lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Patiënte nummer twintig.
I
1 I
i
1905.
44ste Jaargang.
No. 77
Verschijnt Donderdags en Zondags.
l w
Kj
H
ZONDAG 24 SEPTEMBER.
BINNENLAND.
VOOR
plaatsruimte.
te doen
blijkt uit het
i den fietswin-
de woonkamer,
deur geslingerd,
mij bij den arm schudde,
u de wacht, zuster Iris?
U slaapt immers als een
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
MT
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Cts. per regel. Overigens naar
ze met smeekende
verlaten
van Harlingen is
op 27 Sept. a.s. met H.M.
Prins Hendrik een zeetochtje
na terugkomst daarvan, on-
Lemmer, 21 Sept. De salonboot z/Bols
ward” van de Holland-Friesland lijn, die
door het gemeentebestuur
afgehuurd, om
de Koningin en
te maken, moet
middellijk opstoomen naar Amsterdam, om
vandaar nog denzelfden avond 300 socialisten
te halen, die willen tegenwoordig zijn, w-anneer
den volgenden dag Wiebren Hogerhuis te
Leeuwarden uit de gevangenis wordt ont
slagen.
Leeuwarden, 21 Sept. Vandaag spraken
we met een poelier, die zijn verbazing uit
sprak, over de enorme vangst van gevogelte
in de zeekooien. In de landkooien was het
ook goed, maar toch minder. Ook van ander
wild is er overvloedige aanvoer, en komt er
later veel regen, zoo zei hij, dan worden
we nog met de hazen verlegen, zoo ruim is
het jachtveld ook daarvan voorzien, doch
die hebben nu nog te ruim baan.
Stavoren, 22 Sept. De hier sedert jaren
gevestigde Éngelsche onderneming voor zeil-
sport van den heer J. Lognes te Wroxam
wordt opgeheven, wijl de deelname in de
laatste jaren onvoldoende is om deze zaak
naar eisch te doen rendeeren. Sedert den oorlog
van Engeland met de Zuid-Afrikaansche re
publieken was het met den bloei gedaan.
De kleinere kotters worden van de hand
gedaan, de grooten naar Engeland overgebraclit,
waar de heer Lognes te Wroxam een derge
lijke onderneming exploiteert.
Nauwelijks was ik gaan zitten, toen ik
door een gevoel van vreeselijke vermoeidheid
werd overmeesterd. Tevergeefs worstelde ik
er tegen en sliep in.
Ik ontwaakte eerst, toen dokter Tuller
naast mij stond en
Zoo houdt
riep hij barsch.
mormeldier
Verward sloeg ik de oogen op en mijn
eersten blik viel op het bed van nummer twin
tig dat leeg was.
We moeten inlichtingen van u hebben,
zuster, vervolgde de dokter. Vannacht is de
hospitaalkas voor een belangrijk bedrag be
stolen en tegelijk vinden we u slapende en
de patiënte van nummer twintig verdwenen.
Het begon in mijn brein eenigszins licht
teworden en riep uit
Het water!
Welk water? vroeg de dokter.
Nn verklaarde ik de geschiedenis met het
glas water zoo goed als ik dat in mijn ver
warring kon doen.
Aha, zei hij toen. Juffrouw Thomas
heeft met spitsboeven in verbinding gestaan,
die tegelijkertijd de kas plunderden en haar
opgesloten gezellin bevrijdden.
Weldra las ik van de inbraak in de cou
rant. Daar stond onder anderen
Jammer genoeg is een van Europa’s
best georganiseerde dievenbenden aan de
handen der justitie ontsnapt. Het scheelde
maar heel weinig of een der beste detec
tives van de stad had de beroemde juffrouw
Thomas in hechtenis genomen. Reeds lang
had hij de elegante dame gade geslagen en
gezien, dat ze de band in den zak eener
dame stak. Maar op het oogenblik, dat hij
haar wilde grijpen, werd hij door eenige
elegante heeren omringd en verhinderd zijn
plan te volvoeren. Toen hij eindelijk uit het
gedrang ontsnapte, was de dame verdwenen.
Later meende hij haar in het Victoria-hotel
te hebben opgespoord, maar toen hij zich
tot den hotelier wendde, vernam hij, dat er
geen dame in het hotel woonde, op wie de
persoonsbeschrijving paste, welke hij gaf.
Juffrouw Thomas had evenveel pruiken als
costumes om zich onkenbaar te maken.
Toen ze echter vernam, dat ze bewaakt
werd, arrangeerde zij een kleine waanzin-scène
om uit het hotel te ontsnappen.
liet overige wist ik. Ik had haar immers
zelf de boodschap van haar medeplichtigen
gebracht.
