lieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. 1905. 44ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 58. DONDERDAG 20 JULI. IETS OVER LEVENSVERZEKERING. D1NNENLAND. Ij Politiek overzicht. VOOR a 5 Cent. den zoo Nim dêr trou goed werd ingezien, zoo het accoord niet eens ern- een den kansel gebeden politiek. Elders werd tegen liberale politiek weer Oldeboorn, 16 Juli. Onze dorpsgenoot, de heer 8 de Boer, was heden moreen met zijn knecht aan- ’t hengelen in het Oudveen onder Goengahuizen. Verscheidene dikke visschen waren door hen reeds gevangen en geborgen in een zak in 't riet, aan den kant van het water. Toen ze even later de visch zouden meenemen, bleken zak en visch verdwenen. Bij onderzoek kwam men tot de ontdekking dat een otter een en ander had weggeroofd. De crisis. De (groene) Amsterdammer noemt den politieken toestand zoo moeilijk als zelden, want gegeven de cijfers van meerder- en minderheid en de partijongelijkheid der Eerste en Tweede Kamer, zal bij alles wat geschiedt, in politieke breinen de overweging zijnhoe krijgt Rechts met zijn Eerste Kamer Links met zijn Tweede Kamer er onderhoe zal het Rechts gelukken, Links ten val te brengen door het tot onvruchtbaarheid te doemen en, natuurlijk ook omgekeerdwat kan Links nalaten te doen van hetgeen ’s lands belang ten zeerste eischt, om Rechts geen vat op zich te geven. Zal ons arme vaderland, dat zoo noodig heeft de voorwaarde voor rustige ontwikkeling, ook nu verder weder worden gewaagd aan nieuwe periodes van volstrekt gemis aan door tastenden wetgevenden arbeid vraagt ’t blad. Z/Het komt ons voor, dat de vaderlands liefde van rechts en van links, zoowel de eene als de andere zijde der Volksvertegen woordiging behoort te doen uitzien naar een middel, om den zoo verwarden, den voor het welzijn van land en volk zoo gevaarlijken, toestand... te breken, althans te beproeven eqp uitweg te vinden uit het labyrinth, waarin alleen de politieke strevers zich welbehagelijk gevoelen. z/Indien ooit het oogenblik gunstig was, om zonder tijdverlies en schade aan de wet geving te berokkenen, grondwetsherziening aan de orde te stellen, dan zeker ’t huidige, dat ons, wordt er niet ingegrepen, jaren van armzalig politiek getob voorspelt. z/Een grondwetsherziening, teneinde aller eerst de ontbindbaarheid der Provinciale Staten, als politiek kiescollege, volgens wijlen den ouden heer Heemskerk indertijd vergeten vast te stellen, opdat het bij een ernstigen politieken strijd, gelijk thans gevoerd is, niet mogelijk blijve, dat de'Eerste Kamer jarenlang tegenover de meerderheid der kiezers staat.” schelden^der oppositie, ten minste als het er eenige waarde aan hecht ook door anderen voor fatsoenlijk te worden gehouden.’ ’t Is echter nog verre daar vandaan. In haar bovenbedoeld hoofdartikel voert de Standaard den Frieschen leiders tegemoet, dat zij wisten, dat het Kabinet gevaar liep, en zij vervolgt z/Ze wisten, dat er tegen het Kabinet storm werd geloopen door al wat tot de tafelbroeders, sociêteitsheeren, kroegloopers en Jan Rap behoorde, en dat dienvolgens door de antire volutionaire partij zeer wat op het spel stond, tot stand kwam”, enz. Is ’t niet fraai? Voor hen die’t waagden zich met alle kracht te verzetten tegen het regime-Kuyper, dat zij een gevaar voor het vaderland achtten, heeft de Standaard dus nog enkele lieve Zondagsnaampjes bewaard, die nog beter dan //ongeloovige”, //heidenen” of //paganisten” getuigenis afleggen van hare zachtmoedigheid en haren Christelijken zin. Tafelbroeders, societeitsheeren, kroegloopers en Jan Rap de Standaard zal ’t vermoe delijk noodig vinden de weifelenden te over tuigen van den zegen voor ons land, dat de partij welke dat blad tot hoofdorgaan heeft, niet langer de lakens uitdeelt. Arnh. Ct. De laatste politieke strijd heeft weer eens geleerd hoe groot