lieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. 1905. No. 90. 44ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. DONDERDAG 9 NOVEMBER. De toestand in Rusland. 1 11 Voor het Kantongerecht. ■ni VOOR Afzonderlijke #3 Zitting van Vrijdag 3 November 1905. s bij verstek Ambtenaar R. Goslinga en J. eerstgenoemde had ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Alsvoren met een 7 November. Met den dag wordt de toestand ernstiger. Honderden, ja zelfs duizenden zijn er reeds gevallen, strijdende voor hunne vrijheid. Nu hier, dan daar stroomt het bloed langs de straten, alles is bespat en bevlekt, straten en pleinen, muren en schuttingen, particu liere woningen en openbare gebouwen, om nog weken nadat de strijd geëindigd is, te getuigen van de gruwelen die er afgespeeld zijn. Nog weken nadat de strijd geëindigd is! En wanneer zal deze afgeloopen zijn? Hoe lang moet die nog duren, hoevelen moeten er nog vallen, alvorens de zaak van het Russische volk in orde is? Dat is een vraag die moeilijk te beant woorden is en waarop men nooit een juist antwoord zal kunnen geven. Wanneer de Czaar vrijheid van het geschreven en ge sproken woord toestaat, wanneer hij een werkelijk persoonlijke vrijheid en een volks vertegenwoordiging belooft, dan zal de tegen stand gebroken zijn, zoo heette het. En in een oekase is dit alles toegestaan en nog veel meer bovendien, en wat ziet men ge beuren Dat uitkomt wat eenige bladen reeds vermoedden, n.l. dat hierdoor de strijd heftiger zou ontbranden, krachtiger dan ooit te voren zou worden gevoerd. Door vijf dagen te staken werden deze concessies toe gestaan en thans gaat men van de meening uit, wanneer we nog eenigen tijd blijven doorgaan met onze actie, krijgen we alles wat we verlangen; maar bovendien was de bedoeling om hierdoor den Czaar te prik kelen ook te doen invoeren wat hij beloofde. Men vertrouwt in het Russische rijk niemand meer, die aan de regeering is en liberalen evengoed als revolutionairen weigeren te helpen, zoolang niet alle eischen worden ingewilligd. En daartusschen zweeft graaf Witte, aan den eenen kant tegen gewerkt door de bureau cratie, de club Trepof-Boelyghin, aan de andere zijde gewantrouwd door liberalen en revolutionnairen. De bureaucratie en het opperbestuur der H. Synode stellen alles in het werk om de in de oekase beloofde consessies te kort wieken! Men vermoedde dit en van ver schillende zijden wordt dit thans bevestigd. ’t Was zelfs zoover, dat men vreesde graaf Witte nog uit het politieke leven te zien teruggestooten. Dit is evenwel niet geschied, want zijne benoeming tot president van den minister raad is reeds in de Regeeringsbode gepubli ceerd. Hiermede is evenwel het wantrouwen in Witte niet weggenomen. De Aatoott zegt hieromtrent het volgende; ,/En nu verkeert Witte in het geval, dat hij niet het vertrouwen heeft van het volk en evenmin van het hof en van den Czaar. Hij heeft zich aan den Czaar opgedrongen, zooals hij door dezen aan het volk opge drongen is. Hij heeft geen medewerkers, geen partij achter zich, geen politieken grondslag onder zich. Hij hangt, politiek gesproken, in de lucht. Om zich staande te houden zal hij moeten schipperen tusschen het volk en het hof. Het was daarom onjuist aan te nemen, dat zijn optreden als minister-president invloed zou hebben op de openbare meening. Integendeel het wan trouwen, de antipathie tegen hem zullen voortdurend toenemen en het gevolg zal zijn', dat hij spoedig moet zwichten. //Ware Witte iemand met groote staatsmans- eigenschappen, dan zouden de toestanden hem niet veel gelegenheid geven om ze te toonen; had hij die eigenschappen bezeten, dan zou hij zich niet in dezen onmogelijken toestand gebracht hebben. En daarom is Witte niet de man, die de oplossing brengen zal, al zal hij de vrijheids beweging allicht een groote stap vooruitbren gen.” Genoemd blad zet uiteen dat door Witte’s verleden er wel eenigszins reden is hem te wantrouwen. Hoewel