lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Rede Dr. BOS
r
No. 18.
Verschijnt Donderdags en Zondags. 44ste Jaargang.
1905.
DONDERDAG 2 MAART.
met DEBAT.
F
lil
VOOR
Afzonderlijke
F
i'
drukkers is gewaarborgd
wl
Ook Groen
Dr. Kuyper, heeft dit
en dat de oud-
de Uniemannen zich bijeen-
gezamenüjk op te treden om
i op de
In de sociale hervor-
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol-
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
h
deze christelijke regeering
en zij niet veel heeft diger
bij de wet en toch matigt zich de regeering
aan door haar postambtenaren, inplaats van
door den bevoegden rechter, te doen uitma
ken wat strijdig is met de goede zeden, de
veiligheid van den staat en de openbare orde.
In de tijden der verkiezingen kunnen dan
bijv, verkiezingsstukken worden terug-of op
gehouden, als een postambtenaar hierin iets
verkeerds meent te zien.
Die onvrijzinnige geest vindt men ook bij
de marine, de vakvereenigingen der matrozen
worden onderdrukt, zonder dat men voldoen
de rekening houdt met ieders persoonlijke
vrijheid.
Wanneer men dus let op den schralen oogst
dezer regeering en let op haar bestuursdaden,
dan geloof ik, zegt Spreker, dat er voor de
vrijzinnigen alle grond bestaat om front te
maken tegen deze regeering, omdat er een
gevaarlijke invloed van uitgaat. Het ingediende
wetsonderwerp op onderwijsgebied is hiervan
een duidelijk bewijs en door groote uitgaven
uit de schatkist wil men de oprichting der
bijzondere scholen gemakkelijk maken, er zul
len vele kleine buurtschooltjes verrijzen, zeer
ten nadeele der volksontwikkeling, vooral ten
platten lande. Het openbaar onderwijs is bij
de grondwet als een voorwerp van de aan
houdende zorg der regeering opgelegd en
toch is hier enkel rekening gehouden met
de belangen van het bijzondere. Zelfs met
hen die hierdoor aan den dijk zullen worden
gezet, is geen rekening gehouden.
Waar men dus zulk een met onze begin
selen strijdige beweging ziet aankomen, is
het te begrijpen dat met kracht hiertegen
zal worden opgekomen bij de verkiezingen.
Het is dan ook daarom dat de vrijzinnig-
democraten zich aaneensloten
liberalen en
voegden om
een gepasten invloed te bekomen
regeering des lands. L.
mingen moet een greep gedaan worden in
’t belang der klassen, die hulp behoeven,
op militair gebied dient meer bezuiniging
te komen, het brandende militaire vraagstuk
dient aan de orde gesteld of niet een volks
leger is te krijgen, dat minder zware per
soonlijke lasten aan de bevolking oplegt.
Een mill, meer of minder uit de schatkist
weegt niet zoo zwaar als de plicht van velen
om op het best van hun leven, te midden
hunner- studie vaak, dagen en maanden van
hun werk te worden afgetrokken voor de
oefeningen der militie. Minder persoonlijke
opoffering, dat moet het streven zijn en
toch een goed volksleger.
Ziedaar in ’t kort uiteengezet, hoe de vrij
zinnigen oordeelen over den huidigen toe
stand. Het was mijn doel, zoo besluit Spr.
belangstelling op te wekken voor een gemeen
schappelijke samenwerking tegen dit huidige
regeeringsbeleid. De organisatie is tot stand
gekomen en ’t is dan ook te hopen dat
men niet zal nalaten den laatsten man naar
de stembus te brengen. Dan zal er een meer
vrijzinnige geest over ons land komen en
zal men kunnen zien uit welken hoek de
wind waait. (Applaus).