In de schemering, toen ik mijn vrij uur
had, nam ik het biljet vanhonderd gulden
mede, liet het in de dichtsbij gelegen kerk
in de armenbus glijden en slaakte een zucht
van verlichting.
waarheid, zoo waar er een God boven ons in
den hemel is!
Ik begon haar te gelooven.
Maar wat denkt u nu
vroeg ik?
Gedurende den ganschen tijd van waar
neming houd ik me ziek om hier te kunnen
blijven, want hier ben ik het veiligst en
dan... ja, dan ontvlucht ikmet uw hulp,
zuster Iris.
Ónmogelijk, zei ik koel, ik mag over
deze zaak in geen geval het zwijgen bewaren
morgen vertel ik alles den directeur.
Dat doet u nietzei ze beslist en haar
zwarte oogen schoten vonken. Ik bedoel,
voegde ze er op zachter toon bij, dat u dat
niet durft doen. Bedenk toch zuster u stelt daar
een arme, weerlooze vrouw aan duizenden
gevaren en onaangenaamheden bloot.
Maar er is toch politie, er is toch
wet en recht in ’t land, zei ik ontwijkend.
Zeer juist, maar ik had er altijd een
afschuw van mij in de eene of andere
aangelegenheid met de politie in verbinding
te stellen. En bovendien-,wat schade kan
het u doen, als u me helpt? Ik eisch van
u immers alleen maar, dat u zwijgt en ik
zal uw zwijgen vorstelijk weten te betalen.
Ze haalde uit haar pompadour een biljet
van honderd gulden en gaf mij dat in de hand.
Het is natuurlijk verleidelijk voor een
arme zuster, zooveel geld opeens te bezitten
vooral wanneer men, zonder zijn geweten te
bezwaren, daarmee een broeder die gebrek
aan ’t allernoodigste heeft, van dienst kan
zijn en bovendien nog een arme, ongelukkige
vrouw uit angst en gevaar kan redden.
Ik nam het biljet en beloofde te zwijgen
zoolang mijn geweten mij dat zou veroorloven.
Zij dankte mij met een welsprekenden blik
en ging weer liggen.
Gedurende de volgende dagen speelde ze
haar rol als apathische patiënte op wie niets
indruk maakte, meesterlijk. De geneesheeren
verklaarden haar voor ongeneeselijk en ze zou
weldra in de afdeeling ongeneeselijke zieken
worden geplaatst.
Op zekeren avond, even voor dat ik mijn
nachtdienst zou beginnen, kwam ik op het
bureau om mijn rapport uit te brengen. Daar
liet de professor mij een telegram zien, dat
zoo pas voor juffrouw Thomas was aangekomen
Het was des middags uit Londen verzonden
en bevatte slechts de woordener is brand.
Onmiddellijk vermoedde ik, dat het een
geheime waarschuwing voor mijn bescher
meling bevatte.
Ik acht ’t het best, zei de professor
de patiënte het telegram niet te gevenhet
zou haar licht opgewonden maken.
Hij wenkte met de hand en ik ging heen.
Terwijl ik naar de ziekenzaal ging, dacht ik
er onophoudelijk over na, of ik juffrouw
Thomas den inhoud van het telegram zou
mededeelen of niet. Ik loste de kwestie op
door de tooverwoordener is brand, te mom
pelen, terwijl ik haar bed voorbijliep. Toen
hief ze zich half uit de kussens op, haar
oogen fonkelden en ze balde de vuisten, zoo-
dat de vingergewrichten kraakten. Ik deed
alsof ik het niet zag en maakte mijn toe
bereidselen voor den nacht.
Toen ik mij in mijn stoel neervleide, riep
ze mijn naam. Met een uitdrukking van
angst op het gelaat, zat de patiënte rechtop
in haar bed.
Zuster Iris, zei ze hoogst opgewonden
dit water hier smaakt zoo wonderlijk, ik ben
er zeker van, dat men er vergif in heeft
gedaan om mij te dooden.
Onzin, zei ik glimlachend. U zult
zien, dat ik het drink. En dit zeggende,
nam ik een teug.
U proeft maar even, zei ze klagend,
ik zou wel durven wedden, dat u het niet
waagt het glas leeg te drinken.
Om haar gerust te stellen ledigde ik het
glas in een teug.
Ziezoo, daar ziet u het, zei ik glim
lachend. Nu zal ik u het glas weer uit de
karaf vullen.
Neen, dank u, zei ze en ging op de
andere zijde liggen, nu heb ik eenmaal die
gedachte bij mij.
