Nieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
1905.
44ste Jaargang.
No. 93.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
ZONDAG 19 NOVEMBER.
IN MEMORIAM.
DIE ZICH WETEN TE HELPEN.
I
BINNENLAND.
3
VOOR
5
Afzonderlijke
moois
men van
De heer des huizes stak een nieuwe sigaar
S
een was
den Raad
men dat de oogen hadden
onderzoek door dr. B. ble-
n.
om hulp geroepen
zich uit te helpen
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
ze de kamer uit, sluit de
deur en de kerel zat gevangen. Alle respect
voor zoo’n tegenwoordigheid van geestWat?
De verteller was de rechter van onderzoek
van de stad. En hij moest natuurlijk weten
hoe het was toegegaan.
En de oude gezondheidsraad, zeide, dat hij
een dergelijk voorbeeld wist, dat bewees hoe
goed vrouwen zich menigmaal weten te helpen.
Als je blieft, vertellen, drong
alle kanten aan.
En hij begon
acht dagen later kreeg ik zijn verlovings
kaart. Natuurlijk was ik nieuwsgierig te
vernemen, hoe dat gegaan was. En Herbert
vertelde het mij terstond na zijn terugkeer.
Hij had spoedig uitgevonden waar de familie
woonde, want de verrukkelijk gelegen plaats
was nog weinig door zomergasten bezocht.
Ging zijn bruid met haar ouders wandelen,
dan volgde hij ongemerkt. Eens maakten
zij een uitstapje in het dal van de rivier.
Nadat Else ontdekt had, dat Herbert den-
zelfden weg nam, was zij de uitgelatenheid
zelf. Ten slotte gingen zij beneden langs
het water, terwijl hij een eenigszins hooger
gelegen boschpad insloeg, van waar hij het
kleine gezelschapje in ’t oog houden kon.
Daar klonken opeens hulpkreten En hij
hoorde, dat Else, zijn Else, in het water
gevallen was. De vader schreeuwt, de moeder
is een onmacht nabij Herbert stormt naar
beneden rok uit hoed af het water
in en haalt haar oogenschijnlijk met
gevaar voor eigen leven er uit. Het
overige is eenvoudig. De schilder maakte
zich bekend en toen hij later om de
hand van Else kwam vragen, toen kon de
handelsraad den redder van zijn eenige doch
ter toch geen blauwtje geven.
De verteller zweeg.
maar de pointe ontbreekt nog. Het
van uwe bewering, riep men hem
Het gesprek w’as op een dood punt aan
gekomen. Eenige heeren keken tersluiks
naar de klok, toen een uit het gezelschapje
zeide
Nu, wat denken jullie van Arabella, de
kleine soubrette uit Tivolitheater
Men scheen niet te weten, wat de spreker
bedoelde, zoodat hij zelf doorgaan moest
Denk eens aan, toen gisteravond de kleine
Arabella haar slaapkamer binnenkwam, ont
dekte zij dat onder haar bed een man ver
en zeide Je hebt
Dat meisje wist zich te
De kleine bevalt mij. Ik was
en maakte dat ik weg kwam. Ik
van overtuigd dat mijn vriend de
in de club zou vertellen, en
ik geblameerd. Daarom reisde ik
den volgenden dag naar de Riviera, om gras
over de zaak te laten groeien.
Eerst twee maanden later kwam ik thuis.
Verscheiden brieven lagen op mijn' tafel.
Lieve jongen, zoo ongeveer schreef hij, her
inner je je nog de bloemen verkoopster, die
je destijds, en zoo voort Het gedrag van
het meisje heeft mij kolossaal geïmponeerd.
Een beetje romantisch ben ik altijd geweest.
Ik vernam naar haar, alles kwam goed uit
ik volgde haar ongemerkt, om mij al meer
op het moedige kind te verheven en gisteren
hebben wij ons verloofd. En als jij je het
over je hart kunt krijgen want eigenlijk
ben jij de schuld van dezen afloop
wordt dan bruidsjonker. Ik ben het geworden,
ik heb ze beiden ook menigmaal bezocht en
steeds twee vroolijke menschen gevonden,
een paar waarvan het geluk gegrondvest
werd daardoor, dat een resoluut meisje zich
op een gegeven moment wist te helpen.
aan. De schilder echter ging opstaan en
nam zijnglas in de hand. Lachend klonk
zijn stem in den ernstig geworden kring
Op de resolute meisjes, die zich weten te
redden 1 Dat hief de ban op. En helder
klonken de glazen tegen elkaar.