de neiging veler recht zinnige predikanten toch wel is om zich te wijden aan allerlei verkiezingswerk. Groot was het aantal predikanten-candi- daten en nog veel grooter het aantal predi- kanten-propagandisten. Allen even zoo vele candidaten in spé. Maar een nog veel bedenkelijker aanwijzing van den geest der clericale politiek is het verkiezingswerk, door predikanten in hun kerkelijke gemeente, dus rechtstreeks uithoofde van hun geestelijk ambt verricht. Hier werd van den kansel gebeden voor de //Christelijke” ex cathedra getoornd en liberale candidaten. Nog weer elders werd bij huisbezoek de toorn des hemels aangekondigd voor elke stem op den liberaal. Kortom, het geestelijk ambt, zoowel als het kerkelijk leven is her haaldelijk dienstbaar gemaakt aan de Kuyperi- aansche politiek. Dat alles is bekend. Maar ’t is misschien nog niet algemeen bekend, dat zulke afwijkingen reeds openlijk als deugd worden gehuldigd. En dat in antirevolutionaire persorganen daarentegen fel reeds wordt getoornd tegen de predikanten, die zich hielden aan de ambtsplichten en' zich niet wilden afgeven met het kiesgewoel. Toch zijn we reeds zóó ver. Het district Kampen geeft er een aan wijzing van. De candidatuur-Noordtzij werd er met woord en pen aangeprezen door het meerendeel der orthodox-hervormde predi kanten. Bij de eerste stemming hadden zij gepleit voor Schokking. Toen verwierpen zij de antithese, het samengaan met Roomschen, kortom zij verwierpen de geheele Kuyperiaan- sche politiek. Bij de herstemming werden al die bedenkingen op zijde gezet in de (vergeefsche) poging om den liberaal te keeren. Welnu, zij hebben hun loon gehad: het provinciaal anti-revolutionair orgaan, Onze Courant heeft ze hoogelijk geprezen. Hoe geheel anders is het lot van het klein aantal der predikanten, die zich buiten den strijd hebben gehouden 1 Een hunner was ds. Nolke, orthodox-Hervormd predikant te Hat- tem, die kortweg weigerde zich met de ver kiezing in te laten en zijn geestelijk ambt niet voor eenige politieke propaganda wilde benutten. Van hem heet 't in hetzelfde a.-r. orgaan//Tegenover den kloeken broederzin van vele predikanten steekt treurig af de houding van den heer ds. Nolke te Hattem./Z De politiseerende dominees hadden dus broederzin getoond! En de predikant, die predikant bleef, wordt als het schurftig schaap geteekend. Voorwaar, 3t is noodig dat er een frisscher levensstroom de Hervormde Kerk gaat door dringen. Daartoe moet groeien het besef, dat het predikambt, dat het kerkelijk leven, dat de prediking van den godsdienst niet mag worden dienstbaar gemaakt aan de propaganda der Kuyperiaansche politiek. Bad. schappijen is er'de eenige verontschuldiging voor. Een goed ingerichte levensverzekering maatschappij kan niet te gronde gaan. Het is waar, dat het aantal verzekerden der Neder- landsche instellingen ze bestaan zoo kort nog betrekkelijk gering is, zoodat de uit komsten der sterftetafels, die over zooveel levens loopen, niet onvoorwaardelijk betrouw baar zijn. Maar is dit ook in .Engeland niet eenmaal zoo geweest En welk een vlucht heeft het verzekeringswezen daar ge nomen Als de jeugd gezond is en dat is zij hier kan met vertrouwen een krach tige mannelijke leeftijd worden verwacht. Met iets goeds zijn wij in Nederland al te dikwijls bij anderen ten achter. De eerste maatschappij hier te lande, de „Hollandsche Sociëteit van Levensverzekeringen,” werd hier in 1807 opgericht door den heer A. Hartzen Czn., nadat deze in Engeland met de zaak had kennis gemaakt. Bijna twee eeuwen moesten dus voorbijgaande uit- stekendsten onzer landgenooten Jan de Witt, Christiaan Huygens Nicplaas Struyk en vele anderen moesten jaren huns levens aan het becijferen en uitwerken van de grond slagen der levensverzekering wijden en ten slotte moest deze uit het buitenland worden overgebracht Onbekend