1905. Verschijnt Donderdags en Zondags 44ste Jaargang. No. 51. lieuws- en Advertentieblad Bols ward en Wonseradeel. IN BANGEN TWEESTRIJD. ‘I s I N ZONDAG 25 JUNI. BINNENLAND. IJ I VOOR Afzonderlijke weer de inhoud der goed f10250. - 9948. - 9463. - 8999. - 8380. den laagsten ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. naar i het verleden Alles wat zij had beleefd Je bent daar aan geweest maarIk heb altijd alles Toen men het kind vermiste en ging en men bijna de zekerheid, dat den knaap ongeluk was overkomen. Het dreggen de Kade bleef verder zonder resultaat, aan de taanderij plicht, leed. Daar verspreidde zich plotseling het gerucht, dat in de groote huizen roodvonk heerschte, de vreeselijke kinderziekte. Ook haar jongen werd er op een avond door aangetast. Ön- middellijk zag zij, dat het deze ziekte was. De koorts werd al heviger en heviger. Zij zag het en streed een vreeselijken strijd. De koortsachtig schitterende blik van den jongen hing angstig aan haar marmerbleek gelaat. Ze deed niets om de ziekte te bekampen. Alleen een koelen dronk reikte zij den kleinen lijder nu en dan. Ze riep geen dokter of andere hulp. Haar hart scheen als versteend. //Beter dood dan een leven vol schuld!* fluisterde zij. Drie vreeselijke dagen en nachten vol dul- delooze pijn had zij op deze wijze doorge bracht. Thans rochelde de knaap in hare armen, zijn lichaam schokte tegen haar hart. //Ónmogelijk, onmogelijkIk kan hem niet laten sterven riep zij plotseling, half waanzinnig van angst. Ais een gejaagd stuk wild rende zij thans naar een dokter en wist hem door hare smeekbeden te bewegen on middellijk mee te gaan. ,/Te laat !/z zeide de bejaarde dokter, toen hij aan het ziekbed was gekomen, thans een sterfbed. Hij keek de vrouw aan, op wier trekken bittere smart te lezen was, maar ook ont bering en kommer. z/U had mij vroeger moeten laten roepen zeide hijz/ook zonder geld was ik wel ge komen.* Nu kon zij zich niet langer in houden. Haar hart scheen te zullen barsten. Onder hartstochtelijk snikken vertelde zij den dokter alles wat haar in den laatsten tijd had gekweld, wat haar leven had ver woest. Hare geheele ziel legde zij bloot, hare liefde voor haar kind, haar bitter mede lijden met hem, haar angst voor de toekomst. z/Nu nu is hij gered besloot zij en drukte het hoofd yan den kleinen doode aan hare borst. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol gens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. waren de weinige meubelen, die hare ver wanten haar hadden laten behouden. Destijds wist zij nog niets van de ongelukkige nei gingen van haar kind zij bewaarde het als haar kostbaarste schat tot tot zij ook bij hém die vreeselijke ontdekking deed. Moede en gebogen deed zij haar maar zij ging diep gebukt onder haar f I niet, een gingen te kampen. Was de knaap naar school, dan kwam de herinnering aan het verleden weer bij haar op. Alles wat zij had beleefd en ge leden, trok haar geestesoog voorbij. Hoe trotsch was zij op haren man geweesthoe werd zij benijd om hare schitterende positie als vrouw van den directeur der bank Tot de val kwam de val van eene schitte rende hoogte in de diepste duisternis. Haar man gestraft! Zij, de trotsche gelukkige vrouw nu de vrouw van een misdadigerNiet door haar man verlaten, neen, veel erger, haar man in het tuchthuis I Dat was het kruis, haar te dragen gege ven. En nu het kind, haar mooie lieve jongen. Niet alleen haar had hij soms be stolen, ook een zijnèr schoolmakkers had hij al eens wat ontfutseld. Zij ontdekte het, dwong hem op te biechten, dwong hem het terug te geven. Zou zij hem altijd zoo kunnen dwingen? Hij verstond de kunst van liegen zoo zoo goed als zijn vader I z/Ik ben onschuldig," had deze gezegd en zij had hem geloofd, ondanks alles tegen hem getuigde, ook zijn geheele verleden. Zij offerde alles opj