Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Rede Dr. Herman Gorter.
3
No. 30.
1905.
44ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags
DONDERDAG 13 APRIL.
1
VOOR
Afzonderlijke
geheel ten
II
su
1.
een of enkelen, maar
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol-
gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Zaterdagavond werd in //de Doele” eene
politieke rede gehouden. De Voorzitter van
de S. D. A. P. te Sneek opende de talrijke
bijeenkomst, en verklaarde door eenige geest
verwanten alhier -te zijn uitgenoodigd om de
leiding der vergadering te nemen en een
Spreker te doen optreden, die de beginselen
der Soc. Dem. Arbeiders Partij hier uiteen
zal zetten, teneinde daarna te trachten ook
hier een afdeeling dier partij in ’t leven te
roepen. Hij geeft daarom den Spreker het
woord.
Dr. GORTER sloot zich bij deze inlei-
dingswoorden aan, en zeide in de le plaats
te zullen spreken over de beginselen der
Sociaal-Democraten en ten 2en door critiek
te oefenen op de daden der burgerlijke partij,
te doen zien de eischen der arbeiderspartij
bij de a.s. verkiezingen.
Door de beginselen der socialen op den
voorgrond te stellen, hoopt hij dat men de
vooroordeelen op zij zal zetten, waar men
beweert dat de armoede in de wereld is omdat
God het zoo wil, of volgens anderen dat het
uit de natuurlijke orde onzer samenleving is
gekomen. Die zoo denken dwalen, de maat
schappij is als een levend organisme, er werken
voortdurend krachten die verandering brengen
evenals bij de planten en andere levende
wezens.
Ook zelfs dan als in den winter een boom dood
schijnt te staan, werken er sappen die ver
andering in de cellen brengen en ’t ontwakend
leven der plant voorbereiden. Ook in de
maatschappij komt voortdurend, ook al zijn
er geen woelingen, verandering, en een bewijs
hiervoor is, dat het getal nietsbezittende
menschen al grooter en grooter wordt. De
Duitsche statistiek geeft daarvan belangrijke
cijfers. Van lieverlede komt het kapitaal meer
in handen van enkelen, terwijl 't getal niets-
bezitters veel meer toeneemt, dan ’t getal
van hen die nog eigen bedrijf hebben.' Dat
wordt door de sprekers der regeeringspartij
niet verkondigd maar toch, is ’t niet te
loochenen dat er gestadige verandering in de
maatschappelijke verhoudingen ontstaat. De
geloovigen maken er de socialisten een verwijt
van dat wij den eigendom willen opheffen,
en de arbeiders exploiteeren om te komen
tot opheffing van ’t privaat bezit, en ’t is
waar, maar dat is ook de eenige uitweg om
tot verandering te komen. De groot-industrie,
de macht van ’t groot kapitaal beeft een
toestand in ’t leven geroepen, die op den
duur onhoudbaar wordt. Nu kan men ons
wel toeroepen//jelui leer is uit den booze,”
maar daar zijn we niet mee gebaat. Als de
niets-bezitters niet zorgen dat de toestand
beter wordt, van de bezitters valt niets te
verwachten. Het proletariaat dat hand over
hand toeneemt, moet zich organiseeren, en
dan, maar ook dan alleen zal zij verbetering
bekomen. Daarom roep ik de arbeiders toe:
vereenigt u, dan zult gij sterk worden 1
De tweede opmerking die ik wensch te
maken, zegt Spr. is dat niet alleen de menschen
in hun maatschappelijke verhouding verande
ren maar ook de dingen. De groot-industrie,
de reusachtige transportmiddelen, de trusts,
syndicaten enz. nemen hand over hand toe,
de klein-industrie en ’t handbedrijf neemt af,
en Spr. geeft weder uit de Duitsche statistiek
sprekende cijfers, die aantoonen dat het klein
bedrijf er onder geraakt en de arbeid meer
en meer georganiseerd wordt. In plaats van
vele kleine bedrijven komen nu voor productie
en transport groote maatschappijen, en eigen
lijk wordt hierbij dus reeds gehandeld volgens
sociale wijze, want sociaal beteekent gemeen
schappelijk.