is zij zeker thans aan weinigen meer. Daarvoor wordt in den tegenwoordigen tijd wel gezorgd door woord en beeld maken de maatschappijen ze op allerlei wijze be kend. //Te veel reclame”, zal men misschien zeggen, ^een goede zaak doet zich van zelf kennen” en //goede wijn behoeft geen krans Dat gaat hier niet op. Levensverzekering is niet op één lijn te stellen met de twij felachtige waren van den kwakzalver. Zij steunt op wetenschappelijke grondslagen en zij is werkelijk een proefhoudend middel in den nood. Geheel iets anders dan een kwak zalversmiddel. In de laatste jaren komt hier meer leven, vooral in de steden, nog niet zooveel op het platteland. Nederland is niet geheel achteraan. In de rij der elf voornaamste Europeesche mogendheden bekleedt ons ko ninkrijk no. 3. Dit belooft veel. Door ver breiding van kennis omtrent het wezen der zaak niet te verwarren met wat men tegenwoordig wel reclame noemt in den meest ongunstigen zin zal het wantrou wen hoe langer zoo meer wijken. De hoog zedelijke beteekenis der levensverzekering is er borg voor. Onbekend maakt onbemind. Bekendheid met een goede zaak zal er ons van doen houden. Dat zij in ons land als in Enge land ‘zoo algemeen mogelijk worde Ieder, die niet bij den dag leeft, maar ook denkt over wat de toekomst brengen kan, maakt zijne plannen. Wij hebben plannen soms voor jarenhebben we ook altijd jaren voor onze plannen Dat heeft men te bedenken. Berg. Ct. Nog altijd kan de Standaard de nederlaag maar niet verkroppen. Dat zij met weemoed aail de vervlogen heerlijkheid blijft denken, de oorzaken nagaat van den niet verwachten slag, verwijten richt tot hen wien zij dien meent te moeten toeschrijven en op maat regelen zint om te zijner tijd met kans van slagen te beproeven, het verloren terrein te herwinnen, dit alles is alleszins verklaar baar en niemand zal ’t in haar af keuren. Zoo is ’t volkomen in den haak, dat als zij werkelijk overtuigd is, dat ’tde Friesche Christelijk-historischen zijn die de coalitie de kool gestoofd hebben van het verlies harer meerderheid, dat zij ’t immers zijn door wie Gorinchem, Leiden, Utrecht II en Kampen te loor gingen, de Standaard een strenge philippica richt in een hoofartikel tegen die snoode en trouwelooze bondgenooten. In dien strijd mengen wij ons nietdit mogen de woordvoerders der twee groepen, welke voort spruitende uit verschillende stengels, niette min heeten te stoelen op eenen gemeenen wortel, met elkaar uitvechten. Maar een blad, dat als de Standaard ’t altijd zoo druk heeft over de ffeere” zijner partij en in schijnhei ligen hoogmoed de anti-revolutionaire strijd wijze boven die der politieke tegenstanders zoo hoog pleegt te verheffen, moest nu toch waarlijk na week zich wel zooveel kunnen beheerschen, om op te houden met het uit» ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Leeuwarden, 17 Juli. Van wege de ver- eeniging het Groene Kruis zijn onderstaande versjes met groote letters op kartons ge drukt om te kunnen worden opgehangen in de scholen. It feijen, it wiskjen moat f’ral net forsomme, Der meije om ’e neilen nin rou-rantjes komme W. Eaber. Eriske loft is medesyn mar hwet fen yn! W. Eaber. Rjucht-op en kein en kwier Yn ’t gean en stean en sitten! Oprjucht en rein en wier Yn al us dwaen en litten W. Eaber. Holle en hannen tige wosken, Reade lippen, witte tosken, Eagen, wangen helder, blier, Eptich kjimd it skjinne hier; Kreas en moai de klean om ’t liif, Net to slop en net to stiif: Ik leau grif, det ien en oar Keart faek dokter buten doar. Waling Dijkstra. In handoek wirdt der brükt Eor lichem, holle en hannen, In skftteldoek wirdt brflkt Eor stiengftd, potten, pannen: Mei de iene doek haldt Mem De berntsjes skjin en fris; Mei de oare it thégftd glêd, Det dat in wüuder is. W. Eaber. Een buitenlandsch blad maakte eens de volgende opmerking