W itte een ander karakter had dan van Plehwe, zoo is hij toch een Russisch bureaucraat, die evenwel goede eigenschappen ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ’t land had gezien van Rijpma. In het land van hij beklaagde zien schieten in dat van laatst genoemde niet. Beklaagde bekent dat deze verklaring juist is, en voegt er aan toe, dat hij in het land van Rijpma ook geschoten heeft en daarbij den 18den een haas en den 19den een wilde eend getroffen heeft. Hij had evenwel mon delinge toestemming van den huurder, een schriftelijk bewijs zou hij den 20sten ont vangen. Rijpma wilde nog eens informeeren of dat wel mocht, omdat het land ligt in het gebied waar de heer t. Horst het jachtrecht heeft gepacht, maar nu mocht hij zijn gang wel gaan. De getuige Rijpma, het evenbeeld van den vorigen getuige, legde een verklaring af ge lijkluidende aan die van beklaagde. Twee dagen later was hem gebleken, dat hij geen toestemming had mogen geven. De Kantonrechter bracht hem aan het verstand, dat hij, Rijpma, dus eigenlijk de schuld was, dat tegen beklaagde procesverbaal was opgemaakt en ’t dus ook billijk was, dat hij diens boete betaalde. Hierop gaf getuige Rijpma geen antwoord, want veel trek zal hij daarin niet hebben gehad. De Ambtenaar eischt 2 maal f 1 bóete, sub. 1 dag hechtenis voor elke boete met verbeurdverklaring van den haas en de eend, of voor deze dieren respectievelijk 1 1 en f 0,50 boete, subs. 1 dag hechtenis voor elke boete. De overblijvende 21 zaakjes worden in het Zaterdag-No. geplaatst. Direct bij ’t binnenkomen in de audiëntie zaal kon men bemerken wat in deze zitting de hoofdschotel zou vormen. Op en voor de tafel stonden maten en gewichten, ver schillend in lengte en inhoud, verschillend in zwaarte. Men verkeerde dezen morgen bijna in de waan, dat er les werd gegeven in meetkunde, want herhaaldelijk hoorde men over gelijkzijdige driehoeken en over schrijf letter p. Alvorens we evenwel daaraan toe waren, werden eenige andere zaken behan deld, die eerder op de rol stonden. Kantonrechter: Mr. D. ten Bokkel Hui- nink. 1. Y. de V. te Warns, liep den llden September op den spoorweg. Beklaagde zal natuurlijk zeer goed weten, dat zulks niet geoorloofd is, tenminste hij weigerde zijn naam op te geven aan D. Faber, die bij de H. S. M. werkzaam is. Bij het station Molk- werum aangekomen, werd hij nader onder vraagd en gaf daaraan den chef zijn naam op. Beklaagde was niet ter zitting aanwezig, doch de zaak ondervindt daardoor geen ver traging, de eisch luidt f 5, sub. 4 dagen hechtenis. 2. R. P. te Warns, liet zijn hondenkar onbeheerd aan den weg staan, terwijl hij zelf volgens verklaring van den rijks-veld wachter Beugel, zich bij een huisje bevond, dat ongeveer 20 M. van den weg verwijderd stond. Beklaagde had geen veiligheidsmaat regelen getroffen en derhalve luidt de eisch bij verstek f 3 bezorgen aan het bekende kantoor op de Koemarkt of 2 dagen logies in het eveneens bekende hotel voor gratis logies te Sneek. 3. //Der Dritte im Bunde” uit het dorpje Warns, is J. de V. Deze is winkelier en had in zijn winkel een tweetal maten, waarop de schriftelijkep niet voorkwam. De agenten die een onderzoek instelden naar de maten en gewichten, vonden toevallig deze meet werktuigen, n.l. één maat van 2 dL. en één van 1 dL. Eisch bij verstek 2 maal f 3, sub. 2 dagen hechtenis voor elke boete met verbeurdver klaring der in beslag genomen maten. 