de jonge
man bij ’t uitstappen voor den Franekerweg
door den tram werd overreden. Hij deed
’t zich niet aan tijd zoolang te wachten, tot
’t voertuig stil hield, maar verliet nog onder
’t rijden den tram.
Op ’t zelfde oogenblik komt hij te vallen,
doordat hij inplaats van met den tram mee,
tegen den tram in uitsprong.
Gelukkig was de levensdraad terstond bij
hem afgesneden.
Uit Amsterdam wordt aan
gemeld:
De anti-revolutionairen hier ter stede, min
der gesticht over het propagandistisch optreden
der Christen-democraten tegen het //Christe
lijk” bewind, hebben reeds een onderwijzer,
die sympathieën met de Chr. democr. betoonde
de, van hun bijzondere school ontslagen, ter
wijl een tweede en derde op de nominatie
voor ontslag staan. Gaan de anti-revolutio-
naire //broeders” hiertoe over, dan bestaat
bij de Christen-democraten het plan een eigen
school op te richten.
Brand in eeu prullemand.
Het postkantoor Prinsestraat, te Den Haag,
was Zondagochtend bijna een prooi der
vlammen geworden. Zoover is het echter
niet gekomen. De brand bleef beperkt tot
de prullemand die een der bezoekers voor
aschbak had aangezien.
Goudinvoer in Nederland.
Er moet in de laatste dagen voor meer dan
f 1.000.000 aan gouden munt en baren van
uit Duitschland ons land zijn ingevoerd.
Men herinnert zich dat na
stemming in het district Brielle, welke in
de kerkelijke coalitie groote teleurstelling
wekte, vooral de anti-revolutionaire Rotter
dammer van mismoedigheid blijk gaf en na
den uitslag van Vrijdag 1.1. is hare stemming
er niet op verbeterd. //Moeilijk zal ’t zijn
om nu nog vol te houden, dat het district
voor ons is vooruitgegaan. Neen, we zijn er
niet vooruit, maar achteruit gegaan”, roept
het blad mistroostig uit en iets verder laat
het volgen:
z/Loopt het in Juni precies als nu in den
Briel, dan gaan we niet vooruit, maar terug
en wordt de groote slag door ons verloren.
z/Reeds tijden voorheen hebben we ernstig
op die mogelijkheid gewezen.
z/Meu moet de stemming der geesten kennen,
en weten wat er omgaat in de verschillende
kringen onzer partij, om zich niet te ver
wonderen over ons aandringen op verandering
ten aanzieu van veel waarover wordt geklaagd.
„En nu weten we zeer goed, dat een blad
zich niet kan leenen, om die klaagtonen te
openbaren.
„Maar laat dan toch althans vóór de Juni-
stembus hare beslommeringen zal opleggen,
deLager-Onderwijswet, waarnaar door besturen
en onderwijzers der Christelijke scholen ge
snakt wordt, worden afgedaan.
„Praat men van bemoedigen, dat zal ons
Christenvolk bemoedigen.
„Wij noemen het uitstekend, dat het
arbeidscontract straks in behandeling komt,
maar zoo gaarne hadden wij gezien, dat de
Schoolwet reeds voor die behandeling de
Tweede Kamer ware gepasseerd.”
In merkwaardige overeenstemming met
deze klacht is een gerekte jeremiade van
een zich teekeneuden Junius” in de Nieuwe
Pr. Gron. Ct'. (een anti-revolutionair blad)
over de mogelijkheid dat het Lager Onderwijs-
ontwerp vóór de verkiezingen niet wordt
afgedaan. Kenschetsend vooral is daarin de
volgende zinsnede:
„Voor de groote massa van ons volk is
er niets gedaan, als de wijziging in
schoolwet niet tot stand komt. Bij het woord
„Schoolwet” denken ze niet eens aan Hooger-
of Middelbaar onderwijs, doch alleen aan de
Lagere School die voor verreweg de meesten
de school is. ’t Is me dan ook onbegrijpelijk,
dat het Voorloopig Verslag nog steeds op
zich wachten laat; ’t lijkt wel of onze
denken, dat ze het in Juni met
zullen winnen: daarvoor is echter
te nuchter; het vraagt naar een
het volkomen beoordeelen kan.
die daad, dan is er iets, waarop men niet
eens behoeft te wijzen: zoo iets, dat men
kan tasten met de handen; iets, waarvan
ons volk dagelijks spreekt: waarmede het
opstaat en naar bed gaat”.
Wel is het Voorloopig Verslag er nu sedert
Zaterdagavond, maar toch blijft het uiteraard
onzeker of het L. O.-ontwerp vóór het feitelijk
einde dezer zitting zal kunnen worden af
gedaan, en blijkt dit niet mogelijk, dan is
een voortwoekeren der stemming onder „ons
volk”, waaraan in de boven aangehaalde zin
sneden uiting gegeven wordt, met ,’t oog op
de kansen aan de stembus niet van gevaar
ontbloot. Alleszins verklaarbaar is
daarom, dat de bekende adjudant van
Kuyper, die wekelijks ellenlange „Haagsche
brieven” in de Standaard schrijft, in zijn
laatsten brief ten krachtigste reageert tegen
die stemming onder de broederen. Naar aan
leiding van Junius’ woorden, dat, „voor de
groote massa van ons volk er niets is gedaan,
als de wijziging in de Schoolwet niet tot
stand komt, schrijft hij een lange philippica
tegen zijn collega in de N. Prov. Gron. Ct.,
waarvan het slot is
„Het spijt mij, dat ik het zeggen moet,
maar ik noem zulk geschrijf... lichtvaardig
en allerminst geschikt om onze zaak te
dienen en te bevorderen.”
Of de overwegingen waarop dit afkeurend
oordeel berust, indruk zullen maken op den
„lichtvaardigen” collega, kunnen wij natuurlijk
niet beoordeelen, maar bijzonder klemmend
komen ze ons niet voor. Zoo b.v. deze:
HZou nu onze partij alleen en uitsluitend
Bolswardsche Courant