Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. ZOON KWAJONGEN! No. 23 Verschijnt Donderdags en Zondags 44ste Jaargang. 1905. ZONDAG 19 MAART. BINNENLAND. VOOR Afzonderlijke hij niet veilig nu X. heel stilletjes aan toe te niet ter wille van Frits ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. gens 10 Cts. per regel. Overigens i/esA. Nieuwsbl. Mv mijnheer Grün- er een lach om haar ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. ii waar ben je de opname, B. OOSTERBAAN. van 17 regels. Vervol- naar plaatsruimte. is die gedachte bij mij opgekomen, welke hier wordt uitgesproken en zijn nut kan hebben voor kunstliefhebbers, die niet uit eigen oogen zien. een groote waarde mijnheer X. hechten, gedacht heeft. ieder de bewijzen leve- mijnheer Gründing zeer was juffrouw Imler, zijn buurvrouw goede vriendin in de toekomst, die hij beetje mijdt, omdat hij haar onlangs huwelijks-voorstel had gedaan. was zij daarover geweest meer dan boos. U is een onpractisch menschhad zij ge roepen en haar helder voorhoofd daarbij ge fronst. Moet jullie mannen dan altijd alles bederven? Wij waren zulke goede buren en trouwe vrienden en daar kom je nu met je huwelijksplannen aanzetten. Schaam je wat? Nu, geschaamd had hij zich in ieder geval niet hij zag volstrekt niet in, waarom maar hij had haar ook niet tot andere ge dachten kunnen brengen. Trude Imler werd zelden anders van ge dachten, misschien was dit een karaktertrek of een gevolg van haar eigenzinnigheid. Frits had een even scherp gezicht als zijn vader en hij schoot met flinke schreden vooruit. Tante Trude! riep hij. Kijkeens hier, daar rijdt tante Trude 1 Jongen blijf hier! donderde zijn vader, maar Trits hoorde niet. Naar allen schijn nam hij het verbod als scherts op, want vader had te voren maar al door met hem geschertst. Hij lachte luid, aanstekelijk, zooals een jongen dat kan en reed te sneller, toen hij bemerkte, dat vader hem volgde. Het meer was wijd en zij hadden in den wind, zoodat de eenzame rijdster aan den overkant hen niet hoorde. Mijnheer Gründing kreeg het al warmer en warmer, wat niet alleen van het harde rijden kwam. ’Nu is dat geheele stuk een verdachtmaking. Men maakt er niet alleen den schilderij hand el in verdacht, maar ook mij en dat vind ik vies. De heer X. zal misschien antwoorden z/maar hoe komt ge er bij, ik neem immers aan dat Uw stuk een serieuzen kooper heeft gevonden." Ik antwoord daarop bij voorbaat, dat dit volkomen juist is, maar was Uw doel geweest werkelijk den schilderijenhandel te critiseeren, dan behoefde U mijn schilderij er niet bij te noemen. Gij zegt in het slot van Uw stuk: //Meer malen heb ik een kunstveiling bijgewoond en meermalen is die gedachte bij mij opge komen, welke hier wordt uitgesproken en zijn nut kan hebben voor kunstliefhebbers, die niet uit eigen oogen zien." Hoe aardig, er bestaat, dames en beeren! een mijnheer X. op de wereld, van beroep: slager, kruidenier, bakker, misschien wel schoolmeester. Die mijnheer heeft wel eens in zijn leven een kunstveiling bijgewoond en daar is de gedachte bij hem opgekomen, dat er wel eens twee compagnons konden zijn, die samenspanden om later een hoogen prijs voor een schilderij te bedingen. Wat zal het publiek aan den uitspraak van die dat alles wel eens Gaarne wil ik een ren dat het schilderij door mij gekocht is voor de som van f680,plus 10 °/0 on kosten, terwijl het schilderij bij den verkoop van 7 Maart j.l. heeft opgebracht f 2220, en dat er door niemand mij bekend op ge boden is. Ik deel dit mede om aan te toonen dat mijn handel eerlijk is geweest en de verdachtmaking van den heer X. vies was. Beleefd verzoek ik U Mijnheer de Red., een. nummer van Uw blad aan den heer X. te doen toekomen, en wil de heer X. mij van antwoord dienen, zoo