Ik was vroeger assistent in een krankzinni
gengesticht, waarin op een keer weer eens
een gevaarlijke zieke gebracht werd. Gevaar
lijk evenwel was hij slechts bij tijden. Dagen
lang kon hij rustig zijn, zonder iemand las
tig te vallen tot hij dan plotseling de dolste
invallen kreeg. En wee dan degene die
hem niet wist af te weren. Een bewaker
had er reeds zijn leven bij ingeschoten. Op
een morgen toen onze werkvrouw mijn op
de derde verdieping gelegen kamer reinigde,
gaat de deur open en komt de arme gek
binnen, die op een mij thans nog onver
klaarbare wijze uit zijn cel gekomen w’as.
De vrouw ziet hem dadelijk aan, dat hij
weer niets goeds in het schild voert. Maar
vluchten kan ze niet, daar hij den ingang
bezet houdt. Goeden morgen, mejuffrouw
zegt hij glimlachend. Wat zoudt u er van
denken, als ik nu eens uit het raam sprong
Dat moet toch een mooi reisje zijn. Kunt
u dat ook De arme vrouw wist in het
eerste oogenblik geen antwoord te geven.
En daar greep hij haar ook reeds met ijzeren
greep bij den arm, trok haar naar het venster
en schreeuwde Dan zal ik het u leeren.
Komaan maar, de zaak is heel eenvoudig.
De vrouw kijkt naar beneden, ziet daarna
den gek aan en zegt vervolgensNaar be
neden springen, daar is toch geen kunst
aan. Dat kan ieder kind. Maar ik kan
van beneden, hier boven in springen.
Niet mogelijk 1 Toch wel, ik zal ’t U
laten zien. Wacht maar. En hij laat haar
werkelijk vrij en gaat aan ’t venster staan,
om te zien hoe de vrouw naar binnen zou
springen. En daar stond hij nog toen de
bewakers kwamen en hem vastgrepen.
Over ’t algemeen weten de vrouwen zich
in moeielijke situaties meest beter er uit te
redden, dan wij heeren, zei nu de schilder.
En als de heeren het veroorloven, wil ik
ook hierin hef, mijne bijdragen in het gesprek.
En de schilder vertelde
Mijn vriend Herbert had naast tal van
goede eigenschappen hij was een aardige,
leuke kerel, knap en geschikt, een talent
vol landschapsschilder, enz. één slechte
eigenschap hij was n.l. altijd platzak, daar
niemand, trots zijn talent, zijn schilders-
stukken koopen wou. En deze man had
nu de brutaliteit, te verheven op het beeld-
schoone dochtertje van een der rijkste handels-
raden van zijn woonplaats.
Hij had haar ontmoet op een kunstenaars-
feest, waar ook God Amor op bezoek was.
Maar hij, zoowel als zij waren er vast van
overtuigd, dat haar vader nooit zijn toe
stemming tot een verbintenis zou geven.
Voor Herbert was dus goede raad duur.
Daar komt hij op een keer mijn atelier
binnen stormen en klampt mij aan om hem
een paar goudstukken te leenen. Hij moest
op reis. Zijn bruid hij noemde Else
reeds niet anders had hem uit haar zomer
verblijf geschreven, hij moest terstond komen,
als hij zwemmen kon, haar ouders in het
oog houden, hun wandelingen volgen, maar
oppassen niet herkend te worden. Uit den
brief word ik wel niets wijzer zei hij, maar
dat doet er niets toe. Op reis moet ik in
elk geval. Mooi zoo, maar kun je dan
zwemmen Ja wel. En als ik het niet
kon, zou ik het nog gauw gaan leeren. Dus
je leent mij het geld. Mijn schoonvader in
spé is mijn borg,
Ik leende hem het geld, hij reisde af en
Bovendien was
1898 af voogd van
Gasthuis en lid
andere corporaties.
Veel verliest in hem ook de R.K.
Kerk. Gedurende vele jaren was hij
voorzitter-arm voogd der R.K. armen
administratie en vanaf de oprichting
voogd van het St. Martinus-Gasthuis,
voor welks totstandkoming hij zooveel
heeft verricht.
Thans is hij niet meer; de getrouwe
raadsman is in de kracht van zijn leven
heengegaan. Veel zal men den heer
De Boer, de vraagbaak van zoovelen,
die ieder, waar hem dit mogelijk was,
wilde helpen en steunen, missen.