H
velen naast elkander uit de thans gescheiden
groepen. Deze zaken vinden instemming bij
velen van verschillend geloof en ’t is daarom
eigenlijk verkeerd dat mannen als Staalman
bij dezelfde partij behooren als Lohman en
de meest conservatieve Katholieken en men
vaak tegenover elkander stelt, wat inderdaad
eendrachtig moest optrekken. De tegen
woordige regeering kan vergeleken worden
bij een leger, waarvan de achterhoede, de
lange staart, niet vooruit wil en daardoor
kan zoo weinig uitgevoerd worden.
Wat in 1901 door ’t tegenwoordige be
wind beloofd is, en zoo groote verwachtingen
deed koesteren, is niet gekomen. Reeds in
1890 sprak Dr. Kuyper dat de ouden van
dagen niet langer konden wachten op hun
pensioen en zie, nog is er niets van gekomen.
De 4 jaren dezer regeering zijn nagenoeg
om en het is niet te ontkennen, er zijn
eminente mannen bij, die aan het hoofd
staan en toch de oogst is schraal.
In 1901 is er een breed program verschenen,
doch de kiemen zijn niet opgeschoten, slechts
enkele kleine plantjes, doch de vruchten?
Slechts de drankwet en het snelvuurgeschut
zijn de eenige. Nu mag die drankwet belang
rijk zijn, hare inkleeding is zoo ingewikkeld
dat men er algemeen mee verlegen staat, en
de eerbied voor de wetten zal hierdoor bepaald
bedenkelijk geschokt worden. Groote volks
zonden te bestrijden met reglementen en
wetten gaat eenmaal niet best, en ons snel
vuurgeschut, dat vindt Spreker ook geen
behoefte, waaraan zoo groote sommen besteed
mogen worden, zoolang de schatkist nog
steeds naar middelen zoekt om in economische
behoeften te voorzien. En het is duidelijk
gebleken, dat deze regeering geen genoeg-
zamen weerstand weet te bieden aan de kolos
sale oorlogsuitgaven, wat te meer verwonder
lijk is, daar de Katholieken vroeger steeds
aandrongen op bezuiniging.
Op het gebied der groote sociale vraag
stukken heeft deze regeering al zeer weinig
uitgevoerd. De ongevallenwet waarbij de
werkman schadeloos wordt gesteld tegen on
gelukken door den arbeid hem overkomen,
diende ook uitgebreid te zijn tot den land
bouwenden stand, de verzekering van den
ouden dag, ziekte en invaliditeit laten nog
steeds op zich wachten en toch is de reke
ning er van reeds ontvangen in den vorm
van invoerrechten, te heffen grootendeels op
eerste levensbehoeften. Ruim 9 millioen
hooger heffing is voorgesteld, de tegenwoor
dige coalitie, gebonden aan ’t program, tracht
nu onder ’t masker, dat het noodig is voor
de in validen-verzekering, het stelsel van in
voerrechten er door te halen, wat in 1897
werd verworpen. Of nu de werklieden erg
gebaat zijn bij zulk een verzekering, wanneer
ze het zelf grootendeels moeten opbrengen in
den vorm van hooger prijzen der levensmid
delen, valt ernstig te betwijfelen.
In 1897 zijn de graanrechten er niet door
gekomen en deze heeft men nu ook laten
rusten, doch op bewerkte artikelen wil men
’t nu verhalen, en geeft voor, dat de natio
nale industrie er door bevoordeeld wordt.
Dit mag waar zijn ten opzichte van de
fabrieksstreken vooral in ’t Zuiden, hier in
Friesland zal het geen voordeel doch alleen
schade opleveren.
De boter en kaas en wat hier uitgevoerd
wordt, zullen er geen cent duurder om wor
den, doch landbouwmachines, gereedschappen,
kleeren en levensbehoeften, bijv, ook petro
leum, zullen duurder worden.