verzoek ik U beleefd hem de plaats daarvoor benoodigd in uw blad af te staan. U dankzeggende voor bij de punten van de schaaten in het dunne ijs dat het kraakte. Nog was en hield dus nog even aan. Nou Tante wanneer gaat u trouwen met pa? In ’t geheel niet! schertste zij. Als u hem niet neemt, zak ik er terstond door en dan is het uw schuld. Nu werd hij zijn vader wat al te over moedig. Deze reed in een juiste boog om Frits toe en greep hem bij een been, waaraan hij hem met kracht verder trok. Wat komt je nu in ’t hoofdriep hij toornig, wat veroorloof jij je eigenlijk wel? Dit tooneel was onweerstaanbaar komisch en Trude schaterde het uit van lachen. Dat verschrikte gezicht van dien jongen dien scheidenden vader dat eene been, waaraan het arme schaap verder gesleept werd haar droom viel haar in, die nu toch niet geheel uitgekomen was. Zij lachte en lachte, tot vader en zoon mede instemden en haar beide handen vatten. Nu, ziet u welriep Frits triumfeerend uit. Dat wist ik immers wel Wat wist jij vroeg Trude, terwijl ze haar oogen afdroogde. Dat u hem toch nog neemt Verlegen zag Trude naar ding, maar toch speelde lippen. Je bent een verschrikkelijke jongen zei ze. Hij is bepaald een vrouwelijke hand noodig zei mijnheer Gründing zeer gewichtig. Wil u nu ook om zijnentwil ja zeggen En Trude zeide ja, doch ze was open hartig genoeg er voegen, dat het alleen geschiedde. Daarmede was tevreden. Ja en daar kwamen nu vader en zoon over het ijs en zij kon hen niet ontgaan! Frits was werkelijk nog vlugger dan zijn vaderhij bereikte de eenzame rijdster het eerst en riep ademloos uit Hoera, Tante Trude Heeft u paunekoeken bij u. Pannekoeken? Denk je dan, dat ik altijd met pannekoeken loop? Maar op het ijs dan U heeft mij met Kerstmis beloofd, u zou er mij altijd eenige brengen, als wij samen op het ijs zouden rijden. Ja, maar dan moet ik toch vooruit weten, dat je komt. Heden, dat was een verrassing het meer is nog lang niet zoo veilig dat ik denken kan, dat je zou... Goeden avond, juffrouw Trude, onderbrak haar een diepe mannenstem. Goeden avond, mijnheer Gründing, zei ze zoo onbevangen mogelijk. Neem mij niet kwalijk ik val u toch niet lastig, maar de bengel was mij voor uitgereden en ik had zorg de Lanke heeft nog wakken, geloof ik. Neen mijnheer Gründing, de wakken zijn alle dicht. Terwijl ze zoo sprak reed Trude met een sierlijke zwaai terug zoodat hij haar volgen moest. Frits dwarrelde in groote kringen om bei den heen als een sperwer om zijn buit. En plotseling schoot hij als een sperwer los: Tante Trude, wanneer trouwt u met pa? Bij deze woorden schoot hij pijlsnel tusschen door, zoodat het geen haar scheelde of alle drie waren gevallen. Maar Frits had nu een maal zijn overmoedige bui, waarin hij moeie- lijk te beteugelen was. Hij lachte als een kaboutermannetje en hoorde zijn vader mompelendomme vlegel Trude bloosde en wierp mijnheer Gründing een toornigen blik toe: Scheld dien jongen toch niet! zei ze, bin ders zijn kinders u had er niet met hem over moeten praten en wanneer u het al deed, had u hem de heele waarheid moeten zeggen. Dat heb ik gedaan, juffrouw Trude maar hij geloofde het eenvoudig niet! Wat geloofde hij niet? Dat u mij afgewezen had? Kinders zijn kinders, juffrouw Trude, die hebben hun eigene soort van overtuigingen. Frits houdt mij voor een zoo uitermate best exemplaar van mijn soort, dat hij het volstrekt onmo gelijk acht, dat u er anders over zou denken. Juffrouw Trude was blij, dat mijnheer Gründing klaarblijkelijk zijn goed humeur nog niet verloren had. Doch dit gesprek be gon haar toch een beetje pijnlijk te worden en om het wat af te leiden, zag ze naar Frits om. Ja, waar was die jongen? Frits! schreeuwde zij angstig, toch Frits? Hier! klonk een stem uit een hoek, die met