haregeheele bezitting Zij leefde geheel alleen met haar kind in een groote Berlijnsche huurkazerne. Een kamertje en een keuken in het achterhuis waren haar geheele rijk. Wat een deftigheidgeen woord meer dan goeden morgen of goeden avond Ze verbeeldt zich zeker heel watEn die jongen van haar is toch ook maar een akelige vent, hoe mooi hij ook is met zijn fijne lange haren en zijn melkmuil Op deze welwil lende manier liet de portiersvrouw zich over haar uit, terwijl zij met een paar buur vrouwen over de vreemde stond te babbelen. Weduwe is zij niet, ook niet gescheiden, dat weet ik van haar verh nisbiljet en toch is er geen man bij haar. Och, dan is zij misschien niet eens ge trouwd i Ja jawel dat wel, zij is van deftige familie maar een man heeft zij nu toch nietVan haar man verlaten. Ja, dat is wel erg, maar we kunnen haar toch eigen lijk niets verwijten’t is alleen maar dat ze zoo voornaam doet; dat behoeft nu toch ook niet. Jawel,' dat is zoo o,’lieve hemel daar ligt mijn kleine jongen uit het venster als hij maar niet naar beneden rolt En de babbelaarsters stuiven uit elkaar. Moetjeklinkt het van boven uit een venster der derde verdieping. Jongen, ga wegAanstonds rol je er uitMoetje komt boven Zoo’n ondeugende jongen klimt zoo maar op een stoel voor het venster en hij is nog maar twee jaar Boven aan het venster verschijnt de moeder van den kleinen waaghals, neemt hem op hare armen en kust hem hartelijk. Haar hoofd is rood van angst. Uit het bed geklommenroept zij de portierster beneden toe. Een ferme kerel, maar maak in het ver volg het venster toe, anders gebeurt er op een goeden dag nog een ongeluk De vrouw, die zooeven zoo scherp werd beoordeeld, heeft mede aangezien in welk gevaar het kind verkeerde. Zij was bleek van angst geworden, voor het vreemde kind. Je moogt nooit uit het venster gaan hangen, wanneer je alleen bent, je moogt het zelfs niet openmaken, zegt ze tegen haar zoontje. Zóó klein ben ik toch niet meeru be hoeft u om mij niet bezorgd te makenik ben toch al tien jaar en val zoo maar niet uit het venster. Zoo dom ben ik niet Neen, dem was hij niet, daarover be hoefde zij zich niet bezorgd te maken hij zat reeds in de vijfde. Ieder jaar ging hij over. Dat haar jongen op eene dure school gaat, dat kunnen zij haar heelemaal niet vergeven, want dat is het beste bewijs, dat zij werkelijk niet tot de haren behoort. Neen, hare hooge, slanke gestalte in het eenvoudig, goedzittende zwarte kleed zag er werkelijk niet naar uit, alsof zij daar thuis hoorde en nog minder haar smal bleek gezicht met de groote, zwaarmoedige oogen en den kommervollen trek om den fijnen mond. Eene vrouw, die schipbreuk heeft geleden. Eene vrouw, die in haar huwelijk te gronde ging, die niet de eneigie en den moed bezat, zich er weer bovenop te helpen, haar juk af te werpen en een nieuw leven te beginnen. Misschien had zij het verleden kunnen vergeten, wanneer haar eenig kind, haar jongen, niet zoo precies op zijn vader had geleken, niet met het jaar sterker op hem begon te gelijken, zoowel in karakter als in uiterlijk. Eene diepe, droevige zucht ontsnapte haar bij de gedachte daaraan. Thans wilde zij het slot van haar een voudig notenhouten schrijfbureau openmaken, maar het weigerde. De knaap wierp van zijn schoolwerk steels- gewijs een blik op zijn moeder, maar boog zich dadelijk weer over zijne Latijnsche les. Wat mankeert er toch aan dat slotvan ochtend heb ik het omgedraaid 1 De knaap zweeg1, leerde overluid zijne les en hield de handen voor de ooren om niet te worden afgeleid. ’t Was haar geldlaadje. Het geringe geld som metje, dat zij van haar schraal inkomen ycist over te leggen was daar geborgen ze doen, is thans tamelijk wel de opde rust in onze stad teruggekeerd. Een deel der tijdelijk alhier gestationeerde rijkspolitie is dan ook weer vertrokken. Met de uitsluiting van een deel der neringdoenden blijft men evenwel nog steeds voortgaan. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Sneek, 23 Juni. De herstemming van 28 Juni a.s. houdt de gemoederen hier nog warm. Niettegenstaande Mr. Okma zijn tegen stander ruim 800 stemmen vooruit is en er veel kans bestaat dat minstens de helft Chr.- Historischen ook op den z.g. anti-rev. candi- daat hun stem zullen uitbrengen, is alle hoop voor dr. N. toch nog niet uitgesloten. Bij de le verkiezing zijn vrijzeker eenige honderden liberalen thuis gebleven, die thans worden opgewekt om hun verzuim op a.s. Woensdag te herstellen. Dan bestaat er kans, naar men ons meedeelt, dat de Staalmannianen, onder welke zich tal van liberalen bevinden, dr. N. hun stem zullen geven. Hoe de uitslag ook moge zijn, ’t bestuur der liberale kiesvereeniging alhier, dat mag worden getuigd, spaart moeite noch kosten om dr. N.’s candidatuur te doen slagen. Woensdag sprak dr. N. te Koudum, waar hij in debat kwam met mr. Okma. Gisterenavond genoot Heeg de eer van Z.Ed. bezoek en waar een z.g. Chr. school hoofd het tegen dr. N. opnam. Hedenavond is Oudega aan de beurt en Maandagavond wordt de 2e politieke cursus gesloten met een spreekbeurt te Scharne- goutum. Den laatsten avond voor de verkiezing spreekt hier de heer Zelvelder in ’t belang van de candidatuur Niemeijer. Hedenmiddag werd hier aanbesteed de verbouwing van de magazijnen der firma Gebr. Lampe, Grootzand. Ingeschreven werd als volgt: H. Ringnalda, alhier N. P. Molenaar, alhier K. Wiersma te Leeuwarden J. v. d. Veen, alhier Tjalling Kloosterman, alhier Het werk is voorloopig aan inschrijver gegund. Grouw. Terwijl de schipper E. Krol van Sneek, met zijn schip aan de Kade lag, ge raakte zijn vierjarig zoontje ongemerkt te water. visschen, werd aldra zijn pet gevonden kreeg een aan Geheel voorbij den Steiger van den heer Molenaar, werd het lijkje drijvende gevonden. Alle pogingen, om het kind in het leven terug te roepen, waren vruchteloos. Oranjewoud. Op het prachtige buiten goed van mr. H. W. de Blocq van Schel - tinga werd Woensdag de//velddag” gehouden van den Nederl. Christelijken Geheel-Onthou- dersbond. Het opgekomen publiek was niet groot, verre beneden de verwachting. Door den hooioogst hebben boer en arbeider het zeer druk, ze kunnen er geen dag uit. Wegens het gering bezoek werd op een uur later aan gevangen dan op het programma was bepaald. De heer G. Veïthuizen van Haarlem, de Bondsvoorzitter, hieldde openingsrede; daarna traden op de heeren G. de Wilde van Sneek met „De beschaving der 20e eeuw, gezien bij het licht van den Bijbel”, L. J. van Dam van Leeuwarden met „De Christelijke geheel onthouding een teeken des tijds”, mej. H. W. Crommelin van Utrecht met „De hoop der toekomst”, ds. Aris van Drachten met „Waarom Christelijke Geheelonthouding?"De heer R. Posthuma van Hoorn, de 2e voor zitter van den Bond, sprak het slotwoord. In de pauze liet zich een muziekkorps hooren. Er werd gecolporteerd met brochures voor geheelonthouding. Hagelslag Gramsbergen. Den 5den Juni werd in een groot deel van Gramsbergen de te veld staande oogst totaal vernietigd. De landbouwvereeniging ^Gramsbergen”, niet m staat te helpen zooals noodig is, doet, gesteund door eenige parti, culieren, door middel van advertenties een dringend beroep op de algemeene liefdadigheid Zuidwesthoek, 20 Juni. De hooicampagne is in vollen gang. Overal hoort men den regel matigen zeisslag, den hoogen tik van den haarhamer, het klankrijk geluid van den strekel. In de meeste landen echter ligt het gras reeds in lange ribben op het veld of staat in oppers te velde, ja met den oogst is hier en daar reeds een begin gemaakt. Van een ervaren landbouwer vernamen we dat de oogst over het algemeen goed zal worden, inzonderheid op de beste gronden. Waar de bodem schraal is, heeft het gras te