Minister Pierson heeft hervorming in ons
belastingstelsel gebracht en door de liberale
regeering is toen getracht en verkregen, dat
de zwakkere schouders ontlast werden en de
belasting meer naar draagkracht geregeld
werd, doch deze regeering met hare tarief-
wetten werkt daar reactionair tegen in.
Door de levensbehoeften te belasten komt
het meerendeels terecht op de schouders van
den werkman en der kleine burgers.
’t Is daarom dat de vrijzinnige richting
gekant blijft tegen dit soort stelsel van
invoerbelasting. Bij deze regeering toonen
tal van bestuursdaden, dat men meent het
gezag hoog te moeten houden door strenge
tucht van boven af, en vandaar dat tegen
woordig in de bladen en bij het volk een
geest van critiek ontstaat, die niet goedkeurt
dat de vrijheid zoo aan enge banden wordt
gelegd.
De vrijheid van
Maandagavond werd in //de Doele” een
openbare vergadering gehouden, uitgeschreven
door de Kiesvereeniging //Vooruitgang”.
Het publiek was schaars opgekomen. Inden
beginne waren slechts een 50-tal hoorders
in de zaal, doch allengs is dit getal nog
zoo wat verdubbeld.
De heer DONKER, Voorzitter, opende de
vergadering en verklaarde dat in overleg
met den Vrijzinnig-Democratischen Bond
men besloten had een Spreker te laten
komen, wijl in verschillende districten de
voorbereiding der verkiezingen reeds in gang
is. Van andere zijde zijn hier reeds opge
treden de heeren Schok king en Oosterbaan,
en het bestuur der Kiesvereeniging meende,
vooral ook met het oog op de vele nieuwe
kiezers, de zaken van ’s lands bestuur ook
eens van de Vrijzinnige zijde te doen be
schouwen, waartoe heden Dr. Bos, afge
vaardigde van ’t district Winschoten, is over
gekomen, die van harte welkom werd ge-
heeten en aan wien daarop ’t woord werd
verleend.
De Spreker begon met te zeggen, dat als
hij naar de opkomst dezer vergadering de
belangstelling der kiezers moest afmeten, dit
district een uitzondering zou maken op het
verschijnsel dat men overal waarneemt, n.l.
dat men zich met ernst voorbereidt op de
a.s. verkiezingen, en er is zelfs een zekere
spanning waar te nemen, die teekent, dat
daze verkiezingen een zoo heftig karakter
zullen krijgen als nimmer te voren. Het
heeft zijn goede zijde dat het volk belang
stelt in de regeering des lands en een inzicht
krijgt van het streven der verschillende
richtingen, en een op goede grondslagen
gevoerde verkiezingsstrijd zal er toe mede
werken, dat men elkander beter leert kennen
en begrijpen. Het is echter noodig, dat bij
die partijgroepen niet wordt saamgevoegd,
wat piet bij elkaar behoort, dat de coalitie
berust op degelijken grondslag. In den laatsten
tijd vooral is er een scheiding gekomen, die
doordr. Kuyper werd geschetst als die tusschen
geloof en ongeloof. De christelijken aan de
cene zijde en de anderen worden pagauisten
ja heidenen genoemd. Nu vindt Spreker het
treurig en onwaar tevens, dat de geloofs
kwestie wordt doorgetrokken op geheel het
maatschappelij k en staatk undig gebied. Vroeger
werd de toestand veel eerlijker en juister
beschouwd als te gaan tusschen democratie
en conservatisme en toen bood het politieke
leven een ander schouwspel aan. Dan rijst
ook nog de vraag of de tegenwoordige
scheiding wel genoegzaam rekening houdt
met de heerschende. sociale kwestie, of er
vrede zal zijn tusschen arbeiders en werk
gevers. De maatschappij veranderde in de laatste
jaren door de toename der machinerie en
het groot bedrijf, dat het noodig is geacht
dat de staat tusschen beiden kome tusschen
de twee groote machten kapitaal en arbeid.