De arbeid geschiedt reeds kameraadschap
pelijk, doch de verdeeling is nog op de
ouderwetsche manier, en dat moet ook veran
deren. De trusts waaraan vooral Amerika rijk
is, de reuzênondernemingen, eigenlijk het
monopolie van eenig artikel, dat wijst ons,
hoe in den socialen staat alles in dienst der
gemeenschap zal worden uitgevoerd. De groote
roode petroleumwagens bijv, zijn van een
mijnheer, de Rockefeller, die meteen 12 tal
heeren den petroleumhandel geheel in handen
heeft en er de gansche wereld van voorziet.
Op die wijze geschoeid willen de socialen
Qok de waren exploiteeren, maar dan niet
en
wees er
nam dan ’t getal kapitalisten
dat waar zijn, daar zijn voor
voorzeker ook andere oorzaken
dan alleen de hooge vlucht der industrie.
Als men ’t oog vestigt op de velen die
uit Friesland en ook uit andere streken,
vooral Polen naar die Duitsche gewesten trokken
om er werk te vinden, dan zal die verhui
zing vooral veel hebben bijgedragen tot de
vermeerdering van het getal werklieden.
De theorie, dat dit proletariaat op zich zelf
verarmt, wordt door Gorter zelf reeds omver-
gestooten door te zeggen dat er allengs
meer ontwikkeling komt. Die goede oude tijd
was nog een graadje erger dan thans; stoffe
lijk zijn de werklieden er heden werkelijk beter
op geworden, maar de behoeften des levens
zijn nu zooveel grooter dan voorheen, van
daar dat de armoede meer gevoeld wordt.
Om de samentrekking van de werkzaam
heden zoo op den voorgrond te schuiven is
ook al weer overdreven, al wil ik toegeven
dat die op groote schaal toenam. Door de
beweegkracht als electriciteit en ook gaskracht,
is juist de klein-industrie beter gebaat dan
vroeger en ook op het gebied van den land
bouw is niet het groot bedrijf gekomen.
Met de beetwortelsuiker-fabrieken is dit het
geval wel, maar er zijn ook weer streken
waar het landbouwbedrijf op kleine schaal
is toegenomen. Dat die groot-industriëelen
zoozeer werken ter voorbereiding van de
sociale maatschappij en de arbeiders zoo naïef
zijn, die wijze van werken van hen over te
nemen, ^fem ik niet toe. Dan zou, gelijk bijv,
reeds in Duitschland plaats had met de
spoorwegen, de staat die industrie slechts
hebben over te nemen; de arbeiders zouden
dan slaven van den staat blijven, gelijk zij
het nu zijn van de kapitalisten. Bij die wijze
van industrie scheidt men de kennis van het
’t bedrijf, dat wil zeggen, iemand die aan-
deelen neemt is industrieel, al weet hij van
’t geheele bedrijf niets af. Als er maar een
bekwaam directeur is, hebben de aandeel
houders er verder zich niet over te bekom
meren. Langzamerhand moet juist het bezit
op zij gezet worden, de kennis moet pre-
domineeren. De werkman zelf' de bekwame
vakman moet geen loondienaar blijven. Dan
zullen de Rockefellers overbodig worden en
dp vrije arbeiders hebben en krijgen wat hen
toekomt. Het bedrijf moet uitgeoefend worden
ten bate der gemeenschap, doch niet gebaseerd
zijn op de wijze als ’t nu soms met staats
exploitatie geschiedt.
Ik stem den heer Gorter toe, dat de werke
loosheid een groot struikelblok is, en bijv,
in Amsterdam loopen op ’t oogeublik wel
10.000 man om, alleen in de bouwvakken.