De overledene was stil gaan leven,
wijl zijn gestel hem gebood rust te
nemen. Hij kon evenwel niet rusten,
het lag niet in zijn aard anderen te
zien werken en zelf niets te doen. Tot
het laatst toe is hij, niettegenstaande
zijn ziekelijk gestel, gebleven wie hij
steeds was, een ijverige, onvermoeide
persoonlijkheid.
Met weemoed zien we hem heengaan
en we twijfelen er niet aan, eveneens
onze medeburgers, voor wie hij steeds
het beste beoogde.
Zijn assche ruste in vrede!
waakte oogenblik
ken, waardoor
kan koffie stond,
brandende petroleum
brand geraakt en
brandwonden aan handen en vooral aan het
gelaat bekomen.
Eerst vreesde
geleden, doch na
ken deze gelukkig behouden te zij
Te Amsterdam branden op het plein
voor het Centraal-Station de electrische boog
lampen vaak slecht. Volgens het N. v. N.
ligt dit aan de straatjeugd of aan de
politie, die niet tegengaat, dat men aan de
jongens de schuld moet geven. De straat
bengels hebben namelijk uitgevonden, dat,
wanneer men op een bepaalde plaats bij de
lamp een houtje plaatst, er kortsluiting ont
staat, waardoor het mechaniek in de lamp
niet of heel slecht werkt.
En om dit houtje te plaatsen, klimmen
de jongens in de palen, dikwijls op klaar
lichten dag, zonder dat de politie, die toch
zeker aan het Centraal-Station wel altijd
tegenwoordig zal zijn er iets van bemerkt.
Bij de laatste verkiezing van de Prov.
Staten in het district Zevenaar werden aan
de kiezers bonnetjes verstrekt voor tijdver
zuim ook inwisselbaar bij kasteleins. De
afdeeling de Graafschap van het „Kruisver-
bond” heeft in zijn deze week gehouden
vergadering over deze practijken zijn afkeuring
uitgesproken omdat zij het drankmisbruik
bevorderen.
De arbeider J. Bamberg, onder Oost-
wold, heeft fortuin met zijne koe. Binnen
het jaar heeft die aan vier kalveren het
leven geschonken. En alle vier van het
vrouwelijk geslacht. Twee keer achterelkaar
tweelingen, is wel buitengewoon vruchtbaar»
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Geheel onverwacht kwam Donder
dagmorgen de tijding tot ons, dat
onze stadgenoot, de Heer
PETRUS JORRIT de BOER
den vorigen avond in den ouderdom
van 55 jaar plotseling overleden was.
Reeds eenigen tijd kon de zware slag
worden verwacht, doch steeds kwam
hij de aanvallen van zijn kwaal te
boven. Maar, toch heeft de dood ons E
hier overvallen. Vooral in den laatsten I
tijd zou niemand verwacht hebben, dat
het einde zoo nabij zou zijn, daar er
een flinke verbetering was ingetreden
en alles weer met den ouden lust door
hem werd uitgevoerd.
Welk een verlies het afsterven van
den heer De Boer is, zal ieder beseffen,
liet zwaarst wordt in dezen de
Familie getroffen, doch groot is het
verlies ook voor de gemeente.
Een kolossale werkkracht ging er
van den overledene uit. Hij ijverde
voor zijn zaak, waarbij hij zich ten
doel stelde deze groot te maken. En
dit is hem mogen gelukken. Tot op
de Wadden-eilanden wordt zijn naam
met eere genoemd.
Toch vond hij nog steeds den tijd
voor zijne medeburgers werkzaam te
zijn en met welk een ijver hij dit deed,
is genoegzaam bekend.
Gedurende 18 jaren aan
hem het lidmaatschap van
dezer gemeente opgedragen.
Den 22sten Juli 1885 werd hij be
noemd en steeds hernieuwden de kie
zers zijn mandaat, totdat hij in 1903 bij
de periodieke verkiezing te kennen gaf
om niet weder voor een benoeming in
aanmerking te komen. Gedurende zijn
lidmaatschap was de heer De Boer
bovendien van 3 September 1901 tot 1
Juni 1903 wethouder. Toen bedankte
hij, wijl voortdurende, lichte ongesteld
heid hem verhinderde langer het wet
houderschap waar te nemen.
hij van 27 Januari
het St. Anthony-
van verschillende
Kollum. Een van de logementhouders alhier
ontving deze week een muntbiljet van f 10.
Later bleek het, dat het valsch was. De
politie doet onderzoek.
Sneek. Dinsdagavond hield de ijsclub
„Friso” hare jaarlijksche algemeene vergade
ring in het café „De Gouden Leeuw”, die
behoorlijk bezocht was.