4. Bij vonnis van den Kantonrechter van 20 October j.l. werd opnieuw rechts ingang gevorderd tegen R. B. wed. J. B. te Kimswerd, teneinde in deze zaak de maré- chaussée eens te hooren. Beklaagde stond terecht voor het feit, dat zij margarine voor handen had en dit niet boven de deur of op de ramen was geschilderd of op andere wijze kenbaar gemaakt. De maréchausée verklaarde, dat beklaagde margarine in den winkel had, zij zelf had hem het kistje getoond. Hij had die hulzen niet geopend daar beklaagde zelf verzekerde, dat daar margarine in was. Beklaagde zeide evenwel, 1°. dat zij geen margarine in den winkel had; 2°. dat zij geen kistje met boter in huis had en dat dus ook niet kon toonen; 3°. dat zij slechts het eenige pakje, dat in huis was, uit den kelder heeft gehaald en 4°. dat op dit pakje wel viermaal //margarine” stond, ’t was een gewoon pakje //Solo”. De beambte verklaarde daarop dat beklaagde den winkel uitgegaan was, maar of zij in den kelder was geweest, daarmede was hij niet bekend. Dat pakje margarine had ze hem laten zien in den winkel en daarbij gezegd, dat ze die verkocht. De Ambtenaar van het O. M. eischt vrij spraak, daar de boter zich niet in den winkel bevond. 5. J. S. te Harlingen, reed den ]4den September na den bepaalden tijd op een rijwiel, dat niet voorzien was van een helder brandende lantaarn. Eisch bij verstek f 3 boete, sub. 2 dagen hechtenis. 6. P. H. te Pingjum, werd den 15den September in Witmarsum aangetroffen met zijn hondenkar, eveneens zonder lantaarn door den gemeenteveldwachter M. L. de Boer, die hem hiervoor in zijn boekje op schreef. Eisch bij verstek f 3, sub. 2 dagen hechtenis. 7. S. R. te Arum is ook gederailleerd op het terrein van het nieuwe provinciale jMlitiMeglemeut, Hij had zijn honden die heeft. Hij heeft volgens de //Nation” nooit bewijzen kunnen leveren dat zulks niet het geval was. In een rapport aan den Czaar heeft hij een paar jaar geleden nog eens de opvatting verkondigd, dat de Zemstoo’s wegens hun politieke halsstarrigheid moeten worden afge schaft. ’t Is dus niet te verwonderen, dat men zoo iemand dadelijk geen vertrouwen schenkt. De houding van Witte kan men nu juist niet krachtig noemen. In de oekase was vrijheid verleend van het geschreven en gesproken woord en daarmee de censuur afgeschaft. En toch voert Trepof de censuur weer in. Een delegatie van dagblad-redacteuren vervoegde zich bij Witte om te vragen of de censuur nu afgeschaft was, ja of neen. Graaf Witte was niet in staat hierop een antwoord te geven zegt de //Times” corres pondent. Zij vroegen of het thans ernst was met de invoering van een constututie en ook hierop wist Witte niet te antwoorden. Ze gaven hem dan ook te kennen, dat zij de oekase niet als ernstig bedoeld kunnen opvatten. De 7ïw,e.»-correspondent zegt zeer juist z/ls het dan te verwonderen, dat de Rooden vaster dan ooit besloten zijn, de beweging voort te zetten, totdat zij hervormingen ver krijgen, afgekondigd door de vertegenwoor digers der natie, en met vertrouwbare waar borgen voor de standvastigheid er van Met een bewonderenswaardige vastberaden heid wordt de strijd gevoerd. Duizenden zijn reeds als slachtoffers gevallen, maar toch wordt volgehouden. Treffend is de houding der liberalen en revolutionairen in deze periode. Hoe revolutionair ze ook worden genoemd, ze blijven kalm, vallen niet aan, doch verdedigen slechts wanneer ze worden aangevallen. Steeds zal dit in de geschiedenis een eereplaats moeten worden toegekend, waar de revolutionaire elementen door hunne hou ding den monarchalen tot voorbeeld kunnen worden gesteld. Aan de revolutionairen wordt wel verweten dat ze zoo veeleischend zijn en doordien ze niet mee willen werken, eiken vooruitgang tegenhouden en zullen maken, dat de oude toestand gehandhaafd blijft, doch dit zijn slechts de talrijke pijlen, die op het gebouw, het eensgezinde, vrijheidlievende Russische volk worden afgeschoten doch terug deinzen op de muren van onwankelbaar ver trouwen in een vrije toekomst. De autocratie met haar getrouwe volge lingen, politie en kozakken weten zeer goed, dat zij tegen zulk een eensgezindheid, tegen dergelijke offervaardigheid op den duur niet bestand zijn. Zij zoeken naar allerlei mid delen, wenden alles aan om toch maar hun oude macht te behouden in alle gevalle zooveel dit slechts kan. Die middelen zijn gevonden. Het zijn er twee, nl. wapening van het gepeupel en het opzetten der bevolking tegen de Joden, waaromtrent we in ons artikel van d.d. d November melding maakte». voor een kar liepen, niet van ëen muilband voorzien en daarom wordt bij verstek tegen hem f’3 boete geëischt of naar ver kiezing 2 dagen kosteloos logies. 