Dit wordt veroorzaakt door de overproductie.
Er zijn in de hoofdstad reeds zooveel huizen
over, dat men geen meer durft bouwen. Doch
nu besluit men niet de krotten af te breken,
evenmin als men de groote voorraad kleeren
uit de confectiemagazijnen verstrekt aan hen
die als wandelende vogelverschrikkers rond-
loopen. Deze toestanden blijven bij privaat
bezit altijd bestaan, de kwestie is maar dat
het geproduceerde ook gebruikt moet worden.
Als resultaat van de werking der regeering
noemde de Spreker als ’t eenige goede de
ongevallenwet maar hoe komt hij da^r
bij Dat is ’t treurigste misbaksel dat men
kan bedenken. Er is zoowat anderhalf mil-
lioen voor opgebracht en de arbeiders hebben
daarvan f 600,000 ontvangen terwijl de admi
nistratie gekost heeft f 900,000. Öch, eigen
lijk kan men ’t de regeeringen niet euvel dui
den, dat de wetgeving niets uitwerkt. Een
zaak moet ingeburgerd worden bij het volk
anders brengt geen wet baat, en wordt slechts
op allerlei wijzen ontdoken. De arbeiders
moeten zelf willen, dan komt het in orde.
ten bate van
bate der gemeenschap.
De moeilijkheid om daartoe te komen zit
slechts daarin, om de arbeiders tot het be
wustzijn van den toestand te brengen. De
arbeider wordt nog steeds te dom gehouden,
en luistert nog maar altijd te veel naar zijn
geestelijke leiders.
Ik vraag U echter, roept Spr. hoe is thans
de toestand van den arbeider Iser ook
verandering noodig De vrouwren- en kinder
arbeid in de fabrieken is allengs toegenomen,
en ’t exploiteeren van die werkkrachten in
dienst van ’t kapitalisme moet den naden
kenden arbeider tot het bewustzijn brengen,
dat het onbillijk is. De duur van den ar
beidsdag is ook nog steeds veel te lang, en
er zijn arbeiders die 10, 11, maar ook 15
en 16 uur per dag werken, er zijn er die
soms 24 ja 36 uren aan een stuk moeten
dienstdoen. Bij zoo lang werken kan men
niet frisch zijn, maar de Kapitalisten regelen
het op de voor hen voordeeligste manier.
Toch zal ieder inzien, dat er verandering moet
komen, dat de arbeidsdag korter moet worden.
Ook de toestanden van den arbeider bij
ouderdom, ziekte en werkeloosheid moeten
drijven naar ’t socialisme. Vooral de werke
loosheid, dat is misschien de grootste kanker
onzer tegenwoordige samenleving. Door de
overproductie ontstaat werkeloosheid, en ieder
arbeider ook in ons-land weet wat het beteekent,
zonder verdiensten te zijn, en onder ’t kapi
talistische stelsel is daarbij op geen verbetering
te hopen.
De lange werkdag, het lage loon, de toestand
bij ouderdom, ziekte, werkeloosheid, dat alles
dringt den ontwikkelden arbeider naar ’t
socialisme.
Van de clerikalen en evenmin van de li
beralen is verbetering te wachten, men behoeft
om dat te weten, slechts de ervaring in ’t
oog te vatten. HetNederl. werkliedenverbond
bestaat reeds 35 jaren en vooral de laatste
25 jaren is op verbetering aangedrongen,
doch wat is er gekomen Slechts één vrij-
goede wet in ’t belang der arbeiders, n.l. de
ongevallenwet, maar dat is ook ’t eenige.