Ik ging weer in mijn stoel zitten, maar
verbeeldde mij nu een aardigen zoeten smaak
op de tong te hebben. Maar ik moest om
mij zelf glimlachen: ik had immers gezien,
dat de meid frisch water op de ziekenzaal
had gebracht.
De dokter had zijn laatste avondronde
gedaan, ik draaide het gas neer en maakte
alles gereed, dat de patiënten konden gaan
slapen. Daar klonken in tie gang haastige
schreden, met een ruk werd de deur nog
maals opengetrokken en dokter Fuller bracht
voor het eenige nog ledig staande bed op
’t laatste oogenblik nog een patiënte, welke
door zuster Baecilia vergezeld werd.
Mejuffrouw Thomas, stelde hij haar
voor. Ik maakte een buiging, maar de elegante
jonge dame keek met haar groote, gitzwarte
oogen slechts dof voor zich neer.
Een klein slaapdrankje, zuster Iris,
anders voorloopig niets: ik kom morgen bij
de eerste ronde. Goeden nacht.
De dokter vertrok en zuster Caecilia en
ik begonnen de nieuw aangekomene te ont-
kleeden. Ze was van boven tot beneden kost
baar gekleed, droeg zware zijde en fijn linnen
waarop- met groote letters van witte zijde
/Lillian” geborduurd was. Onder het ont-
kleeden hield ze zich rustig, maar toen ik
haar een pompadour uit de hand wilde nemen
omklemde ze die krampachtig en keek mij
uitdagend aan. Daar het er op aan kwam de
patiënte niet opgewonden te maken, liet ik
haar het ding houden, ook toen ze naar
bed ging.
Arme jonge vrouw, zei zuster Caecilia
ze moet ginds in ’t hotel, waar ze logeerde
plotseling een aanval hebben gekregenze
heeft geschreeuwd en geraasd en glaswerk
en porselein het venster uitgeworpen. Mocht
ge hulp noodig hebben, zuster Iris, dan ben
ik hier naast.
Zacht ging ik naar het bed van de dame
en gaf haar den slaapdrank. Ze hief het
hoofd op en dronk gehoorzaam, terwijl haar
zwarte oogen geheimzinnig en onderzoekend
op de mijne gericht waren. Maar toen ik
mij verwijderde, bemerkte ik, dat ze zich
over den rand van ’t bed boog en den slaap
drank in de spuwnap spuwde. Haastig snelde
ik naar haar toe, maar vond haar kalm op
den rug liggen en liet haar begaan. Eindelijk
ging ik op mijn gemak in mijn stoel zitten
om een weinig uit te rusten. Het gas suisde
slaapwekkend boven mijn hoofd, alles was
stil om mij heen, ik begon werkelijk te
knikkebollen.'
Plotseling hoorde ik mijn naam fluisteren
heel zacht, bijna sissend
Zuster Iris!
Ik richte mij op en luisterde.
Daar hoorde ik het nog eens:
Zuster Iris!
Dat geluid kwam van nummer' twintig.
Ik stond op en ging naar haar toe. Nu hief
juffrouw Thomas zich langzaam uit haar
kussens op en beschouwde mij weer met haar
doordringende oogen.
Kom dichterbij, zuster Iriszei ze nu
met een stem, welke ze volkomen in be
dwang had.
Ik heb u iets te zeggen.
Ik dacht, dat de patiënte weldra weer een
aanval zou krijgen en vatte den knop der
electrische geleiding, waarvan het koord zoo
lang was, dat men kon bellen, waar men
zich ook in ’t vertrek bevond.
Laat den knop maar los, zuster, zei
ze bedaard, ik wil geen kwaad doen.
Maar ik hield toch den knop in den zak
van mijn boezelaar en wachtte op hetgeen
ze mij zou zeggen.
Zuster Iris, zei
stem, kan ik mij op u
Dat kunt u, antwoordde ik op vasten
toon. Ze dacht een oogenblik na en toen
zei ze, terwijl ze mijn hand stijf drukte:
Ik vertrouw u en zeg u dank, hartelijk
dank! Dus... zuster, weet u, ik ben vol
strekt niet ziek en heb hier eigenlijk niets
te maken.
Ik glimlachte wantrouwend. Hetzelfde
hadden mij reeds honderden patiënten verteld.