Door den voorzitter werd o. a. medegedeeld,
dat het bestuur het voornemen heeft in den
a.s. winter eene rijderij uit te schrijven van
32 der bekende snelste hardrijders, die nu
op één na, allen reeds op een desbetreffende
verzoek schriftelijk hebben medegedeeld, de
uitnoodiging tot dien wedstrijd aan te nemen.
Deze buitengewone hardrijderij, die gehouden
zal worden op de kunstijsbaan aan den
Stationsweg, hoopt het bestuur op te luisteren,
door de stafmuziek van het 9de regiment
infanterie van Leeuwarden. „Friso” hoopt
op die wijze haar 35-jarig bestaan op bijzondere
wijze te herdenken.
Uit de goedgekeurde rekening en verant
woording van den penningmeester bleek, dat
de ontvangsten over het afgeloopen jaar
hadden bedragen f 480,575,. de uitgaven
f 431,36 en het batig saldo f 49,215. Het
aantal leden was geklommen tot 403.
In plaats van den heer K. Christian, die
had bedankt, werd als bestuurslid gekozen
de heer Th. Brouwer, die deze benoeming
aannam.
Adhaesie werd met algemeene stemmen
betuigd aan de circulaire van de ijsvereeniging
„Witmarsum”, om te verkrijgen dat de ijs
banen worden een zorg van de gemeenten.
Donderdagmorgen had in de Havenzij
straat een ernstig ongeluk plaats. Terwijl
vrouw V. even aan de overzijde der straat
eene boodschap deed, zag ze op eens dat de
gordijnen voor het raam harer woning in
brand stonden. Spoedig was zij in huis terug
en slaagde, met de hulp van een buurvrouw,
er in, de vlammen te dooven, waarbij zij
nog al brandwonden aan de handen opliep.
Nu zag zij eerst dat haar schreiend 2-jarig
meisje zich ernstig had gebrand aan hoofd
en handen. De kleine had in ’t kort onbe-
aan het tafelkleed getrok-
een snelkoker, waarop een
was omgevallen. Door de
waren de gordijnen in
had de kleine ernstige
J a,
bewijs
toe.
Och ja, dat iemand zoo vergeetachtig kan
zijn. Deze in ’t watervallerij was n.l. een
list van Else. Zij wist dat, Herbert in de
nabijheid was en haar redden zou.
Men lachte. Slechts één was van meehing,
dat er toch vrij wat moed toebehoord had
en dat deze Else ten minste een heel reso
lute jonge dame moest geweest zijn.
A propos, resoluut, viel daarop de heer
des huizes in. De heeren hebben zeker niets
er tegen, als ik vertel, hoe het resolute op
treden van een meisje, op een kritiek oogen
blik, het levensgeluk van twee menschen
bevestigde.
En de heer des huizes vertelde
Ik was in mijn jeugd een echte door
draaier. Mijn ouders, vroeg gestorven hadden
mij een aanzienlijk vermogen achtergelaten.
Op een avond het was wel reeds midder
nacht kom ik met een vriend uit mijn
club en zie voor ons een jonge bloemen-
verkoopster, wier eigenaardige schoonheid
mij des avonds reeds ergens in een ont-
spanningslokaal was opgevallen. Ik schoof
mijn vriend onder een of ander voorwendsel
af en stapte haar na. Zoodra zij merkte
dat ze gevolgd werd, versnelde ze haar pas.
In een nauw straatje haalde ik haar in. Ze
wendde zich onwillig af. Nu ik was van
plan haar eenvoudig om het middel te vatten.
Maar dan vloog plotseling haar ledige bloe
menmand op den grond en ik schaam
mij heden niet, het te bekennen met
haar kleine hand gaf ze mij twee oorvijgen,
die niet minder dan frisch waren. Terstond
daarop was ze verdwenen, en mijn vriend,
die ons stilletjes nagesloopen was, klopte mij
lachend op de schouder
je verdiende loon,
redden,
woedend
W'as er
geschiedenis i
dan was
borgen was. Vele anderen zouden in haar
plaats natuurlijk terstond
hebben, maar zij wreet er
zij doet alsof zij niets gezien had, roept
plotseling luid verschrikt uitNeen dat is
ook wat mooisWaar heb ik dan mijn
armband verloren In het rijtuig had ik
hem nog. Misschien heb ik hem eerst hier
in huis verloren.
Daarna- gaat
KB
fc...
Bolswardsche Courant,
J
-X-