De naam //Arm Friesland” synoniem met
z/Arm Ierland” genoemd, was teekenend in
de toenmalige tijden van werkeloosheid welke
in deze provincie toen zoo ernstig optrad en
hoewel er op ’t oogenblik eenige verbetering
is gekomen, toch blijft de oorzaak, die er
in ligt, dat de opbrengst vau den bodem te
veel naar elders moet opgebracht worden.
De verhouding van eigenaar en pachter is
nog gelijk, en ’t is noodig dat daarin ver
betering kome. Ook de concurrentie van de
klein-industrieëlen met de groote fabrieken
maakt dat staatstusschenkomst niet mag
uitblijven, hoewel toch eigen initiatief en
eigen kracht het hoofd motief moet blijven
bij elke industrie.
Een derde onderdeel der sociale kwestie
is de betrekking tusschen werkgever en werk-,
lieden, waaruit soms reeds een heftige klassen
strijd ontstond. De staat, staande boven en
tusschen deze wederzijdsche belangen, zal
ook geroepen zijn, het gemeenschappelijk
belang te bevorderen, door zich in deze
kwestie te mengen.
Van ongevallen, ziekte, invaliditeit enden
ouden dag van den werkman moeten de
schadelijke gevolgen opgeheven worden en
^n ogzichte van al deze vragen behooren
DEBAT.
Vau de gelegenheid om den Spr. vragen
te stellen, of met hem van gedachten te
wisselen werd alleen gebruik gemaakt door
den heer P. H. DE JONG, alhier.
Deze verklaarde met zeer veel genoegen
den Spr. te hebben gevolgd. Hij heeft eenige
kantteekeningen gemaakt. Vooreerst wil hij
opmerken dat Dr. Kuyper niet de scheiding
heeft gemaakt, tusschen geloovigen en on-
geloovigen, doch die scheiding is er altoos
gew'eest en ook de tegenpartij van Dr. Kuyper
heeft die scheiding steeds erkend, al heeft
men het in den laatsten tijd iets op den
achtergrond trachten te schuiven. De stem
bus van 1901 heeft het duidelijk uitgesproken
dat de kern der kwestie wel degelijk is
geloof en ongeloof. Ook mr. S. van Houten,
die met groote blijdschap weer is ontvangen
op het politiek terrein, heeft in zijne staat
kundige brieven steeds helder doen uitkomen,
dat er geen strijd is tusschen Kath. of
Anti-Rev., maar tusschen geloof en ongeloof
en dat die strijd niet van het politiek terrein
kan blijven. Ook Groen v. Prinsterer, de
leermeester van Dr. Kuyper, heeft dit on
omwonden verklaard.
Dat er van
geen kracht uitgaat
tot stand gebracht is wel ’t hoofdmotief van
’s Sprekers tegenstand tegen dit kabinet.
De snelvuurkanonnen hebben al meermalen
opgeld gedaan, doch laat men niet vergeten,
dat dit ontwerp van de vorige regeering is
overgenomen. Voor de defentie werd dat
toen reeds noodzakelijk geacht. De Spreker
wilde T laten voorkomen, alsof de vrijzinnigen
op militair gebied zoo bijzonder zuinig huis
houden, doch van Minister Borgesius is
onder de vorige regeering een bedrag van 9
millioen voor nieuwe geweren, 5 mill, voor
een nieuw pantserschip en terwijl de nieuwe
legerwetten elk jaar l1/2 millioen verhooging
van uitgaaf eischen. De spreker liet het
hedenavond voorkomen alsof men den minister
van oorlog maar steeds ter wille wilde zijn,
doch er is nu een commissie benoemd om
te onderzoeken of er ook bezuinigd kan
worden.
’t Gaat dan ook niet aan, deze regeering
van lichtzinnigheid te beschuldigen, daar de
vrijzinnigen zelf het budget in de hoogte
hebben gebracht.