Alles is slechts een list. Ik word name
lijk door bloedverwanten veryolgd, die mij
vanwege een erfenis gaarne in handen zouden
willen krijgen. Toen ik bemerkte, dat ze mij
op de hielen waren, fingeerde ik dezen aan
val om op die manier door het personeel
van het hotel gegrepen en hierheen gebracht
te worden... zoo ontsnapte ik aan mijn ver
volgers! Ja, ik zie aan uw gezicht, zuster
dat u me niet gelooft, maar ik vertel u de
Witmarsum, 20 Sept. Bij de gisteren
alhier gehouden verhuring van 16 perceelen
bouw- en weiland was onder de gardeniers
en koemelkers veel animo, ’t Land behoorde
aan ’t stadsarmenhuis te Bolsward en bracht
per pondm. aan huur op f 44 tot f 60.
’t Verschil bij vorige jaren bedroeg voor
enkele bouwlanden f 21, voor weilanden
f 13 per jaar.-De toestand van den
heer B., die voor eenige dagen door de tram
werd overreden, is bevredigend, doch de eene
voet is geamputeerd even onder de knie.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Sneek. Schreven we in ons nummer van
Woensdag j.l., dat de bedoelde knechts van
de firma Z. alhier, denzelfden dag van de
arrestatie naar Leeuwarden werden opge
zonden, thans moeten we meedeelen, dat die
opzending eerst plaats had Donderdagmorgen
j.l. onder ’t geleide van den agent De Leeuw
en den brig.-majoor Ter Horst.
’t Verhoor vlotte niet met den opkooper
van het gestolene, T. de V., die al meer
malen om vuile zaakjes met de politie in
aanraking kwam.
Ontkennen was bij dezen schering en inslag
tot dat een datum, alsmede een verklaring
van W. L. dén man zóó in het nauw brachten,
dat de Officier van Justitie zeker voldoende
termen zal hebben gevonden, het gevaarlijk
opkoopertje, dat ook de reis naar Leeuwarden
meemaakte, maar te houden.
De beide knechts zijn op hun verzoek den
zelfden avond weer huiswaarts gekeerd, om
natuurlijk tot nader order te worden opge
roepen.
’t Gestolene bestaat, voor zoover bekend
is, in 138 meelzakken, die naar bedoelden
opkooper hun weg vonden.
’t Is bekend dat de heer Zandstra zijn
personeel goed loon uitkeert; waarom deze
diefstallen allerminst uit armoede behoefden
te geschieden.
Vrijzeker zal de drank zijn deel wel weer
in deze treurige zaak hebben.
Sneeker Courant.
Donderdagmorgen ruim 10 uur wer
den de bewoners van den Oosterdijk door
een vreeselijken slag hevig opgeschrikt.
Ieder vloog naar buiten om te weten wat
er gebeurd was.
Al direct vernam men dat er een benzine-
ontploffing in den smidswinke] van den heer
T. van Wieren had plaats gehad.
Treurig was de uitwerking.
Voor en achter in den winkel zagen we
geen ruit meer heel.
Hoe hevig de schok was
breken van de spiegelruit van
kei er naast en 3 glazen van i
Een slot werd van een
de achtermuur scheurde, de pannen op het
dak geraakten niet weinig in beweging en
een lijst in den voorgevel werd wel een
handbreed verzet.
Hoe ’t onheil is veroorzaakt?
Een paar liter benzine stond in een kelder
in de smidse. ’tLuik over dien kelder heeft
misschien opening geliad voor een vonk, die
met de vluchtige olie in aanraking is gekomen.
Gelukkig dat niemand bij dit ongeluk
eenig letsel heeft bekomen. Ware alles ge-
gesloten geweest, de gevolgen had men dan
niet kunnen overzien.
Workum. Door den Comm. der Koningin
zijn benoemd tot leden der gezondheidscom
missie, gezeteld te Bolsward, de heeren J.
Persant Snoep, arts alhier en S. Hiemstra,
arts te Warns, van de gezondheidscom
missie, gezeteld te Sneek, de heer A. H.
Tromp, assuradeur te Woudsend.
Hem., Oldeph. en Noordw., 20 Sept. De
aardappeloogst in deze gemeente laat zich
voor zoover de akkers geopend zijn het
rooien is overal aangevangen zeer goed
aanzien. Het beschot is grooter dan na de
droogte verwacht mocht worden en de knollen
blijken flink uitgegroeid, zoodat kriel niet
meer dan in normale greeijaren voorkomt.
Bijzonder deugdelijk is de qualiteit, niet slechts
van de nieuw verbouwde soorten, maar ook
van de andere, die men uitgebouwd meende.
Op de Rijksproefveldjes alhier zijn, naar we
vernemen, de uitkomsten mede bevredigend.
Goed gewas hebben ook gegeven de peul
vruchten, die nu alle in goeden staat binnen
gehaald zijn en waarvan het dorschen en
doppen is begonnen.
Bolswardsche Courant
I