veel geleden door vorst en droogte en daar zal het beschot gering zijn. Ook de made, die zoogenaamd voorgeweid is, laat te wenschen over, wat alleszins verklaarbaar is, wijl ook bedoelde landen te lang aan droogte en nacht vorsten bloot stonden. De kwaliteit van het hooi is over ’t alge meen uitnemend. Pingjum, 21 Juni. Een 8-jarig meisje reed mee op een hooiwagen, terwijl de voer man zijn pijp rookte. Plotseling bemerkte men dat de kleeren van het kind smeulden. Onmiddellijk werd zij in een sloot gedompeld, doch reeds had zij ernstige brandwonden in het gelaat en aan de schouders bekomen. Koudum, 22 Juni. Badende jongens, die onverwachts handenzwaaiende en schreeuwende uit het water sprongen, deden hier een paard, gespannen voor een melkwagen, op hol slaan. De opzittenden, de landbouwer K. en zijn zoontje geraakten te water en in gevaarlijke positie beiden kregen kwetsuren de wagen werd beschadigd en melkbussen ging verloren. De knapen, ontsteld over ’t geen ze uit gehaald hadden, bleken geheel ongekleed een goed heenkomen gezocht te hebben, de eene hier, anderen elders. Steenwijk, 22 Juni. Na een paar dagen1 die blijk gaven wat ontbrande hartstocht kan wilde er iets bijleggen, dat zij juist had ontvangen. Zij maakte kindercostuums voor een groot magazijn in kinderkleeding, waarin zij zeer bedreven was en veel smaak toonde. Daar door zag haar eigen jongen er ook altijd zoo keurig netjes uit. Maar dikwijls was de halve nacht met haar werk gemoeid. ’t Wil niet met dat slotjij hebt toch niet...? Zij zag hem ernstig aanhij sloeg ver ward de oogen neer voor dien blik. Hinder mij niet, maak me niet in de war zei hij plotseling brutaal, dan kan ik niet meer werken Kijk me aan Dat denkt u gedaan Niemand buiten jou is hier geweest U hebt zelf misschien het slot verdraaid riep hij op stuggen toon. Zeg het zeg hetviel zij plotseling uit, door heftige zielepijn gekweld, terwijl haar gelaat vaalbleek werd. Schuw wendde hij het hoofd af. Met een vluggen greep had zij in zijn zak gevoeld. De knaap trachtte tevergeefs haar met een paar nijdige rukken af te weren. Zij hield een mark in de hand, O kind kind snikte zij, terwijl zij vernietigd op een stoel neerviel. Dus alweer telkens weer steunde zij, luid snikkend. Toen maakte zich plotseling een heftige toorn van haar meester. Zij greep hem bij de schouders en schudde hem woedend heen en weer, en hij huilde overluid, zóó veel pijn deed hem de greep harer slanke vingers. Zij zag op hem neer, op zijn mooi ge zichtje, zijn prachtig blond haar. O o ongelukkig kind Eindelijk liet zij hem los. Die gelijkenis met zijn vader daar viel zij haar weer op. ’t Was hetzelfde elegante uiterlijk, dat haar eenmaal zoo had getroffen, had be- tooverd, van dien man, die zoo goed de kunst had verstaan te liegen en te huichelen, te bedriegen en te stelen wat zij bespaarde met anderen te verkwisten. Kun je het dan niet laten? riep zij in vertwijfeling, ’t was niet de eerste maa]. Ook op school had hij zijn handen al eens naar het eigendom van anderen uitgestoken. Iedere gelegenheid, die zich voordeed, be nutte hij. Zoo beginnen ze allemaal de groote dieven! En jij ook jij Haar hevige smart greep ook hem aan ’t was of eene vreeselijke benauwdheid haar het volgend oogenblik zou doen stikken. De knaap stond schreiend naast haar. Zij leed naar lichaam en ziel. Met een blik vol vertwijfeling keek zij hem aan. Wat had zij hem lief, haar eenig kind Zij omklemde hem plotseling met beide armen met korte afgebroken zinnen trachtte zij op zijn gemoed te werken. z/Ik zal het nooit nooit weerdoen snikte hij. Hoe gaarne had zij hem geloofd, hoe gaarne hem vergeven maar zij kon het Zij zag in hem een verloren schepsel, mensch te zwak om tegen slechte nei- II 11 Bolswardsclie Courant 1-1 Mr. I M

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1905 | | pagina 1