Wat de drankwet betreft, heeft de Spr.
verklaard dat er wel veel misbruik door
tegengewerkt kan worden, en dat doet mij,
zegt De Jong, goed, maar hij vindt het dan
wel wat vreemd, zoo breed uit te meten de
gebrekkigheid dezer wet. De ongevallen- en
de leerplichtwet van het vorig ministerie
munten toch ook niet uit door duidelijkheid
en ook daar zijn veel mazen aan te wijzen,
doch dat is geen oppositie voeren, daardoor
houdt men stellig den eerbied voor de wetten
niet hoog Onze strafwet moest reeds voor
de invoering van een aanvullingswet worden
voorzien en dat kan bij elke wet wanneer de
practijk leemten aanwijst. De Spreker wees
er met nadruk op, dat de tegenwoordige
regeering nog geen sociale wetten heeft
geleverd, doch als de vrijzinnigen daarop
prijs stellen, zou het goed zijn dit ministerie
te steunen, want er is genoeg in wording.
Het is Spreker zeker bekend, hoe lang een
wet vaak in voorbereiding moet zijn. Door
den heer Nolens is daarvan onlangs een
lijstje opgemaakt en aangetoond hoelang de
leerplichtwet, de administratieve rechtspraak,
het strafrecht en andere wetsontwerpen in
de maak zijn geweest, waaruit blijkt, dat ook
de vrijzinnige regeering herhaaldelijk met
beloften kwam; het is dan ook niet billijk
deze regeering te verwijten dat zij in 4 jaren
geen sociale wetten klaar kreeg, daar de eigen
partij, die 50 jaren aan ’t roer stond, het
ook niet heeft gedaan.
Verder is de geachte Spreker opgekomen
tegen de tariefwet en acht deze zoo treurig
voor den arbeidenden stand, in ’t bijzonder
nog wel voor Friesland, alsof ’t de Christe
lijke partij hoofdzakelijk te doen is om dit
gewest en deze klas te verdrukken. Ik kan,
zegt De Jong, die klas wel gerust stellen,
er heerschte m.i. heel wat overdrijving en ’t
werd in te zwart daglicht geplaatst. Ons
land is geen vrijhaudelsstaat, er wordt nu
reeds 11 mill, aan invoerrecht geheven, en
dit wil de tegenwoordige regeering nu ver-
hoogen met 7. Reeds 250 artikelen worden
belast en nu komen er dan nog 80 bij, doch
niet hoofdzakelijk de behoeften van de arbei
ders, neen, vooral weelde-artikelen. ’t Is dan
ook niet ten gelieve van eenige fabrikanten
maar ter wille van de schatkist dat die rech
ten voorgesteld zijn, en ’t zal toch wel waar
zijn dat de nationale industrie bevorderd
wordt, door invoerrechten te heffen van be
werkte stoffen. Dat de regeering zooals Spr.
het uitdrukte, de rekening vooruit zond voor
men nog weet wat men er voor krijgt, is
verstandig. De regeering weet wel wat er
voor komt en de vroegere regeering leverde
de ongevallenwet, leerplicht- en woningwet,
zonder vooraf de kosten te berekenen. Dat
heeft zij aan ’t tegenwoordig kabinet over
gelaten.
Wij weten heel goed uit welken hoek de
wind waait, en bij de verkiezingen zal men
het zeker ook weten. De christel. partij draagt
er roem op dat de regeering handelt in over
eenstemming met hare beginselen. Wat de
Spr. zeide over gezagswaan, ja, stellig is in
1903 door deze regeering het gezag hoog
gehouden, en men merkt bij de vrijzinnigen
tegenwoordig steeds een neiging om de schuld
weg te doezelen, de gevangenissen beschouwt
men liefst als ziekenhuizen, en bij overtre
dingen geldt steeds de vraag of de misda-
1’ wel toerekenbaar is. Door deze regee-
ff
Bols rarilsche Courant
.40