8. M. T. te Pingjum had den 19den September in zijn winkel een strijker, waarop de schrijfletter p ontbrak. De maréchaussee Sikke trof hem juist aan, terwijl hij dit instrument gebruikte. Eisch bij verstek f 3, sub. 2 dagen hechtenis met verbeurdver klaring van bedoelden strijker. 9. A. F. H. te Schraard had een gewicht waarop een wiskundig figuur voorkomt, een gelijkzijdige driehoek, ’t Was een koperen gewicht van 5 H.G. en natuurlijk werd bij verstek behalve f 3 boete sub. 2 dagen hechtenis ook verbeurdverklaring van dit gewicht geëischt. 10. J. S. te Hemelum heeft een pakhuis waarin hij azijn, sterke drank, enz. verkoopt. De veldwachter Lemstra ging eens een kijkje nemen of ’t daar met de maten gesteld was gelijk dat behoort te zijn. Geheel in orde was het niet, hij vond er tenminste een maat van l/2 L. waarop het ijkmerk p ontbrak. Eisch bij verstek f 3 sub. 2 dagen hechtenis en verbeurdverklaring van de maat. 11. J. H. te Bolsward had den llden September toen de politie zijn maten en ge wichten kwam inspecteeren in zijn kruide nierswinkel een tinnen maat van x/2 L. waarop geen p stond. Eisch bij verstek f 3 sub. 2 dagen hechtenis met verlies van de i/2 L. 12. J. de B. is ook kruidenier te Bolsward en ditmaal niet gelukkig geweest in het handelen met ongeijkte maten. Niet minder dan 4 maten, die niet aan de eischen be antwoordden, werden bij hem aangetroffen. Die maten n.l.1 L., J/2 L., 2 dL. en 1 dL. is hij natuurlijk kwijt en mag bovendien 4 maal f 3 betalen of sub. 2 dagen hechtenis voor iedere boete'. De eisch werd bij verstek door den Ambtenaar van het O. M. gedaan. 13. S. F. eveneens kruidenier, ook te Bolsward, had twee maten, die niet aan de eischen voldeden. Eisch bij verstek 2 maal f 5 sub. 3 dagen hechtenis en verbeurdver klaring van zijne maten groot 1/2 L. 2 dL. 14. S. D. gaat volkomen accoord met den vorigen beklaagde, doch er is dit verschil, dat hij slechts één maat, een 1 dL, met een gelijkzijdigen driehoek in zijn bezit had en hij daarom zijn gewicht verliest plus f 5 voor boete of 3 dagen hechtenis. 15. A. V. ten B. te Bolsward. Een ongeijkt gewicht van 1 K.G. Eisch bij verstek f 3 sub. 2 dagen hechtenis met verbeurdverkla ring van het gewicht. 16. Th. v. d. M. te Bolsward. 1 D.G. zonder ijkletter p. Eisch bij verstek alsvoren. 17. Y. v. H. te Bolsward had een ongeijkte dL. en een ongeijkt H.G. De eisch luidt bij verstek het dubbele van den voorgaande. 18. L. H. te Bolsward had i/2 L. met het afkeuringsmerk in gebruik. De eisch is dezelfde als tegen no. 14. 19. H. H. te Bolsward. Zijn ongemerkt K.G. kost hem boven dit gewicht waarschijn lijk f 3 of 2 dagen hechtenis. 20. R. B. te Wons. gewichtje van 2 D.G. 21. S. J. te Wommels reed aldaar niet stapvoets, waar dit verplicht is en zal zijn haast nu waarschijnlijk moeten boeten met f 3 of 2 dagen hechtenis, dat was tenminste de eisch van den van het O. M. 22. P. G. te Parrega werd den 18den en den 19den September in jagende houding gezien onder het dorp Greonterp. Hij liep in een stuk land, dat eigen is aan de Wed. Johs. Rijpma en in gebruik bij Jarig Rijpma. Als getuigen traden in deze zaak op J. Siemonsma en de huurder van genoemd perceel land. Het eerst kwam voor J. Siemonsma. Deze man hoewel niet jong meer, kwam even be dremmeld en bedeesd vóór als een jongetje, dat voor de heeren moet komen. Met kleine stapjes kwam hij ’t hek binnenloopen, angst vallig zag hij rond en op de pers had hij’t al evenmin staan als op dë heeren achter de groene tafel, want ook wij werden met vreemde blikken aangezien. Deze zoon van Friesland vertelde met een damesstemujetje, zoo zacht sprak hij dat hij G,in ■fr Bolswardsche Courant fr

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1905 | | pagina 1