De veiligheidswet, de regeling van den arbeid
van vrouwen en kinderen, och die beteekenen
zoo goed als niets, en wat er nog in zicht
is, dit is geheel niets,. De ziekteverzekering
zal volgens ’t ontwerp zoo geregeld worden,
dat daardoor de ongevallen-uitkeering niet
langer dan 6 weken kan duren, en van de
premie voor die ziekte-uitkeering kan de
patroon 2/3 van ’t loon van den werkman
inhouden. Evenwel niet slechts in ons land,
ook in Engeland en Duitschland beteekent
de sociale wetgeving weinig of niets. De
groote staking in ’t mijngebied om een 8
urigen werkdag te krijgen, is alweer op niets
uitgeloopen, en ’t is te verklaren waarom de
bezittende klas dien eisch van kort eren werk-
duur niet inwilligt. Het volk zou in zijn
vrijen tijd zich ontwikkelen, ’t zou zich
daardoor van zijn kracht bewust w’orden, en
dat is misschien de hoofdreden waarom de
8 urige werkdag wordt tegengehouden.
Na het gesprokene nog eens te hebben
geresumeerd, waarbij Spr. o.a. opmerkt dat
door de wijze van werken door de groot
industrie, door trusts, syndicaten, coöperaties
enz. het nestje wordt klaargemaakt voor ’t
socialisme en ’t kapitalistische stelsel eigenlijk
het fundament wordt, waarop de socialistische
maatschappij kan worden opgebouwd, komt
hij weer tot de conclusie dat slechts één
weg openblijft om daartoe te komen, d.i. de
organisatie der arbeiders.
PAUZE.
Spreker wil nu doen zien, dat de lib. en
cler. partijen niet willen medewerken tot
leniging van de nooden. Met het oog op de
verkiezingen acht hij het noodig dat de
arbeidende klasse daarin een goed inzicht
heeft. Wat heeft het clericale kabinet voor
de geestelijke en stoffelijke belangen gedaan
Zoek maar gerust, gij vindt niets zegt Spr.
Al wat beloofd is, waren niets dan ijdele
woorden, ’t Eenige wat ik gevonden heb is
de opheffing der Staatsloterij, doch die komt
pas over 25 jaren. De drankwet? vraagt men
wellicht och, dat had iets goeds kunnen
zijn, en ’t eerste ontwerp bevatte ook inder
daad iets goeds, doch door den drang der
kathol, en kapitalisten is het geworden
tot een reeks van kleinigheden, die het
drankmisbruik niet zullen beteugelen.
zal voeren ook in Nederland. De groote
moeilijkheid is nog steeds om tot die eenheid
te geraken. Slechts door het allengs meer
bewust worden van den toestand zal men
zich aaneensluiten en dan eerst zal het
socialisme de gewenschte verbetering brengen
in plaats van het kapitalisme. (Applaus.)
DEBAT.
Van de gelegenheid tot het voeren van
debat werd gebruik gemaakt door den heer
A. van EMMENES van Amsterdam, die
met het oog op het late uur slechts hier
daar een greep zal doen. De heer Gorter
op hoe het proletariaat meer toe-
en nu moge
Duitschland
aan te geven
De hooger onderwijswet dan? Ja, maar
door ’t hooge schoolgeld is dat niets voor
den arbeider, door die wet zullen wij wat
meer geloovige advocaten en domineé’s krijgen,
als de Sybrandy’s en de Talma’s, doch dat
is geen zegen.
De lager-onderwijswet dat is ook al
geen verbetering voor de arbeiders er zal
wel meer godsdienstonderwijs gegeven worden,
doch de qualiteit van ’t onderwijs zal er
door verminderen. De bijzondere onderwijzers
hebben lichtere examens en mogen voor meer
klassen onderwijzen, ook voor de lokalen
worden niet zulke goede eischen gesteld als
bij het openbaar onderwijs. Het eigenlijke
onderwijs zal door deze wet achteruitgaan,
van geestelijken vooruitgang mag dus bij dit
ministerie geen sprake zijn.
En hoe staat het met de stoffelijke be
langen? Ook daarvoor is niets gedaan. De
arbeiders zijn nog steeds te laks om met
kracht te eischen, om te eischen dat voor
den ouden dag, voor ziekte, werkeloosheid
enz. maatregelen genomen worden. Als de
onderdrukte klasse zich alles maar laat wel
gevallen, zullen de bezitters den toestand
stilletjes laten gelijk ze is.