Als iemand sterft zegt men in Italië //Arme duivelIn Rusland z/Nu behoeft hij niet meer te werken, hij is gelukkig In Amerika vraagt men //God dank, is hij eindelijk gestorven In Duitsch- land //Wat scheelde hem eigenlijk In Erankrijk //Hoe oud was hij In Enge land //was hij verzekerd Men begrijpt, met welke bedoeling het blad deze opmerking maakte. Zonder twijfel, om te laten uitkomen, dat men in Engeland de levensverzekering opvat als een zaak van groote beteekenis, terwijl in andere landen het verscheiden van een medemensch slechts aanleiding geeft tot -nu ja wel eenige belangstelling maar de gedachten laat bepalen aan de oppervlakte der dingen. In Engeland is dan ook de verzekering algemeen en wordt ze op hoogen prijs ge steld. Haar beteekenis wordt ook hier te lande meer en meer begrepen, zeker door zeer weinigen meer ontkend, maar de deel neming aan eene verzekering is nog ver van En dat behoorde toch niet algemeen, te zijn. Heeft niet eiken huisvader, die stig ziek werd, een nacht, een uur, oogenblik de schim des doods voor den geest gestaan met de vraag //Wat zal er van uwe vrouw en kinderen worden als gij sterft En heeft, als hij zelf geen voorzorgen had genomen, het antwoord //dat zal wel terecht komen, familie, goede vrienden, algemeene liefdadigheid, enz.,” hem gerustgesteld en de gewetenswroeging van verzuimden plicht gestild Belangwekkend zou het zijn na te gaan hoevelen in een stad, in een dorp, die vrouw en kinderen hebben, door een levensverzekering den hunnen, zoo niet een onbezorgde toe komst, dan toch eenige jaren onderhoud grondslag voor nieuwe verdiensten verzekerd hebben. We kunnen niet beschikken over statische gegevens in dezen, maar het aantal verzekerden is stellig, vooial op het platteland, nog niet heel groot. Wat is van dezen ongunstigen toestand de oorzaak Wantrouwen in de levens- verzekerings-maatschappijen Gedeeltelijk wel. Eenmaal het is een vijftig jaar geleden, maar het is er bij velen diep ingegaan en bij overlevering is het goed in de herinnering bewaard gebleven eenmaal is hier te lande iets, dat op zulk een inrichting geleek, te gronde gegaan. Het was het beruchte//Waar- borggenootschap voor weduwen” te Amster dam, dat failliet ging en velen groote schade berokkende. Maar reeds in 1830 had de rustelooze medewerker van het wiskundig genootschap z/Een onvermoeide arbeid komt alles te boven”, Rehuel Lobatto Een brein gespitst op 't doel van Tal en Maat en Wigt, gelijk dr. Wap hem toedichtte tegen de instelling gewaarschuwd. Doch die waar schuwing, die van regeeringswege algemeen bekend werd gemaakt, werd niet ter harte genomen. In 1850 bestond het fonds niet alleen meer, maar het nam zelfs voortdurend in leden toe. En de heer Stamkart, regeerings- adviseur waarschuwde opnieuw. Helder en overtuigend toonde hij aan, dat deze inrich ting te gronde moest gaan, omdat de premiën vier- tot zesmaal te laag waren. Spoedig daarop werd het genootschap ontbonden. Die niet bevooroordeeld is, zal moeten erkennen, dat niet de Nederlandsche levens- verzekerings-maatschappijen, maar de goed gelovigheid van het publiek hier alle schuld droeg. Toch wordt het voorbeeld van //het fonds, dat dan toch maar //Over den kop ging”, menigen agent van levensverzekering voor de voeten geworpen, als hij de menschen eens even aan hun plicht komt herinneren. //Neen, daaraan zullen we niet doen, we zullen onze centen liever zelf bewaren, dan ze afgeven aan een ander, die er mooi weer van speelt en dan bankroet gaat, zooals dat fonds voor eenige jaren.” Welk fonds, dat weet men niet altijd, maar dat faillissement is een feit dat goed in ’t geheugen bleef. Hoe onrechtmatig is dit verwijt I Waar lijk, alleen volslagen onbekendheid met den bloeiende» toestand onze? Nederlandsche maat» ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1905 | | pagina 1