groen omzet wasmen had er russchen gelegd. In ’s hemelsnaamDat weet die jongen toch wel, dat die dehnebossclien. Zonder verder te praten schoot Trude op de plek toe, de eenige gevaarlijke van het meer daar lag Frits plat op het ijs, met den neus er tegen aangedrukt en zag in de diepte neer. Och tante, wat zie ik hier een menigte visschen Kom daar toch weg drommelsche jongen je zult er nog door raken. Och kom! zei hij kalm. Blijft u maar stil, tante Trude, mij kan het ijs best dragen. Jongen, wil je wel eens dadelijk gehoor zamen Je springt ook geheel uit den band 1 Dat komt daarvan, dat u mij niet meer onder den duim houdt, tante! Onze pastor zegt, dat het heel goed aan mij te zien was, dat juffrouw Imler zich niet meer met mij bemoeit. Jou ondeugende bengelKom daar nu dadelijk vandaan, anders ben ik ernstg boos op je! Sta nu terstond op! Als ik nu op ga staan, tante Trude, dan zak ik er door. Ik moet mij eerst voor zichtig op den buik hier vandaan schuiven rechtuit naar u toe. Gaat u maar even tjes uit den weg Tante Trude week achteruit en stiet daar bij tegen mijnheer Gründing aan, die zonder eenige vrees achter haar gestaan en gelachen had. Érits schoof zich verder en stiet daar- Men zij gewaarschuwd. Frieslands Zuidwesthoek, 16 Mrt. Velen doen tegenwoordig mede aan een dure //sneeuwbaF’-onderneming. Om voor eenige stuivers in het bezit te komen van mooie prijzen, laat men zich verlokken een coupon netje voor 121/2 cts. te koopen. Als men daarna 56 cts. opzendt naar den ondernemer (iemand te Tilburg) krijgt men 4 coupons terug. Als deze wederom zijn verkocht en ieder kooper weer 50 ats. heeft gestort, kan de eerste, kooper een keuze doen uit een 58-tal voorwerpen. Men begrijpt dat dit ein delijk groote afmetingen aanneemt. Velen bemerken te laat dat ze er zijn ingeloopen, maar... toch worden weer altijd opnieuw en steeds meerderen er in betrokken. (We vernemen particulier, dat in betrek kelijk korten tijd uit deze omgeving 18,000 postwissels ad 50 cts. zijn opgezonden. Dat is dus een bedrag van f 9000. En wat ont vangt men er voor? Dingen, die vaak van niet het minste nut zijn en die men niet zou koopen voor den prijs, welken de sneeuw- bal-ondernemer er nu voor ontvangt. Maar de wereld wil bedrogen zijn. Toch meeuen we er tegen te moeten waarschuwen, gelijk we eenige jaren geleden ook hebben gedaan, toen ook velen hun goede cen'jes kwijt raakten aan een dergelijke onderneming. Red.) Follega, 16 Maart. Dinsdagnamiddag ont stond, tengevolge de moerassigheid van den bodem, in de tramlijn JoureLemmer, juist bij den wissel onder behoor van ons dorp, tusschen het gewone en het wisselspoor, een gat van wel 7 voet diepte. Een opzichter der tramlijn was spoedig ter plaatse, die direct maatregelen nam om het gat weer te vullen. De trammenloop ondervond dan ook i van een en ander slechts weinig vertraging. INGEZONDEN. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) M. de Red.! Beleefd verzoek ik U, mij een plaatsje in de Bolswardsche Courant af te staan. In de Bolsw. Cour, van verleden week, kon men lezen, dat het schilderij, een paar maanden geleden door mij gekocht, op de verkooping van den faillieten boedel der Gratema’s, op de veiling van den heer Th. de Bock de som van f 2200.had opgebracht. Ook de heer X., schrijver van het inge zonden stuk in het Nieuwsblad van Fries land, van 15 Maart j.l., is het geval ter oore gekomen en die mijnheer ontzag zich niet dienaangaande eens een heel vies stukje te schrijven, hetwelk ik hieronder laat volgen M. de Red.! Kunstwerken hebben een zeer speculatieve waarde.' Dat ziet men weer met de schilderij van Gate Bisschop uit den faillieten boedel der Gratema’s, die op de veiling van door Th. de Bock nagelaten kunstwerken voor meer dan driemaal hooger