Hoe staat het evenwel met de erkenning
van de rechten van den werkman? Deze
zijn achteruitgegaan. Voor 1903 was de
arbeider volkomen in zijn recht om te zeggen:
z/daar ligt de boel, ik wil zoo niet langer”.
Maar nu is bij de groote transportmiddelen
en bij de werken van rijk en provincie dat
recht opgeheven en ook velen der liberalen
hebben aan die beperking der vrijheid mee
gedaan.
Het arbeidscontract, dat in wording is, zal
aan alle werklieden den plicht opleggen om
8 dagen soms zelfs 6 weken of langer vooruit
te zeggen, dat ze plan hebben te staken.
Doch nu is gezamenlijke staking ?t eenig
middel van verweer voor den werkenden
stand en slechts bij directe staking is eenige
kans van slagen doch door het arbeids
contract zal zulks onmogelijk gemaakt worden
zelfs kan de patroon als waarborg het
loon van zoo’n tijdperk inhouden en als dan
later onverhoeds men uitscheidt met werken
kan hij dat loon als schadevergoeding be
houden. Dat arbeidscontract is een monster,
alleen goed georganiseerde arbeiders zullpn
nog ’t middel van staking kunnen toepassen.
Over de ziekteverzekering heb ik, zei Spr.
straks reeds gezegd, dat 2/3 der premie door
den werkman betaald moet worden en het
pensioen voor den ouderdom, hoe staat het
daarmee? Vooreerst zal er een inkomsten
belasting komen op levensbehoeften zoodat
de arbeiders het in dien vorm al moeten
opbrengen en bovendien is het de bedoeling
dat elke werkman van zijn 12e tot zijn 23e
jaar f 150 moet storten in de staatskas, dan
van zijn 23e tot het 65e jaar ieder jaar f 10,
zoodat elk f 570 premie mag betalen en
dan krijgt hij f 3 per week als hij boven
de 65 jaar wordt, wat, zooals de statistiek
aantoont, slechts met 7 van de 100 't geval is.
Men ziet het, dat zulk een plan niet is in
't belang der arbeidende klas.
De liberalen en in verbond daarmee de
vrijz.-democraten komen tegen ’t beheer van
Dr. Kuyper op en ’t heet te zijn de strijd
tegen geloof en ongeloof, doch in werkelijkheid
geldt voor den arbeider de strijd tusschen
’t kapitalisme en ’t socialisme. Het politiek
program der vrijzinnigen belooft: verhooging
van ’t peil bij ’t onderwijs, geen invoer
rechten, pensioen voor den ouden dag, be
zuiniging op het militairisme en ’t blanco
art. 80 om te kunnen komen tot algemeen
kiesrecht. Spreker gaat na wat de ervaring
omtrent al die punten heeft geleerd, bespreekt
de vroeger ingediende wetsontwerpen en
stelt in de beloften geen vertrouwen, getuige
de verschillende stemmingen van vroeger.
Op het punt van de arbeidswetgeving zijn
de clericalen, liberalen en vrijzinnigen één
pot nat, zegt Spreker. Wantrouwen moet
leiden tot nadenken, de arbeider moet letten
op de daden. Wat er nog al gedaan en bij
de wetgèving beproefd is in al de jaren
was steeds ’t gevolg van den drang van de
socialen en de arbeiderspartij. Verflauwt die
actie, dan schijnt ook dadelijk de neiging
tot sociale hervormingen minder te worden.
De arbeider moet zich organiseeren. Vak-
vereenigingen en groepsgewijze, allen solidair,
moet er een krachtige arbeidersbeweging
ontstaan, die goed georganiseerd tot verbetering i In Engeland bijv, is in 60 jaar niets aan de
Bolswardsche Courant