prijs is verkocht, dan er een paar maanden geleden voor werd be taald. Dit stuk kan niet tot de nalatenschap van den overleden kunstschilder hebben behoord en moet er dus zijn //ingebracht”, zooals men dat noemt. Dat gebeurt meer en ook ziet men groote winsten behalen in den kunsthandel. Gaarne neem ik aan, dat het bedoelde stuk een se rieuzen kooper heeft gevonden voor f 2200, waarom niet? In den kunsthandel worden vaak groote winsten behaald, maar hierop wilde ik wij zen, dat men niet altijd op de gepubliceerde prijzen kan te zeil gaan. In de kunstzaken wereld weet men ook van kunstgrepen. Wanneer men soms leest, dat een stuk een kapitale som heeft opgebracht, dan beeft men nog geen zekerheid dat die prijs er ook voor betaald is. Het kan van atelier ver huizen en toch niet verkocht zijn. Alles heeft zijn weet; wat niet duur is deugt niet of wordt van minder kwaliteit geacht en een hooge prijs op de publieke markt geeft een goede kans om tot een hoog doel te komen. De wereld is vol spe culatie. Om voor een kunststuk een hoogen prijs gepubliceerd te krijgen, behoeven slechts twee vrienden of compagnons elkander de tengevolge behulpzame hand te bieden. Meermalen heb ik een kunstveiling bijgewoond en meermalen Ofschoon de schemering reeds was geval len en de laatste stralen der schitterende winterzon reeds lang waren uitgedoofd, be wogen zich toch nog twee gestalten, blijkbaar nog onvermoeid over de wijde ijsvlakte. Vader en zoon waren het, die, hoewel in zeer schoone figuren, zich toch vrij snel over het spiegelende meer voortbewogen. Mijnheer Gründing, een groote gestalte, als van een athleet en nevens hem zijn tienja rige Frits, slank en uiterst netjes in zijn nauwsluitende overjas. Niemand scheen op hen te letten, want zij waren de eenige rijders op de spiegelgladde vlakte, die de grens vormde tusschen de be zittingen van den heer Gründing en die van zijn buurman. Doch juist, toen de maan opkwam, ont waarde Richard Gründing, heel in de verte, dicht bij den oever, een andere gedaante, die daar in zijn eentje rondzwierde. Het en een een Zeer boos eigenlijk niet Hij kon toch den jongen ook niet alleen laten rijden op het gebied van zijn gebuur, vooral nu hij wist, dat er op de zoogenaamde Lanke onveilige plaatsen waren, onder welke warme stroomingen liepen. Zoo ijlde hij achter den kleine aan, die juichend van pleizier pijlsnel vooruitschoot. Thans werd Trude Imler de beide naderende gestalten gewaar en zij wendde zich langzaam naar den kant van de Lanke. Dat was toch een merkwaardig idee van dien Gründing, om nu in den schemeravond hierheen te komen. Frits, dien Heven jongen, van wien ze zooveel hield, hem had ze gaarne zien komen maar den vader? Eenig ge voel van misnoegen, dat eene bedenkelijke overeenkomst had met zelfverwijt, overviel haar, toen zij aan hem dacht. Zij dacht echter dadelijk weder alleen aan Frits. Zij had van nacht van hem gedroomd. Eigenlijk geloofde zij zelfs niet aan droomen maar nu en dan hoorde men toch zoo dit en dat en haar eigen moeder had zelfs meermalen helderziende oogenblikken gehad. Zij had gezien, dat Frits Gründing als door een verschrikkelijk monster verslonden werd. Zij had het niet helder kunnen onderscheiden wat soort van monster het eigenlijk was, en toen ze wakker werd had ze zelfs moeten lachenwant het was toch wel wat komisch geweest uit een verschrikkelijke muil alleen nog de welgevormde beenen van onzen Frits kwamen uitsteken. Diezelfde beenen had Trude in den droom gegrepen en getracht hem er zoodoende weer uit te trekken, het einde van dit gedroomde schriktooneel was haar helaas weder ontgaan, omdat de juffrouw geklopt had en gezegd dat het 6 uur was en i of zi^ wilde ópstaan. Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1905 | | pagina 1